Alles wat je als ouder moet weten om DecemberStress te voorkomen!

Wat heerlijk! Die gezellige kerstperiode breekt weer aan. Toch kan deze heerlijke decembermaand ook de nodig stress en opvoeduitdagingen met zich meebrengen. En die zijn helemaal niet zo heerlijk en gezellig… Dat kan anders!

In de afgelopen jaren heb ik regelmatig artikelen geschreven en video’s gemaakt over diverse thema’s, waar je als ouder tijdens de decembermaand en de feestdagen tegenaan kunt lopen. Denk maar eens aan situaties of dilemma’s als: wat geef ik mijn kind met kerst (zeker wanneer Sinterklaas net het land uit is)?, wat gaan we tijdens de kerst allemaal doen?, hoe zorg ik ervoor dat mijn kind niet helemaal overprikkeld raakt?, hoe kan ik het snoepen van mijn kind in goede banen leiden?, welke extra, leuke activiteiten kan ik doen rondom het kerstthema? (en ga zo maar door). Dat zijn allemaal thema’s, die in mijn artikelen en video’s voorbij komen.

Zou je graag mijn antwoord op één van deze vragen willen weten? Kijk dan hieronder. Je vindt er eerst een lijst met allerlei artikelen. Daarna volgen een aantal leuke activiteiten om met het hele gezin te doen en ten slotte enkele video’s, die ik voor je heb opgenomen. Hopelijk vind je hier het antwoord dat je zoekt.

Ik wens jullie alvast een hele fijne decembermaand en gezellige feestdagen!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


P.s.: Mis jij nog een dringende opvoedvraag, die met de decembermaand of feestdagen te maken heeft, maar waar je hier geen informatie over vindt? Laat me dat dan via e-mail weten. Dan geef ik jou alsnog antwoord op je vraag. (Let op: Geef in je mailtje duidelijk aan dat je je vraag stelt n.a.v. dit artikel.)

TIP: Ik heb tussen de twee lijstjes met artikelen en video’s nog een ander lijstje gezet, namelijk een lijstje met leuke kerstactiviteiten, die je heel makkelijk thuis kunt doen. Veel plezier samen!

Artikelen over de decembermaand, feestdagen en het voorkómen van de kerststress:

(1) ‘Ik zat urenlang te denken, wat ik mijn kind nu weer zou schenken…’ [ De 4-cadeautjesregel ]

(2) ‘Pakjesstress in de drukke Decembermaand’ [ Joyce te gast bij L1mburg Centraal ]

(3) ‘De decembermaand: Gezellig met het hele gezin en toch niet duur?!

(4) ‘Snoep, snoep en nog eens snoep’ – Hoe je een eind maakt aan het gezeur over snoep.

(5) ‘De feestdagen vieren: Apart van elkaar, maar toch samen!

(6) ‘Druk, druk, druk…?’ (Praktische adviezen over hoe je tijdens drukke periodes rust én overzicht houdt.)

(7) ‘Heb je het druk? Zet jezelf op je to do-lijstje.

(8) ‘Kerstdiner op school: 10 eenvoudige tips voor smakelijke kinderhapjes.

(9) ‘3 Goede Voornemens voor Ouders’ (of: Hoe houd je het ouderschap goed vol?)

(10) ‘Alles wat je als ouder moet weten om het Sinterklaasfeest tot een succes te maken!

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

Leuke activiteiten voor het hele gezin in de Winter- en Kerstperiode:

Winter Bucket List.
Allerlei hele leuke activiteiten voor in de winter en de kerstvakantie.

Speurtocht ‘Winter’ (met 3 niveaus & 4 spelopties).
Kleed je lekker warm aan – handschoenen aan, muts op, sjaal om – en lopen maar!

Speurtocht ‘Kerst’ (met 3 niveaus & 4 spelopties).
Ga samen op zoek naar allerlei onderwerpen, die te maken hebben met kerst en het kerstverhaal.

LeesBingo voor in de Winter.
Ga lekker lezen op al deze bijzondere plekken, die passen binnen het thema winter. Heb je op één van deze plekken gelezen? Streep ‘m af op je bingokaart en zoek een nieuwe bijzondere plek uit om verder te lezen.

Bingospel ‘Kerst’:
Speel dit leuke bingospel samen in de kerstperiode en gebruik kerstkoekjes of chocolaatjes als fiches. Met 5 bingokaarten. Voor alle leeftijden.

De leukste kinderfilms over de Winter & Kerst.
Gezellig samen een film kijken. Meer dan 25 titels.

Adventskalender voor Ouders:
Leef samen met je kind op een relaxte en ontspannen manier toe naar de feestdagen.
Deze adventskalender is alleen beschikbaar tijdens de adventsperiode.

Adventskalender ‘Andersom’ : De tijd van geven.
Zet iedere dag een voedingsproduct apart voor de Voedselbank en geef jouw ‘Adventsbox’ nog vóór de kerst af. Mooi om te doen, voor jong & oud. Bekijk ook deze video.
Deze adventskalender is alleen beschikbaar tijdens de adventsperiode.

Adventskalender ‘Andersom’ voor kinderen.
Doe iedere dag iets aardigs (een kleine ‘goede daad’) voor een ander.
Deze adventskalender is alleen beschikbaar tijdens de adventsperiode.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Video over de feestdagen, kerst en decemberstress:
– ‘Cadeaustress in december: Wat geef je een kind dat alles heeft?‘ | Speciaal voor OUDERS.
OPVOEDVRAAG: ‘Mijn kind zeurt steeds om snoep.’ 

VRAAG: Wat vind jij de fijnste, handigste tip? Laat het me hieronder weten.

Heb je vragen over deze artikelen of video’s?
Stuur me dan vrijblijvend een mailtje en geef aan dat jouw vraag naar aanleiding van dit artikel komt.


Heb je dit allemaal al geprobeerd en/of heb je er meer hulp bij nodig?
Neem dan contact met me op en dan gaan we samen aan de slag om je kind op een rustige en ontspannen manier van de decembermaand en de feestdagen te laten genieten. Je leest hier alvast wat ik zoal voor je kan betekenen.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

Ik hoop van harte dat jullie op basis van deze tips samen fijne, ontspannen feestdagen hebben dit jaar.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2022. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Als je tiener liever op zijn telefoon kijkt dan gaat slapen… [ Slaap & Telefoongebruik ]

Pfff, vandaag was het weer zover. Je ging ’s avonds nog even bij je tiener kijken om te zien of hij al sliep en wat zag je: ondanks dat het allang bedtijd was geweest, zat je tiener nog doodleuk op zijn telefoon te kijken. ‘Ja, mam. Nog even. Ik ben zo klaar. Dan stop ik echt!’. En je wil je tiener heel graag geloven, maar je weet dat het hem niet gaat lukken. Jullie hebben hier al zo vaak discussies over gehad. Je snapt wel dat die telefoon voor je tiener ontzettend belangrijk is: dit is een van de manieren om contact te houden met zijn vrienden. En dat wil je hem ook niet ontnemen, juist omdat je weet dat dat op zijn leeftijd zo belangrijk voor hem is. Toch zie je ook de nadelen ervan: je tiener gaat ieder dag later naar bed en is daardoor ’s ochtends niet uit bed te krijgen. Voordat hij naar school gaat, loop jij op eieren omdat hij humeurig is en niks van je kan verdragen. Je kunt je ook niet voorstellen dat hij zich tijdens de lessen op school goed kan concentreren. Je weet: dit moet anders. Maar hoe…?

Voor veel ouders van tieners is dit een herkenbare situatie, die nagenoeg dagelijks voorkomt. Je tiener ligt nog tot heel laat in bed op zijn telefoon te kijken. Het is duidelijk dat je tiener hierdoor te weinig slaapt. Je maakt je er zorgen over, want je weet dat je tiener nog in ontwikkeling is; zijn hersenontwikkeling is nog in volle gang en dan is het goed om voldoende te slapen. Je hoort dit thema ook wel bij andere ouders terugkomen, maar iedereen lijkt er op een andere manier mee om te gaan. De ene ouder is er heel streng in en de ander laat het helemaal los. Je zou graag willen weten waar jij als ouder goed aan doet, juist in het belang van je tiener en zijn ontwikkeling.
In m’n artikel ‘Wat gebeurt er allemaal met je tijdens de adolescentie? Van kindertijd naar jong volwassenheid [Overzichtsartikel]’ lees je meer over de verschillende domeinen waarop adolescenten / tieners zich gaan ontwikkelen.

Voordat ik je een aantal praktische tips voor thuis ga geven, wil ik je graag uitleggen waarom slaap zo belangrijk is. Wat levert het je tiener eigenlijk op om goed en voldoende te slapen? Als je die informatie gelezen hebt, kun je verder met mijn tips, die daar goed op aansluiten. Door de combinatie van informatie en praktische tips kun je er thuis makkelijker met je tiener over in gesprek gaan en kom jij als ouder goed beslagen ten ijs.

Wist je dat…
– de meeste tieners (tussen de 12 en 14 jaar) minimaal 9 tot 10 uur slaap per nacht nodig hebben om de volgende ochtend weer uitgerust op school te verschijnen?
– bijna de helft van alle jongeren (50%) te kort slaapt?
– bijna 1 op de 5 jongeren (20%) overdag last heeft van slaperigheid?
– ong. een vijfde van alle jongeren (20%) minder dan 6 uur per nacht slaapt?
– ong. een derde van alle jongeren (33%) er langer dan een half uur over doet om in slaap te vallen?
– jongeren van 15 en 16 jaar gemiddeld 5 uur en 45 minuten per dag aan digitale media besteden?

Waarom is slaap zo belangrijk?
Wanneer we slapen verwerken onze hersenen wat we overdag hebben geleerd en hebben meegemaakt. Het is dus goed voor onze hersenen om voldoende te slapen; zeker voor tieners, van wie de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Als je ’s nachts te kort slaapt, dan ben je overdag niet alleen slaperig, maar kun je je ook minder goed concentreren en werkt je geheugen minder goed. Je kunt dus minder goed in je opnemen wat er op school gezegd en uitgelegd wordt. Indirect heeft een slaaptekort dus ook invloed op je schoolresultaten.

Daarnaast weten we dat wanneer je slaaptekort hebt, je humeurig kunt zijn, je minder goed in je vel zit en/of je minder goed in staat bent om positief en veerkrachtig om te gaan met vervelende gebeurtenissen. Je hebt dan een korter lontje en raakt sneller geïrriteerd, gefrustreerd en boos.

Voldoende slapen is ook goed voor je gezondheid. Het ondersteunt je afweersysteem, waardoor je minder snel ziek wordt. Je hebt een lager risico op overgewicht en je groeit goed. Door voldoende slaap heb je meer energie, waardoor de kans ook weer groter is dat je meer gaat bewegen.

Veranderend slaap- / waakritme bij tieners
Verder weten we dat specifiek voor tieners geldt dat hun slaap-/waakritme verandert en verschuift. Soms komt de aanmaak van het hormoon melatonine* later op gang (dit hormoon is van belang voor een goed slaap- / waakritme). De tienerhersenen geven dan het signaal om te gaan slapen te laat door. Hierdoor hebben tieners moeite met in slaap vallen en liggen ze soms nog lang wakker.
*: Dit is overigens géén reden om je tiener tabletjes met melatonine te laten slikken, want dan kan juist een averechts effect hebben op het slaap-/waakritme van je tiener en zijn slaap-/waakritme nog meer verstoren. Geef je kind of tiener dus niet zomaar melatoninetabletjes of alleen onder begeleiding van een arts.

Ook sociale factoren zorgen ervoor dat tieners later naar bed gaan en later in slaap vallen. Ze gaan vaak nog ’s avonds sporten of gaan naar een andere hobby, ze spreken ’s avonds af met vrienden en/of hebben een baantje in de avonduren. Op zich is er natuurlijk niet veel mis met deze activiteiten, alleen veranderen daar de schooltijden niet in mee. Ook van tieners wordt verwacht dat ze – ongeacht de activiteiten die ze ’s avonds hebben – ’s ochtends weer op tijd én fris & fruitig op school zijn.

Tieners weten zelf ook wel dat het goed is om voldoende te slapen, maar onderling bestaat echter de norm dat ze juist laat moeten gaan slapen.
Slaapt jouw kind / tiener over het algemeen niet goed en wil je graag weten hoe je zijn slaap (zonder nadruk op telefoongebruik) kunt verbeteren? Lees dan m’n artikel ’10 basistips om je baby, kind of tiener beter te laten slapen’.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

Hoe ga je hier als ouder nu het beste mee om? Hoe stimuleer je dat je kind ’s avonds toch goed in slaap valt?

Hieronder vind je een zestal uitgebreide opvoedtips, die jou helpen om er voor te zorgen dat je tiener beter gaat slapen. Daar komen ze.

(1) Maak duidelijke afspraken met je tiener:
Tieners zijn net kinderen. Ze hebben duidelijkheid nodig. Uiteraard hebben ze ook meer vrijheid nodig dan toen ze jonger waren, maar nog niet álle vrijheid. Ze kunnen nl. nog lang niet altijd goed inschatten wat goed voor hen is. Ze weten het vaak wel, maar ze doen iets anders. Ze zijn namelijk vaak geneigd om te gaan voor de voordelen op korte termijn dan de voordelen op lange termijn. Vandaar dat ze snel naar hun telefoon grijpen (want: melding, dus snel kijken en snel reageren) in plaats van gaan slapen (want: ze weten wel dat het goed voor hen is, maar die ene nacht slecht slapen maakt toch niet zo veel uit; zich niet realiserend dat het al de zoveelste nacht op rij is…).

Omdat je tiener dat zelf zo lastig kan inschatten, speel je daar als ouder een heel belangrijke rol in. Het is belangrijk dat jij je tiener leert wat goed voor hem/haar is door niet alleen te kijken naar voordelen op de korte termijn, maar ook naar voordelen op de lange termijn. Neem die taak van jou als ouder dan ook serieus.

Eén van die taken is dus om duidelijke afspraken met je kind te maken. Rondom slapen en apparaatgebruik kun je dan denken aan:
– Geen telefoon mee naar de slaapkamer.
– Eén uur voor het slapengaan kijk je niet meer op een apparaat.
– Vlak voor het slapengaan maak je geen huiswerk.
Dit is een lijstje met wat je tiener ’s avonds voor het slapengaan niet mag. Vergeet niet dat je tiener dat dus wel overdag mag. Dus juist overdag zijn de momenten om huiswerk te maken en op je telefoon te kijken.


————————————————-
Wist je dat
uit onderzoek blijkt dat jongeren eerder, langer en beter slapen als er thuis
consequente regels gelden voor de hoeveelheid digitaal mediagebruik?
Dan brengen jongeren er namelijk minder tijd mee door.
————————————————-

Hier mag je evt. ook nog afspraken aan toevoegen voor ‘technologievrije’ momenten of plekken. Denk dan aan: ‘als we aan tafel zitten, gebruiken we geen telefoons / apparaten’, ‘je gebruikt één apparaat per keer, dus je kijkt niet op je telefoon wanneer je televisie kijkt’.

En nou zie ik je al denken dat jouw tiener dit echt niet gaat doen. Of dat jij dit niet wil gaan toepassen omdat je dan grote discussies krijgt en die heb je al genoeg met je tiener. Toch wil ik je graag uitleggen waarom het belangrijk is om deze afspraken te maken (en die uitleg kun je ook aan je tiener geven).

Dit zijn allemaal afspraken om ervoor te zorgen dat je kind voor het slapengaan minder actief wordt en stap voor stap gaat afschakelen om rustig te kunnen gaan slapen. Wanneer je tiener namelijk actief blijft (bijv. door ’s avonds laat nog te gaan sporten of gamen), blijft zijn lichaam adrenaline aanmaken en blijft zijn lichaam in de ‘aan-stand’. Zo valt hij inderdaad moeilijker in slaap. Dat wil je graag voorkomen. Vandaar dat het voor je tiener beter is om voor het slapengaan met een rustige activiteit te eindigen (wat je tiener ’s avonds wel kan doen, lees je hieronder). Er zijn dus nog andere dingen die je tiener voor het slapengaan wel kan doen!

O ja, en als je tiener zijn telefoon toch op zijn slaapkamer heeft, dan blijven er waarschijnlijk nog allemaal meldingen / geluidjes komen, waardoor je tiener toch in de verleiding komt om even op zijn telefoon te kijken. Je tiener kan zichzelf helpen door zijn meldingen en geluiden uit te zetten. Nog beter zelfs zou zijn om zijn telefoon in de woonkamer te laten en ’s nachts niet op zijn slaapkamer te hebben. Dat komt zijn nachtrust alleen maar ten goede.

Wat ook goed werkt om de kans van slagen van deze afspraken te vergroten, is om je tiener mee te nemen in het meedenken over de afspraken. Vraag je tiener welke afspraken in zijn ogen wel kunnen werken en welke niet. Als je je tiener hier op een serieuze manier in betrekt, wordt zijn commitment ten opzichte van de afspraken groter.

TIP: Gebruikt je tiener zijn telefoon (nu nog) als wekker? Koop dan een andere wekker voor je tiener, die hij los van zijn telefoon kan gebruiken.

