Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken. (1 van 2)

Als je denkt aan agressie bij kinderen, dan denk je waarschijnlijk aan slaan en schoppen, aan anderen opzettelijk pijn doen of aan met opzet iets kapot maken. Toch kun je onder agressie nog veel meer verstaan. Je kunt ook denken aan brutaal zijn, een grote mond hebben, vaak ruzie maken met andere kinderen, andere kinderen beledigen, kleineren of pesten.

Het zal je dan ook niet verbazen dat er meerdere uitingsvormen van agressie bestaan. Die zet ik in dit artikel graag voor je uiteen. En misschien kom je er dan achter dat je kind of jijzelf inderdaad ook wel eens agressief is/bent. Sterker nog, de kans is groot dat we allemaal wel eens agressief zijn.

In dit artikel lees je niet alleen welke vormen er van agressief gedrag bestaan, maar ook hoe het kan ontstaan en welke verschillen er bestaan tussen jongens en meisjes.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Goed om te weten
Alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Jonge kinderen kunnen hun impulsen nog niet zo goed beheersen en leren dat steeds beter naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving; ook dat hoort dus bij een normale ontwikkeling.
En nogmaals: alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Normaalgesproken zie je ook dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware weer overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Wat is agressief gedrag precies?
Het is nog best lastig om te beschrijven wat agressie precies is. Enerzijds zit er aan agressief gedrag een component van een ander met opzet schade toebrengen, bijv. door de ander fysiek pijn te doen of door over een ander te roddelen. Anderzijds heeft het te maken met het overschrijden van (on)geschreven regels van wat toegestaan is, hoe we met elkaar omgaan en in hoeverre anderen last hebben van het (agressieve) gedrag.

Hier volgt een definitie van agressief gedrag:
Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden. (van der Ploeg, 2009)


Agressief gedrag is een onderdeel van ‘externaliserend probleemgedrag’. Externaliserend probleemgedrag is gedrag dat naar buiten toe / op anderen gericht is.* Ook geweld en criminaliteit valt onder deze noemer.
*: Zo bestaat er ook ‘internaliserend probleemgedrag’; probleemgedrag dat naar binnen toe gericht is, zoals depressie of angst.

Agressie en geweld worden vaak door elkaar gebruikt. Er bestaat veel overlap tussen deze begrippen en ze liggen in elkaars verlengde. Toch is er een duidelijk verschil tussen agressie en geweld. Geweld kun je zien als een uitzonderlijk ernstige en heftige vorm van (fysieke) agressie.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-


Agressief gedrag kan op diverse manieren beschreven, onderscheiden en ingedeeld worden. Tussen deze indelingen bestaat deels ook weer enige overlap. Ze zijn dus niet totaal verschillend, maar kunnen wel helpen bij het maken van een onderscheid in gedrag dat je ziet bij kinderen en helpen bij hoe je het agressieve gedrag van je kind kunt beoordelen. Hier volgen alvast 5 veelvoorkomende indelingen.

(A) Fysieke vs. Psychische agressie:
Bij deze indeling gaat het om het effect van het agressieve gedrag en dan meer specifiek om het toebrengen van letsel bij de ander. Bij fysieke agressie gaat het om het toebrengen van fysiek letsel, dus letsel aan het lichaam van een ander. Bijv. door een klap in het gezicht of het toebrengen van (ernstig / minder ernstig) letsel bij een ander (bijv. lichamelijke mishandeling). Bij psychische agressie gaat het om het toebrengen van psychisch letsel bij een ander (bijv. door bedreiging, onder druk zetten, pesten, beledigen).

(B) Incidentele vs. Structurele agressie:
Als je kind af en toe agressief is, dan spreek je van incidentele agressie. Je kind reageert dan een enkele keer agressief in een specifieke situatie, bijv. omdat een ander kind zijn speelgoed afpakte, bijt je kind het andere kind. Als je kind regelmatig agressief gedrag laat zien, dan lijkt het agressieve gedrag een gewoonte geworden. Dan spreken we van structurele of chronische agressie.

(D) Covert vs. Open agressie:
In het geval van open agressie hebben anderen direct last van het agressieve gedrag van het kind. Het is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. De agressie kan zowel psychisch als fysiek van aard zijn. Bijv. het kind schreeuwt, scheldt, eist, driftig is, pest, slaat, bedreigt en/of vecht. Deze vorm wordt ook wel manifeste agressie genoemd.

In het geval van covert agressie speelt het agressieve gedrag zich stiekem af, dus bedekt voor anderen. Ook dit kan zowel fysiek als psychisch zijn. En hoewel het moeilijk tot niet zich- of hoorbaar is voor anderen, is het wel degelijk bedoeld om anderen schade toe te brengen.
Voorbeelden van covert agressie zijn kinderen, die liegen, die anderen buitensluiten, die kwaadspreken over een ander, die anderen opzetten tegen iemand. Deze vormen van coverte agressie wordt ook wel aangeduid met relationele agressie.
Ook hardnekkig liegen of aanhoudend tegendraads gedrag kan tot covert agressie gerekend worden, net als (latente) agressie tegen ouders en de maatschappij (bijv. diefstal of vernielen).

