Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken. (1 van 2)

Als je denkt aan agressie bij kinderen, dan denk je waarschijnlijk aan slaan en schoppen, aan anderen opzettelijk pijn doen of aan met opzet iets kapot maken. Toch kun je onder agressie nog veel meer verstaan. Je kunt ook denken aan brutaal zijn, een grote mond hebben, vaak ruzie maken met andere kinderen, andere kinderen beledigen, kleineren of pesten.

Het zal je dan ook niet verbazen dat er meerdere uitingsvormen van agressie bestaan. Die zet ik in dit artikel graag voor je uiteen. En misschien kom je er dan achter dat je kind of jijzelf inderdaad ook wel eens agressief is/bent. Sterker nog, de kans is groot dat we allemaal wel eens agressief zijn.

In dit artikel lees je niet alleen welke vormen er van agressief gedrag bestaan, maar ook hoe het kan ontstaan en welke verschillen er bestaan tussen jongens en meisjes.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Goed om te weten
Alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Jonge kinderen kunnen hun impulsen nog niet zo goed beheersen en leren dat steeds beter naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving; ook dat hoort dus bij een normale ontwikkeling.
En nogmaals: alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Normaalgesproken zie je ook dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware weer overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Wat is agressief gedrag precies?
Het is nog best lastig om te beschrijven wat agressie precies is. Enerzijds zit er aan agressief gedrag een component van een ander met opzet schade toebrengen, bijv. door de ander fysiek pijn te doen of door over een ander te roddelen. Anderzijds heeft het te maken met het overschrijden van (on)geschreven regels van wat toegestaan is, hoe we met elkaar omgaan en in hoeverre anderen last hebben van het (agressieve) gedrag.

Hier volgt een definitie van agressief gedrag:
Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden. (van der Ploeg, 2009)


Agressief gedrag is een onderdeel van ‘externaliserend probleemgedrag’. Externaliserend probleemgedrag is gedrag dat naar buiten toe / op anderen gericht is.* Ook geweld en criminaliteit valt onder deze noemer.
*: Zo bestaat er ook ‘internaliserend probleemgedrag’; probleemgedrag dat naar binnen toe gericht is, zoals depressie of angst.

Agressie en geweld worden vaak door elkaar gebruikt. Er bestaat veel overlap tussen deze begrippen en ze liggen in elkaars verlengde. Toch is er een duidelijk verschil tussen agressie en geweld. Geweld kun je zien als een uitzonderlijk ernstige en heftige vorm van (fysieke) agressie.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-


Agressief gedrag kan op diverse manieren beschreven, onderscheiden en ingedeeld worden. Tussen deze indelingen bestaat deels ook weer enige overlap. Ze zijn dus niet totaal verschillend, maar kunnen wel helpen bij het maken van een onderscheid in gedrag dat je ziet bij kinderen en helpen bij hoe je het agressieve gedrag van je kind kunt beoordelen. Hier volgen alvast 5 veelvoorkomende indelingen.

(A) Fysieke vs. Psychische agressie:
Bij deze indeling gaat het om het effect van het agressieve gedrag en dan meer specifiek om het toebrengen van letsel bij de ander. Bij fysieke agressie gaat het om het toebrengen van fysiek letsel, dus letsel aan het lichaam van een ander. Bijv. door een klap in het gezicht of het toebrengen van (ernstig / minder ernstig) letsel bij een ander (bijv. lichamelijke mishandeling). Bij psychische agressie gaat het om het toebrengen van psychisch letsel bij een ander (bijv. door bedreiging, onder druk zetten, pesten, beledigen).

(B) Incidentele vs. Structurele agressie:
Als je kind af en toe agressief is, dan spreek je van incidentele agressie. Je kind reageert dan een enkele keer agressief in een specifieke situatie, bijv. omdat een ander kind zijn speelgoed afpakte, bijt je kind het andere kind. Als je kind regelmatig agressief gedrag laat zien, dan lijkt het agressieve gedrag een gewoonte geworden. Dan spreken we van structurele of chronische agressie.

(D) Covert vs. Open agressie:
In het geval van open agressie hebben anderen direct last van het agressieve gedrag van het kind. Het is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. De agressie kan zowel psychisch als fysiek van aard zijn. Bijv. het kind schreeuwt, scheldt, eist, driftig is, pest, slaat, bedreigt en/of vecht. Deze vorm wordt ook wel manifeste agressie genoemd.

In het geval van covert agressie speelt het agressieve gedrag zich stiekem af, dus bedekt voor anderen. Ook dit kan zowel fysiek als psychisch zijn. En hoewel het moeilijk tot niet zich- of hoorbaar is voor anderen, is het wel degelijk bedoeld om anderen schade toe te brengen.
Voorbeelden van covert agressie zijn kinderen, die liegen, die anderen buitensluiten, die kwaadspreken over een ander, die anderen opzetten tegen iemand. Deze vormen van coverte agressie wordt ook wel aangeduid met relationele agressie.
Ook hardnekkig liegen of aanhoudend tegendraads gedrag kan tot covert agressie gerekend worden, net als (latente) agressie tegen ouders en de maatschappij (bijv. diefstal of vernielen).

(E) Verbale vs. Non-verbale agressie:
De uitleg van deze twee agressievormen ligt voor de hand: bij verbale agressie worden woorden gebruikt, bij non-verbale agressie worden geen woorden gebruikt.
Bij verbale agressie kun je denken aan uitschelden, kwetsen, beledigen of intimideren; deze vorm van agressie komt veel voor. Bij non-verbale agressie kun je denken aan negeren, doodgezwegen of (stilzwijgend) dwarsgezeten worden. Deze vaak onopgemerkte variant van agressie kan ernstige vormen
aannemen en zelfs tot psychische mishandeling leiden.



En zeg eens eerlijk: heb jij bij deze omschrijvingen al iets herkend van wat jouw kind ook wel eens doet? Of van wat je misschien zelf wel eens doet?

Waarschijnlijk wel, want we maken ons allemaal wel eens schuldig aan (lichte vormen van) agressief gedrag. Toch willen we dat natuurlijk liever niet en zagen we het liefst dat het zo min mogelijk voorkwam. Vandaar dat ik je in m’n artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2) tips geef over hoe je om kunt gaan met dit agressieve gedrag, zodat het langzaam maar zeker gaat verminderen. In dít artikel leg ik je hieronder nog kort uit wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes op het gebied van agressief gedrag en wat mogelijke oorzaken zijn waardoor agressief gedrag ontstaat.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

Verschillen tussen jongens en meisjes
We zijn geneigd om te zeggen dat jongens agressiever zijn dan meisjes. De verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat jongens meer moeite hebben met zelfbeheersing of het beheersen van hun impulsen.
Toch is het in dit kader goed om te kijken naar welke vormen van agressie voorkomen bij jongens en meisjes. Dan zie je dat jongens vaker open, fysieke agressie (bijv. slaan, schoppen) laten zien en meisjes eerder de covert, relationele agressie (bijv. roddelen, buitensluiten). Hoewel fysieke agressie op het eerste gezicht wellicht erger lijkt, mn. voor de persoon tegen wie het gericht is, kan ook coverte agressie behoorlijk negatieve gevolgen hebben.
=> Het is belangrijk om kinderen en tieners te leren dat beide vormen van agressie onwenselijk zijn.

Oorzaken van agressief gedrag
Voor het ontstaan van agressief gedrag is niet slechts één factor aan te wijzen. Vaak gaat het om een combinatie van en interactie tussen meerdere factoren. Hieronder vind je een aantal mogelijke verklaringen, die doorgaans dus niet geïsoleerd, maar juist in combinatie met (één van de) andere factoren voorkomen.

* Algemeen:
In het algemeen kun je stellen dat agressief gedrag – heel basaal – kan voortkomen uit vermoeidheid, honger of een gevoel van drukte. Ook onderliggende emoties, zoals gevoelens van onmacht, frustratie, boosheid, onzekerheid of angst, maken de kans op agressief gedrag groter.

* Gedrag van anderen:
Kinderen leren van wat ze om hen heen zien (modelling), bijv. van ouders, broers en zussen, leeftijdsgenoten, van wat ze op tv zien en in games meemaken. Ze leren van anderen hoe ze met lastige situaties omgaan. Bijv. als kinderen bij hun ouders zien dat ze (verbaal of lichamelijke) agressief reageren als ze boos, gefrustreerd of teleurgesteld zijn, dan leren ze daarvan. Kinderen zullen die reactie en dat gedrag dan als normaal beschouwen, waardoor de kans groter wordt dat ze zelf ook op die manier gaan reageren. Ook erfelijkheid kan hierbij indirect een rol spelen.

* Opvoeding:
Kinderen, met wie van huis uit te weinig afspraken gemaakt worden, bij wie regels niet consequent nageleefd worden, die hard en inconsequent gestraft worden, bij wie opdrachten commanderend gegeven worden, die weinig direct toezicht hebben, die weinig positieve aandacht krijgen en betrokkenheid ervaren, hebben een grotere kans om agressief gedrag te ontwikkelen. Ook als ouders regels aanpassen naar de wens van hun kind, nádat het kind ongewenst, agressief gedrag vertoonde, werkt dat juist het voortduren van ongewenst, agressief gedrag in de hand.
De onderlinge reacties en gedragingen tussen ouder(s) en kind hangen enerzijds samen met de kenmerken van het kind zelf én met de eigenschappen van de ouders. Ook hier is dus weer sprake van een interactie.

* Kenmerken van het kind zelf:
Kinderen met specifieke persoonlijkheidskenmerken hebben een grotere kans om agressief gedrag te vertonen. Denk aan emotionele labiliteit, rusteloosheid, een korte aandachtspanne, negativisme en een lage impulscontrole. Ze zijn vaker egoïstischer ingesteld en kunnen zich moeilijker verplaatsen in de ander. Ook kinderen, die specifieke (gedrags)stoornissen hebben, laten vaker agressief gedrag zien; denk aan aandachtsstoornis met hyperactiviteit, een leesstoornis of -achterstand, een taalstoornis, een ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wanneer is agressief gedrag echt een probleem?
Het is belangrijk om je te realiseren dat niet alle agressieve gedrag meteen een probleem is. Dat hangt af van een aantal factoren. Allereerst kijk je naar de aanleiding waarbij het agressieve gedrag voorkomt. Als iemand bij kleine gebeurtenissen al agressief reageert en wanneer dat ook nog regelmatig voorkomt, dan kan dat problematisch zijn.
=> Bij 10-20% van alle jeugdigen is agressie daadwerkelijk een probleem.

Wanneer het agressieve gedrag lang duurt en/of wanneer een kind in meerdere situaties en locaties agressief is, kan dat problematisch zijn. Tenslotte is het belangrijk om de gevolgen van het agressieve gedrag mee te nemen. Wanneer relaties – bijv. thuis of op school – verstoord raken, is ook dat een factor die bijdraagt aan het problematische karakter van de agressie.