(2) Leer je kind omgaan met piekeren.
Sommige tieners vallen ’s avonds niet goed in slaap omdat ze nog over allerlei dingen blijven nadenken of piekeren. Dat kan gaan over die ene toets die ze mogelijk verknald hebben, over dat ene slechte punt dat ze terug hebben gekregen (en hoe ga ik dat mijn ouders vertellen), over die ene opmerking van een vriendin of over het pesten dat al een tijdje bezig is en ga zo maar door. Hierdoor slapen ze slechter en korter.

Het zou voor je tiener dan fijn zijn wanneer hij zijn hart kan luchten. En hoe graag je ook wil dat hij dat bij jou als ouder doet, sommige tieners willen dat niet meer of doen dat maar mondjesmaat. Je kunt je tiener dan de optie geven om zijn zorgen, negatieve gedachten of vervelende gevoelens waar hij mee zit in een boekje op te schrijven. Laat je kind dat op een vast moment van de dag doen en dan voor een specifieke duur, bijv. max. 15 minuten. Je tiener schrijft dan alles op waar hij mee zit en legt na die tijd het boekje weg. Zo schrijft je tiener op wat hem dwars zit, waardoor het enerzijds weer even van hem af is en hij anderzijds zijn gedachten weer wat meer op een rijtje kan krijgen. Hij gaat daardoor de situatie beter overzien of kan het net van een andere kant bekijken en kan dan ook makkelijker tot een oplossing of antwoord komen. Vaak lucht het opschrijven van deze zorgen, gedachten of gevoelens al even op, waardoor je tiener later makkelijker in slaap kan komen.

Misschien denk je nu wel: ‘Waar zou mijn tiener nou over moeten piekeren? Dat zal toch wel meevallen.’ Je tiener kan in zijn jonge leventje al behoorlijk wat stress ervaren. Denk daar niet te licht over en stap er niet te makkelijk over heen. Let er de komende tijd eens op en ga het gesprek aan met je tiener (ook als je tiener dat liever niet doet). Je kunt hiervoor bijv. deze GespreksStarters (Hersenstichting) gebruiken.

Merk je dat je kind echt te veel zorgen heeft, een grote mate van stress ervaart en/of te veel piekert, waardoor hij slecht slaapt of het anderszins op een vervelende manier doorwerkt in zijn normale leven? Schakel dan professionele hulp in.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(3) Leer je tiener gezonde slaapgewoontes aan.
Je slaapkamer is er om in te slapen. Alles wat je tiener daarvan afhoudt, hoort dus eigenlijk niet thuis op zijn slaapkamer. Dat is natuurlijk best een extreme uitspraak en in praktijk vaak niet haalbaar. Want huiswerk maken doen tieners vaak op hun kamer (daar staan hun boeken en andere benodigdheden bij elkaar), terwijl dat ook niks met slapen te maken heeft.

Echter, op de slaapkamer van tieners zijn ook vaak allerlei apparaten of spelcomputers te vinden. En die dragen echt niet bij aan een goede nachtrust. Sterker nog, ze maken het juist moeilijker voor je tiener om de verleiding te weerstaan om toch nog een spelletje te spelen (of 2, of 3, of 4…). Denk er eens over na om de spelconsoles en andere apparaten, die voor afleiding tijdens het slapen (of huiswerk maken) zorgen, van de slaapkamer af te halen en ergens anders in huis te plaatsen.
Is dat niet mogelijk? Maak dan duidelijke afspraken over wanneer deze apparaten wel / niet gebruikt mogen worden.

Bij gezonde slaapgewoontes hoort ook een goed bed- / slaapritueel, rustige activiteiten aan het einde van de dag en een vast tijdstip om naar bed te gaan én om wakker te worden. Hier geef ik je nog wat extra informatie over:

– Een goed bed- / slaapritueel bestaat uit vaste onderdelen, die voor het slapen moeten gebeuren (zoals je tanden poetsen, naar de wc gaan, douchen / wassen, omkleden etc.). Het fijnste is om die handelingen elke avond in dezelfde volgorde uit te voeren. Dat helpt je lichaam ook om stap voor stap te herkennen dat je naar bed gaat en om zich klaar te maken om te gaan slapen.
– Zorg dat aan het eind van het bed- / slaapritueel rustige activiteiten zitten, zoals in bad gaan, een boek of tijdschrift lezen, een luisterboek luisteren, rustige muziek luisteren, ademhalingsoefeningen doen ed. Wellicht vind je tiener het fijn om aan het eind van de dag nog even met jou te kletsen.
– Zorg voor een vast tijdstip waarop je tiener gaat slapen en waarop hij wakker wordt. Dat geldt – zeker voor moeilijk slapende tieners – zowel voor door de week als in het weekend. Merk je dat het slapen weer wat beter gaat, dan kun je je tiener in het weekend iets later naar bed laten gaan (maar overdrijf het niet). Is het verschil in bedtijd tussen door de week en in het weekend te groot? Dan heeft je tiener last van een ‘jetlag’. Dat wil je graag voorkomen.
– Merk je dat je tiener ’s ochtends moeilijk wakker wordt of moeite heeft om uit bed te komen, zorg dan in de ochtend voor voldoende licht. Doe de gordijnen open en/of doe de lamp aan. Dat vind je tiener op dat moment misschien niet heel prettig, maar het helpt hem/haar wel goed om makkelijker wakker te worden.

O ja, en dat het voor de slaap van je tiener niet handig is om ’s avonds cafeïnehoudende dranken, zoals cola, energiedrankjes of koffie te drinken, dat wist je al… Toch? 😉

TIP: Klets aan het eind van de dag nog even met je tiener aan de hand van het boek ‘TienerKlets’ (auteur: Michal Janssen) of gebruik mijn ‘100 Kletskaartjes‘ (klik op de link en scroll naar beneden).

(4) Laat je tiener overdag lichamelijk actief zijn.
Zorg dat je tiener overdag lichamelijk actief bezig is. Dat kan al heel eenvoudig door je tiener op de fiets naar school te laten gaan, maar ook door je tiener te laten sporten. Ga samen op zoek naar een leuke sportclub in de buurt en meld je aan voor proeflessen zodat je tiener eens aan de sport kan ‘snuffelen’. Daarnaast is het goed om je tiener voldoende buiten te laten zijn. Ook dat heeft een positieve invloed op zijn slaap. Niet alleen omdat daar doorgaans ook wat beweging bij komt kijken, maar ook door het daglicht waar je kind dan in is. Dat heeft weer een gunstig effect op de aanmaak van het slaaphormoon en de slaapcyclus van je kind.

TIP: Laat je tiener op de fiets naar school gaan. Dat zijn drie vliegen in één klap: (1) Je tiener beweegt en is lichamelijk actief, (2) hij is in de buitenlucht, én (3) hij is in het daglicht. Kortom, op de fiets naar school gaan is dus héél goed voor je slaap.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

(5) Help je tiener met plannen.
Bij de afspraken las je al dat het goed is om af te spreken dat je kind voor het slapengaan cognitief gezien rust heeft. Bij huiswerk maken is je kind cognitief gezien juist actief, terwijl dat voor het slapengaan dus niet handig is. Vandaar dat de afspraak ‘geen huiswerk maken voor het slapengaan’ belangrijk is. Maar wanneer moet je kind dan zijn huiswerk maken? Daar kun jij je tiener goed bij helpen.

Maak samen met je kind een weekplanning. Je gaat daarbij samen kijken naar factoren als: hoe laat is je tiener thuis van school (dat verschilt waarschijnlijk per dag), welke activiteiten / hobby’s / klusjes heeft je tiener op die dag, hoe laat gaat jullie doorgaans naar bed en wat is zijn bedtijd. Geef in het overzicht ook aan dat je tiener in het uur voor het slapengaan geen huiswerk meer maakt, niet meer op zijn telefoon kijkt ed. Als je dat allemaal in kaart hebt gebracht, weten jullie hoeveel tijd je tiener dagelijks heeft om huiswerk te maken. Op de ene dag is dat meer dan op de andere.

Vervolgens is het belangrijk om wekelijks samen te kijken welk huiswerk je tiener daadwerkelijk op heeft. Zijn er nou dagen waarop je kind nagenoeg geen tijd heeft om zijn huiswerk te maken of voor toetsen te leren? Dan is het goed om af te spreken hoe je kind vooruit kan werken.

Als volwassene hebben we een meer realistische kijk op de week en de uren die beschikbaar zijn voor maak- en leerwerk dan onze tieners. Ook dat heeft te maken met hun hersenontwikkeling. Je kind heeft jou als ouder dus echt nodig om grip te krijgen op zijn tijd en om overzicht te krijgen over wanneer hij wel / geen huiswerk kan maken / leren. Ook hier is dus een belangrijke taak voor jou als ouder weggelegd!

(6) Geef zelf het goede voorbeeld.
Ook al lijkt het soms niet zo, maar tieners letten op wat je als ouder doet. Vandaar dat het belangrijk is om het goede voorbeeld te geven. Het is dan ook belangrijk dat wij als ouders ook niet continu of bij elke ‘leeg’ moment onze telefoon pakken, tot laat doorwerken of (te) laat naar bed gaan.

Net zo goed dat wij als ouders van onze tieners verwachten dat ze zich aan de gemaakte afspraken houden (zoals bij punt 1) is het belangrijk dat wij ons als ouders ook aan die afspraken houden. En laten we eerlijk zijn: dan merken we dat het nog best lastig is om dat dag in dag uit netjes vol te houden. Dat geldt natuurlijk ook voor onze tieners. Wees dus wel duidelijk en consequent in het maken van de afspraken (ook voor jezelf), maar toon ook begrip voor de situatie van je tiener.


TIP: Wist je dat ‘lege tijd’ of je even vervelen heel nuttig kan zijn voor je hersenen?
Prof dr. Erik Scherder (hoogleraar Klinische Neuropsychologie, VU Amsterdam) vertelt er in deze video meer over.

Heb je dit allemaal al geprobeerd en/of heb je er meer hulp bij nodig?
Neem dan contact met me op en dan gaan we samen aan de slag om je kind beter te laten (door)slapen.
Je leest hier alvast wat ik zoal voor je kan betekenen.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

Ik hoop van harte dat je op basis van deze tips aan de slag kunt met jouw manier van opvoeden én dat de avonden en nachten bij jou thuis rustiger gaan verlopen. Ik wens jullie vele rustige avonden samen en lekker uitgeslapen kinderen!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2022. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Referenties behorend bij dit artikel:
– Podcast ‘Mediamomentje’ van Yorick Scheerens. Een podcast-aflevering over kinderen, technologie en mediaopvoeding, die ingaat op slaap en mediagebruik met expert Maartje van Stralen van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam). Klik hier.
– Webinar ‘Mediaopvoeding tieners 12-18 jaar | Home Start’. Handout.
– Regels over schermtijd laten jongeren eerder, langer en beter slapen. (2022). Captise. Amsterdam UMC. Klik hier.
– Hersenstichting. Slaap en jongeren. Slaapchallenge.
– Charge your Brainzzz: lespakket over slaap. Informatie voor ouders. Klik hier.

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Lekker slapen! Praktische tips voor kinderen en hun ouders.
Welke afspraken maak je met je kind of tiener over gamen en telefoongebruik?
– ‘Slapen voor gevorderden [1]: 7 tips om makkelijker in slaap te vallen én meer te slapen
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Help, mijn kind wil niet eten!? | 5 tips voor een positieve opvoeding aan tafel.

Gezond eten is belangrijk; dat weten we allemaal. Maar wist je ook dat gezond eten niet alleen belangrijk is voor de lichamelijke groei, ontwikkeling en gezondheid, maar ook voor de cognitieve en sociale vaardigheden van je kind (0-18 jaar)?

Kinderen en tieners, die gezond eten zijn namelijk minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten beter in hun vel. Ze hebben zelfs minder kans op hart- of vaatziektes als ze volwassen zijn.

Helaas is het eetpatroon van jeugdig Nederland niet optimaal. Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat ze gemiddeld te weinig groente, fruit, vis en vezels eten. Als volwassenen weten we dat juist dat de gezonde ingrediënten zijn en we zagen graag dat onze kinderen daar voldoende van aten.

De grote vraag is alleen: hoe zorg je er nou voor dat je kind die gezonde ingrediënten daadwerkelijk gaat eten? Daar wil ik je in dit artikel graag een aantal praktische tips voor geven.
Dit artikel verscheen eerder in aangepaste vorm verschenen op de website van CJG043 met als titel ‘Je kind gezond leren eten – Tips van een opvoedcoach‘. Hieronder lees je de uitgebreidere versie.

(1) Zorg voor gezonde producten in huis.
De meest voor de hand liggende tip is natuurlijk om zelf vooral de gezonde producten in huis te halen. Als je geen ongezonde producten in huis hebt, kan je kind ze thuis ook niet eten. Dat is een heel logische en duidelijke stap, die je als ouder makkelijk kunt zetten. Dat betekent ook dat je als ouder zelf in de hand hebt hoe gezond je kind eet. Je haalt gezonde ingrediënten en producten in huis, waardoor je gezonde maaltijden kunt bereiden. Alleen is dat natuurlijk nog geen garantie dat je kind jouw gezonde maaltijd daadwerkelijk gaat eten. Daar heb je weer andere strategieën voor nodig.

Uiteraard begrijp ik ook wel dat jij of je kind het fijn vindt om een aantal ongezonde producten in huis te hebben. Maak daar dan duidelijke afspraken over. Spreek met je kind af hoe vaak per dag en wanneer je kind een snoepje, koekje of iets anders mag eten. Een duidelijke afspraak is bijvoorbeeld: je mag 1x per dag een ongezond tussendoortje en dat eten we ’s middags als je thuis komt uit school. Zo weet je kind dat het wel af en toe een snoepje of koekje mag eten, maar niet de hele dag door.
Wil je meer tips over hoe je omgaat met het snoepen van je kind? Klik dan hier om mijn artikel ‘Snoep, snoep en nog eens snoep – Hoe je een eind maakt aan het gezeur over snoep.’ te lezen.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(2) Laat weten wat je kind goed doet
Stimuleer je kind op een positieve manier om de maaltijd, die je hebt klaar gemaakt, te proeven. Eén van de belangrijke aspecten van positief stimuleren is dat je je kind laat weten wat het goed doet aan tafel. Benoem wat jíj vindt dat je kind goed doet. Bijv. benoem dat je kind goed aan tafel blijft zitten, dat het netjes met zijn bestek eet, dat het goed is dat het van alles een hapje proeft en ga zo maar door. Hoe klein of onbeduidend het in jouw ogen ook is, voor je kind is het ontzettend belangrijk om te weten wat het goed doet. Dat stimuleert je kind namelijk om dat vaker te gaan doen.
Klik hier om te lezen hoe je je kind waardevolle complimenten geeft.

(3) Proeven, proeven, proeven
Je kind leert alleen gezond te eten door het gezonde eten ook daadwerkelijk in de mond te nemen en te proeven. Stimuleer je kind dan ook om iets nieuws te proeven. Sommige kinderen vinden dat heel spannend en hebben jou nodig om hen over die drempel te helpen. Dat gaat vaak eerst gepaard met weerstand en ongemak, maar zodra ze het eenmaal geproefd hebben, merken ze dat het eigenlijk best wel meeviel. Dat is een belangrijke succeservaring voor je kind. En die ervaring maakt de kans groter dat hij de volgende keer iets makkelijker het volgende nieuwe ingrediënt durft te proeven.

Laat kinderen trouwens ook producten of ingrediënten proeven, die ze nu (nog) niet lekker vinden. We weten dat het soms nodig is om 10-15 keer iets te proeven om het te leren waarderen en om het zonder mopperen te eten (en bij sommige producten nog wel vaker…). Blijf het dus toch aanbieden; de aanhouder wint. Door het te blijven aanbieden en proeven, leert je kind uiteindelijk om het te eten.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-


(4) Geef je kind een passende portie.
Geef je kind een passende portie. In praktijk betekent dat vooral: geef je kind niet te veel. Stel je zelf maar eens voor dat je veel van iets moet eten wat je niet lekker vindt; dan krijg je het idee dat het nooit zal lukken of begin je er niet eens aan. Te grote porties werken dus ontmoedigend en demotiverend. Begin daarom met kleine porties; doe van alles wat je klaar hebt gemaakt een klein schepje op zijn bord. Daardoor is de hoeveelheid te overzien en de kans groter dat je kind het gaat proeven.
Bijkomend voordeel: Zo zorg je er ook nog eens voor dat iedereen aan tafel hetzelfde eet, alleen de hoeveelheid kan per persoon verschillen.

(5) Realistische verwachtingen
Als je pas begint met een nieuwe aanpak op het gebied van leren eten, mag je helaas niet verwachten dat je kind meteen een stuk beter gaat eten. Verwacht dus in het begin geen wonderen. Je moeilijk-etende kind zal echt niet ineens alles gaan eten. Leren eten is echt een leerproces en gaat met vallen en opstaan. Wanneer je vasthoudt aan deze basistips, een duidelijke opvoedaanpak hanteert en die ook nog eens lang genoeg en consequent volhoudt, dan gaat het ook jou lukken om je kind te leren gezond, gevarieerd en genoeg te eten.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

Wil je graag meer tips over leren eten en positief opvoeden?
Kom dan eens naar een lezing of workshop, die ik over dit thema houd. Klik hier om te zien wanneer de volgende thema-avond gepland staat en/of stuur een e-mail naar info@aksecoaching.nl om er een samen met mij te organiseren.