(E) Verbale vs. Non-verbale agressie:
De uitleg van deze twee agressievormen ligt voor de hand: bij verbale agressie worden woorden gebruikt, bij non-verbale agressie worden geen woorden gebruikt.
Bij verbale agressie kun je denken aan uitschelden, kwetsen, beledigen of intimideren; deze vorm van agressie komt veel voor. Bij non-verbale agressie kun je denken aan negeren, doodgezwegen of (stilzwijgend) dwarsgezeten worden. Deze vaak onopgemerkte variant van agressie kan ernstige vormen
aannemen en zelfs tot psychische mishandeling leiden.



En zeg eens eerlijk: heb jij bij deze omschrijvingen al iets herkend van wat jouw kind ook wel eens doet? Of van wat je misschien zelf wel eens doet?

Waarschijnlijk wel, want we maken ons allemaal wel eens schuldig aan (lichte vormen van) agressief gedrag. Toch willen we dat natuurlijk liever niet en zagen we het liefst dat het zo min mogelijk voorkwam. Vandaar dat ik je in m’n artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2) tips geef over hoe je om kunt gaan met dit agressieve gedrag, zodat het langzaam maar zeker gaat verminderen. In dít artikel leg ik je hieronder nog kort uit wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes op het gebied van agressief gedrag en wat mogelijke oorzaken zijn waardoor agressief gedrag ontstaat.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

Verschillen tussen jongens en meisjes
We zijn geneigd om te zeggen dat jongens agressiever zijn dan meisjes. De verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat jongens meer moeite hebben met zelfbeheersing of het beheersen van hun impulsen.
Toch is het in dit kader goed om te kijken naar welke vormen van agressie voorkomen bij jongens en meisjes. Dan zie je dat jongens vaker open, fysieke agressie (bijv. slaan, schoppen) laten zien en meisjes eerder de covert, relationele agressie (bijv. roddelen, buitensluiten). Hoewel fysieke agressie op het eerste gezicht wellicht erger lijkt, mn. voor de persoon tegen wie het gericht is, kan ook coverte agressie behoorlijk negatieve gevolgen hebben.
=> Het is belangrijk om kinderen en tieners te leren dat beide vormen van agressie onwenselijk zijn.

Oorzaken van agressief gedrag
Voor het ontstaan van agressief gedrag is niet slechts één factor aan te wijzen. Vaak gaat het om een combinatie van en interactie tussen meerdere factoren. Hieronder vind je een aantal mogelijke verklaringen, die doorgaans dus niet geïsoleerd, maar juist in combinatie met (één van de) andere factoren voorkomen.

* Algemeen:
In het algemeen kun je stellen dat agressief gedrag – heel basaal – kan voortkomen uit vermoeidheid, honger of een gevoel van drukte. Ook onderliggende emoties, zoals gevoelens van onmacht, frustratie, boosheid, onzekerheid of angst, maken de kans op agressief gedrag groter.

* Gedrag van anderen:
Kinderen leren van wat ze om hen heen zien (modelling), bijv. van ouders, broers en zussen, leeftijdsgenoten, van wat ze op tv zien en in games meemaken. Ze leren van anderen hoe ze met lastige situaties omgaan. Bijv. als kinderen bij hun ouders zien dat ze (verbaal of lichamelijke) agressief reageren als ze boos, gefrustreerd of teleurgesteld zijn, dan leren ze daarvan. Kinderen zullen die reactie en dat gedrag dan als normaal beschouwen, waardoor de kans groter wordt dat ze zelf ook op die manier gaan reageren. Ook erfelijkheid kan hierbij indirect een rol spelen.

* Opvoeding:
Kinderen, met wie van huis uit te weinig afspraken gemaakt worden, bij wie regels niet consequent nageleefd worden, die hard en inconsequent gestraft worden, bij wie opdrachten commanderend gegeven worden, die weinig direct toezicht hebben, die weinig positieve aandacht krijgen en betrokkenheid ervaren, hebben een grotere kans om agressief gedrag te ontwikkelen. Ook als ouders regels aanpassen naar de wens van hun kind, nádat het kind ongewenst, agressief gedrag vertoonde, werkt dat juist het voortduren van ongewenst, agressief gedrag in de hand.
De onderlinge reacties en gedragingen tussen ouder(s) en kind hangen enerzijds samen met de kenmerken van het kind zelf én met de eigenschappen van de ouders. Ook hier is dus weer sprake van een interactie.