Wanneer het agressieve gedrag zich langere tijd (>4 maanden) en herhaaldelijk blijft voordoen én het een ongunstige invloed heeft op het functioneren van het kind of de adolescent, dan kan er sprake zijn van een psychisch probleem of stoornis (bijv. ODD – Oppositional Defiant Disorder of CD – Conduct Disorder). Schakel in dat geval zeker hulp in van professionals en experts op dit gebied.

Tot zover mijn tips voor wat agressief gedrag bij kinderen en tieners is, welke vormen het kan aannemen en welke oorzaken het heeft. Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




Als je kind het lastig vindt om onenigheid op te lossen… [Sociale ontwikkeling]

Komt jouw kind ook wel eens thuis met verhalen over andere kinderen, die vervelend deden? Bijv. dat jouw kind niet mee mocht spelen in de pauze op school, dat je kind zo maar werd geduwd, dat iemand iets vervelends tegen hem zei, dat iemand iets van hem had afgepakt of stuk gemaakt? Je kind zal er waarschijnlijk verdrietig, boos, gefrustreerd of teleurgesteld over zijn. Dat kun je je ook goed voorstellen, want dit zijn nou eenmaal geen leuke situaties…

Voor ons als ouders kan het natuurlijk heel vervelend zijn om deze verhalen te horen. Misschien herken je wel dat jou het gevoel bekruipt: ‘het lijkt wel alsof mijn kind geen vriendjes heeft’, ‘mijn kind heeft het helemaal niet leuk op school’ of ‘mijn kind wordt toch niet gepest?’. Waarschijnlijk vraag je je ook wel eens af waar dat toch aan kan liggen: ‘er is toch niks mis met mijn kind?’, ‘waarom zijn die andere kinderen toch zo vervelend?’, ‘waarom doet de leerkracht hier niks aan?’ en ‘wat kan ik doen om m’n kind hier bij te helpen?’.

Welke oorzaak er ook ten grondslag ligt aan deze vervelende situaties, het is altijd goed om je kind te leren hoe hij zélf op een fijne manier met andere kinderen om kan gaan en hoe hij op anderen kan reageren zonder dat dat resulteert in onenigheid, ruzie of andere vervelende situaties. Daar wil ik je in dit artikel graag meer informatie en praktische tips over geven. Als ouder kun je je kind namelijk goed begeleiden om deze ‘sociale problemen’ op te lossen.

=> In dit artikel vind je dan ook 9 waardevolle tips om je kind op een positieve manier met lastige sociale situaties te leren omgaan.

(1) Praat met je kind over zijn (school)dag.
Om te weten waar je kind op school of in zijn omgang met vriend(inn)en tegen aan loopt, is het goed om regelmatig met je kind te praten. Daar kun je het beste een vast moment op de dag voor kiezen, bijv. als je kind uit school komt, tijdens het avondeten of vlak voor het slapengaan. Vraag dan naar hoe zijn dag was, of hij nog iets nieuws geleerd heeft, met wie hij gespeeld heeft enz.

Sommige (vaak de wat oudere) kinderen vinden het niet prettig om samen over lastige onderwerpen praten; dan kan het goed werken om het tijdens een activiteit (zoals de afwas of een autoritje) te bespreken. Uiteraard hoeft dit specifieke thema niet dagelijks aan bod te komen; los daarvan is het goed om regelmatig met je kind over van alles en nog wat te praten.

Uiteraard vertellen niet alle kinderen even gemakkelijk over wat ze op een dag meemaken. Het ene kind is een echte prater en vertelt uit zichzelf al honderduit; het andere kind luistert liever naar anderen en/of vertelt niet graag over zijn eigen belevenissen. Ook kan het voor jou als ouder nog best lastig zijn om de juiste vragen te stellen. In het geval jij het zelf lastig vindt om dit thema aan te snijden of indien je merkt dat je kind het lastig vindt om erover te praten, maak dan gebruik van deze Kletskaartjes. Dan heb je een mooie, luchtige ingang voor jullie gesprek en zul je langzaam maar zeker steeds meer horen over hoe je kind het op school vergaat.

(2) Spreek af wat je kind wel en niet mag doen tijdens het spelen met andere kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze wel en niet mogen; niet alleen in het algemeen, maar ook in de omgang met andere kinderen. Dat lijkt een open deur, maar vaak gaan we er zomaar van uit dat kinderen dat wel zullen weten. En dat is helaas niet altijd waar. Ook ‘samen spelen’ is iets dat kinderen gewoonweg moeten leren.

Wat je kind wél mag doen, is dat het altijd mag zeggen wat het wil. Dat doe je niet op een boze, bazige of schreeuwende manier, maar wel op een rustige, aardige manier. Zelfs als je het niet eens bent met een ander, kun je dat gewoon rustig tegen de ander zeggen. Je kunt dus altijd met de ander praten, overleggen en proberen om (samen) een oplossing te bedenken, om een compromis te sluiten (lees ook de tips hieronder). Als je kind er samen niet uitkomt, is het goed om een volwassene (bijv. vader, moeder, leerkracht, oppas) erbij te vragen om te helpen.

Wat je kind niet mag doen, is een ander pijn doen (bijv. door te slaan, schoppen, bijten, knijpen of schelden); ook niet als je het niet met elkaar eens wordt, als je boos bent op de ander of als je vindt dat de ander vervelend tegen jou doet. Merk je dat je het lastig vindt om rustig te blijven, vraag er ook dan een volwassene bij.
Wil je meer weten over hoe je je kind leert om om te gaan met zijn boosheid? Klik dan hier.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(3) Leer je kind om een ‘ik boodschap’ te geven.
Leer je kind dat het fijn is om zg. ‘ik boodschappen’ te geven. Met behulp van ik boodschappen kun je heel goed je mening geven of laten weten dat je het ergens niet mee eens bent, maar dan zonder dat je jezelf gaat verdedigen of zonder de ander (verbaal) aan te vallen. Kijk maar eens naar de volgende twee voorbeelden.

Voorbeeld 1:
Iemand zegt iets tegen je, dat je niet fijn vindt. Je kunt dan in de verdediging schieten of de aanval inzetten door te vragen ‘waarom zeg je dat nou?’ of ‘wat bedoel je daar precies mee?’, maar een fijnere manier is om te reageren met ‘Ik vind het niet fijn dat je dat tegen me zegt’. Met deze reactie geef je duidelijk een grens aan over wat de ander wel / niet tegen je mag zeggen.

Voorbeeld 2:
Eén van de klasgenoten bepaalt regelmatig wat er gedaan wordt, bijv. bij het buiten spelen. Ze zegt ‘kom, we gaan verstoppertje spelen’. Als jouw kind geen zin heeft om verstoppertje te spelen of het niet fijn vindt dat de ander steeds bepaalt, dan is het beter om niet te reageren met ‘waarom moet ik altijd doen wat jij wil?’ of ‘waarom doe je nou nooit eens wat ik voorstel?’, maar wel met ‘ik wil graag gaan voetballen. Kom je mee?’. (en dat vervolgens ook gaan doen, onafhankelijk van of de ander wel / niet meekomt).

Kortom, door te werken met ‘ik boodschappen’ voorkom je dat je in de verdediging schiet of in de (tegen)aanval gaat. Als je je boodschap bij jezelf houdt door ‘ik’ te zeggen, komt je boodschap fijner over en zal de ander positiever op je reageren.

(4) Leg uit hoe ‘samen spelen’ werkt.
Voor jonge kinderen is het soms nog best lastig om ‘samen te spelen’ en om ‘samen te delen’. Als ouders zeggen we wel vaker ‘samen spelen, samen delen’ op het moment dat het tussen twee kinderen even niet zo lekker loopt (bijv. speelgoed afpakken). Voor (jonge) kinderen is meestal niet helemaal duidelijk wat dat zinnetje precies betekent óf hoe ze dat in praktijk moeten brengen. Vaak weten ze wel wat ‘spelen’ betekent, maar wat is ‘delen’ precies of wat betekent ‘samen’…? Samen spelen is dan ook echt weer een aparte vaardigheid, die je kind kan leren.
Voor meer uitleg hierover verwijs ik je graag naar m’n artikel ‘Samen spelen, samen delen? 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen samen te spelen.‘.

De meeste oudere kinderen hebben vaak al wel geleerd dat ze niet zo maar iets kunnen afpakken waar een ander mee bezig is. Ze weten dat ze het kunnen vragen of dat ze zelf even moeten wachten totdat de ander ermee klaar is. En als iemand anders iets bij hen afpakt, weten ze waarschijnlijk ook al hoe ze duidelijk kunnen maken dat de ander nog niet aan de beurt is en nog even zal moeten wachten.

(5) Leer je kind om zijn grenzen aan te geven.
Bij punt 3 over het geven van ‘ik boodschappen’ gaf ik al aan dat dat een fijne, duidelijke manier is om je eigen grenzen aan te geven. Als je op tijd aangeeft dat je iets niet fijn vindt of dat je het ergens niet mee eens bent, dan ben je ook nog niet zo boos of gefrustreerd. Leer je kind dat het belangrijk is om niet te lang te wachten met zeggen wat je vindt, wil of voelt.

Voor jonge kinderen, die verbaal nog niet zo sterk zijn, is het handig om te leren om dan ‘stop, hou op, ik vind het niet meer leuk.’ te zeggen, evt. aangevuld met het omhoog houden van een hand. Zo maakt je kind niet alleen verbaal, maar ook visueel duidelijk dat een grens bereikt is.

Door te praten en uit te leggen wat je wel / niet wil, kan de ander beter rekening met je houden. En als jij duidelijk zegt wat jij wil, kan de ander ook duidelijk aangeven wat hij/zij wil. Zo komt er makkelijker een overleg tot stand.

Wederom: komen de kinderen er onderling nog niet helemaal (of echt niet) uit, dan is het belangrijk om een volwassene in te schakelen. Liefst dus nádat de kinderen zelf geprobeerd hebben om er samen uit te komen, maar nog vóórdat de gemoederen te hoog zijn opgelopen.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(6) Probeer een probleem eerst samen op te lossen.
Als je een probleem hebt met iemand anders, dan is het goed om samen een oplossing voor dat probleem te bedenken. Voor kinderen kan dat nog best lastig zijn. Ze houden graag vast aan hun eigen idee en moeten nog leren om rekening te houden met de ander en/of om zich te verplaatsen in het perspectief van de ander (het ene kind kan dat natuurlijk al beter dan het andere).

Ook hierbij kun je je kind thuis helpen: als je van je kind hoort dat er een vervelende situatie op school, bij een training / repetitie of tijdens het spelen was, vraag dan wat er precies gebeurde én hoe je kind erop reageerde. Als je kind dat heeft uitgelegd, vraag je hoe hij het evt. op een andere manier had kunnen reageren. De reactie die hij heeft gegeven of de manier waarop het nu opgelost is, is nl. één reactie of één manier, maar er zijn altijd meerdere reacties / oplossingen mogelijk. Probeer je kind een of meerdere andere oplossingen te laten bedenken.