Het is natuurlijk ook mogelijk om ‘op maat’ adviezen te krijgen in een gesprek één-op-één; we plannen dan samen een intakegesprek (dat kan o.a. bij mij op kantoor of via beeldbellen).

Ik hoop van harte dat je op basis van deze tips op een leuke manier aan de slag kunt met jouw manier van opvoeden én dat samen aan tafel eten gezelliger zal verlopen. Ik wens jullie vele mooie maaltijden samen!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2022. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Referenties behorend bij dit artikel:
– Hartstichting (website).
– Richtlijn Voeding en eetgedrag (2017). Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg. (website).

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Mijn kind kan maar niet aan tafel blijven zitten.’ | In 9 stappen naar meer rust aan tafel.
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Van peuter naar kleuter: Klaar voor groep 1.

Het gaat nu toch echt gebeuren: je kind gaat bijna naar groep 1. Nu is je kind nog een peuter, maar over niet al te lange tijd is je kind toch echt een kleuter. Wat een stap. Wat een mijlpaal.

Hoewel kinderen officieel pas vanaf 5 jaar leerplichtig zijn, starten de meeste kinderen al in groep 1 als ze 4 jaar zijn. Voor je kind is het heel fijn om – voordat het naar groep 1 gaat – een beetje voorbereid te zijn. Met een goede voorbereiding weet je kind wat er allemaal gaat gebeuren en krijg jij langzaam maar zeker het gevoel dat je kindje het wel gaat redden op school.

LET OP: Zit je kind al in groep 2 of hoger? Lees dan m’n artikel ‘Back to school: Dit mag je niet vergeten bij de start van het nieuwe schooljaar!’. Gaat je kind binnenkort naar de brugklas? Lees dan m’n artikel ‘Help, mijn kind gaat naar de brugklas! | Hoe je de overgang van basisschool naar brugklas makkelijker maakt.’.

Die voorbereiding zit ‘m trouwens niet in schoolse vaardigheden. Je kind hoeft als startende kleuter nl. echt nog niet te kunnen lezen of schrijven; het hoeft in principe zelfs nog helemaal geen letters of cijfers te herkennen. Dat komt allemaal wel en daar gaan ze in groep 1 en 2 spelenderwijs aandacht aan besteden. Dus is je kindje bijna 4 jaar en is het daar nu nog niet zo mee bezig? Geen probleem! Dat komt wel. Daar gaan ze in de kleutergroepen stap voor stap mee aan de slag. 

Toch is het natuurlijk fijn als je kind wel een aantal andere dingen zelf kan. Op de basisschool wordt namelijk toch net wat meer zelfstandigheid van je kind verwacht dan bij een peuterspeelzaal of kinderopvang. Realiseer je dat de leerkracht zo’n 20-30 leerlingen heeft en niet bij iedere handeling (bijv. jas aan / uit, gymschoenen aan / uit, schoenveters strikken, naar de wc gaan etc.) alle kinderen individueel kan helpen. Je vindt hieronder een aantal vaardigheden waarvan ik je met klem wil aanraden om die vooraf thuis met je kind te gaan oefenen, zodat je kind die – op het moment dat het naar groep 1 gaat – goed zelf kan doen. 

O ja, en een stukje verderop in dit artikel vind je nog meer handige tips, die je als ouder moet weten, wanneer je kindje naar groep 1 gaat én hoe je je kindje goed kunt voorbereiden.  

Dit zijn vaardigheden, waarvan het heel handig is wanneer je (bijna) kleuter die vóór groep 1 onder de knie heeft: 

(1) Wennen aan de basisschool.
Het is fijn voor je kind om vooraf aan de eerste echte schooldag te weten waar het precies naar toe gaat. Je kunt vooraf aan die ‘grote dag’ al eens vaker naar de school toe lopen of fietsen of misschien zelfs binnen in school of in de klas een kijkje gaan nemen. Vaak vinden leerkrachten dat juist fijn, zodat je kind langzaam maar zeker vertrouwd raakt met de nieuwe plek. Dat maakt (o.a.) het afscheid nemen aan het begin van de dag ook weer wat makkelijker.

Vaak organiseren scholen wen- / oefendagen voor de nieuwe leerlingen in groep 1. Je kind kan dan een aantal dag(del)en meelopen om zo een indruk te krijgen van wat er allemaal gebeurt op school. Je kind ziet dan ook al eens kennismaken met alle nieuwe klasgenootjes.

(2) Overdag zindelijk zijn.
Als je kind naar groep 1 gaat, is het belangrijk dat je kind overdag zindelijk is voor plassen en poepen. De leerkracht van je kind kan nl. niet je kind helpen als het op de wc zit en kan ook geen luier verschonen (m.u.v. bijzondere situaties of noodgevallen). De leerkracht staat namelijk in de groep en heeft nog zo’n 20-30 andere leerlingen om op dat moment naar om te kijken. Daarbij is het natuurlijk ook goed, wanneer je kind zelf zijn billen kan afvegen. 
Je kind hoeft op deze leeftijd trouwens nog niet perse ’s nachts zindelijk te zijn. Dat komt wel, als je kind wat ouder is. 

TIP: Is je (aanstaande) kleuter nu nog niet zindelijk? Kijk dan eens of m’n cursus ‘Tijd voor Zindelijkheid’ iets voor je is; of spreek een intakegesprek met me af, zodat ik jullie persoonlijk kan helpen.  

(3) Zelf aankleden.
Een groot deel van het schooljaar zal je kind een jas aan hebben. Het is handig als je kind die zelf open & dicht en aan & uit kan doen, zodat de leerkracht daar niet aan te pas hoeft te komen. Oefen thuis dat je kind zijn jas zelf kan aan- en uitdoen, met een rits en/of knoopjes en dat je kind zijn jas zelf kan ophangen aan het haakje.

Vanaf groep 1 gaan de leerlingen ook gymmen, net als de oudere klassen. Het is handig als je kind dan zijn eigen schoenen én zijn gymschoenen uit & aan kan doen. Wellicht is het de bedoeling dat je kind gymkleren mee neemt, maar vaak is het al genoeg als je kind zijn trui of shirt kan uittrekken en in zijn onderhemd kan gymmen. Ook het uit- en aantrekken van een shirt of trui is dus goed om thuis te oefenen, zodat je kind dat op school helemaal zelf kan doen.

Heeft je kind veterschoenen? Dan is het goed om je kind te leren om zelf zijn veters te strikken. Dit is best lastig en tijdrovend voor jonge kinderen. Merk je dat je kind dat nog niet in de vingers heeft? Koop dan schoenen met klittenband (of ga het alsnog goed met je kind oefenen).

O ja, en dan heb je nog de zg. ‘bananenvoeten’, die je bij kleuters vaker voorbij ziet komen. 😉 Dan zit de schoen aan de verkeerde voet en meestal loopt dat toch net iets minder prettig. Om je kind hier een handje bij te helpen, kies je een grotere sticker uit, die je doormidden knipt. De ene helft plak je in de ene schoen (tegen de rand van schoen, op de plek waar de hak komt) en de andere helft in de andere schoen. Als je kind de schoenen aantrekt, hoeft hij nu alleen nog maar de sticker op de goede manier tegen elkaar aan te leggen. Zo ziet je kind heel duidelijk wat zijn linker- en rechterschoen is en is de kans groter dat de juiste schoen aan de juiste voet terecht komt.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(4) Zelf eten.
In de klas zijn er 2 pauzes: één pauze om het fruit te eten en één pauze om de boterhammen te eten. Allereerst is het goed als je je kind leert hoe hij zelf zijn beker én zijn boterhammentrommel open (en goed dicht) kan maken. Vooral het sluiten van de drinkbeker kan wel eens problematisch zijn; zeker als je kind niet alles in één keer opdrinkt en nog een beetje in de beker laat zitten. Als de beker dan niet goed dicht is, heb je lekkage en zijn alle spullen nat.

Soms kan het nog best lastig zijn om fruit open te maken of zelf op te eten. Denk maar aan een banaan, mandarijn of kiwi. Als je kind het nog niet helemaal zelf kan, maak het dan op zo’n manier klaar dat je kind het wél zelf kan. Of geef je kind fruit mee dat het wel goed zelf kan openen en eten.

(5) Duidelijk communiceren & Samen spelen.
Als kinderen pas beginnen in groep 1 dan beginnen ze aan een heuse ontdekkingstocht. Alles en iedereen is nieuw, en alles (of heel veel) is interessant. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en gaan ontdekken wat er allemaal te doen is; in de klas en buiten op het schoolplein. Jonge kinderen kunnen ook nog niet zo lang hun aandacht bij één activiteit houden en fladderen / vlinderen dan van het ene naar het andere speelgoed.

Samen spelen is voor jonge kinderen, ook voor kleuters, soms nog best lastig. Op deze leeftijd gaan ze van vooral ‘naast elkaar’ spelen steeds meer naar ‘samen spelen’. Dat kan ook voor wat meer wrijving en ruzietjes zorgen. Je kent wel uitspraken als ‘ik had ‘m eerst’ of ‘je mag dat niet afpakken’. Kleuters moeten nog leren om rekening te houden met elkaar. Vaak wordt in de klas afgesproken op welke manier ze met elkaar kunnen omgaan en leren ze hoe ze in dergelijke situaties op elkaar kunnen reageren. Kinderen leren bijvoorbeeld dat ze moeten wachten op een speeltje totdat de ander ermee klaar is (en dat ze het dus niet zo maar mogen afpakken) en/of dat ze tegen een ander kindje – dat iets vervelends doet – kunnen zeggen ‘stop, hou op, ik vind het niet meer leuk’. Vaak spreekt de leerkracht ook af dat als ze er zelf niet uitkomen ze de leerkracht om hulp mogen vragen.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(6) Heel praktisch: Schoolspullen.
In groep 1 heeft je kind nog niet zo veel verschillende spullen nodig. Bij de voorgaande punten heb je al een aantal spullen voorbij zien komen. De spullen, die je in het lijstje hieronder vindt, zijn vaak wel echt nodig.

O Schooltas
O Broodtrommel voor tussendoortje
O Broodtrommel voor lunch
O Drinkbeker
O Gymschoenen*

* Vaak zijn een gymtas en gymkleren voor kleuters nog niet nodig. De leerkracht verzamelt de gymschoenen van alle leerlingen in een grote mand of kist. Daarnaast zijn nog niet alle kinderen even handig met het aan- / uittrekken van hun kleren. Om te voorkomen dat het omkleden te lang duurt (en ze daardoor minder lang kunnen gymmen), kiezen ze er in groep 1 vaak voor om in de gewone kleren of het ondergoed te gymmen.

TIP: Zorg ervoor dat op alle losse onderdelen de naam van je kind duidelijk zichtbaar is.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————

(7) Aftellen naar de eerste schooldag.
Om je kind goed voor te bereiden op de eerste schooldag is het leuk om samen af te tellen naar die grote dag. Zo weet je kind nog beter wanneer het precies gaat gebeuren. Daar kun je een leuke aftelkalender voor gebruiken. Die kun je samen met je kind zelf maken of je kunt m’n aftelkalender ‘Yes, ik mag naar school!’ downloaden en uitprinten (klik op de link en scroll naar beneden). Zo’n aftelkalender geeft je kind ook weer meer duidelijkheid; hierdoor weet het beter wat het kan verwachten en krijgt het meer grip op de situatie.

(8) Stimuleer de ontwikkeling van je kind.
Ook al hoeft je kind aan het begin van groep 1 echt nog geen letters of cijfers te herkennen, het is toch fijn om je kind al enigszins te stimuleren. Op cognitief en spraak-/taalgebied kun je je kind goed stimuleren door regelmatig voor te lezen. Een ideaal moment om dat te doen, is om het voorlezen op te nemen als vast onderdeel van jullie bedritueel.
In m’n artikel ‘Ja, ik wil … voorlezen!’ geef ik je een mooi overzicht van allerlei voordelen van voorlezen.

Daarnaast kun je de grove motoriek stimuleren door je kind regelmatig buiten te laten spelen, samen naar speeltuintjes te gaan, te leren fietsen ed.
Als je kind niet zo van buitenspelen houdt en liever binnen speelt, dan kun je met de tips uit m’n artikel ‘Is het erg als kinderen niet buiten spelen?’ je kind stimuleren om meer naar buiten te gaan.

De fijne motoriek van je kind stimuleer je (o.a.) door je kind te laten tekenen, kleuren, kleien ed. Ook dat hoeft nog niet aan hoge eisen te voldoen, maar het is al fijn als je kind weet hoe het een potlood of pen kan vasthouden.
Vind je kind het lastig om te bedenken wat het (binnen) allemaal kan doen? Bekijk dan m’n video ‘Verveelt jouw kind zich wel eens?’, waarin ik je uitleg hoe je een AntiVerveelPot maakt en de verveling van je kind tegen kunt gaan.

(9) Naar school brengen.
En dan is het moment van de eerste schooldag eindelijk aangebroken: je kind gaat vandaag echt naar school. Soms is dat voor de ouder nog spannender dan voor het kind zelf (zeker als je je kind goed voorbereid hebt). Het is voor je kind het fijnste om het naar school brengen en het afscheid nemen steeds op (nagenoeg) dezelfde manier en met dezelfde stappen aan te pakken. Zo wordt die situatie voorspelbaar voor je kind, weet je kind beter waar het aan toe is en krijgt het grip op de situatie; dat zorgt allemaal voor een groter gevoel van veiligheid en vertrouwen.
Hoe je het naar school brengen én het afscheid nemen op een positieve manier aanpakt, lees je in m’n artikel ‘Help, mama gaat weg…!?’.

TIP: Maak een foto van je kind op zijn/haar eerste schooldag. Echt een mijlpaal om vast te leggen!

(10) Extra moe…?
Nu je kind naar school gaat, kan het na de schooldag thuis extra moe zijn. Het is ook niet niks om alle nieuwe dingen van de dag te verwerken. De eerste weken op school en in de nieuwe klas zijn dan ook echt vermoeiend. Soms zie je zelfs dat kleuters weer tijdelijk behoefte hebben aan hun middagdutje. Dat is helemaal niet erg. Juist tijdens het slapen verwerken ze wat ze allemaal hebben meegemaakt en kunnen ze goed bijtanken. Zorg ervoor dat het middagdutje niet te lang duurt, maar geef je kind wel de mogelijkheid om ’s middags even uit te rusten en bij te komen van de intensieve dag. Door de vermoeidheid merk je dat kinderen in deze periode ook meer prikkelbaar zijn, wat meer last kunnen krijgen van driftbuien, sneller boos of gefrustreerd zijn of eerder huilen. Ook dat hoort er voor nu even bij en gaat na een tijdje – als je kind goed gewend is op school -echt wel weer over.
Wil je weten hoe je op een positieve manier om kunt gaan met driftbuien van je kind? Lees dan m’n artikel ‘Mijn kind heeft vaker driftbuien! Wat nu?’ | Minder driftbuien in slechts 5 stappen.’.


Tot zover mijn tips voor hoe je jouw aanstaande kleuter kunt voorbereiden op een fijne eerste schooldag. Ik hoop van harte dat je ermee aan de slag gaat en je je kind op een goede manier kunt begeleiden.


Wil je meer weten over een goede voorbereiding om na de vakantie terug naar school te gaan voor je kind dat al op school zit? Lees dan m’n artikel ‘Back to school: Dit mag je niet vergeten bij de start van het nieuwe schooljaar!’.

Heeft jouw kind groep 8 (basisschool) afgerond en gaat het komend jaar naar de brugklas?
Lees dan m’n artikel ‘Help, mijn kind gaat naar de brugklas! | Hoe je de overgang van basisschool naar brugklas makkelijker maakt.’ met handige tips voor jouw aanstaande brugklasser.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.





Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Hoe overleef je de laatste weken vóór de zomervakantie? [ met 9 thema’s, 9 praktische tips en 1 planner ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Hoe je als ouder een fijn vakantiegevoel krijgt en lekker tot rust kunt komen. [Zomervakantie]

Verheug jij je ook zo op de zomervakantie? Of zie je er stiekem een beetje tegenop om 6 weken lang je kinderen thuis te hebben? Of vind je het heerlijk om je kinderen een hele tijd om je heen te hebben, maar weet je niet zo goed hoe je het samen leuk en gezellig houdt?