* Kenmerken van het kind zelf:
Kinderen met specifieke persoonlijkheidskenmerken hebben een grotere kans om agressief gedrag te vertonen. Denk aan emotionele labiliteit, rusteloosheid, een korte aandachtspanne, negativisme en een lage impulscontrole. Ze zijn vaker egoïstischer ingesteld en kunnen zich moeilijker verplaatsen in de ander. Ook kinderen, die specifieke (gedrags)stoornissen hebben, laten vaker agressief gedrag zien; denk aan aandachtsstoornis met hyperactiviteit, een leesstoornis of -achterstand, een taalstoornis, een ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wanneer is agressief gedrag echt een probleem?
Het is belangrijk om je te realiseren dat niet alle agressieve gedrag meteen een probleem is. Dat hangt af van een aantal factoren. Allereerst kijk je naar de aanleiding waarbij het agressieve gedrag voorkomt. Als iemand bij kleine gebeurtenissen al agressief reageert en wanneer dat ook nog regelmatig voorkomt, dan kan dat problematisch zijn.
=> Bij 10-20% van alle jeugdigen is agressie daadwerkelijk een probleem.

Wanneer het agressieve gedrag lang duurt en/of wanneer een kind in meerdere situaties en locaties agressief is, kan dat problematisch zijn. Tenslotte is het belangrijk om de gevolgen van het agressieve gedrag mee te nemen. Wanneer relaties – bijv. thuis of op school – verstoord raken, is ook dat een factor die bijdraagt aan het problematische karakter van de agressie.

Wanneer het agressieve gedrag zich langere tijd (>4 maanden) en herhaaldelijk blijft voordoen én het een ongunstige invloed heeft op het functioneren van het kind of de adolescent, dan kan er sprake zijn van een psychisch probleem of stoornis (bijv. ODD – Oppositional Defiant Disorder of CD – Conduct Disorder). Schakel in dat geval zeker hulp in van professionals en experts op dit gebied.

Tot zover mijn tips voor wat agressief gedrag bij kinderen en tieners is, welke vormen het kan aannemen en welke oorzaken het heeft. Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.

Alle kinderen zijn wel eens bang; jouw kind of leerling vast ook. Denk maar eens aan die ene keer dat je zoon schrok van een hond of spin. Of toen het buiten onweerde en je dochter schrok van de harde knallen. Of misschien vindt je zoon het wel heel spannend om in een donkere kamer te slapen. Of vindt één van je leerlingen het superspannend om een spreekbeurt te houden; door al die ogen die op hem gericht zijn, wordt hij steevast ontzettend bibberig. Zelfs baby’s kunnen angstig zijn, bijvoorbeeld omdat jij als ouder even uit het zicht verdwijnt. Allemaal situaties, die je waarschijnlijk wel zult herkennen en die niet meteen heel zorgwekkend hoeven te zijn.

Gevoelens van angst komen bij iedereen voor en zijn dus eigenlijk heel normaal. Toch zijn er kinderen of leerlingen die té angstig zijn. Dan durven ze bijvoorbeeld niet meer op bezoek bij iemand die een hond heeft of durven ze niet meer naar school als ze hun spreekbeurt moeten houden. Als je merkt dat de angst van jouw kind of leerling groter is dan die van anderen, dan is het goed om er iets aan te doen. Maar wanneer is een angst eigenlijk te groot? En wát kun je dan het beste doen?

Dat heb ik allemaal gevraagd aan onderzoeker dr. Ellin Simon. Zij is expert op het gebied van angst bij kinderen. Je leest haar antwoorden op mijn vragen in dit artikel.


Je bent expert op het gebied van angst bij kinderen en jongeren. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?
‘Ik wilde graag promoveren op een onderwerp, waarbij ik kinderen op psychologisch vlak kon helpen. Min of meer toevallig kwam ik uit bij het thema ‘angst’. Dat thema sprak me wel meteen heel erg aan. Ik ben me in het thema ‘angst’ gaan verdiepen en ik vind het nog steeds een fascinerend onderwerp. Het is één van de eerste stoornissen, die zich kan voordoen in de ontwikkeling van kinderen. Maar dat is nog niet alles, want het lijkt vaak ook nog een poort te zijn naar andere stoornissen, zoals depressie en middelenmisbruik. We weten ook dat kinderen, die angstig zijn, op latere leeftijd een grotere kans hebben om depressief te worden of middelen te misbruiken. Het is dus belangrijk om er vroeg bij te zijn.

Mijn fascinatie voor dit thema zit ‘m er vooral in dat de emotie, die bij angst past, voornamelijk naar binnen gericht is. Bij angstige kinderen zie je bijvoorbeeld dat ze geremd kunnen zijn, dat ze zich veel zorgen maken, dat ze veel analyseren en daar dan ook een angstig gevoel bij hebben. Die gevoelens en gedachten zijn nog best lastig op te merken voor buitenstaanders; ook voor ouders kan dit lastig zijn. Het is voor ons als onderzoekers dan ook belangrijk om na te denken over hoe je angstige kinderen vroegtijdig te pakken krijgt. Als je er namelijk op tijd bij bent, kun je ervoor zorgen dat het niet erger of chronisch wordt en dat het zich niet uitbreidt naar andere angsten of problematieken.