Denk maar eens aan oplossingen als:
– Om de beurt: Je doet eerst wat de ander voorstelde, daarna wat jij voorstelde (of andersom).
– Compromis: Je bedenkt een compromisvorm van wat jullie allebei leuk vinden. Bijv. als de één verstoppertje wil spelen in de gymzaal, maar de ander wil het liefst buiten spelen, dan kan het compromis zijn dat de kinderen buiten verstoppertje gaan spelen.
– Change of plans: je bedenkt iets heel anders, iets wat jullie wel allebei ook leuk vinden om te doen, maar dat totaal iets anders is dan wat jullie in eerste instantie hadden bedacht.
– Betrek iemand anders erbij: je vraagt een derde persoon (bijv. klasgenoot, broer / zus, ouder, leerkracht) om met jullie mee te denken. Leg het probleem aan de ander voor en vraag hoe die ander het zou oplossen.

Sommige oplossingen, die je kind bedenkt, zullen handig zijn, andere niet (of werken misschien zelfs averechts). Geef in ieder geval nog geen oordeel over de alternatieven die je kind geeft. Nadat je kind een aantal alternatieven heeft bedacht, kun je vragen hoe je kind de volgende keer zou reageren. Wellicht kiest hij dan een alternatief waardoor de situatie (nóg) beter of positiever uitpakte. Kiest je kind een manier, waardoor de situatie verder zou escaleren, dan is het uiteraard handig om die mogelijke gevolgen met je kind te bespreken (en hem vervolgens een andere optie te laten kiezen).

Met deze aanpak leer je je kind om te reflecteren op lastige situaties en om in oplossingen te denken.

(7) Leer je kind om anders naar het gedrag van anderen te kijken.
De reactie van je kind op het gedrag van een ander is afhankelijk van hoe je kind naar dat gedrag kijkt. Als je namelijk met een negatieve bril naar het gedrag van anderen kijkt, dan ga je sneller in de verdediging en dan zul je ook sneller negatief op de ander reageren, terwijl jouw negatieve interpretatie helemaal niet juist hoeft te zijn.

Bijvoorbeeld: Je kind wordt geduwd.
Laten we eens naar 3 mogelijke interpretaties van dit gedrag kijken. Je kind zou de duw op één van de volgende manieren kunnen interpreteren:
(1) ‘Oei, ik liep in de weg, waardoor de ander tegen me aan liep.’
(2) ‘De ander verloor even zijn evenwicht en kwam daardoor tegen me aan.’
(3) ‘De ander duwde me expres, gewoon om me te klieren.’

Realiseer je dat het gedrag (= de duw) bij alledrie exact hetzelfde is gebleven; daar is dus niks aan veranderd. Het enige dat veranderde, was de manier waarop je het gedrag interpreteerde. Aan de hand van dit voorbeeld kun je je goed voorstellen dat je met interpretatie 1 en 2 rustiger en positiever op de duw van de ander zult reageren dan met interpretatie 3.

Ook op dit gebied kun je je kind thuis goed helpen en ondersteunen. Als je kind jou over een vervelende situatie vertelt, is het belangrijk om samen met je kind alternatieve interpretaties te bedenken. In het voorbeeld van de duw kun je je kind vragen welke redenen de ander nog meer gehad kan hebben om te duwen. (Dit kun je ook toepassen in andere situaties, bijv. wanneer een ander kind een ‘vreemde’ opmerking heeft gemaakt of een ‘vreemd’ gezicht naar je kind heeft getrokken.) Hoe vaker je kind merkt dat zijn eerste (negatieve) reactie niet perse juist hoeft te zijn en dat er ook nog andere verklaringen mogelijk zijn, zal ervoor zorgen dat je kind in het vervolg steeds meer geneigd is om eerst na te denken over mogelijke interpretaties en pas daarna een reactie zal geven.

Kortom, ook bij lastige sociale situaties geldt: ‘Eerst denken, dan doen.’

(8) Laat je kind veel oefenen, zeker als je kind het moeilijk vindt.
Als je merkt dat je kind het lastig vindt om op een fijne manier met andere kinderen om te gaan en om sociale situaties op een positieve, handige manier op te lossen, blijf dan thuis regelmatig oefenen zodat je kind er langzaam maar zeker beter in wordt. Ik ben er nl. van overtuigd dat iedereen dit kan leren. Het is misschien niet voor iedereen even makkelijk, maar uiteindelijk zal het wel gaan lukken. Door deze situaties echter te gaan vermijden, dus om je kind niet meer te laten afspreken of niet meer naar een clubje te laten gaan, krijgt je kind juist minder kansen om te oefenen. En dat komt zijn sociale vaardigheden helaas niet ten goede…

Kortom: geef je kind de kans om vaak te oefenen. Niet alleen op school, maar ook op andere plekken, bijvoorbeeld bij een sportclub, muziekvereniging of met kinderen uit de buurt. Laat je kind dus regelmatig in contact komen met andere kinderen.

Vind je kind het lastig om klasgenootjes te vragen of om bij andere kinderen thuis te gaan spelen? Neem dan eerst zelf contact op met de ouders en probeer – zeker in het begin – de afspraken voor je kind te maken. Als je kind een beetje doorheeft hoe het werkt, dan zal je kind dat ook steeds meer zelf gaan oppakken.

————————-

Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.

————————

(9) Lees samen boeken over sociale situaties, vriendschap en ruzie maken.
Er is niks – nou ja, weinig dan… 😉 – zo fijn als samen met je kind een boek te lezen. Veel ouders lezen hun jonge kind al voor en dat kan ik alleen maar van harte stimuleren. Ook voor oudere kinderen is het belangrijk om te blijven (voor)lezen. Misschien niet op de klassieke ‘voorleesmanier’ (= ik lees en jij luistert), maar je kunt wel om de beurt een regel of alinea lezen. Voor kinderen blijft het een fijn moment om samen met papa of mama één-op-één tijd door te brengen en daar is lezen ideaal voor.

Als je merkt dat je kind op bepaalde gebieden problemen heeft, dan kan het fijn zijn om juist over dat thema boeken te lezen. Ook over vriendschap en uiteenlopende sociale situaties zijn tal van boeken geschreven.

Ik heb er hier een aantal voor je op een rijtje gezet:
– Jip en Janneke (Annie M.G. Schmidt)
– Zullen we vriendjes zijn? (Sam McBratney)
– Kikker is mijn vriendje (Max Velthuijs)
– Niet slaan, Anna! (Kathlen Amant)
– Woezel & Pip: ‘Stop, hou op’ (Dromenjager)
– Serie ‘Superjuffie’ (Janneke Schotveld)
– Schoolseries als ‘Dagboek van een Muts’ (R.R. Russell) of ‘Leven van een Loser’ (Jeff Kinney)
– Vriendschap is alles (Stine Jensen)

Dit rijtje is slechts een héél klein topje van de ijsberg. In de bibliotheek zijn er nog legio andere mogelijkheden, alleen al over het thema vriendschap, sociale situaties of samen spelen. Ga naar de (website van de) bibliotheek en zoek daar het boek uit dat het beste bij jouw kind en zijn leeftijd / ontwikkelingsniveau past. Ik wens jullie alvast veel (samen)leesplezier!
Lees ook m’n artikel ‘Ja, ik wil … voorlezen!’ over waarom (samen) voorlezen de ontwikkeling van je kind stimuleert.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende literatuur en websites:
– Matthys & Boersma. (2017). Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Poster: Sociale vaardigheden 6 – 12 jaar. Apetrotse kinderen. Klik hier.
– Sociale vaardigheden aanleren aan je kinderen. Apetrotse kinderen. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe je kind zijn emoties de baas wordt.‘ [ Emotionele ontwikkeling ].
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.
– ‘Ik mag hier ook nooit iets! | Hoe je je kind of tiener steeds wat meer vrijheid geeft.
– ‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Peuterpuberteit: 10 domeinen om samen met je kind te overwinnen.

meisje_lachend_peuterToen je kindje nog een baby (0-1 jaar) was, ging het allemaal eigenlijk heel gemakkelijk.  Af en toe waren er wel wat dingetjes waar je even wat mee moest, zoals de hapjes die je baby niet meteen wilde eten of het doorslapen dat niet meteen wilde lukken, maar over het algemeen viel het reuze mee. Ook als dreumes (1-2 jaar) had je weinig met je kindje te stellen. Je kindje deed over het algemeen wel wat je zei, hij vond het fijn om je te helpen, om met je te kletsen, om me je te spelen en hij knuffelde je graag. Het was echt een lieverd!

Nu je kindje echter de peuterleeftijd (2-3 jaar) heeft bereikt, lijkt alles ineens heel anders. Natuurlijk is je kindje nu ook nog wel lief, maar sommige situaties zijn echt een stuk lastiger. Het is niet vanzelfsprekend meer dat je kindje meteen naar je luistert. Hij kan ook soms om onverklaarbare redenen een driftbui krijgen. Hij huilt soms heel hard, terwijl je niet goed begrijpt wat er nou aan vooraf ging. Verder wil hij op de gekste momenten van alles ‘zelluf’ doen, terwijl hij dat nog helemaal niet kan. Als je aanbiedt om te helpen, dan mag dat echt niet. Maar ondertussen is hij wel enorm gefrustreerd als het hem inderdaad niet lukt. Wat is er toch met hem aan de hand…?

De kans is groot dat je kind midden in de peuterpuberteit zit.

Op deze jonge leeftijd gebeurt er ontzettend veel met je kindje en daar staan we als ouder vaak helemaal niet bij stil. Je kindje ontwikkelt zich op allerlei gebieden en dat gaat in rap tempo. Je kunt je misschien wel voorstellen dat het voor je kindje ook niet allemaal even makkelijk is.

⇒ Hieronder vind je een overzicht van wat je kindje allemaal leert en wat daar voor je kindje (en jou) lastig aan is. Per domein geef ik je steeds één praktische tip om direct thuis toe te passen én geef ik je één leestip voor als je verder wil lezen over dat specifieke onderwerp. Onderaan het artikel geef ik je nog 5 extra opvoedtips. Op basis van deze informatie én tips leer je je peuter en zijn frustratie, boosheid en emoties niet alleen beter begrijpen, maar kun je er ook op een positieve manier op reageren. Daar komen ze…

(1) De sociale ontwikkeling van je peuter:
kinderen_spelen_op_grond_leidstersKinderen vinden het doorgaans heel fijn om met andere kinderen te spelen. Bij jonge peuters is dat vaak nog niet echt ‘samen’ spelen, maar eerder naast elkaar spelen. Naarmate je kindje ouder wordt, zal hij ook steeds meer echt samen spelen met andere kindjes.
Kinderen leren van het omgaan met anderen, van volwassenen én van andere kinderen.  Kinderen kijken naar elkaar, imiteren elkaar en leren zo nieuwe vaardigheden of nieuwe spelletjes. Vandaar dat het voor de sociale ontwikkeling van je kind belangrijk is om hem van jongs af aan met andere kinderen te laten spelen.