Zo’n zomervakantie van 6 weken kan behoorlijk lang zijn. Zeker als je zelf ook nog een paar weken moet werken, als je voor jezelf een lange ‘to do’-lijst hebt gemaakt (met allerlei klusjes die je nog graag wil doen) of als er vaker momenten zijn waarop je kinderen zich (of elkaar) vervelen. Dan kan het een lange vakantie worden…

Om er voor te zorgen dat niet alleen je kinderen, maar ook jij als ouder een fijne, ontspannen zomervakantie hebt, heb ik in dit artikel een aantal tips voor je verzameld, waarmee ook jij dat heerlijke vakantiegevoel krijgt. Hier komen ze…


(1) Eerst even wennen.
Het is voor iedereen best even wennen om van de ‘drukke schooltijd met allerlei activiteiten en verplichtingen’ om te schakelen naar 6 weken zonder dat alles. Gun je kinderen en jezelf die tijd. Het kan soms zelfs als één grote lege periode aanvoelen, waarin je het gevoel hebt dat je van alles moet doen. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet.

Vraag je kinderen eens hoe zij hun vakantie voor zich zien en wat zij zelf leuk vinden om te gaan doen. Als ze dan met hele wilde ideeën aankomen, hoef je dat natuurlijk niet allemaal te doen, maar zo kun je wel hun verwachtingen peilen. En misschien merk je dan al snel dat ze helemaal niet door jou vermaakt willen worden, maar dat ze het liefst iedere dag met vriendjes buiten willen spelen, naar het zwembad willen gaan of lekker thuis op bed willen lezen.
Vinden jij en/of je kinderen het lastig om leuke, makkelijke activiteiten te verzinnen? Maak dan gebruik van mijn superleuke Zomer Bucket List, speciaal voor in de zomervakantie.

(2) Jouw eigen rustmomenten.
Niet alleen je kinderen hebben vakantie, jij ook. Daarom mag ook jij je eigen rustmomenten pakken. Doe dat wanneer het kan. Ideaal daarvoor zijn natuurlijk de avonduren wanneer de kinderen in bed liggen. Maar je kinderen zullen ook wel eens met andere kinderen gaan spelen: lekker buiten spelen of afspreken met klasgenootjes. Je kunt ook aan familie vragen of ze een dagje mogen komen spelen. Of regel een logeerpartijtje. Juist op dat soort momenten kun jij je eigen rustmomenten pakken.

Ga ook bij jezelf na op welke manier jij goed tot rust komt. Dat is niet alleen door te slapen, maar dat kan ook door een boek te lezen, door in bad te liggen, door naar je favoriete muziek te luisteren, met rust een kop koffie of thee te drinken, door een goede film te kijken etc. Hoe beter je voor jezelf duidelijk hebt hoe je echt tot rust komt, hoe beter je dat ook voor jezelf kunt plannen. En hoe meer jij ontspannen bent, hoe meer je van je vakantie én je kinderen kunt genieten.
Voel je je vaak gestresst? Lees dan hier wat stress precies is én hoe je jouw stressniveau kunt verlagen.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(3) Je batterij opladen.
Je batterij opladen doe je niet alleen door voldoende rust te nemen en voldoende te ontspannen, maar ook door actief te zijn. Ga ook hiervoor bij jezelf te rade wat jij fijn vindt om te doen. Vind jij het fijn om te wandelen, om met vrienden af te spreken of om ergens naar toe te gaan? Het maakt niet uit wat het precies is, als jíj het maar leuk vindt.
Maak bijvoorbeeld iedere dag een ‘after lunch walk’ gewoon bij jou in de buurt. Neem je kinderen mee, dan zijn jullie allemaal even buiten. Dat is meteen een mooie onderbreking als je kinderen alleen maar ‘thuis willen hangen’.
Tijdens zo’n wandeling zou je je kinderen kunnen laten speuren naar allerlei zomerse (natuur)schatten m.b.v. m’n Zomer Speurtocht.

(4) Hou je dagelijkse ritme vast.
Je leest het vaker in mijn artikelen: kinderen houden van duidelijkheid, routine, vaste volgordes, structuur. Juist dan hebben ze het gevoel dat ze grip hebben op de situatie, ze kunnen dan beter voorspellen wat er gaat gebeuren, ze voelen zich veilig en zitten beter in hun vel. Als ze honger hebben of slaperig zijn, is de kans groter dat ze minder goed luisteren of ongewenst gedrag laten zien.

Vandaar dat het in de vakantie goed is om je ritme zo veel mogelijk vast te houden, o.a. wat betreft eettijden. Laat je kinderen in de vakantie op vaste momenten eten. Dat ritme heb je al snel te pakken door op (nagenoeg) dezelfde momenten te eten (ontbijt, lunch, avondeten, tussendoortjes) dan wanneer je dat buiten de vakanties doet.

Hetzelfde geldt overigens ook voor het slapen. Ook voor het slapen is het goed om zoveel als mogelijk het normale ritme aan te houden. Liefst met een duidelijk bedtijden en vaste bedtijden. Je leest er bij punt 7 meer over.
Vind je kind het moeilijk om in de vakantie of op vakantie in slaap te vallen? Lees dan m’n artikel ‘Als je kind moeilijk in slaapt valt op vakantie… | 7 praktische tips om dat snel te verbeteren (incl. BONUStips)’.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(5) Samen én alleen.
Het is voor kinderen én volwassenen fijn om eens af en toe iets alleen te kunnen doen. Dat kan er makkelijk bij in schieten als je de hele dag je kinderen om je heen hebt. Je kunt best met je kind afspreken dat er momenten zijn waarop je kind jou even niet mag storen (m.u.v. noodgevallen natuurlijk…) en hij zelf / alleen kan spelen. Als je dat elke dag op een vast moment doet én je je daadwerkelijk niet laat storen, dan is je kind daar snel aan gewend. Vaak werkt het het beste om eerst even samen met je kinderen te spelen en om daarna een ‘me time’-momentje te pakken. Elke dag een half uurtje kan al – vooral voor jou – voldoende zijn.

(6) Laat je kinderen vrij.
Wellicht kijk je tegen de lange zomervakantie op, omdat je het gevoel hebt dat je je kinderen de hele tijd moet vermaken. Dat is helemaal niet nodig. Kinderen vinden het vaak heerlijk om helemaal zelf te kunnen bepalen waarmee ze spelen. Uiteraard is het goed om eens af en toe aan te sluiten bij wat je kind aan het doen is, dat zijn ideale momenten om je kind positieve aandacht te geven. Daar groeien kinderen van. Maar ‘meespelen’ hoeft echt niet de hele dag door. Een paar keer per dag en dan 5 minuten per keer is echt voldoende. Gun je kind ook zijn eigen vrije (speel)tijd.
Bekijk ook m’n video, waarin ik de opvoedvraag ‘Moet ik echt met mijn kind samen spelen?’ beantwoord en o.a. het belang van (kort) samen spelen bespreek.

(7) Hou vast aan duidelijke bedtijden.
Vaak hoor ik van ouders dat hun kinderen in de vakantie langer op mogen blijven. En hoe leuk en gezellig dat ook klinkt, in praktijk is het dat vaak helemaal niet. Als kinderen namelijk later naar bed gaan, zijn ze ’s avonds én overdag moe, kunnen ze minder hebben, zijn ze prikkelbaarder, huilen ze sneller, zijn ze eerder boos en ga zo maar door. Dit effect heb je al na één korte nacht (vergelijk het maar met een ‘jetlag’). O ja, ouders geven ook vaker aan dat wanneer kinderen ’s avonds later gaan slapen, ze ’s ochtends langer uitslapen; maar ook dat valt in praktijk helaas vaak tegen… Daarom is het dus belangrijk om ook in de vakanties vast te houden aan een vaste tijd, waarop je kind naar bed gaat.
Valt jouw kind in de zomer als het warm is moeilijker in slaap? Bekijk dan m’n video ‘Hoe laat je je kind slapen bij zomerse temperaturen?en gebruik de handige tips zodat je kind wél makkelijker in slaap valt.

Kijk vooral ook naar de voordelen die het ‘op tijd naar bed gaan’ jou en jouw vakantiegevoel biedt: je kinderen zijn overdag vrolijker, beter te genieten, fijner in de omgang, luisteren beter en kunnen zichzelf beter vermaken. En hoe vroeger je kinderen ’s avonds lekker in bed liggen, hoe eerder jouw vrije avond begint. Dit mes snijdt echt aan twee kanten. Gewoon doen!

————————-

Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.

————————

(8) Maak afspraken over schermtijd.
Een lange zomervakantie betekent voor je kind een zee aan tijd. En in die tijd ga je dingen doen die je heel leuk vindt. Veel kinderen zullen dan aangeven dat ze het liefst allerlei spelletjes willen doen op hun telefoon, tablet of computer. Op zich niet erg om dat een bepaalde tijd per dag te doen, maar dan niet de hele dag door of uren achter elkaar. Het gaat hierbij echt om de afwisseling met andere activiteiten.

Maak daar samen goede afspraken over. Je kind mag dus best een tijdje online spelletjes doen, maar na een bepaalde tijd (bijv. na 1 uur) gaat hij/zij iets anders doen. Denk dan aan een bordspel, buiten spelen, een boek lezen, voetballen op een veldje in de buurt, een rondje fietsen, tekenen, proefjes doen, cupcakes bakken en ga zo maar door.
Wil je weten welke afspraken je precies met je kind kunt maken over zijn schermgebruik? Lees dan m’n artikel ‘Welke afspraken maak je met je kind of tiener over gamen en telefoongebruik?’.

(9) Als de verveling toeslaat…
Als het slecht weer is en je zit maar de hele tijd thuis, binnen, in huis en je kinderen kunnen niet even lekker naar buiten, dan kan de sfeer thuis ook al snel op een vervelende manier omslaan. Kinderen vervelen zich dan niet alleen, ze gaan ook al snel elkaar vervelen. Niet fijn! En hoe langer je thuis zit met je kinderen, hoe moeilijker het kan zijn om nieuwe activiteiten te verzinnen. Dan is het handig om ‘anti-verveeltips’ achter de hand te hebben en bijv. een AntiVerveelPot te maken, zodat je kind altijd ideeën krijgt om iets anders te gaan doen. Helemaal niet moeilijk, wel heel leuk én handig.
Bekijk deze video over hoe je thuis heel eenvoudig een ‘AntiVerveelPot’ maakt.

Maar zoals al eerder aangegeven, laat je kinderen ook gewoon afspreken met andere kinderen. Dat is misschien wat lastiger omdat in deze periode veel gezinnen op vakantie zijn, maar toch niet allemaal tegelijk en niet de héle vakantie. Ook logeerpartijtjes met neefjes en nichtjes kunnen in deze periode heel leuk en gezellig zijn.


fb_zomerboek_voor_ouders_2020

GRATIS Zomerboek voor Ouders
Ga goed voorbereid op vakantie en vraag in de zomermaanden het GRATISZomerboek voor Oudersbij me aan; je ontvangt het helemaal gratis en vrijblijvend.
Er zit o.a. een handige én uitgebreide vakantiechecklist in met allemaal items, die je nodig hebt als je met je kinderen op vakantie gaat.
Met deze checklist weet je zeker dat je alle onmisbare spullen bij je hebt.

Klik hier om te lezen hoe je dit Zomerboek GRATIS kunt aanvragen


(10) Lekker buiten, lekker bewegen.
Samen een stukje lopen bij jou in de buurt, samen picknicken of samen naar een speeltuin is natuurlijk heel leuk om in de zomer te doen. Dat zijn ideale momenten waarop je kind even zijn energie kwijt kan; bijv. buiten rennen, ravotten, klimmen, spelen, glijden, koprollen. Dat hebben kinderen dagelijks echt even nodig. En jij kunt natuurlijk naar hartenlust meedoen; of je neemt je boek of tijdschrift mee naar de speeltuin en leest zittend op een bankje. Ook helemaal goed!
Vind je kind het helemaal niet leuk om buiten te spelen, ook niet met mooi weer? Dan lees je hier hoe je je kind kunt stimuleren om toch lekker naar buiten te gaan.

(11) Bijna op vakantie.
Als jullie binnenkort op vakantie gaan, dan kan het leuk zijn om je kind jullie vakantie (deels) voor te laten bereiden. Zeker voor oudere kinderen is dat heel leuk om te doen. Laat ze in de bibliotheek leuke boeken of reisgidsen over het land / de streek opzoeken of op internet blogs lezen of video’s bekijken over jullie bestemming en aan de hand daarvan ideeën aandragen voor activiteiten of bezichtigingen tijdens jullie reis. Op die manier kan je kind nog met leuke, verrassende ideeën komen. Superleuk, toch?

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.





Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Hoe overleef je de laatste weken vóór de zomervakantie? [ met 9 thema’s, 9 praktische tips en 1 planner ]
Hoe overleef je een vliegvakantie met je kind…? | Een ontspannen vlucht in 5 stappen.
Stop het gezeur, geruzie en gedoe op de achterbank – 4 handige tips voor onderweg.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Als je kind het lastig vindt om onenigheid op te lossen… [Sociale ontwikkeling]

Komt jouw kind ook wel eens thuis met verhalen over andere kinderen, die vervelend deden? Bijv. dat jouw kind niet mee mocht spelen in de pauze op school, dat je kind zo maar werd geduwd, dat iemand iets vervelends tegen hem zei, dat iemand iets van hem had afgepakt of stuk gemaakt? Je kind zal er waarschijnlijk verdrietig, boos, gefrustreerd of teleurgesteld over zijn. Dat kun je je ook goed voorstellen, want dit zijn nou eenmaal geen leuke situaties…

Voor ons als ouders kan het natuurlijk heel vervelend zijn om deze verhalen te horen. Misschien herken je wel dat jou het gevoel bekruipt: ‘het lijkt wel alsof mijn kind geen vriendjes heeft’, ‘mijn kind heeft het helemaal niet leuk op school’ of ‘mijn kind wordt toch niet gepest?’. Waarschijnlijk vraag je je ook wel eens af waar dat toch aan kan liggen: ‘er is toch niks mis met mijn kind?’, ‘waarom zijn die andere kinderen toch zo vervelend?’, ‘waarom doet de leerkracht hier niks aan?’ en ‘wat kan ik doen om m’n kind hier bij te helpen?’.

Welke oorzaak er ook ten grondslag ligt aan deze vervelende situaties, het is altijd goed om je kind te leren hoe hij zélf op een fijne manier met andere kinderen om kan gaan en hoe hij op anderen kan reageren zonder dat dat resulteert in onenigheid, ruzie of andere vervelende situaties. Daar wil ik je in dit artikel graag meer informatie en praktische tips over geven. Als ouder kun je je kind namelijk goed begeleiden om deze ‘sociale problemen’ op te lossen.

=> In dit artikel vind je dan ook 9 waardevolle tips om je kind op een positieve manier met lastige sociale situaties te leren omgaan.

(1) Praat met je kind over zijn (school)dag.
Om te weten waar je kind op school of in zijn omgang met vriend(inn)en tegen aan loopt, is het goed om regelmatig met je kind te praten. Daar kun je het beste een vast moment op de dag voor kiezen, bijv. als je kind uit school komt, tijdens het avondeten of vlak voor het slapengaan. Vraag dan naar hoe zijn dag was, of hij nog iets nieuws geleerd heeft, met wie hij gespeeld heeft enz.

Sommige (vaak de wat oudere) kinderen vinden het niet prettig om samen over lastige onderwerpen praten; dan kan het goed werken om het tijdens een activiteit (zoals de afwas of een autoritje) te bespreken. Uiteraard hoeft dit specifieke thema niet dagelijks aan bod te komen; los daarvan is het goed om regelmatig met je kind over van alles en nog wat te praten.

Uiteraard vertellen niet alle kinderen even gemakkelijk over wat ze op een dag meemaken. Het ene kind is een echte prater en vertelt uit zichzelf al honderduit; het andere kind luistert liever naar anderen en/of vertelt niet graag over zijn eigen belevenissen. Ook kan het voor jou als ouder nog best lastig zijn om de juiste vragen te stellen. In het geval jij het zelf lastig vindt om dit thema aan te snijden of indien je merkt dat je kind het lastig vindt om erover te praten, maak dan gebruik van deze Kletskaartjes. Dan heb je een mooie, luchtige ingang voor jullie gesprek en zul je langzaam maar zeker steeds meer horen over hoe je kind het op school vergaat.

(2) Spreek af wat je kind wel en niet mag doen tijdens het spelen met andere kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze wel en niet mogen; niet alleen in het algemeen, maar ook in de omgang met andere kinderen. Dat lijkt een open deur, maar vaak gaan we er zomaar van uit dat kinderen dat wel zullen weten. En dat is helaas niet altijd waar. Ook ‘samen spelen’ is iets dat kinderen gewoonweg moeten leren.

Wat je kind wél mag doen, is dat het altijd mag zeggen wat het wil. Dat doe je niet op een boze, bazige of schreeuwende manier, maar wel op een rustige, aardige manier. Zelfs als je het niet eens bent met een ander, kun je dat gewoon rustig tegen de ander zeggen. Je kunt dus altijd met de ander praten, overleggen en proberen om (samen) een oplossing te bedenken, om een compromis te sluiten (lees ook de tips hieronder). Als je kind er samen niet uitkomt, is het goed om een volwassene (bijv. vader, moeder, leerkracht, oppas) erbij te vragen om te helpen.