Bij ons project ‘Leer te durven’ gaan we met kinderen aan de slag, die zelf aangeven dat ze ergens bang voor zijn. Dat is een evidence-based project. Voorheen zagen we de kinderen dan vooral face-to-face, nu hebben we ook een online variant. We zien op dit moment al sterke effecten van de behandeling. We zien dat het een positief effect heeft op het angstniveau van het kind (het angstniveau wordt lager), we zien dat kinderen minder vermijdingsgedrag vertonen en minder negatieve gedachten hebben. Al met al zijn de eerste resultaten dus heel veelbelovend. (Dit zijn de eerste resultaten van dit onderzoeksproject, maar op het moment van het interview zijn die nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Dat komt nog.).’

dr. Ellin Simon is ontwikkelingspsycholoog en Universitair Docent ‘Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie’ aan de Open Universiteit. Samen met prof. dr. Susan Bögels bracht zij de face-to-face variant van ‘Leer te Durven!’ uit (verkrijgbaar in de boekenwinkel) en onderzoekt momenteel de online variant van dit trainingsprogramma voor angstige kinderen (8 t/m 13 jaar).

Het onderzoek Leer te durven loopt nog tot in 2022.
Kinderen van 8 t/m 13 jaar kunnen zich nog steeds aanmelden om aan het project deel te nemen.
Klik hier om meer over dit project te lezen; je leest dan ook hoe je je kind er evt. voor kunt aanmelden.
…………………………………………..

Wat is ‘angst’ of een angststoornis bij kinderen precies? Hoe kunnen ouders of leerkrachten angst bij kinderen herkennen?
‘Angst is eigenlijk een gezonde emotie. Iedereen heeft angst nodig. Zonder angst kom je namelijk in de problemen, omdat je dan niet goed genoeg op dreigende signalen kunt reageren. Als je te weinig angst ervaart, kun je roekeloos of gewetenloos worden en dat is niet gezond. Je hebt dus echt een bepaalde mate van angst nodig om goed te kunnen functioneren.

In iedere fase van je ontwikkeling heb je een andere ‘soort’ angst, die op de voorgrond staat. Bij baby’s is dat bijvoorbeeld scheidingsangst. Het is heel normaal wanneer baby’s daar een bepaalde periode meer last van hebben. Op die leeftijd zien we dat als een functionele angst. Als je 10 jaar bent, is dat echter niet meer het geval en kan scheidingsangst zorgwekkender zijn.

Daarom is het belangrijk om de angst van een kind te vergelijken met de mate van angst, die je bij leeftijdsgenoten ziet. Je ziet dan goed of de mate van angst bij een kind hoger is dan je op basis van zijn of haar leeftijd mag verwachten.

Je kunt de mate van angst zien als een continuüm; die varieert van geen angst tot extreme angst. Angst kan grofweg in drie gradaties voorkomen: (1) geen angst, (2) normale angst, (3) hoge niveaus van angst.

Bij kinderen, die een extreme mate van angst hebben, kun je zeggen dat ze een angststoornis hebben. Vaak hebben kinderen met een angststoornis ernstigere en langdurigere symptomen dan andere kinderen. Je ziet dat de kwaliteit van hun dagelijks leven erg wordt gehinderd. Dat kan bijvoorbeeld invloed hebben op hoe het op school gaat, in de contacten met vriendjes of hoe ze zich lichamelijk voelen. Kinderen met een angststoornis vertonen veel vermijdingsgedrag; ze gaan bepaalde situaties uit de weg, die ze eigenlijk niet uit de weg zouden moeten gaan. Vooral als kinderen hoge niveaus van angst hebben, is het belangrijk om in te grijpen om zo grotere problemen te voorkomen.

Ik zal als voorbeeld de angst voor honden uitsplitsen voor de verschillende angstgradaties die er zijn.

Normale angst voor honden: Het is geen probleem om een bepaalde voorzichtigheid te hebben als je bij een hond bent. Iedereen heeft wel een bepaalde mate van alertheid voor honden. Je bekijkt of je de hond kunt vertrouwen. Als je ziet dat het een blije hond is, dan is het goed. Zo niet, dan houd je wat meer afstand.
Overmatige / abnormale angst: als de mate van angst voor honden groter is, dan zie je dat een kind zich verschuilt achter de ouder of dat het stokstijf stil staat als er toevallig een hond langskomt.
Angststoornis / -diagnose: bij de hoogste mate van angst zie je dat de angst grotere gevolgen heeft voor het kind. Het kind gaat bijvoorbeeld niet meer bij een vriendje spelen omdat die een hond heeft. Als je naar school loopt, wil je kind een bepaalde straat niet inlopen, omdat het bang is dat het daar weer een hond tegenkomt; je kind loopt dan liever een paar straten om om maar niet die hond tegen te komen. Dat vermijdingsgedrag hindert je kind in zijn dagelijkse leven. De ernst van de angst en de gevolgen ervan zijn veel heftiger. Je kind besluit bijvoorbeeld om niet alleen niet meer naar een vriendje te gaan, maar het gaat ook niet meer bij oma op bezoek, omdat ze een hond heeft. Je kind houdt steeds rekening met het wel / niet tegen kunnen komen van honden. Het gevoel van het kind is dan een heel intense emotie.
Geen angst: Er zijn ook kinderen, die absoluut geen angst kennen. In het geval van honden zouden ze dan bijv. bij iedere hond hun gezicht dicht in de buurt van de bek houden. Dat zou dan weer erg roekeloos zijn.