TIP: Wacht niet om je kindje met andere kinderen te laten spelen totdat hij naar de basisschool gaat. Spreek nu al regelmatig af met ouders van jonge kinderen uit de buurt, met vrienden die zelf ook jonge kinderen hebben of meld je kind aan voor de kinder- of peuteropvang. Op die manier krijgt je kindje de kans om te leren samen spelen.

Verder lezen: Lees m’n artikel ‘Hoe leer je je kind om rekening te houden met anderen?‘.

(2) Egocentrisme: Je peuter is bijzonder egocentrisch ingesteld.
kinderen_maken_ruzie_om_xylofoon_ouders_op_bankJonge kinderen zien de wereld vooral vanuit hun eigen standpunt. Ze zijn heel erg egocentrisch ingesteld en kunnen zich nog niet verplaatsen in het standpunt van een ander. Voor je peuter betekent dat wanneer hij iets wil, hij dat onmiddellijk wil. Hij houdt er geen rekening mee of het op dat moment kan en of jij dat als ouder wel goed vindt. Hij wil het hebben (of doen) en hij wil het nu!
Je kindje kan ook nog niet inschatten dat een ander iets zou ‘kunnen willen’. Je peuter denkt echt alleen nog maar vanuit zichzelf: ‘ik wil dat speeltje nu’ en houdt er geen rekening mee dat het andere kindje al een tijdje heel leuk met dat speeltje aan het spelen is en het vervelend kan vinden dat hij het van hem afpakt. Met alle gevolgen van dien…

TIP: Ga bij je kindje zitten als het samen met een ander kindje speelt  en leg uit wat er gebeurt; ‘ondertitel’ het, als het ware. Leg uit dat je kind niet zo maar iets mag afpakken, maar dat hij het wel eerst kan vragen. Als het kindje het dan afgeeft, dan mag hij het hebben. Zo niet, dan moet hij wachten totdat het kindje ermee klaar is. Doe voor wat ‘om de beurt’ is en wat ‘samen spelen’ precies inhoudt.

Verder lezen: Lees m’n artikel ‘Samen spelen, samen delen‘.

(3) Je peuter wordt langzaam maar zeker zindelijk. 
jongen_zit_op_potje_02Veel kinderen worden als peuter zindelijk. Dat betekent dat ze actieve controle krijgen over hun eigen blaas en darmen. Natuurlijk gebeuren er ook wel eens ongelukjes, die tot frustratie en boosheid kunnen leiden; niet alleen bij je kind, maar ook bij jou als ouder. Realiseer je dat alle kinderen in hun eigen tempo zindelijk worden. Het is nergens voor nodig om het te overhaasten. Ook jouw kindje zal na verloop van tijd zindelijk zijn.

TIP: Stel je tijdens en na de zindelijkheidstraining in op ongelukjes. Ga er van uit dat ze gaan gebeuren. Dat is helemaal niet erg en ze horen er echt bij. Het ene kind heeft er meer last van dan het andere. Zorg er voor dat je als ouder niet boos, maar er juist rustig op reageert. Bij een ontspannen aanpak zonder strijd leert je kindje op een fijne manier om zijn blaas en darmen te beheersen en om op zichzelf te vertrouwen.

Verder lezen: Wil je graag checken of je kindje wel / niet klaar is om zindelijk te worden? Klik dan hier om een korte test te doen.
Wil je graag starten met het stimuleren van de zindelijkheid van je kind of merk je dat het nog best moeilijk is om je kindje zindelijk te maken (of te houden)? Lees dan meer over mijn cursus ‘Tijd voor Zindelijkheid’.


joyce_grijs_aanjou_1

Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.



(4) De spraak- / taalontwikkeling van je peuter: 

peuter8Gemiddeld genomen zeggen kinderen rond hun eerste jaar hun eerste woordje. Meestal is dat ‘papa’ of ‘mama’. Ze leren daarna steeds meer woordjes. Je ziet dat ze op deze leeftijd ook nog regelmatig gebruik maken van non-verbale communicatie; door te wijzen of een bepaalde gezichtsuitdrukking weet je als ouder vaak al wat je kindje bedoelt.

TIP: Om de taal- / spraakontwikkeling van je kindje te stimuleren kun je bijvoorbeeld steeds benoemen wat je doet, benoemen wat je pakt of benoemen wat je aan je kindje geeft. Op die manier leert je kind steeds beter wat de klanken die hij van jou hoort betekenen en koppelt hij ze aan voorwerpen, kleuren, vormen ed. Daarna zal hij het ook steeds vaker zelf proberen te zeggen.

Verder lezen: Lees het artikel ‘5 tips om nóg beter met je baby, dreumes en peuter te communiceren‘ (gastbijdrage van Esther Sluijsmans).

(5) Motorische ontwikkeling van je peuter: Lekker bewegen.
Werk in opdrachtOok op dit gebied zet je kindje letterlijk en figuurlijk grote stappen. Hij begint met een paar losse stapjes en dat worden er langzaam maar zeker steeds meer. Hij leert ook te springen, te rennen, met een bal te gooien en te vangen, tegen een bal te schoppen of zijn evenwicht te bewaren. Als je kindje wat ouder is, leert hij ook te hinkelen, huppelen of koprollen. Je kunt hem op dit gebied doorgaans goed stimuleren en aanmoedigen. Kijk wat je kindje kan / wil doen en probeer hem er – indien nodig – bij te helpen of doe het hem vaker voor.

TIP: Geef je kindje de mogelijkheid om veel te bewegen en om lekker actief te spelen. Juist door te doen, leert je kindje op deze leeftijd enorm veel. Laat je kindje ook dagelijks buitenspelen (bij voorkeur 2 uur per dag). Dat kan in je eigen tuin of in een speeltuin bij jou in de buurt. Aangezien peuters nog geen gevaar zien, is het wel belangrijk om een oogje in het zeil te houden.

Verder lezen: Lees ook m’n artikel ‘Is het erg als kinderen niet buiten spelen? (Interview op L1 Radio)‘.

(6) Emotionele ontwikkeling van je peuter: Driftbuien. 
jongen_driftbui_achteroverJe kind leert steeds beter wat zijn emoties zijn. Hij gaat er ook – onbewust – steeds meer mee experimenteren. Hij zal meer momenten hebben van groot verdriet en heftig huilen; ook merk je nu dat je kind soms ineens heel bang kan zijn (denk aan bang voor honden, spoken, monsters, heksen etc.).
Ook boosheid kan op deze leeftijd in alle heftigheid voorbijkomen. Vooral tussen 15 maanden en 3 jaar hebben de meeste kinderen last van ongecontroleerde uitbarstingen, de zg. driftbuien. Wat je dan aan je peuter merkt of ziet, is dat hij plots ongeduldig wordt, geen teleurstelling kan verdragen of geen ‘nee’ van jou kan horen. Met andere woorden: je peuter zou het liefst zijn eigen gang gaan, maar dat kan op dat moment niet. Als reactie barst je kindje in woede (of tranen) uit en gaat flink tegen je te keer. Sommige peuters gaan dan schreeuwen, krijsen, slaan, schoppen of houden een tijdje hun adem in (‘breath holding spells’).

TIP: Op het moment van een driftbui heeft je kind jou nodig om zijn emoties onder controle te krijgen en om tot bedaren te komen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat jij rustig blijft op het moment dat je kind een driftbui heeft. Houd hem dan in de gaten (evt. op een afstandje), zodat hij zichzelf niet (onbedoeld) pijn gaat doen.

Verder lezen: In m’n  artikel ‘M’n kind heeft vaker driftbuien. Wat nu?’ lees je meer praktische tips over hoe je met een driftbui omgaat.

(7) Eten: Bang voor nieuwe dingen
peuter3Jonge kinderen kunnen soms bang zijn / worden voor nieuwe dingen; dat noemen we ‘neofobie’. Ze willen dan ineens niet meer eten; ze weigeren dan bijvoorbeeld om iets te eten dat ze niet kennen. Als je daar als ouder te veel in meegaat of als je je kind niet op een positieve manier stimuleert, dan zie je vaak dat kinderen steeds meer eten gaan weigeren. De maaltijd mondt uit in een machtsstrijd tussen ouder en kind. De gezelligheid aan tafel is dan ver te zoeken.

TIP: Voorkom dat je je kind gaat dwingen om toch iets te eten. Dwingen werkt helaas averechts. Houd oog voor wat je kind wél goed doet aan tafel en benoem dat. Als je kind weet wat hij goed doet, dan is de kans groter dat hij dat opnieuw of vaker zal gaan doen.

Verder lezen: Lees m’n artikel ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips)’.


fb_cursus_help_mijn_kind_luistert_niet
Cursus ‘Help, mijn kind luistert niet!?’
Wil je graag weten hoe je ervoor zorgt dat je kind beter én sneller naar je luistert?
Op een positieve, liefdevolle en constructieve manier.

=> Dan is deze cursus precies wat je zoekt.
=> Vraag nu GRATIS Les 1 van deze cursus aan.

Lees hier wat je allemaal van deze cursus mag verwachten.



(8) Slapen: Dutjes & monsters

meisje_huilend_uit_bedSlapen is op alle leeftijden heel belangrijk, dus ook voor je peuter. Ook op dit gebied van slaap verandert er van alles voor je kind: je jonge peuter gaat van twee naar één dutje en je oudere peuter gaat van één naar geen middagslaapje. Kort na zo’n verandering zal je kindje eraan moeten wennen dat hij wat minder slaap krijgt. Dat betekent niet alleen dat je kindje sneller of vroeger moe is, maar ook dat je kindje minder kan verdragen of prikkelbaarder is. Een mogelijk gevolg is dat een drift- of huilbui sneller kan optreden.
Daarbij is het voor je peuter nog bijna onmogelijk om feit en fictie uit elkaar te halen. Het heeft nog zo’n levendige fantasie dat het echt gelooft dat er een krokodil onder zijn bed ligt of dat er monsters / heksen op zijn kamer zijn. Je kind kan daar echt heel erg bang van worden.

TIP: Het heeft geen zin om te zeggen dat je kind zich ‘niet moet aanstellen’ of dat monsters / heksen niet bestaan. Voor je kindje bestaan ze namelijk wel en zijn ze echt. Hij gelooft er echt in (‘magisch denken‘). Neem daarom de zorgen van je peuter serieus, ga echter niet mee in zijn angst en stel hem uiteraard gerust. Kijk bijvoorbeeld samen onder zijn bed, zodat hij zeker weet dat daar niks ligt of jaag alle monsters met speciale ‘Monsterspray’ zijn kamer uit.