Wat je kind niet mag doen, is een ander pijn doen (bijv. door te slaan, schoppen, bijten, knijpen of schelden); ook niet als je het niet met elkaar eens wordt, als je boos bent op de ander of als je vindt dat de ander vervelend tegen jou doet. Merk je dat je het lastig vindt om rustig te blijven, vraag er ook dan een volwassene bij.
Wil je meer weten over hoe je je kind leert om om te gaan met zijn boosheid? Klik dan hier.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(3) Leer je kind om een ‘ik boodschap’ te geven.
Leer je kind dat het fijn is om zg. ‘ik boodschappen’ te geven. Met behulp van ik boodschappen kun je heel goed je mening geven of laten weten dat je het ergens niet mee eens bent, maar dan zonder dat je jezelf gaat verdedigen of zonder de ander (verbaal) aan te vallen. Kijk maar eens naar de volgende twee voorbeelden.

Voorbeeld 1:
Iemand zegt iets tegen je, dat je niet fijn vindt. Je kunt dan in de verdediging schieten of de aanval inzetten door te vragen ‘waarom zeg je dat nou?’ of ‘wat bedoel je daar precies mee?’, maar een fijnere manier is om te reageren met ‘Ik vind het niet fijn dat je dat tegen me zegt’. Met deze reactie geef je duidelijk een grens aan over wat de ander wel / niet tegen je mag zeggen.

Voorbeeld 2:
Eén van de klasgenoten bepaalt regelmatig wat er gedaan wordt, bijv. bij het buiten spelen. Ze zegt ‘kom, we gaan verstoppertje spelen’. Als jouw kind geen zin heeft om verstoppertje te spelen of het niet fijn vindt dat de ander steeds bepaalt, dan is het beter om niet te reageren met ‘waarom moet ik altijd doen wat jij wil?’ of ‘waarom doe je nou nooit eens wat ik voorstel?’, maar wel met ‘ik wil graag gaan voetballen. Kom je mee?’. (en dat vervolgens ook gaan doen, onafhankelijk van of de ander wel / niet meekomt).

Kortom, door te werken met ‘ik boodschappen’ voorkom je dat je in de verdediging schiet of in de (tegen)aanval gaat. Als je je boodschap bij jezelf houdt door ‘ik’ te zeggen, komt je boodschap fijner over en zal de ander positiever op je reageren.

(4) Leg uit hoe ‘samen spelen’ werkt.
Voor jonge kinderen is het soms nog best lastig om ‘samen te spelen’ en om ‘samen te delen’. Als ouders zeggen we wel vaker ‘samen spelen, samen delen’ op het moment dat het tussen twee kinderen even niet zo lekker loopt (bijv. speelgoed afpakken). Voor (jonge) kinderen is meestal niet helemaal duidelijk wat dat zinnetje precies betekent óf hoe ze dat in praktijk moeten brengen. Vaak weten ze wel wat ‘spelen’ betekent, maar wat is ‘delen’ precies of wat betekent ‘samen’…? Samen spelen is dan ook echt weer een aparte vaardigheid, die je kind kan leren.
Voor meer uitleg hierover verwijs ik je graag naar m’n artikel ‘Samen spelen, samen delen? 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen samen te spelen.‘.

De meeste oudere kinderen hebben vaak al wel geleerd dat ze niet zo maar iets kunnen afpakken waar een ander mee bezig is. Ze weten dat ze het kunnen vragen of dat ze zelf even moeten wachten totdat de ander ermee klaar is. En als iemand anders iets bij hen afpakt, weten ze waarschijnlijk ook al hoe ze duidelijk kunnen maken dat de ander nog niet aan de beurt is en nog even zal moeten wachten.

(5) Leer je kind om zijn grenzen aan te geven.
Bij punt 3 over het geven van ‘ik boodschappen’ gaf ik al aan dat dat een fijne, duidelijke manier is om je eigen grenzen aan te geven. Als je op tijd aangeeft dat je iets niet fijn vindt of dat je het ergens niet mee eens bent, dan ben je ook nog niet zo boos of gefrustreerd. Leer je kind dat het belangrijk is om niet te lang te wachten met zeggen wat je vindt, wil of voelt.

Voor jonge kinderen, die verbaal nog niet zo sterk zijn, is het handig om te leren om dan ‘stop, hou op, ik vind het niet meer leuk.’ te zeggen, evt. aangevuld met het omhoog houden van een hand. Zo maakt je kind niet alleen verbaal, maar ook visueel duidelijk dat een grens bereikt is.

Door te praten en uit te leggen wat je wel / niet wil, kan de ander beter rekening met je houden. En als jij duidelijk zegt wat jij wil, kan de ander ook duidelijk aangeven wat hij/zij wil. Zo komt er makkelijker een overleg tot stand.

Wederom: komen de kinderen er onderling nog niet helemaal (of echt niet) uit, dan is het belangrijk om een volwassene in te schakelen. Liefst dus nádat de kinderen zelf geprobeerd hebben om er samen uit te komen, maar nog vóórdat de gemoederen te hoog zijn opgelopen.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(6) Probeer een probleem eerst samen op te lossen.
Als je een probleem hebt met iemand anders, dan is het goed om samen een oplossing voor dat probleem te bedenken. Voor kinderen kan dat nog best lastig zijn. Ze houden graag vast aan hun eigen idee en moeten nog leren om rekening te houden met de ander en/of om zich te verplaatsen in het perspectief van de ander (het ene kind kan dat natuurlijk al beter dan het andere).

Ook hierbij kun je je kind thuis helpen: als je van je kind hoort dat er een vervelende situatie op school, bij een training / repetitie of tijdens het spelen was, vraag dan wat er precies gebeurde én hoe je kind erop reageerde. Als je kind dat heeft uitgelegd, vraag je hoe hij het evt. op een andere manier had kunnen reageren. De reactie die hij heeft gegeven of de manier waarop het nu opgelost is, is nl. één reactie of één manier, maar er zijn altijd meerdere reacties / oplossingen mogelijk. Probeer je kind een of meerdere andere oplossingen te laten bedenken.

Denk maar eens aan oplossingen als:
– Om de beurt: Je doet eerst wat de ander voorstelde, daarna wat jij voorstelde (of andersom).
– Compromis: Je bedenkt een compromisvorm van wat jullie allebei leuk vinden. Bijv. als de één verstoppertje wil spelen in de gymzaal, maar de ander wil het liefst buiten spelen, dan kan het compromis zijn dat de kinderen buiten verstoppertje gaan spelen.
– Change of plans: je bedenkt iets heel anders, iets wat jullie wel allebei ook leuk vinden om te doen, maar dat totaal iets anders is dan wat jullie in eerste instantie hadden bedacht.
– Betrek iemand anders erbij: je vraagt een derde persoon (bijv. klasgenoot, broer / zus, ouder, leerkracht) om met jullie mee te denken. Leg het probleem aan de ander voor en vraag hoe die ander het zou oplossen.

Sommige oplossingen, die je kind bedenkt, zullen handig zijn, andere niet (of werken misschien zelfs averechts). Geef in ieder geval nog geen oordeel over de alternatieven die je kind geeft. Nadat je kind een aantal alternatieven heeft bedacht, kun je vragen hoe je kind de volgende keer zou reageren. Wellicht kiest hij dan een alternatief waardoor de situatie (nóg) beter of positiever uitpakte. Kiest je kind een manier, waardoor de situatie verder zou escaleren, dan is het uiteraard handig om die mogelijke gevolgen met je kind te bespreken (en hem vervolgens een andere optie te laten kiezen).

Met deze aanpak leer je je kind om te reflecteren op lastige situaties en om in oplossingen te denken.

(7) Leer je kind om anders naar het gedrag van anderen te kijken.
De reactie van je kind op het gedrag van een ander is afhankelijk van hoe je kind naar dat gedrag kijkt. Als je namelijk met een negatieve bril naar het gedrag van anderen kijkt, dan ga je sneller in de verdediging en dan zul je ook sneller negatief op de ander reageren, terwijl jouw negatieve interpretatie helemaal niet juist hoeft te zijn.

Bijvoorbeeld: Je kind wordt geduwd.
Laten we eens naar 3 mogelijke interpretaties van dit gedrag kijken. Je kind zou de duw op één van de volgende manieren kunnen interpreteren:
(1) ‘Oei, ik liep in de weg, waardoor de ander tegen me aan liep.’
(2) ‘De ander verloor even zijn evenwicht en kwam daardoor tegen me aan.’
(3) ‘De ander duwde me expres, gewoon om me te klieren.’

Realiseer je dat het gedrag (= de duw) bij alledrie exact hetzelfde is gebleven; daar is dus niks aan veranderd. Het enige dat veranderde, was de manier waarop je het gedrag interpreteerde. Aan de hand van dit voorbeeld kun je je goed voorstellen dat je met interpretatie 1 en 2 rustiger en positiever op de duw van de ander zult reageren dan met interpretatie 3.

Ook op dit gebied kun je je kind thuis goed helpen en ondersteunen. Als je kind jou over een vervelende situatie vertelt, is het belangrijk om samen met je kind alternatieve interpretaties te bedenken. In het voorbeeld van de duw kun je je kind vragen welke redenen de ander nog meer gehad kan hebben om te duwen. (Dit kun je ook toepassen in andere situaties, bijv. wanneer een ander kind een ‘vreemde’ opmerking heeft gemaakt of een ‘vreemd’ gezicht naar je kind heeft getrokken.) Hoe vaker je kind merkt dat zijn eerste (negatieve) reactie niet perse juist hoeft te zijn en dat er ook nog andere verklaringen mogelijk zijn, zal ervoor zorgen dat je kind in het vervolg steeds meer geneigd is om eerst na te denken over mogelijke interpretaties en pas daarna een reactie zal geven.

Kortom, ook bij lastige sociale situaties geldt: ‘Eerst denken, dan doen.’

(8) Laat je kind veel oefenen, zeker als je kind het moeilijk vindt.
Als je merkt dat je kind het lastig vindt om op een fijne manier met andere kinderen om te gaan en om sociale situaties op een positieve, handige manier op te lossen, blijf dan thuis regelmatig oefenen zodat je kind er langzaam maar zeker beter in wordt. Ik ben er nl. van overtuigd dat iedereen dit kan leren. Het is misschien niet voor iedereen even makkelijk, maar uiteindelijk zal het wel gaan lukken. Door deze situaties echter te gaan vermijden, dus om je kind niet meer te laten afspreken of niet meer naar een clubje te laten gaan, krijgt je kind juist minder kansen om te oefenen. En dat komt zijn sociale vaardigheden helaas niet ten goede…

Kortom: geef je kind de kans om vaak te oefenen. Niet alleen op school, maar ook op andere plekken, bijvoorbeeld bij een sportclub, muziekvereniging of met kinderen uit de buurt. Laat je kind dus regelmatig in contact komen met andere kinderen.

Vind je kind het lastig om klasgenootjes te vragen of om bij andere kinderen thuis te gaan spelen? Neem dan eerst zelf contact op met de ouders en probeer – zeker in het begin – de afspraken voor je kind te maken. Als je kind een beetje doorheeft hoe het werkt, dan zal je kind dat ook steeds meer zelf gaan oppakken.

————————-

Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.

————————

(9) Lees samen boeken over sociale situaties, vriendschap en ruzie maken.
Er is niks – nou ja, weinig dan… 😉 – zo fijn als samen met je kind een boek te lezen. Veel ouders lezen hun jonge kind al voor en dat kan ik alleen maar van harte stimuleren. Ook voor oudere kinderen is het belangrijk om te blijven (voor)lezen. Misschien niet op de klassieke ‘voorleesmanier’ (= ik lees en jij luistert), maar je kunt wel om de beurt een regel of alinea lezen. Voor kinderen blijft het een fijn moment om samen met papa of mama één-op-één tijd door te brengen en daar is lezen ideaal voor.

Als je merkt dat je kind op bepaalde gebieden problemen heeft, dan kan het fijn zijn om juist over dat thema boeken te lezen. Ook over vriendschap en uiteenlopende sociale situaties zijn tal van boeken geschreven.

Ik heb er hier een aantal voor je op een rijtje gezet:
– Jip en Janneke (Annie M.G. Schmidt)
– Zullen we vriendjes zijn? (Sam McBratney)
– Kikker is mijn vriendje (Max Velthuijs)
– Niet slaan, Anna! (Kathlen Amant)
– Woezel & Pip: ‘Stop, hou op’ (Dromenjager)
– Serie ‘Superjuffie’ (Janneke Schotveld)
– Schoolseries als ‘Dagboek van een Muts’ (R.R. Russell) of ‘Leven van een Loser’ (Jeff Kinney)
– Vriendschap is alles (Stine Jensen)

Dit rijtje is slechts een héél klein topje van de ijsberg. In de bibliotheek zijn er nog legio andere mogelijkheden, alleen al over het thema vriendschap, sociale situaties of samen spelen. Ga naar de (website van de) bibliotheek en zoek daar het boek uit dat het beste bij jouw kind en zijn leeftijd / ontwikkelingsniveau past. Ik wens jullie alvast veel (samen)leesplezier!
Lees ook m’n artikel ‘Ja, ik wil … voorlezen!’ over waarom (samen) voorlezen de ontwikkeling van je kind stimuleert.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende literatuur en websites:
– Matthys & Boersma. (2017). Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Poster: Sociale vaardigheden 6 – 12 jaar. Apetrotse kinderen. Klik hier.
– Sociale vaardigheden aanleren aan je kinderen. Apetrotse kinderen. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe je kind zijn emoties de baas wordt.‘ [ Emotionele ontwikkeling ].
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.
– ‘Ik mag hier ook nooit iets! | Hoe je je kind of tiener steeds wat meer vrijheid geeft.
– ‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]

Kinderen kunnen soms behoorlijk overmand raken door hun eigen emoties. Je kind is dan zó boos of verdrietig dat je bijna geen contact met hem krijgt. In dit artikel leg ik je uit wat emoties precies zijn en waarom we emoties hebben. Op basis van die informatie hoop ik dat je ze (nóg) beter gaat begrijpen.
Verderop in het artikel geef ik je 6 praktische tips om de heftige emoties van je kind in goede banen te leiden. Afsluitend vind je nog 10 handige tips om je kind te leren hoe hij zélf rustig kan worden na het ervaren van een heftige emotie.

Wat zijn emoties eigenlijk?
Emoties zijn een complexe set gedragingen, die ontstaan als reactie op een externe of interne gebeurtenis. Een externe gebeurtenis kan zo iets zijn als ‘je hebt onverwachts een onvoldoende voor een toets, daardoor voel je behoorlijk teleurgesteld’ of ‘iemand maakt een vervelende opmerking over je, waardoor je boos wordt’. Een voorbeeld van een interne gebeurtenis is ‘je wil graag iets nieuws leren, maar het lukt je maar niet; je raakt gefrustreerd’.

Een emotie bestaat uit 3 componenten. Ze bevatten een:
(1) Fysiologische reactie (zoals verhoogde ademhaling of hartslag);
(2) Expressieve component (zoals een bepaalde gezichtsuitdrukking);
(3) Ervaring: dat is het subjectieve gevoel of de cognitieve beoordeling dat je een emotie ervaart.

Hoe je een emotie of emotionele ervaring interpreteert en evalueert, hangt af van je cognitieve ontwikkeling en de ervaringen die je voorheen al hebt opgedaan. Kinderen hebben in vergelijking met volwassenen nog niet zo veel ervaringen op het gebied van emoties, dus voor hen is een juiste interpretatie en evaluatie vaak nog lastig. Om de emotie op een goede manier te interpreteren, begrijpen of labelen hebben ze ons als volwassenen nodig.

Primaire en secundaire emoties
Emoties kun je grofweg indelen in primaire (of lagere) en secundaire (of hogere) emoties. Primaire emoties worden automatisch en onbewust door prikkels uit de buitenwereld opgeroepen. Denk maar aan de emoties boos, blij, bang en bedroefd. Alle andere emoties zijn van de primaire emoties afgeleid.
De secundaire emoties gaan vaak gepaard met bewuste beleving of gevoelens. Deze emoties zijn ook meer afhankelijk van omgevingsinvloeden en cultuur. Denk hierbij aan emoties als ontroering, geluk, trots, jaloezie, afgunst, schuld, schaamte en medelijden.

Hoe we naar emoties en emotionele uitingen kijken, komt voort uit onze eigen overtuigingen, ideeën en veronderstellingen. Zo heb je misschien wel van je eigen ouders geleerd dat het slecht is om kwaad te zijn (‘doe eens rustig, als je zo tegen me praat, luister ik niet naar je’) of dat je beter niet kunt huilen (‘stop maar met huilen, daar ben je nu echt te groot voor’). Als je als volwassene toch nog een keer boos bent, kan dat een schuldgevoel bij je oproepen. Deze (vaak onbewuste) overtuigingen of veronderstellingen kunnen het jou als volwassene moeilijker maken om op een positieve manier met emoties om te gaan.
=> Je kunt je voorstellen dat die overtuigingen en veronderstellingen ook (onbewust) bepalen hoe jij met de emoties van je kind omgaat en hoe jij op zijn emoties reageert.