Iedere angstreactie – zowel een normale angstreactie als de angststoornis – bestaat uit 4 componenten:
1) Het bevat een gevoel, emotie en angstervaring. Dat zijn componenten, die als het ware in de angst zelf zitten.
2) Er is sprake van vermijdingsgedrag: de angstige situatie wordt vermeden waardoor de angst minder vaak voorkomt (bijv. het kind vermijdt de hond).
3) Er treedt een fysieke reactie op (bijv. er komt adrenaline vrij, de hartslag gaat omhoog).
4) Je gaat erover nadenken (bijv. over de angst of angstige situatie, piekeren).

Bij een angststoornis zijn deze componenten heel sterk aanwezig. En natuurlijk zie je bij verschillende mensen individuele verschillen in de mate, waarin deze 4 componenten aanwezig zijn. Ook zijn er verschillen in de aanwezigheid van deze componenten tussen verschillende soorten angst. Volwassenen hebben daarbij nog eens een uitgebreider, verfijnder repertoire om op een angst te reageren of om ermee om te gaan dan kinderen.’

Hoe ‘ontstaat’ angst eigenlijk?
Er zijn een aantal manieren waarop angsten of angststoornissen kunnen ontstaan. Ik zal er 4 uitleggen:

  1. Genetisch erfelijkheid: Het gaat dan om specifieke aspecten van het temperament van een persoon, zoals geremdheid.
  2. Reactie van ouders: Een geremd temperament van kinderen kan extra versterkt worden als een kind heel erg beschermd wordt door zijn ouders (overbescherming). Wanneer een kind te veel wordt beschermd, dan leert het kind niet om op een goede manier om te gaan met spannende situaties. Door de overbeschermende reactie van de ouders krijgt het kind zelfs juist het idee dat de situatie daadwerkelijk angstwekkend is. Een dergelijke overbeschermende reactie van ouders bevestigt het gevoel van het kind alleen maar: ‘ik ben zelf niet sterk genoeg om met die situatie om te gaan.’ Kortom, dergelijke reacties van ouders kunnen het angstige, geremde temperament van het kind versterken of verergeren.
  3. Een specifieke gebeurtenis: Als een kind iets heeft meegemaakt (bijv. het is gebeten door een hond), dan is die gebeurtenis een trigger om overmatig angstig te worden.
  4. Model-leren: Kinderen leren door te kijken naar hun ouders en hoe ouders met situaties omgaan. Ze zien hun ouders als rolmodel. Als ouders een overmatige angstreactie geven op een bepaalde situatie, dan is de kans groter dat het kind ook sneller die angstreactie geeft.’

Vanaf welke leeftijd kun je een angststoornis bij kinderen laten onderzoeken / vaststellen?
‘Op iedere leeftijd kunnen kinderen bang zijn. Vanaf een jaar of 4 jaar zou je voorzichtig een diagnose kunnen gaan stellen. Voor die tijd is een kind nog zo kneedbaar en beïnvloedbaar, dat je dan meestal nog geen diagnose gaat stellen. Je kunt op jonge leeftijd overigens wel vaststellen dat een baby wel / geen geremd temperament heeft. We weten dat baby’s met een geremd temperament een grotere kans hebben om later (in de kindertijd of op latere leeftijd) een angststoornis te ontwikkelen, mn. sociale angst.’

Waar wordt angst bij kinderen wel eens mee verward?
‘Angst wordt wel eens verward met een depressie. Er bestaat ook best wat overlap in de symptomen, die je ziet bij angst en depressie. Bijv. als een kind een negatieve stemming heeft en het daardoor geen zin heeft om bij een vriendje te gaan spelen, kan het aangeven dat het niet wil gaan omdat ‘het vriendje een hond heeft’. Je denkt dan wellicht eerder dat het kind bang is voor die hond dan dat het een negatieve stemming heeft. Zowel angst als depressie zijn beide internaliserende (naar binnen gerichte) probleemgedragingen of stoornissen; kinderen trekken zich terug in zichzelf. Soms is het dan ook niet noodzakelijk om een te strikt onderscheid te maken tussen angst en depressie.

Sommige angstige kinderen kunnen ook heel driftig worden. Dat is niet typisch gedrag voor angst, maar het komt in enkele gevallen wel voor. Als kinderen met angst driftig gedrag laten zien, dan kan juist dat gedrag het moeilijker maken om de diagnose ‘angst’ te stellen.

Van kinderen met autisme weten we dat zo’n 40% ook een angststoornis heeft. Dat wordt vaak over het hoofd gezien. Deze kinderen reageren dan anders in een bepaalde situatie, wat vervolgens geschaard wordt onder de brede noemer ‘autisme’. Het is echter juist goed om ook bij deze kinderen naar de angstcomponenten te kijken. Als je namelijk weet waar het kind precies bang voor is, kun je het beter en gerichter helpen. Angst is namelijk relatief makkelijk te behandelen. Het kind krijgt door die behandeling een mooie succeservaring en kan zo meer vertrouwen opbouwen voor andere therapieën of behandelingen.’