Verder lezen: In m’n artikel ‘Het middagdutje: Wanneer kan mijn kind het dutje ’s middags overslaan? (Incl. checklist)‘ lees je of je peuter er klaar voor is om het middagdutje over te slaan en hoe je dat kunt aanpakken. In m’n artikel ‘Ga nou toch lekker slapen, liefje! – 5 tips om je kind te leren slapen‘ lees je hoe je er voor zorgt dat je kindje ’s avonds rustig in slaap valt.

(9) Cognitieve ontwikkeling van je peuter: 
voorlezen_moeder_kind_op_bedMet de cognitieve ontwikkeling van je peuter bedoel ik zijn leervermogen. Hij leert allerlei nieuwe vaardigheden: hij leert steeds beter te begrijpen wat er om hem heen gebeurt, hij kan zijn geheugen steeds beter gebruiken en leert om kleine problemen aan te pakken en op te lossen. Ook kan hij steeds langer ergens zijn aandacht bij houden en zich langer op een taakje concentreren.

TIP: Om de cognitieve ontwikkeling van je peuter te stimuleren is het goed om dagelijks met je kindje te lezen. In de bibliotheek vind je allerlei (prenten)boeken, die uitermate geschikt zijn voor jonge kinderen. De thema’s in deze boeken sluiten vaak heel mooi aan op de belevingswereld van je kindje. Daarbij is samen lezen een mooie, gezellige één-op-één-activiteit, die kinderen doorgaans heel fijn vinden om samen met papa of mama te doen. Samen lezen vergroot ook nog eens zijn aandachtspanne en concentratievermogen en stimuleert zijn taal- / spraakontwikkeling. Dus door regelmatig voor te lezen, sla je heel makkelijk een aantal vliegen in één klap.

Verder lezen: Lees ook m’n artikel ‘Nog een keer lezen, nog een keer’- 5 eenvoudige tips om samen (voor)lezen met je kind nóg leuker te maken‘.

(10) Grote zus of broer worden: 
ouderschap_zwangere_buik_oudste_dochter2Veel kinderen worden op deze leeftijd ineens grote broer of grote zus. Dat is voor henzelf een grote omslag. Ineens moeten ze de aandacht, die ze altijd van papa en mama kregen, delen met een ander kindje. Het ene kindje gaat makkelijker met deze verandering om dan het andere.

TIP: Bereid je peuter goed voor op de komst van zijn broertje of zusje. Laat hem waar mogelijk helpen met de veranderingen in huis. Als hij bijvoorbeeld in een andere kamer gaat slapen, kan hij zelf zijn knuffels naar de nieuwe kamer verhuizen. Als hij in een ander (groter) bed gaat slapen, dan kan hij zelf een mooi dekbedovertrek uitzoeken. Laat je peuter ook helpen met de inrichting van de babykamer. Als de baby er eenmaal is, kun je je kindje een cadeautje geven ‘namens de baby’.

Verder lezen: Lees m’n artikel ‘Hoera, er komt een kindje bij! – 5 tips over hoe je je oudste voorbereidt op een broertje of zusje.‘.

Wat kun je nog meer doen als ouder om de frustraties, boosheid en heftige emoties van je peuter het hoofd te bieden? 

[A] Bewaar je rust, ook in uitdagende opvoedsituaties. 
moeder_meisje_lachend_bosProbeer zo veel als mogelijk rustig op je kindje te reageren, ook tijdens een pittige of heftige opvoedsituatie. Je kindje mag best aan jou merken dat een grens is bereikt en dat je niet altijd zo maar meegaat in wat je kindje wil. Het is belangrijk om hem dat op een rustige manier duidelijk te maken.

[B] Geef je kind duidelijkheid: ‘zeg wat je doet, doe wat je zegt’. 
Als je in allerlei situaties op dezelfde manier op je kindje reageert, dan weet hij steeds beter wat hij van jou kan verwachten en wat de bedoeling is. Dat vinden kinderen fijn; dat geeft hen rust en vertrouwen. Houd je vast aan de uitdrukking ‘zeg wat je doet, doe wat je zegt’: leg uit wat je gaat doen of wat je van je kindje verwacht en zorg er – op een fijne, liefdevolle manier voor – dat dat ook gebeurt.

[C] Geef je kind voldoende positieve aandacht. 
Speel met je kind, zodat je je kind voldoende positieve aandacht kunt geven. Alle kinderen hebben dat nodig. Probeer dan aan te sluiten bij wat je kind op dat moment aan het doen is. Uiteraard is dat ook een mooie gelegenheid om je kind iets nieuws te leren. Als je kind met de duplo aan het spelen is, kun je samen een ‘superhoge’ toren; zo hoog mogelijk (totdat hij omvalt). Of je probeert samen een puzzel te maken; eerst eentje die past bij zijn leeftijd en dan – afhankelijk van hoe het je kindje afgaat – maak je de puzzel wat makkelijker of juist wat moeilijker. Zo kun je je peuter stimuleren, op een manier en op het niveau dat goed bij hem past.
Ook als iets bij het spelen niet meteen lukt of als het je kindje niet zo leuk lijkt te vinden, hoeft dat niet te betekenen dat hij dat nooit meer gaat doen. Juist door het toch nog eens klaar te leggen, door het vaker te doen of door het regelmatig samen te oefenen, gaat het hem steeds beter af én is de kans groot dat hij het steeds leuker gaat vinden.

[D] Accepteer dat het de ene dag beter gaat dan de andere. De peuterpuberteit kan voor ouders best een heftige periode zijn. Onderschat het niet. Maar wees ook realistisch: er zijn niet alleen dagen waarop het niet lekker loopt, er zitten ook hele fijne dagen tussen. En bedenk: liep het vandaag niet zo lekker? Begin dan morgen weer met frisse moed en een schone lei.

[E] Vergeet niet dat je kindje nog altijd heel lief kan zijn en op momenten heel fijn is in de omgang. Ook als hij nu regelmatig een driftbui heeft of veel huilt, zijn er nog altijd momenten waarop je veel plezier aan hem beleeft en hij jou veel liefde geeft. Geniet van deze momenten. Laat die fijne momenten niet overschaduwen door de lastige(re) opvoedmomenten.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_cHeb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2020. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Referenties van gebruikte literatuur voor dit artikel: 
– Voorkom myopie bij jouw kind, met het gratis myopie-pakket. [ Klik hier. ]
– Woolfson, R. (2001). De pientere peuter. Uitgeverij Cantecleer: Baarn.

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
– ‘Het middagdutje: Wanneer kan mijn kind het dutje ’s middags overslaan? (Incl. checklist)
– ‘Boos zijn kun je leren! | 6 stappen om je kind te leren zijn boosheid te beheersen.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuwGa (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

De pedagogische tik: Doen of niet? (over: Waarom een tik helemaal niet nodig is.)

moeder_geeft_dochter_tik_billenOp uitnodiging van L1 Radio mocht ik een tijdje geleden in het programma van Ruud en Kris vertellen over de pedagogische tik.

Dit is natuurlijk een bijzonder gevoelig thema, waar veel over te vertellen valt, maar wat tijdens een radio-interview helaas niet allemaal aan bod kan komen. Hieronder probeer ik de essentie van het radio-interview samen te vatten en waar nodig uit te breiden met aanvullende informatie (o.a. gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek).
Onderaan dit blog vind je de verwijzing naar de websites, die ik voor de informatie van dit blog heb gebruikt.

logo_radio_l1_live
Joyce gaf een interview op L1 Radio over dit thema.
De link naar dat interview vind je onderaan dit artikel.


THEMA: Een tijd geleden zorgde een filmpje van supernanny Jo Frost wereldwijd voor veel ophef: een kind heeft iets verkeerd gedaan en wordt daarna door zijn vader met een riem geslagen. Het filmpje was te zien in een uitzending van EditieNL (let op: heftige beelden), waarna de discussie over de pedagogische tik weer oplaaide.

In het artikel hieronder heb ik het – in verband met de leesbaarheid – steeds over het kind, hij, hem en zijn. Maar ik heb het uiteraard net zo goed ook over meisjes. Kortom: waar je de ‘mannelijke verwijzing’ tegenkomt, kun je net zo goed ook zij of haar lezen.

 

vader_geeft_dochter_een_tikAllereerst wil ik graag duidelijk maken dat een pedagogische tik in Nederland strafbaar is. Het valt tenminste onder lichamelijke straffen (zoals: slaan, schoppen, bijten, knijpen, krabben, brandwonden toebrengen, slaan met een voorwerp ed.) en die zijn volgens het Burgerlijk Wetboek strafbaar. Het lastige aan dit thema is alleen dat je een lichte, kleine tik toch bijna niet als mishandeling kunt aanmerken. Het is dan ook ontzettend moeilijk om daarin de grens te bepalen.

Los van waar de grens van het wel of niet strafbaar zijn precies ligt, is het goed om na te denken over wat een kind precies leert als hij een tik van zijn ouder(s) krijgt.

Hieronder een aantal ‘leerpunten’ voor jou en je kind:

meisje_slaat_metblok_op_jongen– Je kind leert dat het ‘ok’ is om te slaan.
Je hebt als ouder een belangrijke voorbeeldfunctie en in de ogen van je kind is wat jij als ouder doet, goed. Als jij als ouder slaat, dan is dat dus geoorloofd in de ogen van je kind. Je kind mag het dus ook doen (bijv. bij andere kinderen).

– Je kind krijgt een dubbele boodschap.
Als ouder zeg je vaak tegen je kind dat hij niet zijn broertje, zusje of een ander kind mag slaan, maar ondertussen geef jij je kind wel een tik. Wat is het nou: mag je nou wel of niet slaan…?

– Je wil als ouder niet dat je kind pijn heeft.
Als je kind zich bezeert, dan zul je dat vervelend voor je kind vinden. Doorgaans zul je je kind dan gewoon troosten. Als een ander kind (of een andere volwassene) jouw kind zou slaan, dan voel je je waarschijnlijk erg boos en verdrietig. Dat kan toch niet! Kortom, je wilt echt niet dat iemand anders jouw kind pijn doet. Waar zou je het dan zelf wel doen?

– Door een tik leert je kind niet wat hij fout heeft gedaan.
Als je kind iets gedaan heeft dat jij niet fijn vindt of wat verkeerd was en daarvoor een tik krijgt, dan weet hij niet precies wat het is wat jij onprettig of verkeerd vond. Als je kind een tik krijgt, zal hij waarschijnlijk wel stoppen met waar hij mee bezig was, maar meer uit schrik of angst voor jou dan dat hij precies weet wat hij verkeerd deed.

– Een tik werkt ander ongewenst gedrag in de hand. 
Uit angst voor een nieuwe tik gaat je kind een volgende tik proberen te voorkómen. Je kind kan dan juist dingen stiekem gaan doen en/of over zijn gedrag gaan liegen. Daardoor veroorzaak je dus eigenlijk 2 nieuwe problemen.