Realiseer je dat iedereen emoties heeft. Emoties zijn niet goed of fout. Ze horen erbij, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Het is echter niet goed om zo maar alles te doen (= gedrag) als je een heftige emotie ervaart. Als je heel boos bent op iemand, ga je niet met spullen gooien of ga je niet iemand anders pijn doen. Als je heel erg verdrietig bent, ga je geen vervelende, pijnlijke opmerkingen maken tegen iemand anders. Het is dan ook belangrijk om als kind al te leren hoe je je emoties in goede banen kunt leiden.
Lees hieronder ook verder over ‘emotieregulatie’.


Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


Waarom hebben we emoties? Wat is de functie van emoties?
Emoties zijn een vorm van communicatie. Door middel van je emoties communiceer je met anderen om je heen. Je laat met je emoties zien dat er iets aan de hand is en je geeft anderen de kans hierop te reageren (bijv. als je boos bent, geef je aan dat ze ergens mee moeten stoppen; als je verdrietig bent, geef je aan dat je getroost wil worden). Door het tonen van een emotie reageert een ander op jou; en vervolgens reageer jij daar weer op, evt. met een heftigere of een andere emotie. Dit noemen we een cyclisch emotieproces.

Kinderen leren emoties te herkennen en te begrijpen in de sociale interactie met anderen. Juist in de omgang met anderen maken we gebruik van onze emoties en proberen we de emotie van de ander te ‘lezen’. Door middel van taal kun je een groot deel van een situatie uitleggen. Als ouder leg je in een opvoedsituatie bijvoorbeeld uit wie wat gedaan heeft en waarom: ‘Jij pakte zijn speelgoed af, terwijl hij er nog mee speelde. Dat vond hij niet fijn. Daarom is hij nu boos op je.’. Door jouw uitleg over de situatie en het benoemen van de bijbehorende emoties leert je kind om een emotie aan een situatie te koppelen én leert hij om het effect ervan op andere kinderen (of volwassenen) te zien. Het gebruik van taal helpt dus niet alleen om emoties te herkennen of te leren, maar ook om te begrijpen wat er in anderen omgaat en waarom anderen op een bepaalde manier op jou reageren.


Emoties in ontwikkeling
Kinderen moeten nog leren om hun emoties te herkennen, te benoemen, te accepteren, op een gezonde manier te uiten en te verwerken. Hierbij kun je je kind helpen. Als ouder geldt je als voorbeeld voor je kind: je kind kijkt naar jou en naar hoe jíj omgaat met jouw emoties. Het is belangrijk om je daar als ouder bewust van te zijn.

De reden dat het belangrijk is dat ze zich emotioneel goed ontwikkelen, is dat we weten dat kinderen die zich emotioneel goed ontwikkelen, zichzelf goed kennen, zich goed kunnen inleven in anderen en goed kunnen samenwerken. Andere kenmerken van een goede emotionele ontwikkeling zijn zelfbeheersing, goed kunnen luisteren, doorzettingsvermogen hebben en het kunnen oppikken van ongeschreven regels.

Hoe jonger kinderen zijn, hoe meer ze nog moeten leren op dit gebied. Die ontwikkeling loopt nog best lang door, namelijk tot een jaar of 24. Dat heeft o.a. te maken met de hersenontwikkeling van kinderen en tieners. Je vindt hieronder een specificatie van de emotionele ontwikkeling bij peuters, kleuters & basisschoolkinderen en tieners.
Je leest hier meer over de hersenontwikkeling van tieners / adolescenten.


Emoties op verschillende leeftijden:
– Peuters:
In de peutertijd leert een kind dat het een eigen ‘ik’ / een eigen wil heeft. Een peuter bekijkt situaties alleen vanuit zijn eigen standpunt (‘egocentrisme’) en heeft niet door dat anderen ook iets willen. Een peuter kan duidelijke wensen hebben en die hij het liefst onmiddellijk bevredigd wil hebben; uiteraard kan dat niet altijd. Bovendien wil een peuter vaak meer dan hij of zij kan. Je herkent misschien wel dat jouw kind vaker zegt ‘zelluf doen’.
Lees hier welke 10 domeinen een peuter (samen met jou) leert te overwinnen.

Peuters hebben hun emoties vaak nog helemaal niet onder controle. Ze reageren nog heel primair. Ze kunnen heel boos of heel verdrietig worden. Vooral tussen 15 maanden en 3 jaar hebben de meeste kinderen last van ongecontroleerde uitbarstingen. Wat je dan aan je peuter merkt of ziet, is dat hij plots ongeduldig wordt, geen teleurstelling kan verdragen of geen ‘nee’ van jou kan horen. Met andere woorden: je peuter zou het liefst zijn eigen gang gaan, maar dat kan op dat moment niet. Als reactie barst je kindje in woede (of tranen) uit en gaat flink tegen je te keer. Sommige peuters gaan dan schreeuwen, krijsen, slaan, schoppen of houden een tijdje hun adem in (‘breath holding spells’). Realiseer je dat de meeste emoties slechts kort duren, vaak slechts enkele seconden tot minuten. Die emoties komen en gaan. Wees je daar van bewust als je peuter een heftige emotie doormaakt; ook een heftige emotie gaat weer over.
Lees hier hoe je op een positieve manier kunt omgaan met de driftbuien van je kind.

Je kind leert ook op jonge leeftijd steeds beter wat zijn emoties zijn. Hij gaat er – onbewust – steeds meer mee experimenteren. Hij zal meer momenten hebben van groot verdriet en heftig huilen; ook merk je in de peuterleeftijd dat je kind soms ineens heel bang kan zijn (denk aan bang voor honden, spoken, monsters, heksen etc.).


– Basisschoolkinderen
Een kleuter kan ook nog behoorlijk wat moeite hebben met het omgaan met emoties. Ze kunnen hun gevoel nog niet (altijd) even duidelijk onder woorden brengen. De ontwikkeling van hun hersenen, is nog niet zover dat ze impulsen en emoties kunnen beheersen.

Tijdens de kindertijd zet die ontwikkeling zich door en zie je dat kinderen hun emoties steeds beter leren beheersen. Oudere kinderen kunnen bijvoorbeeld wel al beter rustig worden in een emotioneel geladen situatie en ze gaan conflicten steeds beter oplossen zonder dat ze die lichamelijk op de ander afreageren. Toch gaat dat ook bij oudere kinderen nog niet vanzelf; ouders en leerkrachten blijven een belangrijke rol spelen in de begeleiding ervan. Zij leren het kind om het gedrag, dat uit een emotie kan voortvloeien, in goede banen te leiden; o.a. door te leren wat wel en niet acceptabel is om tijdens een (heftige) emotie te zeggen of te doen.
Lees hier wat je kunt doen als je kind vaak boos is.


– Tieners
Door de hersenontwikkeling van je tiener merk je dat hij vaker emotioneel reageert en misschien zelfs vaker huilt. Verder kan hij behoorlijk gevat uit de hoek komen of ineens chagrijnig, geïrriteerd of brutaal op je reageren. Ook stemmingswisselingen kunnen hun intrede doen. Door zijn ingrijpende hersenontwikkeling merk je dat hij steeds beter leert om zijn emoties onder controle te hebben en te beheersen. Uiteraard gaat dat met vallen en opstaan.
Lees hier verder over de ontwikkeling van tieners / adolescenten.

Emotieregulatie: Omgaan met emoties & Emoties in goede banen leiden.
Het is belangrijk voor kinderen om te leren hoe ze op een goede manier met hun – soms heftige – emoties kunnen omgaan, hoe ze ze in goede banen kunnen leiden. Het is niet erg om je emotie te laten zien, maar het is wel belangrijk om te weten wat je kunt doen binnen de geldende sociale (gedrags)normen of omgangsvormen. Om de soms heftige emoties in goede banen te leiden, heb je emotieregulatie nodig. Emotieregulatie is het onder controle houden van je emoties.

Er zijn 2 niveaus waarop emoties worden gereguleerd, namelijk op:

1. Cognitief / perceptueel niveau:
Op cognitief of perceptueel niveau gaat het om hoe sterk je kind de situatie ervaart, dus hoe je kind over een bepaalde situatie denkt of hoe je kind de situatie ziet / interpreteert. Eerdere ervaringen, die je kind heeft meegemaakt, zijn hierop van invloed. Bijvoorbeeld als een kind vaker gepest is, zal hij daarna waarschijnlijk sneller denken dat andere kinderen hem ook weer gaan pesten en daardoor sterker op bepaalde opmerkingen reageren.

2. Gedragsniveau.
Op gedragsniveau gaat het om hoe je de emotie, die je ervaart, gaat uiten, of je de emotie laat zien (of niet) en hoe je zult reageren. Als je heel teleurgesteld bent met een cadeau van een vriend kun je bijvoorbeeld proberen dit niet te laten zien omdat je je vriend niet wilt kwetsen. Je houdt dan de uiting van je emoties in bedwang.

De gevolgen van heftige emoties
Wat vervelend kan zijn aan de heftige emoties van je kind, is dat het gepaard kan gaan met moeilijk of agressief gedrag. Denk maar aan het gooien met speelgoed (of andere voorwerpen), schreeuwen, schelden, duwen, schoppen, slaan, bijten, krabben en ga zo maar door. Hoewel ik hierboven duidelijk aangaf dat het ervaren van emoties valide is, is dit gedrag natuurlijk niet toelaatbaar. Vandaar dat het ook belangrijk is om te weten hoe je als ouder wél om kunt gaan met de (heftige) emoties van je kind. Je leest hieronder 6 praktische tips.


Wat je als ouder kunt doen om ervoor te zorgen dat je kind zich emotioneel goed ontwikkelt:
(1) Neem de emotie van je kind serieus. Hoe jong je kind ook is, je kind ervaart emoties. En of jij de reden van het ontstaan van de emotie nou wel / niet begrijpt, is in principe helemaal niet van belang. Het gaat er om dat er op dat moment iets is dat belangrijk is voor je kind. (Dat is overigens niet hetzelfde als je kind zijn zin geven.)

(2) Wanneer je kind een heftige emotie ervaart, is het belangrijk om adequaat op je kind te reageren. Beschrijf wat je bij je kind ziet, benoem (je vermoeden van) zijn emotie, benoem (je vermoeden van) zijn wens. Check / vraag na bij je kind of jouw vermoedens kloppen. Door op deze manier op je kind te reageren, zal je kind zich gehoord en gezien voelen.

(3) Laat je kind weten dat het ok is om boos, verdrietig, gefrustreerd of teleurgesteld te zijn. Het is normaal om emoties te voelen, ook bij kinderen. De emotie van je kind is valide en hoeft dus niet weggestopt te worden.

(4) Vind je het lastig om met emoties om te gaan? Ga dan eens bij jezelf na hoe dat kan komen; wellicht vind je er een oorsprong van in je eigen opvoeding en ontwikkelingspad.

(5) Bedenk zelf wat je fijn vindt aan de reacties van anderen wanneer jij een bepaalde emotie ervaart. Waarschijnlijk vind je het niet fijn als iemand tegen je zegt dat je moet stoppen met huilen wanneer je verdrietig bent, maar vind je het wel fijn als iemand dan naar je luistert of je troost. Dat geldt voor kinderen net zo. Reageer daarom ook op een soortgelijke manier op je kind als je kind die emotie ervaart.

(6) Zorg ervoor dat je kind voldoende slaapt, gezond eet, voldoende beweegt en voldoende positieve aandacht van jou krijgt. Daardoor zit je kind beter in zijn vel en zal hij zijn emoties beter kunnen reguleren.


Het is niet alleen belangrijk dat jij weet hoe je op een goede manier met de emoties van je kind kunt omgaan, maar ook dat je kind zélf weet wat hij kan doen als hij een bepaalde emotie ervaart. Je kind kan dan één van de volgende strategieën toepassen. Door het toepassen van deze strategieën leert je kind wat het kan doen om rustig te worden, waardoor de heftige emotie uitdooft en naar de achtergrond verdwijnt. Dat is trouwens een echt leerproces en gaat niet van vandaag op morgen. Gun je kind de tijd om de strategieën aan te leren en om eraan te wennen.

Hieronder vind je een aantal strategieën, die je kind zelf kan toepassen om weer rustig te worden na een heftige emotie:

(1) Ik let op mijn ademhaling. Ik adem rustig in en ik adem weer rustig uit.

(2) Ik trek me even terug en ga naar een andere ruimte (bijv. m’n slaapkamer) en probeer daar te kalmeren (bijv. door een boek te gaan lezen, met een fidget toy te spelen, muziek te luisteren, m’n lievelingsknuffel te pakken, rustig op bed te liggen).

(3) Ik kan actief gaan bewegen (bijv. steppen, een rondje rennen / fietsen, voetballen, hardlopen) om de vervelende energie kwijt te raken.

(4) Ik ga iets doen waar ik normaalgesproken veel plezier aan beleef (bijv. tekenen, liedje zingen, muziek maken).

(5) Ik ga met iemand, die ik vertrouw, over mijn emoties praten.

(6) Ik vraag iemand, die ik goed ken, om me een knuffel te geven.

(7) Ik denk aan leuke dingen (bijv. een mooie vakantie, mijn beste vriend(in), een grappige gebeurtenis).

(8) Ik schrijf mijn vervelende emoties of gedachtes van me af (en zet ze op papier in m’n speciale schrift).

(9) Ik tel rustig tot 10.

(10) Ik drink een slokje water.


KLIK HIER om deze lijst met 10 strategieën uit te printen.


TIP: Print deze lijst uit en bespreek samen met je kind welke strategie je kind zelf het fijnste vindt. Dat is de eerste strategie die je kind – indien het een heftige emotie ervaart – kan gaan toepassen. Laat je kind die strategie een aantal keren toepassen. Evalueer daarna of de strategie goed bij je kind past en of deze voldoende voor je kind werkt.


Het is natuurlijk één ding om rustig te worden na het ervaren van een heftige emotie, het is iets anders om de situatie, waardoor de heftige emotie opkwam, het hoofd te bieden. Zodra je kind na het toepassen van een strategie weer rustig is, kan het gaan nadenken over hoe het die ene situatie zou kunnen oplossen én in de toekomst op een andere manier kan benaderen. Het is fijn als jij je kind helpt om dat voor elkaar te krijgen.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende literatuur:
– Bukatko & Daehler. (1995). Child development: A theoretic approach. Houghton Mifflin Company: Boston.
– The crying game: Kate Nicholson at TEDxGoldenGatePark. Link.
– Emotionele ontwikkeling. Centrum voor Jeugd en Gezin Katwijk. Link.
– Kind en Emotie. Theoretische achtergrond psycho-educatie. Unit Developmental and Educational Psychology. Institute of Psychology, Leiden University. Link.
– Omgaan met emoties. Herstelwerkplaatsen. GGZ NHN. Link.
– Omgaan met angst, boosheid en heftige emoties. Triple P. Link.
– Emotie. Wikipedia. Link.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.
– ‘Waarom huil je nu alweer?‘ (over: Hoe je ervoor zorgt dat je kind minder huilt.)
– ‘Mijn kind voelt zich vaak zo somber en neerslachtig. Dat zal toch geen depressie zijn?’ [ Interview met depressie-expert dr. Denise Bodden ]
– ‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

‘Mijn kind kan maar niet aan tafel blijven zitten.’ | In 9 stappen naar meer rust aan tafel.

‘Elke avond is het weer hetzelfde liedje: we zitten aan tafel voor het avondeten en onze dochter loopt om de haverklap weg. De ene keer wil ze even wat speelgoed pakken, de volgende keer ziet ze een pluisje op de grond liggen, dan wil ze even naar de wc. En zo gaat ze steeds weer met een ander smoesje van tafel. Het lijkt voor haar wel onmogelijk om rustig aan tafel te blijven zitten. Dat zorgt niet alleen voor onrust aan tafel, maar ook dat ze niet dooreet. Ze pakt tussendoor wel af en toe een hapje, maar een goede portie krijgt ze op deze manier niet binnen. We vinden het heel storend dat ze maar niet aan tafel blijft zitten. De onrust aan tafel vinden we ook echt niet fijn. En omdat wij ons er zo aan storen en er steeds wat van moeten zeggen, is het ook niet echt gezellig meer aan tafel. Wat kunnen we doen om de rust aan tafel terug te brengen?’

Deze lastige opvoedsituatie herken je misschien wel: je kind wil tijdens het eten maar niet aan tafel blijven zitten. Daardoor heeft je kind niet de rust om goed te eten en is het voor iedereen aan tafel erg onrustig. De gezelligheid is dan vaak ver te zoeken.

Hoe kun je er nou voor zorgen dat je kind wél aan tafel blijft zitten?
Dat gaat je lukken met de volgende 9 stappen. Ik leg ze je hieronder één voor één uit.

(1) Leg uit wat precies de bedoeling is aan tafel.
Hoewel je al (heel) vaak samen aan tafel gegeten hebt, hoeft niet voor iedereen precies duidelijk te zijn wat nou eigenlijk jouw bedoeling is. Daarom is het belangrijk om dat (nóg een keer) duidelijk aan je kind uit te leggen. Geef dan aan wat je van je kind verwacht. Zeg daarbij wat je kind wél kan doen. Zeg dus liever ‘tijdens het eten blijven we allemaal aan tafel zitten’ in plaats van ‘sta nou niet steeds op’. Je bedoelt hier natuurlijk hetzelfde mee, maar voor je kind is het belangrijk om te weten wat het wél kan doen.
Meer uitleg over het gebruik van de woorden ‘nee’ en ‘niet’ lees je hier.