Alle kinderen zijn wel eens bang. Zou je angstige gevoelens bij kinderen eigenlijk al serieus moeten nemen?
‘Als de angst van een kind niet past bij zijn leeftijd of ontwikkelingsfase, dan is het goed om die angst serieus te nemen. Meestal gaat het vanzelf wel over, omdat een kind zelf een manier vindt om ermee om te gaan. Alleen, als het te lang duurt of als het echt erger is dan bij andere kinderen, dan is het goed om er wel iets aan doen. Doe je dat niet, dan wordt de angst namelijk alleen maar erger en dan versterkt de angst zichzelf. Uit onderzoek blijkt ook dat het niet behandelen van angst de chroniciteit van angst versterkt.’

Kunnen kinderen hun angstige gevoelens verdoezelen, waardoor het lastig wordt om het te herkennen voor ouders of leerkrachten?
‘Aangezien angst een emotie is, die vooral naar binnen gericht is (internaliseren), kan het lastig zijn om de angst te herkennen. Angstige kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor de mening van anderen, ze zijn eerder geremd, wat kan betekenen dat ze hun ouders niet met hun angst willen belasten of dat ze het idee hebben dat het toch geen zin heeft om het te vertellen. Als kinderen moedeloos worden of zich hulpeloos voelen door hun angst, dan kan dat effect hebben op hun stemming. Voor het kind kan het lastig zijn om zijn angst te uiten of onder woorden te brengen. Vandaar dat het voor ons als onderzoekers belangrijk is om goed na te denken over hoe je angst goed kunt opsporen en het kind er vervolgens mee kunt helpen. Als een kind er niet over praat, is de kans natuurlijk groter dat er niks aan gedaan wordt en dat de angst vervolgens alleen maar erger wordt. Het kind kan dan ander gedrag gaan vertonen om de angstgevoelens toch onder de aandacht te brengen. Het kind uit dan niet de angst, maar geeft met ander gedrag aan ‘ik ben in nood, ik kom er niet alleen uit’.

Het is goed om de angst, die je ervaart, aan te pakken en om ermee bezig te zijn. Het is goed om erover na te denken en om je omgeving te laten weten dat je ermee bezig bent. Het is het allerbelangrijkste dat de omgeving weet dat het kind ermee worstelt.’

Welke mythe bestaan er over angsten bij kinderen en welke zou je het liefst meteen willen ontkrachten?
‘De belangrijkste mythe, die er over angst bestaat, is het idee ‘Het gaat wel weer over.’ Als je namelijk wél aandacht voor de angst hebt, dan kun je het leven van een kind heel positief beïnvloeden. Je haalt de angst en de bijbehorende problemen weg. Wat je aangeleerd hebt tijdens een behandeling is iets dat iedereen kan gebruiken. Je kunt die informatie en vaardigheden ook gebruiken om om te gaan met andersoortige problemen. Daardoor geef je je kind juist een mooie bagage mee.’

Als ouders of leerkrachten het vermoeden hebben, dat hun kind of leerling (te) angstig is: wat kunnen ze dan doen? Welke stappen kunnen ze dan ondernemen?
‘Het belangrijkste voor het kind is dat de angst naar buiten komt. Laat je kind of leerling merken dat het erover kan praten. Dan kun je vervolgens beter inschatten of de angst tijdelijk is of juist heel ernstig. Daarna kun je inschatten of je er iets aan moet doen of dat het niet nodig is.

Als er inderdaad sprake blijkt te zijn van grotere angst, dan zijn er best wat leuke, laagdrempelige trainingen voorhanden (o.a. Leer te durven; voor kinderen van 8 jaar t/m 13 jaar), die je kind kan volgen. Door zo’n training leert je kind om beter op zichzelf te reflecteren. Het is ook goed als een kind zelf meedoet aan een training. De leeftijdscategorie 8 t/m 13 jaar is de leeftijd waarop angststoornissen zich het vaakst ontwikkelen.

Verder bestaan er online preventieve trainingen. Op de website van de Angst/dwang/fobie stichting staan leuke spelletjes voor kinderen met angst. Kijk maar eens op Angst of Fobie of Bibbers.nl. Indien je kind echt een ernstige angststoornis heeft, dan is het belangrijk om een specialistische angsttherapeut te raadplegen.’