– Van kwaad tot erger.
Het grootste gevaar van een (pedagogische) tik uitdelen, zit ‘m erin dat je van een kleine, onschuldige tik gemakkelijk overgaat naar een tik die wat harder is, naar een tik die nóg harder is en ga zo maar door. Want wat heb je nog achter de hand als je kind weer (of nog steeds) niet luistert…?

– Je voelt je er achteraf rot en schuldig over.
Nadat je een tik hebt uitgedeeld, zul je vaak bij jezelf merken dat je een schuldgevoel krijgt of een gevoel van schaamte. Je voelt je er toch niet helemaal goed bij en je weet dat je uit onmacht hebt gehandeld. Je vraagt jezelf af waarom je het eigenlijk gedaan hebt, terwijl je ergens ook wel weet dat het niet goed is voor je kind en je het zelf ook liever niet doet.

Maar: hoe kun je het anders aanpakken…?


Cursus ‘Help, mijn kind luistert niet!?’
fb_cursus_help_mijn_kind_luistert_nietWil je graag weten hoe je ervoor zorgt dat je kind beter én sneller naar je luistert?
Op een positieve, liefdevolle en constructieve manier. 
=> Dan is deze cursus precies wat je zoekt.
=> Vraag nu GRATIS Les 1 van deze cursus aan.

Lees hier wat je allemaal van deze cursus mag verwachten.


Voorkom dat je je kind een tik geeft
Door de volgende twee punten ter harte te nemen, kun je als ouder voorkómen dat je je kind een tik geeft:

A. Wacht niet te lang met het corrigeren van ongewenst gedrag van je kind.
Wanneer je te lang wacht met het benoemen of corrigeren van ongewenst gedrag, dan is de kans erg groot dat jouw boosheid oploopt, steeds erger wordt. Daardoor kun je je steeds moeilijker beheersen. Als je vervolgens toch op je kind reageert, is je 1e reactie op het ongewenste gedrag van je kind al meteen zo boos en heftig dat je je eigen emoties niet meer goed onder controle hebt.

B. De manier waarop je op ongewenst gedrag reageert of de manier waarop je straf geeft, kan ervoor zorgen dat vervelend gedrag niet stopt óf zelfs erger wordt. En dat laatste is al helemaal niet de bedoeling!
Lees hier verder over een aantal valkuilen, waar je als ouder onbewust instapt, waardoor het gedrag van je kind onbedoeld juist erger kan worden…

Uiteraard is het ook belangrijk om te weten wat je wél kunt doen als je kind iets doet wat jij onprettig of onaanvaardbaar vindt:

1. Geef je kind veel positieve aandacht.
vader_praat_liggend_met_zoonKinderen hebben veel aandacht nodig en het liefst positieve. Als ouder geven we ook het liefst positieve aandacht. Dat kun je (o.a.) doen door regelmatig samen met je kind te spelen, hem voor te lezen, oprechte & specifieke complimenten te geven en door naar hem te luisteren als hij je iets vertelt. Een paar keer per dag kort (positieve) aandacht geven werkt beter dan één keer lang.
Lees hier verder over positieve aandacht geven.

2. Maak duidelijke afspraken met het hele gezin.
Wat vinden jullie als ouders belangrijk en wat wil je dat er bij jullie in huis (niet) gebeurt? Spreek daarbij je verwachtingen uit en geef vooral aan wat je wél wil dat je kind doet (blijf dus niet hangen in ‘niet’). Door deze afspraken expliciet te maken, weet iedereen in huis wat de bedoeling is en op welke manier jullie graag met elkaar willen samenleven.

3. Geef aan wat er gebeurt als je kind zich niet aan een afspraak houdt.
In onze maatschappij maken we afspraken met elkaar om op een fijne manier met elkaar te kunnen samenleven. Als we ons niet aan een afspraak houden, dan heeft dat gevolgen; niet altijd meteen negatief, maar er gebeurt dan vaak wel iets. Dat geldt ook voor thuis.
Natuurlijk geldt niet altijd dezelfde consequentie; de consequentie is afhankelijk van wat je kind precies (niet) doet.

Zodra je kind zich niet aan de afspraak houdt, dan:
moeder_praat_met_zoon– Herhaal je eerst (rustig & duidelijk) de afspraak, die jullie met elkaar gemaakt hebben.
Ga er in eerste instantie dus altijd van uit dat je kind naar je wil luisteren.

– Geef aan wat je kind anders kan doen om zich toch aan de afspraak te houden.

– Houd je kind zich weer niet aan de afspraak, geef dan aan welke consequentie er volgt. Daarna is het belangrijk om je aan je eigen afspraak te houden en om de consequentie te laten volgen op het moment dat je aangaf. Die consequentie kan bijv. zijn: een logische consequentie, stilzitten of een time out. Iedere soort consequentie kun je niet zo maar inzetten en heeft z’n eigen ‘gebruiksaanwijzing’. Een belangrijk aspect van deze consequenties is dat er altijd een leermoment in zit; je kind moet precies weten waarom hij die consequentie krijgt en wat hij in de toekomst anders kan doen.
Lees hier meer over deze consequenties én over hoe je ze op een positieve en constructieve manier inzet.


Merk op dat bij de voorgaande punten nergens staat dat je je kind moet aanraken, een tik geeft of hem op een andere manier lichamelijk / geestelijk aanpakt. Er zijn nl. genoeg consequenties, waarmee je ongewenst gedrag van je kind op een positieve manier aanpakt. Een pedagogische tik is dus absoluut niet nodig om je kind beter naar je te laten luisteren!

Het is belangrijk om als ouder te weten wat je kunt doen als het ongewenste gedrag optreedt. Maar dat niet alleen! Het maakt het nl. veel gemakkelijker als je ongewenst gedrag ook kunt voorkómen én gewenst gedrag kunt stimuleren. Een kind dat bijv. lekker speelt, heeft geen tijd om lastig te zijn of vervelend te doen.

Wil je weten hoe je dat voor elkaar krijgt?
Lees dan hier hoe we dat samen zouden kunnen doen.


moeder_geeft_dochter_een_kusEn realiseer je dat alle ouders wel eens iets tegen hun kind zeggen of bij hun kind doen,
waar ze later spijt van hebben. Die gevoelens van frustratie en onmacht zijn voor alle ouders erg herkenbaar.

Probeer er voor te zorgen dat die momenten zo min mogelijk voorkomen én biedt naderhand je verontschuldigingen aan (jij bent nl. ook maar een mens!). Daar leert je kind ontzettend veel van.

Maar uiteraard geldt de regel: Voorkómen is beter dan genezen! 


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_cHeb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2016-2020. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

logo_radio_l1_live
Joyce gaf een interview op L1 Radio over dit thema.

Klik hier om naar het interview te gaan.

Joyce gebruikte de volgende referenties voor dit artikel:
– ‘Van pedagogische tik tot kindermishandeling’. NJi. Klik hier.
– Burgerlijk Wetboek, boek 1. Klik hier.

Nadat ik dit artikel had geschreven (in 2016) verscheen o.a. dit interessante artikel over hetzelfde thema, dat je misschien ook wil lezen:
– Kraak, A. (2017). Zin en onzin van de pedagogische tik. Klik hier.

Lees verder over gerelateerde thema’s: 
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren‘.
– ‘Ik moet het mijn kind eerst minstens 3x vragen… – Hoe je je kind in 5 stappen leert om sneller naar je te luisteren.’ Klik hier.
– ‘4 manieren om je kind te helpen met lastige emoties (+ 3 BONUSTIPS)’. Klik hier.
– ‘In 5 stappen naar minder stress én positiever opvoeden’. Klik hier.
Klik hier voor andere opvoedtips.


Luister naar L1 Radio.

‘De time out: Hoe werkt die eigenlijk?’ (over: De time out in 5 stappen)

jongen_zit_op_stoelDe laatste maanden (of zelfs jaren) is er in opvoedingsland veel te doen over de ‘time out’. Je kent vast wel supernanny Jo Frost, die kinderen regelmatig op de ‘naughty chair’ zet; dat is één manier om een time out toe te passen. Er zijn echter felle voorstanders én fervente tegenstanders van deze opvoedtechniek…
Voorstanders vinden het een handige opvoedtechniek om je kind duidelijk te maken dat hij een grens gepasseerd is; tegenstanders vinden dat een kind tijdens een time out afgewezen wordt en ze zijn bang dat dat grote gevolgen heeft voor zijn ontwikkeling.
Wat mij opvalt aan deze discussie is dat er over het algemeen van uit gegaan wordt dat iedereen wel hetzelfde zal bedoelen als hij het over een time out heeft. Als je de artikelen in tijdschriften leest (of als je het aan een willekeurige ouder vraagt), dan kan een time out betekenen dat je je kind naar z’n kamer stuurt om af te koelen, dat je hem op de gang zet omdat je ‘m even niet meer wilt zien of dat hij een paar minuten in de hoek moet staan om na te denken over wat hij net gedaan heeft. Allemaal verschillende manieren om je kind een time out te geven, die toch heel anders zijn…
Er wordt vaak ook niet bij stilgestaan wat het gedrag nou precies is waarvoor een kind een time out kan krijgen. Is dat omdat hij zijn zusje slaat, omdat zij met zijn autootjes gooit, omdat hij al de hele ochtend niet naar je luistert of omdat zij een driftbui krijgt? Ook weer allemaal heel diverse aanleidingen waarvoor je kind wel (of misschien toch ook weer niet) een time out zou kunnen krijgen…
vrouw_schreeut_het_uitEn hoe zit het eigenlijk met jouw gemoedstoestand als ouder? Geef jij je kind vooral een time out als je kind een paar keer niet naar je heeft geluisterd of verschilt dat eigenlijk wel eens en is het – als je heel eerlijk bent – ook wel afhankelijk van jouw eigen emoties. Zet je je kind bijv. sneller in de hoek als je zelf niet goed in je vel zit dan wanneer je vrolijk en helemaal happy bent…?
Zo zou ik nog wel andere factoren kunnen opnoemen, waardoor de ene time out de andere niet is… Allemaal punten, die de discussie over het wel of niet moeten toepassen van de time out, zo ontzettend lastig maken. In het onderstaande artikel wil ik graag voor je op een rijtje zetten waar een time out aan zou moeten voldoen en hoe je ‘m uitvoert.
De uitgebreide versie lees je in m’n cursus ‘Help, mijn kind luistert niet!?.
Daarnaast wil ik je graag uitleggen wat de voor- en nadelen van een time out zijn; en dat zijn er nogal wat… Om te voorkómen dat dit een veel te lang artikel wordt, splits ik het artikel echter in 3 delen:
(1) Wat is een time out en hoe pas je ‘m op een goede manier toe?
(2) Wat zijn de voordelen van het gebruik van een time out?
(3) Wat zijn de nadelen van het gebruik van een time out?