Maak ook een duidelijke afspraak, zodat je kind weet tot wanneer het aan tafel moet blijven zitten. Je kunt bijv. afspreken dat je aan tafel blijft zitten tot dat iedereen klaar is met eten of totdat een bepaalde tijdsduur (bijv. 20 minuten) is verstreken. Pas als iedereen klaar is met eten óf de tijd om is, mag iedereen van tafel.


(2) Geef het goede voorbeeld.
De afspraak, die je bij stap 1 hebt gemaakt, geldt niet alleen voor het kind dat – nu nog – vaker van tafel gaat, maar die geldt voor iedereen die aan tafel zit. Het is belangrijk dat iedereen aan tafel zich aan die afspraak houdt. Dat betekent dus ook dat jij als ouder niet even opstaat om iets te pakken. Als er namelijk toch iemand van tafel opstaat, ontstaat er meteen onrust en is de kans groter dat je kind ook weer van tafel gaat.

Bereid daarom de tafel, voordat jullie aan tafel gaan, goed voor. Dan weet je zeker dat alles op tafel staat (bijv. servies, bestek, bekers, sausjes) van wat je nodig hebt voor deze maaltijd.


Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


(3) Stap voor stap langer aan tafel zitten.
Als het avondeten bij jullie thuis nu ong. 15 – 20 minuten duurt, dan kun je van je kind – zeker als je kind jong is – nog niet verwachten dat het die hele periode aan één stuk rustig op zijn stoel blijft zitten. Zorg er dus voor dat het eetmoment niet onnodig lang duurt.
Vanaf een jaar of 4, wanneer kinderen naar school gaan, merk je dat dat steeds beter gaat.

Je kunt je kind wel leren om langer op zijn stoel te blijven zitten. Begin voorzichtig en makkelijk, zodat het goed te doen is voor je kind. Zet een eierwekkertje (of timer op je telefoon) op één minuut en laat je kind één minuut aan één stuk aan tafel zitten. Als die minuut afgelopen is én je kind rustig is blijven zitten, dan mag je kind daarna even lopen. Je kind kan dan even een rondje om de tafel lopen of geef je kind een opdracht om te doen.

Gaat dat een paar dagen goed, dan maak je de intervallen wat langer, zodat je je kind steeds wat langer op z’n stoel zitten. Gaat je kind toch eerder van zijn stoel af, dan zet je je kind terug op zijn stoel en begint de tijd opnieuw te lopen.
Deze stap werkt het beste in combinatie met stap 6. Lees dus vooral nog even verder.


(4) Laat je kind voldoende bewegen.
Zorg dat je kind ’s middags (in de tijd voor het avondeten) even zijn energie kwijt kan. Laat hem buiten spelen, ga samen naar buiten, loop een blokje om, ga een rondje fietsen, ga naar een speeltuin in de buurt of laat samen de hond uit. Vind je het geen weer om naar buiten te gaan, maak dan een ‘beweegparcours’ in je woonkamer, waar je kind lekker kan springen, klauteren, kruipen ed. Dat hoeft allemaal niet lang te duren; vaak is een half uurtje al genoeg. En dat zou je mooi kunnen doen in het half uurtje voordat je gaat koken.

TIP: Laat je kind(eren) bijvoorbeeld ook eens ‘het Grote BewegingsSpel voor Binnen’ spelen.


(5) Zorg dat je kind genoeg slaapt.
Vaak worden kinderen onrustig als ze te weinig of niet goed slapen. Zeker aan het eind van de dag merk je dat ze dan ‘opgedraaid’, druk of extra onrustig zijn. Die onrust vertaalt zich dan o.a. in dat je kind niet rustig aan tafel kan blijven zitten. Je kind heeft het gevoel dat hij steeds moet bewegen. Dus ook het verbeteren van de nachtrust en ervoor zorgen dat je kind voldoende slaap krijgt, zorgen ervoor dat je kind de rust op kan brengen om lang genoeg aan tafel te blijven zitten.
Lees hier 10 basistips om je baby, kind of tiener beter te laten slapen.

(6) Benoem wat je kind goed doet.
Het is belangrijk om je kind steeds te laten merken én te benoemen wat hij goed doet, ook aan tafel. Uiteraard vind je het niet goed of fijn dat je kind steeds van tafel gaat, maar er zijn vast dingen die hij aan tafel wél goed doet. Hij eet bijvoorbeeld netjes met mes en vork, je ziet dat hij zijn aardappels, groente of pasta met smaak opeet, hij helpt zijn zusje met haar eten etc. Ga op zoek naar wat je kind goed doet en benoem dat. Dat is ontzettend belangrijk. Kinderen vinden het fijn om te horen wat ze goed doen en zijn dan eerder geneigd om dat nóg een keer te doen. Zo wordt de kans niet alleen groter dat je kind dat fijne gedrag nog eens laat zien, maar wordt de sfeer aan tafel ook fijner. Vergeet daarin ook de andere kinderen aan tafel niet. Ook zij moeten van jou horen wat ze goed doen.
Lees ook m’n artikel over waarom het belangrijk is om je kind positieve aandacht te geven.

(7) Maak het gezellig aan tafel.
Het is belangrijk dat het gezellig is aan tafel. Als kinderen merken dat het fijn is aan tafel, dan zullen ze er graag deel van willen uitmaken. Vandaar dat het belangrijk is dat het eetmoment een fijn moment is samen. Je kunt het eetmoment gebruiken om samen bij te praten, de dag door te nemen ed. Je kunt ook samen plannen maken voor jullie eerstvolgende vakantie, weekendje weg, uitstapje of verjaardagsfeestje. Zoek een onderwerp uit waar jullie samen graag over praten en laat iedereen deel uitmaken van het gesprek.

TIP: Gebruik ook eens m’n 100 Kletskaartjes om aan tafel samen de dag door te nemen.


(8) Negeer vervelend gedrag aan tafel.
Als je stappen 1 t/m 7 allemaal consequent en met overtuiging toepast, dan is het het beste om vervelend of negatief gedrag van je tafelgenoten te negeren. En negeren is dus er helemaal niet op te reageren; niet verbaal én niet non-verbaal. Dat doe je dus ook met je kind dat steeds van tafel gaat. Je laat het dus eigenlijk gebeuren. Dat doe je in de overtuiging dat je kind wel aan tafel komt als het daar maar leuk en gezellig genoeg is. Je kind wil er dan graag deel van uitmaken en komt vanzelf terug aan tafel. Negeren werkt overigens alléén als je heel goed oplet wat je kind goed doet én als je het goede gedrag consequent benoemt (zie stap 6).
Klik hier om meer te lezen over het ‘negeren’ van gedrag.

(9) Consequentie voor het opstaan en van tafel gaan.
Ondanks alle afspraken en voorbereidingen kan het natuurlijk toch voorkomen dat je kind de afspraak eens vergeet, zich vergist of gaat uitproberen wat er gebeurt als hij zich niet aan de afspraak houdt. Kortom, je kind zal toch nog wel eens van tafel gaan. Daarbij heb je nu al een tijd (ong. 2-3 weken) zijn vervelende gedrag genegeerd. Maar je merkt dat je kind nu helemaal niet meer uit zichzelf aan tafel komt en daardoor ook te weinig of gevarieerd eet.

Dan zit er niks anders op dan dat je toch een andere strategie gaat toepassen. Stappen 1 t/m 7 blijf je uiteraard toepassen, maar nu laat je stap 8 achterwege. Daarvoor komt stap 9 in de plaats.

Wanneer je kind zich nu niet aan de afspraak (‘we blijven allemaal aan tafel zitten totdat iedereen klaar is met eten’) houdt, dan volgt er een consequentie. Die consequentie geef je je kind, ongeacht de reden dat je kind van tafel gaat. Het is belangrijk dat je kind vooraf weet welke consequentie er volgt wanneer hij toch van tafel gaat.

Consequenties zijn natuurlijk nooit leuk; niet om te geven, niet om te krijgen. Toch is het belangrijk dat je kind leert dat hij zich aan jullie afspraken houdt. Met punten 1 t/m 7 doe je er in principe alles aan om je kind aan tafel te houden én om hem positief te benaderen. Realiseer je dat je kind eigenlijk steeds zelf de keuze maakt om aan tafel te blijven zitten of om toch – tegen beter weten in – van tafel te gaan. Dat gaat niet heel bewust, zeker niet als je kind gewend is om steeds van tafel te kunnen gaan, maar toch heeft hij geleerd dat het kan. Hij moet nu leren dat van tafel gaan echt niet meer kan.

Mogelijke consequenties kunnen in dit geval zijn: zijn stoel een stukje van tafel wegschuiven / omdraaien, in de hoek staan, op een aparte stoel gaan zitten, zijn bord wegzetten etc. Het gaat hierbij natuurlijk niet om de specifieke consequentie, het gaat om de boodschap, die je je kind geeft voordat hij de consequentie krijgt. Voordat je je kind bijv. op die extra stoel zet, leg je nog eens duidelijk (kalm & beheerst) uit waarom je kind daar moet gaan zitten.
Hier lees je meer over het geven van logische consequenties.

Toch nog even dit
Uiteraard is het belangrijk dat het in eerste instantie gewoon gezellig is aan tafel. In het algemeen kun je nl. stellen dat als het gezellig genoeg is aan tafel je kind daar graag deel van willen uitmaken en graag aan tafel blijft zitten. Het liefst wil je daarom ook geen consequenties geven, want zodra er consequenties volgen is het direct niet meer zo gezellig aan tafel. Het heeft in eerste instantie dus niet de voorkeur om consequenties in te zetten, maar soms kan het noodzakelijk zijn om je afspraak op deze manier toch wat ‘kracht’ bij te zetten.


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!



tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende websites:
– ‘De opvoedkwestie: mijn kind blijft niet aan tafel zitten’. RTL Nieuws. Klik hier.
– ‘Van tafel tijdens het eten: ja of nee?’, Ouders van Nu. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘Mijn kind eet zo slecht. Moet ik me zorgen maken?’ [Interview met eetexpert drs. Eline de Haan]
– ‘Vind ik niet lekker!’ (Over jouw rol aan tafel en hoe jij er voor kunt zorgen dat je kind beter eet.)
– ‘Sturing & verbinding: Waarom beide aspecten onmisbaar zijn in de opvoeding van jouw kind.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.

Alle kinderen zijn wel eens bang; jouw kind of leerling vast ook. Denk maar eens aan die ene keer dat je zoon schrok van een hond of spin. Of toen het buiten onweerde en je dochter schrok van de harde knallen. Of misschien vindt je zoon het wel heel spannend om in een donkere kamer te slapen. Of vindt één van je leerlingen het superspannend om een spreekbeurt te houden; door al die ogen die op hem gericht zijn, wordt hij steevast ontzettend bibberig. Zelfs baby’s kunnen angstig zijn, bijvoorbeeld omdat jij als ouder even uit het zicht verdwijnt. Allemaal situaties, die je waarschijnlijk wel zult herkennen en die niet meteen heel zorgwekkend hoeven te zijn.

Gevoelens van angst komen bij iedereen voor en zijn dus eigenlijk heel normaal. Toch zijn er kinderen of leerlingen die té angstig zijn. Dan durven ze bijvoorbeeld niet meer op bezoek bij iemand die een hond heeft of durven ze niet meer naar school als ze hun spreekbeurt moeten houden. Als je merkt dat de angst van jouw kind of leerling groter is dan die van anderen, dan is het goed om er iets aan te doen. Maar wanneer is een angst eigenlijk te groot? En wát kun je dan het beste doen?

Dat heb ik allemaal gevraagd aan onderzoeker dr. Ellin Simon. Zij is expert op het gebied van angst bij kinderen. Je leest haar antwoorden op mijn vragen in dit artikel.


Je bent expert op het gebied van angst bij kinderen en jongeren. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?
‘Ik wilde graag promoveren op een onderwerp, waarbij ik kinderen op psychologisch vlak kon helpen. Min of meer toevallig kwam ik uit bij het thema ‘angst’. Dat thema sprak me wel meteen heel erg aan. Ik ben me in het thema ‘angst’ gaan verdiepen en ik vind het nog steeds een fascinerend onderwerp. Het is één van de eerste stoornissen, die zich kan voordoen in de ontwikkeling van kinderen. Maar dat is nog niet alles, want het lijkt vaak ook nog een poort te zijn naar andere stoornissen, zoals depressie en middelenmisbruik. We weten ook dat kinderen, die angstig zijn, op latere leeftijd een grotere kans hebben om depressief te worden of middelen te misbruiken. Het is dus belangrijk om er vroeg bij te zijn.

Mijn fascinatie voor dit thema zit ‘m er vooral in dat de emotie, die bij angst past, voornamelijk naar binnen gericht is. Bij angstige kinderen zie je bijvoorbeeld dat ze geremd kunnen zijn, dat ze zich veel zorgen maken, dat ze veel analyseren en daar dan ook een angstig gevoel bij hebben. Die gevoelens en gedachten zijn nog best lastig op te merken voor buitenstaanders; ook voor ouders kan dit lastig zijn. Het is voor ons als onderzoekers dan ook belangrijk om na te denken over hoe je angstige kinderen vroegtijdig te pakken krijgt. Als je er namelijk op tijd bij bent, kun je ervoor zorgen dat het niet erger of chronisch wordt en dat het zich niet uitbreidt naar andere angsten of problematieken.

Bij ons project ‘Leer te durven’ gaan we met kinderen aan de slag, die zelf aangeven dat ze ergens bang voor zijn. Dat is een evidence-based project. Voorheen zagen we de kinderen dan vooral face-to-face, nu hebben we ook een online variant. We zien op dit moment al sterke effecten van de behandeling. We zien dat het een positief effect heeft op het angstniveau van het kind (het angstniveau wordt lager), we zien dat kinderen minder vermijdingsgedrag vertonen en minder negatieve gedachten hebben. Al met al zijn de eerste resultaten dus heel veelbelovend. (Dit zijn de eerste resultaten van dit onderzoeksproject, maar op het moment van het interview zijn die nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Dat komt nog.).’

dr. Ellin Simon is ontwikkelingspsycholoog en Universitair Docent ‘Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie’ aan de Open Universiteit. Samen met prof. dr. Susan Bögels bracht zij de face-to-face variant van ‘Leer te Durven!’ uit (verkrijgbaar in de boekenwinkel) en onderzoekt momenteel de online variant van dit trainingsprogramma voor angstige kinderen (8 t/m 13 jaar).

Het onderzoek Leer te durven loopt nog tot in 2022.
Kinderen van 8 t/m 13 jaar kunnen zich nog steeds aanmelden om aan het project deel te nemen.
Klik hier om meer over dit project te lezen; je leest dan ook hoe je je kind er evt. voor kunt aanmelden.
…………………………………………..

Wat is ‘angst’ of een angststoornis bij kinderen precies? Hoe kunnen ouders of leerkrachten angst bij kinderen herkennen?
‘Angst is eigenlijk een gezonde emotie. Iedereen heeft angst nodig. Zonder angst kom je namelijk in de problemen, omdat je dan niet goed genoeg op dreigende signalen kunt reageren. Als je te weinig angst ervaart, kun je roekeloos of gewetenloos worden en dat is niet gezond. Je hebt dus echt een bepaalde mate van angst nodig om goed te kunnen functioneren.

In iedere fase van je ontwikkeling heb je een andere ‘soort’ angst, die op de voorgrond staat. Bij baby’s is dat bijvoorbeeld scheidingsangst. Het is heel normaal wanneer baby’s daar een bepaalde periode meer last van hebben. Op die leeftijd zien we dat als een functionele angst. Als je 10 jaar bent, is dat echter niet meer het geval en kan scheidingsangst zorgwekkender zijn.

Daarom is het belangrijk om de angst van een kind te vergelijken met de mate van angst, die je bij leeftijdsgenoten ziet. Je ziet dan goed of de mate van angst bij een kind hoger is dan je op basis van zijn of haar leeftijd mag verwachten.

Je kunt de mate van angst zien als een continuüm; die varieert van geen angst tot extreme angst. Angst kan grofweg in drie gradaties voorkomen: (1) geen angst, (2) normale angst, (3) hoge niveaus van angst.

Bij kinderen, die een extreme mate van angst hebben, kun je zeggen dat ze een angststoornis hebben. Vaak hebben kinderen met een angststoornis ernstigere en langdurigere symptomen dan andere kinderen. Je ziet dat de kwaliteit van hun dagelijks leven erg wordt gehinderd. Dat kan bijvoorbeeld invloed hebben op hoe het op school gaat, in de contacten met vriendjes of hoe ze zich lichamelijk voelen. Kinderen met een angststoornis vertonen veel vermijdingsgedrag; ze gaan bepaalde situaties uit de weg, die ze eigenlijk niet uit de weg zouden moeten gaan. Vooral als kinderen hoge niveaus van angst hebben, is het belangrijk om in te grijpen om zo grotere problemen te voorkomen.