Er bestaan ook veel leuke (prenten)boeken om samen met je kind te lezen over het thema ‘angst’ of ‘bang zijn’. Hier volgen enkele voorbeelden:
• ‘Suus en het grauwe stadje’ (Wendy van Groeninge)
• ‘Bang mannetje’ (Mathilde Stein?)
• ‘Gevoelens – Bang: Waar ben je bang voor en wat kun je eraan doen? (Jane Bingham)
• ‘Kikker is bang’ (Max Velthuijs)

Boekentips voor ouders om over ‘angsten bij kinderen’ te lezen:
– ‘Monsters onder het bed’ (P. Muris)’
– Werkboek ‘Leer te durven’ (E. Simon & S. Bögels)


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig. Klik hier.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

joyce_rosegrijs_staand_c

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Wist jij dit al over opvoeding en ouderschap…?‘ Uitgebreide interviews met toonaangevende experts.
– ‘Mijn kind voelt zich vaak zo somber en neerslachtig. Dat zal toch geen depressie zijn?
[ Interview met depressie-expert dr. Denise Bodden ]
– ‘Heeft mijn kind autisme of niet? Wat je er als ouder en leerkracht over moet weten.
[ Interview met orthopedagoge drs. Stephanie Voncken – Spierts ]
– ‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?‘ (Over: 4 ingrediënten voor een gezonde dosis zelfvertrouwen.)
– ‘Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

‘Mijn kind voelt zich vaak zo somber en neerslachtig. Dat zal toch geen depressie zijn?’ [ Interview met depressie-expert dr. Denise Bodden ]

‘Mijn zoon zit het liefst alleen op zijn kamer. Hij luistert dan naar muziek of kijkt op zijn telefoon. Hij gaat gelukkig wel nog naar zijn sportclub; dat vond hij vroeger echt helemaal geweldig, maar ik heb het idee dat dat de laatste tijd niet meer zo van harte gaat. Ook zijn vrienden komen nog maar weinig over de vloer. Het is alsof hij nog maar weinig zin heeft om iets te ondernemen. Als ik vraag of er iets met hem aan de hand is, zegt hij dat er niks is. En als ik doorvraag, krijg ik al snel een grote mond. Misschien is er ook wel niks aan de hand, maar soms maak ik me toch wel een beetje zorgen. Doen alle jongens van zijn leeftijd dit? Zou hij misschien depressief zijn? Ik haal me vast alleen maar van alles in m’n hoofd. Het zal de puberteit wel zijn. Toch…?’

Het is vaak moeilijk voor ouders en leerkrachten om te zien wanneer een kind of jongere last heeft van negatieve of depressieve gevoelens. Het gedrag dat ze laten zien, past ook niet direct bij het standaardbeeld dat we vaak hebben van een depressie. Een depressie bij kinderen en jongeren kan zich namelijk op een andere manier uiten dan bij volwassenen. Ook bestaat de kans dat kinderen en jongeren hun negatieve of depressieve gevoelens verdoezelen, waardoor het extra moeilijk wordt om het goed in te schatten. Vandaar dat het zo belangrijk is om goed te weten wat een depressie precies is, op welke manieren het zich kan uiten bij kinderen en jongeren en hoe je er als ouder en leerkracht op een constructieve manier mee om kunt gaan.

Ik praatte over dit onderwerp met dr. Denise Bodden. Zij doet al jarenlang wetenschappelijk onderzoek naar depressie bij kinderen en jongeren. Daarnaast behandelt ze als psycholoog depressieve jongeren. Zij weet dan ook als geen ander mijn vragen over depressie bij kinderen en jongeren te beantwoorden.

Je bent expert op het gebied van depressie bij kinderen. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?
‘Ik heb jaren onderzoek gedaan naar allerlei psychische problemen, zoals angst en gedragsproblemen. Een enkele keer zag ik een kind of jongere met een depressie en wat me daarbij opviel was de duidelijke lijdenslast* voor de kinderen. Het is steeds zo heftig voor het kind, het gezin en de omgeving. Daarbij komt ook nog eens het risico op suïcide.
De WHO berekent op basis van onderzoek de ziektelast van diverse lichamelijke en geestelijke ziektes. Depressie staat in de top 4 met de hoogste lijdenslast.

Het viel me op dat er maar weinig onderzoek was naar depressie bij kinderen en jongeren, terwijl dat wel hard nodig is. Er was trouwens wel wat onderzoek gedaan op preventiegebied, maar niet op het gebied van behandeling. Dat wilde ik heel graag gaan doen.

Inmiddels hebben collega’s en ik onderzoek gedaan naar depressie bij jongeren. Ik zal kort uitleggen wat we tot nu toe hebben gevonden:

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de meest gebruikte behandeling bij jongeren met een depressie. We wisten al dat deze therapie werkte bij Amerikaanse jongeren, maar nog niet of het ook zou aanslaan bij Nederlandse jongeren. Daar moest onderzoek naar komen en dat hebben we gedaan, specifiek bij 12 tot 21 jarigen. We zagen dat CGT ook bij Nederlandse jongeren werkte (samen met Yvonne Stikkelbroek).

Dat was niet het enige dat we vonden. We zagen echter ook dat niet iedereen voldoende opknapte na CGT. Vandaar dat we wilden kijken waar jongeren met een depressie nog meer baat bij zouden kunnen hebben. Eén van de mogelijkheden, die we onderzochten, was om de hulp bij depressie laagdrempeliger en toegankelijker te maken. Zo kwamen we uit op een online, blended variant, waarbij deze jongeren face-to-face contact hadden met een hulpverlener én contact hadden via de computer. Dat onderzoek loopt op dit moment nog steeds. Tot nu toe lijkt het er op dat het voor jongeren niet uitmaakt of ze een face-to-face behandeling krijgen of een behandeling via de computer (samen met Sanne Rasing en Yvonne Stikkelbroek).