In dit artikel lees je alleen het eerste deel en – als je de andere 2 artikelen ook wilt lezen – dan kan dat binnenkort* via dit OpvoedBlog.
* Deze artikelen zijn op dit moment helaas nog niet beschikbaar…

Wat is een time out en hoe pas je ‘m op een goede manier toe?
meisje_slaat_metblok_op_jongenEen time out pas je toe als je kind ontoelaatbaar gedrag vertoont en dat is dan ook meteen één van de weinige redenen om een time out toe te passen. Het gaat om gedrag dat een grens overgaat van wat jij in alle redelijkheid acceptabel vindt. Je bepaalt als ouder zelf wat acceptabel en wat ontoelaatbaar gedrag is. Wat mij betreft is dat bijv. een situatie waarin je kind iemand anders (mens of dier) opzettelijk pijn doet, bijv. als je kind jou schopt als hij het niet met je eens is, zijn broertje slaat als hij wat van hem afpakt of als hij uit het niets de kat hard aan zijn staart trekt.

Je kunt een time out echter ook inzetten als
je hebt gemerkt dat andere opvoedtechnieken (zoals de logische consequentie èn stilzitten) niet hebben gewerkt (dus voor datzelfde gedrag en op dàt moment). Je hebt die andere opvoedtechnieken dus wel al voor dat gedrag ingezet, maar je kind blijft maar doorgaan met het ontoelaatbare gedrag.

 


joyce_grijs_aanjou_1

Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.



Voor de duidelijkheid: voordat je je kind een time out geeft, is er dus al best veel gebeurd.
* Daardoor is je kind waarschijnlijk erg boos, verdrietig of gefrustreerd geraakt en jij ook… Om te voorkómen dat jullie emoties nog verder oplopen en de situatie helemaal uit de hand loopt, is het goed om allebei een pas op de plaats te maken. Daar is de time out bij uitstek geschikt voor. De bedoeling is dan ook om op dat moment allebei (letterlijk en figuurlijk) afstand te nemen van de situatie èn van elkaar met als doel om allebei weer rustig te worden.
* In principe heb je je kind dan al een aantal keren gewaarschuwd èn de kans gegeven om naar je te luisteren. Hij heeft al andere consequenties gekregen en – toen dat niet voldoende bleek te werken – heeft je kind stilgezeten. Maar je kind luistert nu nog steeds niet…
Lees hoe je deze andere opvoedtechnieken inzet in m’n cursus ‘Help, mijn kind luistert niet!?’.

vrouw_kwaad_vinger_omhoogDat wil overigens niet zeggen dat je tot nu toe jouw emoties de vrije hand mocht geven, zeker niet zelfs. Het is belangrijk om als ouder – ook in dit soort uitdagende opvoedsituaties – rustig  te blijven. En uiteraard begrijp ik heel goed dat dat in praktijk nog best lastig is.
Het is ook belangrijk om op zo’n momenten geen kleinerende of kwetsende dingen tegen je kind te zeggen; die kunnen vaak (onbedoeld) ontzettend hard aankomen en een grote impact hebben op het zelfbeeld en zelfvertrouwen van je kind. Daarom is het erg belangrijk om dat soort opmerkingen te voorkómen.
Merk je dat je in dit soort situaties vaker je emoties niet meer onder controle hebt? Zoek dan professionele hulp voordat je echt de controle over jezelf verliest en je dingen doet waar je achteraf spijt van hebt en/of niet meer goed kunt maken. Die hulp zou ik jou evt. ook kunnen bieden.

 
Als je dus al die stappen doorlopen hebt, dan pas kan een time out toegepast worden. De stappen van een time out zien er als volgt uit:

 

(1) Neem je kind op een rustige manier mee naar een andere ruimte.
Het gaat dan om een ruimte waar je kind net niet was (dus als hij het ontoelaatbare gedrag in de keuken of woonkamer liet zien, dan gaat hij uit die ruimte naar een andere ruimte) èn waar hij zich niet kan bezeren. Die ruimte moet dus veilig zijn. Een voorbeeld van zo’n ruimte kan zijn: in de gang of op de trap. Hieronder ga ik even uit van de trap in de gang als ‘time out-plek’.
(2) Zodra je kind op de trap zit, leg je kort, rustig en duidelijk uit waarom je hem daar even laat zitten.
moeder_praat_met_zoonHet is belangrijk om dat te doen, zodat hij precies weet waarom hij daar zit. Nadat je dat 1x verteld hebt, loop je weg. De tijd van de time out gaat nu in.
Jouw uitleg gaat overigens strikt over het gedrag van je kind en niet over wat jij van je kind vindt. Zeg dus niet ‘Ik vind het niet lief als je je zusje slaat.’ of ‘Je hebt net je broertje gebeten. Wat ben je toch een stout kind.’ of ‘Waarom kun jij nou nooit eens lief zijn.’. Zeg wel: ‘We hebben afgesproken dat we elkaar geen pijn doen. Je hebt net je zusje geslagen en dat mag niet; je hebt je niet aan onze afspraak gehouden. Daarom zet ik je nu 1 minuut in de time out. Blijf hier rustig zitten en zodra de minuut om is, kom ik je weer halen.’
(3) Tijdens de time out reageer je niet meer op je kind; je zegt en kijkt dus niet meer tegen/naar je kind.
jongen_op_trap_vader_kijktDe enige uitzondering daarop is als je kind van z’n plek afkomt. In dat geval breng je hem weer rustig terug. Je hoeft dan echter niet opnieuw een uitleg te geven over de reden waarom hij daar zit; dat heb je nl. al gedaan. Je mag er voor nu even van uit gaan dat je kind weet wat de bedoeling is (en je komt er straks – na de time out wèl nog even op terug). Als je kind toch uit de time out plek komt, is het de bedoeling dat je de timer of eierwekker opnieuw zet.
Deze stap is overigens het ‘hardste’ en meest onplezierige onderdeel van een time out, het deel dat tegenstanders m.i. ook het meest tegen de borst stuit, mn. omdat je kind zich dan afgewezen kan voelen. Als jij er niet achter staat om op deze manier met je kind om te gaan nadat het ontoelaatbaar gedraag heeft laten zien, dan moet je het ook niet doen; het zal dan eenvoudigweg toch niet werken. Maar als je de time out zelf op een eerlijke en redelijke manier aanpakt en het op rustige en duidelijke manier naar je kind toe brengt, dan zal het mogelijke gevoel van afwijzing voor je kind nog maar minimaal zijn. Het zal daardoor wel leren – en dat is juist het doel van de time out – dat zijn gedrag grenzen kent èn gevolgen heeft.
 


joyce_rosegrijs_staand_c

Wil je graag een thema-avond over opvoeden bijwonen?
Kijk dan in Joyce’ online Agenda voor een workshop, lezing of OpvoedParty bij jouw in de buurt.

Wil je Joyce graag uitnodigen om een thema-avond over opvoeden te geven?
Kijk dan hier voor mogelijke thema’s en/of neem contact met haar op.


(4) Zodra de tijd om is, ga je naar je kind toe en vraag je wat je kind nu anders gaat doen.
meisje_time_out_staat_achter_stoelJe vraagt aan je kind of hij nog weet waarom hij een time out kreeg. Als je kind het niet meer weet, dan maak je daar geen halszaak van. Door de heftige emoties die er speelden, kan het echt zijn dat hij niet meegekregen heeft wat je aan het begin van de time out zei. Herhaal dan zelf nog eens kort de reden waarom je hem in de time out hebt gezet.

Vraag vervolgens aan je kind wat hij de volgende keer anders gaat doen, zodat hij de lastige situatie waar hij net in zat op een prettigere manier kan aanpakken (prettiger voor de ander, voor jou en voor hemzelf). Dit gesprekje hoeft echt niet lang te duren; het is zelfs beter – zeker voor jonge kinderen – om het kort, bondig en duidelijk te houden. Maak het dan weer goed met elkaar door elkaar even te knuffelen en/of een kus te geven.

 

(5) De time out zit er nu helemaal op.
mamma_speelt_met_peuter_meisjeJe kind heeft z’n ‘straf’ of consequentie gehad (incl. het leermoment!) en verdient nu een nieuwe kans. Geef je kind daarna dan ook (oprecht!) die nieuwe kans om lekker te gaan spelen of om lekker verder te gaan met waar hij voor de time out mee bezig was. Als het goed is, weet hij nu wat hij kan doen om de lastige situatie, waar hij net in zat, anders aan te pakken. Zodra je ziet dat je kind het nu op een goede manier aanpakt, zeg je dat meteen tegen je kind (kom dan echter niet meer terug op de vorige situatie of op de time out). Laat je kind dus merken dat je gezien hebt dat hij het nu op een fijne manier aanpakt. Dat is ontzettend belangrijk. Je kind moet nl. horen dat hij het nu goed doet. Dat zal er voor zorgen dat hij dat in de toekomst vaker zal gaan doen.

In m’n cursus ‘Help, mijn kind luistert niet!?’ lees je meer over de time out, bijv. over wat je tijdens de time out van je kind mag verwachten, wat hij van jou verwacht, hoe lang een time out max. mag duren en de voorbereiding ervan. Daarnaast lees je ook nog vele andere opvoedtechnieken die bijdragen aan een positieve & constructieve opvoeding. Lees er hier meer over.

 

Mijn persoonlijke opvatting over het wel/niet inzetten van een time out:
time_outZoals je hierboven gelezen hebt, kent de time out vrij veel spelregels. Je voert hem dan ook niet zomaar even uit. Je kunt ‘m alleen op een goede manier uitvoeren als jij ‘m zelf goed in de vingers hebt (je weet precies wat je wel/niet doet en wanneer), als je weet wat het doel is (even afstand van elkaar nemen om erger te voorkomen) en als je kind weet wat er gaat gebeuren (je kind weet dat de kans bestaat dat hij een time out krijgt en wat dat inhoudt). Een time out werkt alleen als je ‘m op een goede manier toepast, zeker niet te vaak en vrijwel altijd voorafgegaan door andere opvoedtechnieken (waardoor een time out soms helemaal niet meer nodig blijkt te zijn).
En uiteraard verraad ik hiermee of ik een voor- of tegenstander ben van de time out.

=> Wat mij betreft mag je een time out toevoegen aan je uitgebreide arsenaal aan opvoedtechnieken, maar alleen onder de strikte voorwaarden zoals hierboven beschreven.

En aangezien dit nog maar een deel is van wat er over de time out en het gebruik ervan te vertellen is, schrijf ik binnenkort nieuwe artikelen over dit thema. Deze kun je binnenkort lezen op mijn OpvoedBlog.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!

 


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over. 