Ik zal als voorbeeld de angst voor honden uitsplitsen voor de verschillende angstgradaties die er zijn.

Normale angst voor honden: Het is geen probleem om een bepaalde voorzichtigheid te hebben als je bij een hond bent. Iedereen heeft wel een bepaalde mate van alertheid voor honden. Je bekijkt of je de hond kunt vertrouwen. Als je ziet dat het een blije hond is, dan is het goed. Zo niet, dan houd je wat meer afstand.
Overmatige / abnormale angst: als de mate van angst voor honden groter is, dan zie je dat een kind zich verschuilt achter de ouder of dat het stokstijf stil staat als er toevallig een hond langskomt.
Angststoornis / -diagnose: bij de hoogste mate van angst zie je dat de angst grotere gevolgen heeft voor het kind. Het kind gaat bijvoorbeeld niet meer bij een vriendje spelen omdat die een hond heeft. Als je naar school loopt, wil je kind een bepaalde straat niet inlopen, omdat het bang is dat het daar weer een hond tegenkomt; je kind loopt dan liever een paar straten om om maar niet die hond tegen te komen. Dat vermijdingsgedrag hindert je kind in zijn dagelijkse leven. De ernst van de angst en de gevolgen ervan zijn veel heftiger. Je kind besluit bijvoorbeeld om niet alleen niet meer naar een vriendje te gaan, maar het gaat ook niet meer bij oma op bezoek, omdat ze een hond heeft. Je kind houdt steeds rekening met het wel / niet tegen kunnen komen van honden. Het gevoel van het kind is dan een heel intense emotie.
Geen angst: Er zijn ook kinderen, die absoluut geen angst kennen. In het geval van honden zouden ze dan bijv. bij iedere hond hun gezicht dicht in de buurt van de bek houden. Dat zou dan weer erg roekeloos zijn.

Iedere angstreactie – zowel een normale angstreactie als de angststoornis – bestaat uit 4 componenten:
1) Het bevat een gevoel, emotie en angstervaring. Dat zijn componenten, die als het ware in de angst zelf zitten.
2) Er is sprake van vermijdingsgedrag: de angstige situatie wordt vermeden waardoor de angst minder vaak voorkomt (bijv. het kind vermijdt de hond).
3) Er treedt een fysieke reactie op (bijv. er komt adrenaline vrij, de hartslag gaat omhoog).
4) Je gaat erover nadenken (bijv. over de angst of angstige situatie, piekeren).

Bij een angststoornis zijn deze componenten heel sterk aanwezig. En natuurlijk zie je bij verschillende mensen individuele verschillen in de mate, waarin deze 4 componenten aanwezig zijn. Ook zijn er verschillen in de aanwezigheid van deze componenten tussen verschillende soorten angst. Volwassenen hebben daarbij nog eens een uitgebreider, verfijnder repertoire om op een angst te reageren of om ermee om te gaan dan kinderen.’

Hoe ‘ontstaat’ angst eigenlijk?
Er zijn een aantal manieren waarop angsten of angststoornissen kunnen ontstaan. Ik zal er 4 uitleggen:

  1. Genetisch erfelijkheid: Het gaat dan om specifieke aspecten van het temperament van een persoon, zoals geremdheid.
  2. Reactie van ouders: Een geremd temperament van kinderen kan extra versterkt worden als een kind heel erg beschermd wordt door zijn ouders (overbescherming). Wanneer een kind te veel wordt beschermd, dan leert het kind niet om op een goede manier om te gaan met spannende situaties. Door de overbeschermende reactie van de ouders krijgt het kind zelfs juist het idee dat de situatie daadwerkelijk angstwekkend is. Een dergelijke overbeschermende reactie van ouders bevestigt het gevoel van het kind alleen maar: ‘ik ben zelf niet sterk genoeg om met die situatie om te gaan.’ Kortom, dergelijke reacties van ouders kunnen het angstige, geremde temperament van het kind versterken of verergeren.
  3. Een specifieke gebeurtenis: Als een kind iets heeft meegemaakt (bijv. het is gebeten door een hond), dan is die gebeurtenis een trigger om overmatig angstig te worden.
  4. Model-leren: Kinderen leren door te kijken naar hun ouders en hoe ouders met situaties omgaan. Ze zien hun ouders als rolmodel. Als ouders een overmatige angstreactie geven op een bepaalde situatie, dan is de kans groter dat het kind ook sneller die angstreactie geeft.’

Vanaf welke leeftijd kun je een angststoornis bij kinderen laten onderzoeken / vaststellen?
‘Op iedere leeftijd kunnen kinderen bang zijn. Vanaf een jaar of 4 jaar zou je voorzichtig een diagnose kunnen gaan stellen. Voor die tijd is een kind nog zo kneedbaar en beïnvloedbaar, dat je dan meestal nog geen diagnose gaat stellen. Je kunt op jonge leeftijd overigens wel vaststellen dat een baby wel / geen geremd temperament heeft. We weten dat baby’s met een geremd temperament een grotere kans hebben om later (in de kindertijd of op latere leeftijd) een angststoornis te ontwikkelen, mn. sociale angst.’

Waar wordt angst bij kinderen wel eens mee verward?
‘Angst wordt wel eens verward met een depressie. Er bestaat ook best wat overlap in de symptomen, die je ziet bij angst en depressie. Bijv. als een kind een negatieve stemming heeft en het daardoor geen zin heeft om bij een vriendje te gaan spelen, kan het aangeven dat het niet wil gaan omdat ‘het vriendje een hond heeft’. Je denkt dan wellicht eerder dat het kind bang is voor die hond dan dat het een negatieve stemming heeft. Zowel angst als depressie zijn beide internaliserende (naar binnen gerichte) probleemgedragingen of stoornissen; kinderen trekken zich terug in zichzelf. Soms is het dan ook niet noodzakelijk om een te strikt onderscheid te maken tussen angst en depressie.

Sommige angstige kinderen kunnen ook heel driftig worden. Dat is niet typisch gedrag voor angst, maar het komt in enkele gevallen wel voor. Als kinderen met angst driftig gedrag laten zien, dan kan juist dat gedrag het moeilijker maken om de diagnose ‘angst’ te stellen.

Van kinderen met autisme weten we dat zo’n 40% ook een angststoornis heeft. Dat wordt vaak over het hoofd gezien. Deze kinderen reageren dan anders in een bepaalde situatie, wat vervolgens geschaard wordt onder de brede noemer ‘autisme’. Het is echter juist goed om ook bij deze kinderen naar de angstcomponenten te kijken. Als je namelijk weet waar het kind precies bang voor is, kun je het beter en gerichter helpen. Angst is namelijk relatief makkelijk te behandelen. Het kind krijgt door die behandeling een mooie succeservaring en kan zo meer vertrouwen opbouwen voor andere therapieën of behandelingen.’

Alle kinderen zijn wel eens bang. Zou je angstige gevoelens bij kinderen eigenlijk al serieus moeten nemen?
‘Als de angst van een kind niet past bij zijn leeftijd of ontwikkelingsfase, dan is het goed om die angst serieus te nemen. Meestal gaat het vanzelf wel over, omdat een kind zelf een manier vindt om ermee om te gaan. Alleen, als het te lang duurt of als het echt erger is dan bij andere kinderen, dan is het goed om er wel iets aan doen. Doe je dat niet, dan wordt de angst namelijk alleen maar erger en dan versterkt de angst zichzelf. Uit onderzoek blijkt ook dat het niet behandelen van angst de chroniciteit van angst versterkt.’

Kunnen kinderen hun angstige gevoelens verdoezelen, waardoor het lastig wordt om het te herkennen voor ouders of leerkrachten?
‘Aangezien angst een emotie is, die vooral naar binnen gericht is (internaliseren), kan het lastig zijn om de angst te herkennen. Angstige kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor de mening van anderen, ze zijn eerder geremd, wat kan betekenen dat ze hun ouders niet met hun angst willen belasten of dat ze het idee hebben dat het toch geen zin heeft om het te vertellen. Als kinderen moedeloos worden of zich hulpeloos voelen door hun angst, dan kan dat effect hebben op hun stemming. Voor het kind kan het lastig zijn om zijn angst te uiten of onder woorden te brengen. Vandaar dat het voor ons als onderzoekers belangrijk is om goed na te denken over hoe je angst goed kunt opsporen en het kind er vervolgens mee kunt helpen. Als een kind er niet over praat, is de kans natuurlijk groter dat er niks aan gedaan wordt en dat de angst vervolgens alleen maar erger wordt. Het kind kan dan ander gedrag gaan vertonen om de angstgevoelens toch onder de aandacht te brengen. Het kind uit dan niet de angst, maar geeft met ander gedrag aan ‘ik ben in nood, ik kom er niet alleen uit’.

Het is goed om de angst, die je ervaart, aan te pakken en om ermee bezig te zijn. Het is goed om erover na te denken en om je omgeving te laten weten dat je ermee bezig bent. Het is het allerbelangrijkste dat de omgeving weet dat het kind ermee worstelt.’

Welke mythe bestaan er over angsten bij kinderen en welke zou je het liefst meteen willen ontkrachten?
‘De belangrijkste mythe, die er over angst bestaat, is het idee ‘Het gaat wel weer over.’ Als je namelijk wél aandacht voor de angst hebt, dan kun je het leven van een kind heel positief beïnvloeden. Je haalt de angst en de bijbehorende problemen weg. Wat je aangeleerd hebt tijdens een behandeling is iets dat iedereen kan gebruiken. Je kunt die informatie en vaardigheden ook gebruiken om om te gaan met andersoortige problemen. Daardoor geef je je kind juist een mooie bagage mee.’

Als ouders of leerkrachten het vermoeden hebben, dat hun kind of leerling (te) angstig is: wat kunnen ze dan doen? Welke stappen kunnen ze dan ondernemen?
‘Het belangrijkste voor het kind is dat de angst naar buiten komt. Laat je kind of leerling merken dat het erover kan praten. Dan kun je vervolgens beter inschatten of de angst tijdelijk is of juist heel ernstig. Daarna kun je inschatten of je er iets aan moet doen of dat het niet nodig is.

Als er inderdaad sprake blijkt te zijn van grotere angst, dan zijn er best wat leuke, laagdrempelige trainingen voorhanden (o.a. Leer te durven; voor kinderen van 8 jaar t/m 13 jaar), die je kind kan volgen. Door zo’n training leert je kind om beter op zichzelf te reflecteren. Het is ook goed als een kind zelf meedoet aan een training. De leeftijdscategorie 8 t/m 13 jaar is de leeftijd waarop angststoornissen zich het vaakst ontwikkelen.

Verder bestaan er online preventieve trainingen. Op de website van de Angst/dwang/fobie stichting staan leuke spelletjes voor kinderen met angst. Kijk maar eens op Angst of Fobie of Bibbers.nl. Indien je kind echt een ernstige angststoornis heeft, dan is het belangrijk om een specialistische angsttherapeut te raadplegen.’

Er bestaan ook veel leuke (prenten)boeken om samen met je kind te lezen over het thema ‘angst’ of ‘bang zijn’. Hier volgen enkele voorbeelden:
• ‘Suus en het grauwe stadje’ (Wendy van Groeninge)
• ‘Bang mannetje’ (Mathilde Stein?)
• ‘Gevoelens – Bang: Waar ben je bang voor en wat kun je eraan doen? (Jane Bingham)
• ‘Kikker is bang’ (Max Velthuijs)

Boekentips voor ouders om over ‘angsten bij kinderen’ te lezen:
– ‘Monsters onder het bed’ (P. Muris)’
– Werkboek ‘Leer te durven’ (E. Simon & S. Bögels)


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig. Klik hier.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

joyce_rosegrijs_staand_c

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Wist jij dit al over opvoeding en ouderschap…?‘ Uitgebreide interviews met toonaangevende experts.
– ‘Mijn kind voelt zich vaak zo somber en neerslachtig. Dat zal toch geen depressie zijn?
[ Interview met depressie-expert dr. Denise Bodden ]
– ‘Heeft mijn kind autisme of niet? Wat je er als ouder en leerkracht over moet weten.
[ Interview met orthopedagoge drs. Stephanie Voncken – Spierts ]
– ‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?‘ (Over: 4 ingrediënten voor een gezonde dosis zelfvertrouwen.)
– ‘Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

De mooiste winter- en kerstfilms voor kinderen | Meer dan 25 titels.

Als gezin kijken we zelf graag naar films samen. Natuurlijk doen we dat niet iedere dag, maar regelmatig komt er weer een film voorbij die we graag samen willen kijken. En mama en papa kijken de kinderfilms gewoon mee. Gezellig met z’n allen, lekker knus en gezellig, samen op de bank. Zeker nu het buiten koud of regenachtig is.

Speciaal voor ouders, die er ook van houden om samen met hun kinderen films te kijken, heb ik nu een mooie lijst voor je samengesteld. Hieronder vind je eerst een lijstje met films waarbij ‘winter & sneeuw’ belangrijke thema’s zijn. Daarna volgt een lijstje met films, die te maken hebben met kerst & de feestdagen. (Sommige films kunnen trouwens ook wel in beide categorieën vallen.) Ze staan in volgorde van ‘adviesleeftijd’.

EXTRA: Ik heb het leeftijdsadvies voor deze films voor je opgezocht en achter de filmtitel vermeld. Uiteraard mag je altijd zelf de afweging maken of de betreffende film wel of niet geschikt is voor jouw kind. 

Laat me hieronder weten welke kerst- of winterfilm jouw / jullie favoriet is. Mocht er trouwens nog een mooie kerst- of winterfilm aan deze lijstjes ontbreken, zet ze dan vooral onder dit artikel. 

Ik wens je alvast heel veel kijkplezier!

Vriendelijke groeten,
Joyce Akse

Films met Winter & Sneeuw als belangrijk thema:
1. De Gruffalo (deel 1) & Het kind van de Gruffalo (deel 2) – Alle leeftijden.
2. Bob de Bouwer Winterspecial – Alle leeftijden
3. Snoopy en de Peanuts film – Alle leeftijden.
4. De Reddertjes – Alle leeftijden.
5. De Prins en de Bedelknaap (Disney) – Alle leeftijden.
6. Frozen (deel 1 & 2) – Adviesleeftijd: 6 jaar.
7. Ice Age (deel 1 t/m 5) – Adviesleeftijd: 6 jaar.
8. Dolfje Weerwolfje – Adviesleeftijd: 6 jaar.
9. Brother Bear (Disney) – Adviesleeftijd: 6 jaar.
10. Paddington (deel 1 en 2) – Adviesleeftijd: 6 jaar.
11. Sjakie en de Chocoladefabriek – Adviesleeftijd: 6 jaar.
12. Annie – Adviesleeftijd: 6 jaar.
13. De Kronieken van Narnia | De leeuw, de heks en de kleerkast. – Adviesleeftijd: 12 jaar.
14. De Notenkraker (The Nutkracker and the four realms). – Adviesleeftijd: 12 jaar.

Denk ook eens aan Disneyfilms als ‘Belle & het Beest’ of ‘Mulan’. Als tekenfilm zijn ze geschikt voor alle leeftijden; als ‘life action movie’ worden ze geadviseerd voor 12 jaar en ouder. 

 


Natuurlijk kun je tegenwoordig via Netflix, Videoland of Ziggo heel veel films kijken en veel ervan zijn ook nog gratis. Maar wist je al dat je via de bibliotheek ook heel veel films kunt lenen? Dat is vooral heel handig voor de wat oudere films.



Films met ‘Kerst & Feestdagen’ als hoofdthema:

1. De Sneeuwman (deel 1) & De Sneeuwman en de Sneeuwhond (deel 2) – Alle leeftijden.
2. Kerstverhalen van Mickey en zijn vriendjes (Disney) – Alle leeftijden.
3. Het Kerstfeest van Mickey – Alle leeftijden.
4. The Polar Express – Alle leeftijden
5. Miracle on 34th Street – Alle leeftijden.
6. Home Alone – Alle leeftijden.
7. Niko en de Vliegende Brigade – Adviesleeftijd: 6 jaar.
8. De Ster – Adviesleeftijd: 6 jaar.
9. Ice Age Christmas Special – Adviesleeftijd: 6 jaar.
10. De Grinch (Illumination; 2019) – Adviesleeftijd: 6 jaar.
11. A Christmas Carol (Disney; 2019) – Adviesleeftijd: 9 jaar.


=> Welke film kijk jij het liefst? Welke is jouw favoriet? Of welke film is de eerstvolgende die je gaat kijken? Laat het me hieronder weten.

Kijk ook eens naar m’n filmlijstjes voor andere thema’s:
De leukste kinderfilms over de Lente & Pasen. Meer dan 15 titels.
De leukste griezelfilms over het hele gezin. Meer dan 15 titels.

——————————————————-
Wil je meer weten over Joyce Akse?
Wil je graag haar OpvoedTips lezen, speciaal voor ouders van kinderen tussen 0-16 jaar?
Misschien wil je zelfs abonnee worden van haar GRATIS E-zine?
Dat kan! Klik op de betreffende links om verder te lezen.