 

joyce_rosegrijs_staand_cHeb je vragen over dit thema, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

 

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2016-2019. Joyce Akse/Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Geschreven door Joyce Akse van Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

 

Joyce gebruikte o.a. onderstaande referenties voor dit artikel:
– Sanders, M.R., Markie-Dadds, C., & Turner, K.M.T. (2007). Positief opvoeden: Triple P voor iedere ouder. The University of Queensland: Australia.

Lees verder over gerelateerde thema’s:

– ‘Ik moet het mijn kind eerst minstens 3x vragen… – Hoe je je kind in 5 stappen leert om sneller naar je te luisteren.’ Klik hier.
– ‘Nee, niet doen, dat mag niet!’ (Over: Grenzen stellen zonder ‘nee’ en ‘niet’). Klik hier.
– ‘4 manieren om je kind te helpen met lastige emoties (+ 3 BONUSTIPS)’; klik hier.
Klik hier voor andere opvoedtips, o.a. over luisteren, eten, slapen en nog veel meer.

 

logo_akse_coaching_groot_nieuwGa (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Samen spelen, samen delen? | 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen samen te spelen.

meisje_duwt_broertje_weg_loopfietsBroertjes & zusjes: ze kunnen meestal niet zonder elkaar, maar ook niet met elkaar… Hoe je kinderen met elkaar om gaan, kan je soms echt wel hoofdbrekens bezorgen. Je ziet dat ze elkaar pijn doen, elkaar slaan of ze zeggen heel gemene dingen tegen elkaar. En dan is er ook nog die onvoorspelbaarheid: het ene moment spelen ze ontzettend lief met elkaar en het andere moment slaan ze elkaar ‘de koppen in’, soms zelfs letterlijk…

Voor jou als ouder zijn dat hele lastige momenten, want je wil niets liever dan dat je kinderen goed met elkaar kunnen opschieten, dat ze elkaar geen pijn doen en dat ze op een fijne manier met elkaar omgaan. Toch zijn kleine ruzietjes of onenigheden haast onvermijdelijk.

Jonge kinderen, zoals dreumesen en peuters, zijn van nature egocentrisch* ingesteld; ze eigenen zich bijv. heel gemakkelijk speeltjes toe, eenvoudigweg omdat ze er zelf mee willen spelen én dat willen ze nu! Ze realiseren zich nog niet dat dat andere kindje, dat met dat speeltje aan het spelen was, er ook graag mee speelde; met een kleine ruzie of huilbui tot gevolg…
*Egocentrisme bij dreumesen & peuters: deze jonge kinderen zijn nog erg op zichzelf gericht, ze hebben nog geen begrip voor het standpunt van iemand anders en ze hebben veel moeite om in te zien dat anderen ook gevoelens en ideeën hebben.

Tot op zekere hoogte kunnen kinderen er dus eigenlijk niks aan doen dat ze zo op andere kinderen reageren. Jonge kinderen zullen dan ook nog moeten leren hoe ze op een goede manier met andere kinderen kunnen spelen. Oudere kinderen hebben dat deels al geleerd, maar ook zij kunnen soms nog wat hulp gebruiken. Of kun je ze eigenlijk beter niet helpen…?

⇒ In dit artikel lees je hoe je de sociale ontwikkeling van je kind kunt ontwikkelen en geef ik je 5 tips om je kind te leren op een fijne manier samen met andere kinderen, o.a. z’n broertje of zusje, te spelen.

(1) Laat je kind regelmatig met andere kinderen spelen.
jongen_meisje_steken_tong_uitDat lijkt van de ene kant een open deur, van de andere kant misschien juist tegenstrijdig.

Open deur: kinderen zijn heel geïnteresseerd in andere kinderen en willen graag met hen spelen. Dreumesen en peuters spelen nog niet echt samen, maar veel meer naast elkaar. Op die manier zijn ze wel bij elkaar en leren ze van elkaar door naar elkaar te kijken en door de manier waarop het andere kindje met iets speelt. Vanaf de kleutertijd komt het ‘samen spelen’ steeds beter uit de verf en leren ze ook steeds meer van de interactie met elkaar.

Tegenstrijdig: als je kind altijd maar ruzie lijkt te hebben met andere kinderen, dan heb je misschien de neiging om je kind een tijdje uit de buurt te houden van andere kinderen. Het nadeel daarvan is alleen dat je kind daar eigenlijk niks van leert. Juist door met andere kinderen te spelen, leert je kind wat hij wel en wat hij beter niet kan doen. Zorg er voor, juist als je kind moeite heeft met samen spelen, dat je af en toe bij je kind gaat zitten om hem te begeleiden in het ‘samen spelen’.


joyce_grijs_aanjou_1

Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.



(2) Leg je kind uit wat ‘samen spelen, samen delen’ betekent én doe het voor.

kinderen_ruzieVeel ouders zijn geneigd om bij een ruzie tussen kinderen gauw te zeggen ‘kom op, wel samen spelen, samen delen, he’ in de hoop dat hun kinderen begrijpen wat ze dan moeten doen. Terwijl voor (mn. jonge) kinderen heel moeilijk te begrijpen is wat je daar nou precies mee bedoelt. Het woord ‘spelen’ weten ze vaak wel, maar wat is ‘samen’ en wat is ‘delen’? Dat zijn vrij abstracte en dus moeilijke woorden voor je kind om goed te begrijpen, laat staan om het meteen uit te kunnen voeren.

Ik bedoel uiteraard niet dat je deze uitspraak dan maar beter niet meer moet gebruiken; integendeel! Versterk je woorden met uitleg: leg uit wat je er precies mee bedoelt en doe het voor. Als je dat regelmatig doet, gaat je kind het steeds beter begrijpen en uiteindelijk ook uit zichzelf doen. Datzelfde geldt ook voor ‘om de beurt’. Leg je kind uit wat je er precies mee bedoelt en doe het voor.
Dit kun je thuis heel goed oefenen. Ga samen met je kind spelen en leg uit wat jouw bedoeling is, wat je met hem wil oefenen. In het begin kan het nog best moeizaam gaan, maar na verloop van tijd merk je dat het al een stuk beter gaat.

(3) Laat je kind merken dat hij op een fijne manier met andere kinderen speelt.
kinderen_spelen_met_blokken_treinAls je vindt dat je kind op een fijne manier met z’n broertje, zusje of vriendje speelt, laat dat dan merken, meteen op het moment zelf én zo specifiek mogelijk. Zeg tegen je kind ‘wat fijn dat je het speeltje meteen aan Emma gaf toen ze er om vroeg. Dat vind ik erg lief van jou’. Dit is heel belangrijk om je kind te stimuleren om vaker op die manier met zijn andere kinderen om te gaan.

(4) Stimuleer je kind om rekening te houden met de gevoelens van anderen.
Naarmate je kind ouder wordt, krijgt hij steeds meer oog voor de ideeën en gevoelens van andere kinderen en volwassenen. Als jij hem daar ook attent op maakt, dan zal hij nog sneller gaan begrijpen dat anderen iets niet of juist wel leuk vinden. Zeg tegen je kind bijv. ‘je hebt het speeltje van Guus afgepakt. Guus is er verdrietig van geworden, kijk maar, hij huilt.’ Andersom werkt natuurlijk ook: ‘kijk eens hoe blij Fleur nu is, nu je haar het blokje gegeven hebt’. Je kind leert daardoor dat zijn gedrag gevolgen kan hebben voor anderen.
Let op dat je dit natuurlijk niet overdrijft. Je kind hoeft niet alleen maar rekening te houden met anderen en mag ook leren om voor zichzelf opkomen. ‘Met mate’ is natuurlijk het devies.


joyce_rosegrijs_staand_c

Wil je graag een thema-avond over opvoeden bijwonen?
Kijk dan in Joyce’ online Agenda voor een workshop, lezing of OpvoedParty bij jouw in de buurt.

Wil je Joyce graag uitnodigen om een thema-avond over opvoeden te geven?
Kijk dan hier voor mogelijke thema’s en/of neem contact met haar op.



(5) Probeer je kinderen de ruzie zelf op te laten lossen.

moeder_scheidt_broer_zus_ruzieJe hoeft als ouder niet altijd scheidsrechter te spelen. Zo lang de ruzie enigszins gelijkwaardig is en de een niet enorm het onderspit delft bij de ander, is het voor je kind(eren) juist heel leerzaam om de ruzie zo veel mogelijk zelf op te lossen. Als je toch vindt dat je tussenbeide moet komen, probeer dan geen partij te trekken, maar begeleidt het proces; op die manier ben je geen scheidsrechter maar eerder een tolk om de gevoelens van je kinderen aan elkaar te vertalen.

Nog even dit: Houd er rekening mee dat het juist goed is dat kinderen in de veilige thuissituatie leren om met anderen om te gaan. Ze kunnen thuis eens boos reageren en kijken hoe de ander er op reageert; ze kunnen thuis eens een scheldwoord gebruiken om te merken welke consequenties er aan verbonden zijn, bijv. hoe reageren papa of mama als ik dit zeg of als ik dit doe bij m’n broer of zus. Thuis kunnen ze dat op een veilige manier uitproberen zonder dat de onderlinge relatie verstoord raakt; ondanks een ruzie blijven ze nog steeds broer en zus (waar een vriendje hem de rug zou kunnen toekeren).

Kinderen leren ontzettend veel van ruzie maken: ze leren enerzijds om voor zichzelf op te komen en anderzijds om de behoeften van anderen aan te voelen en te respecteren. Ze oefenen hun sociale vaardigheden en op welke manieren ze conflicten kunnen oplossen, waardoor ze zelf ook weer weerbaarder worden en dat gaat natuurlijk met vallen en opstaan. Als ze thuis op een goede manier leren om met deze lastige situaties om te gaan, dan zullen ze het uiteindelijk buitenshuis ook steeds beter weten aan te pakken.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


Ik hoop van harte dat je op basis van deze tips op een leuke manier aan de slag kunt met jouw manier van opvoeden én dat je kinderen weer vaker op een fijne manier met elkaar kunnen spelen. Veel plezier samen!

joyce_rosegrijs_staand_cHeb je vragen over dit thema, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2015-2020. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Geschreven door Joyce Akse van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Joyce heeft voor dit artikel de volgende referenties gebruikt:
– Marx, Westpalm van Hoorn en Molenaar. (2009). Je peuter. Spectrum: Houten.
– Turner, Sanders & Markie-Dadds. (2011). Delen en samenspelen. Triple P International.
– Woolfson. (2001). De pientere peuter. Tirion Uitgevers bv: Baarn.

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe je in slechts 5 stappen de emotionele veerkracht van je kind of tiener stimuleert‘ [incl. korte test].
– ‘Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?‘.
– ‘Sturing & verbinding: Waarom beide aspecten onmisbaar zijn in de opvoeding van jouw kind.
– ‘Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor meer waardevolle opvoedtips van Joyce, bijv. over (niet) willen luisteren, slapen of eten ed.

logo_akse_coaching_klein_nieuwGa (terug) naar de website van Akse Coaching.