Verder wilden we graag de cognitieve gedragstherapie bij jongeren verbeteren en nóg effectiever maken. We starten met een preventieonderzoek op middelbare scholen, waarin we 8600 jongeren screenden met een depressievragenlijst. De jongeren, die op basis van die lijst, hoog scoorden, kregen een programma aangeboden met behulp van CGT. Die therapie was in stukjes verdeeld, namelijk in 4 verschillende modules waar ze in 12 sessies mee aan de slag gingen. De modules gingen over (1) cognitieve herstructurering (negatieve gedachtes omzetten naar meer positieve gedachtes), (2) activering (leuke activiteiten gaan doen), (3) ontspanningsoefeningen en (4) probleem oplossen. We wilden weten of het uitmaakte welke module (van 3 sessies) de jongeren precies kregen en in welke volgorde de modules werden aangeboden. We vonden echter geen verschillen na één module en ook niet in de volgorde, waarin we de modules aanboden. We vonden wel dat de 4 modules als geheel – dus ongeacht de volgorde waarin ze aangeboden werden – wel werkte (samen met Marieke van den Heuvel). In vervolgonderzoek willen we graag onderzoeken of we de CGT meer gepersonaliseerd kunnen aanbieden, bijv. door – afhankelijk van het specifieke probleem – bepaalde modules uitgebreider aan te bieden.

Een andere vorm van therapie bij depressie is de Acceptance Commitment Therapy (ACT). Binnen deze therapie wordt op een andere manier naar problemen gekeken. Hulpverleners kijken samen met de jongere naar het leren accepteren (Acceptance) van alle negatieve gedachten en gevoelens, zodat Actie kan worden ondernomen richting (Committed) doelen, in plaats van te proberen deze negatieve gevoelens en gedachten zelf te beheersen of te vermijden. Het is namelijk belangrijk om – ondanks je problemen – toch te proberen om te doen wat je wil doen en om je leven optimaal te beleven. Deze therapie hebben we ontwikkeld voor jongeren (12-21 jaar) met chronische depressie. Dat zijn vaak jongeren met langdurige klachten, die doorgaans al veel behandelingen hebben gehad. Bij hen werkten cognitieve gedragstherapie en/of andere behandelingen niet (voldoende). We gingen onderzoeken wat ze dan nog wel konden doen, o.a. met het aanbieden van ACT.

We hebben nu een pilot gedaan om te kijken of ons idee klopte. We zagen inderdaad dat de depressieklachten afnamen en de kwaliteit van leven toenam. Dat waren alvast hoopgevende resultaten (samen met Denise Matthijssen en Jacquelijne Schraven). We willen dit onderzoek nu uitbreiden naar jongeren in het algemeen en naar jongeren met andere gedragsproblemen; denk bijvoorbeeld aan autisme spectrum stoornis (ASS), ADHD, angst etc.’


Dr. Denise Bodden

Dr. Denise Bodden is universitair docent bij de afdeling Pedagogiek van de Universiteit Utrecht. Zij doet onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van preventieve en curatieve behandelingen (o.a. CGT, IPT en ACT), specifiek gericht op angst- en stemmingsstoornissen.
Daarnaast doceert zij op het gebied van effectonderzoek, angststoornissen en depressie. Tevens is zij werkzaam als psycholoog bij Altrecht Kinder en Jeugd (Utrecht).



Hoe ontstaat een depressie bij kinderen eigenlijk?
‘Een depressie ontstaat zowel bij kinderen als bij volwassenen niet door één oorzaak. Doorgaans spelen meerdere factoren een rol, die de kans op het ontstaan van een depressie groter maken. Er zijn meerdere theorieën over hoe een depressie kan ontstaan:

Het cognitieve model (door Aaron T. Beck): Beck zegt dat mensen met een depressie bepaalde vaste denkpatronen (schema’s) hebben. Ze interpreteren gebeurtenissen om hen heen doorgaans op een negatieve manier. Door deze gedachtes, die in diverse situaties terugkomen, kunnen mensen een depressie ontwikkelen.

Attributietheorie: deze theorie verklaart hoe mensen het gedrag van zichzelf en anderen proberen te verklaren en hoe ze oorzaak en gevolg aan elkaar koppelen. (Bijv. bij mensen met een depressie stemming liggen fouten, die ze gemaakt hebben, eerder aan henzelf dan aan anderen.)

Positieve interactie: Mensen, die weinig positieve interactie ervaren met hun omgeving, krijgen minder positieve bevestiging en hebben daardoor een grotere kans om een depressie te ontwikkelen.

Life-events: Mensen, die meer ingrijpende (negatieve) life-events hebben, hebben een grotere kans om een depressie ontwikkelen.

Erfelijkheid: Ook erfelijkheid speelt een rol. Depressies komen vaker in families voor; als je ouders of grootouders depressief waren, dan is de kans groter dat jij het ook kunt krijgen.

Hechting: Kinderen, die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders, hebben een grotere kans om een depressie te ontwikkelen.

Opvoeding: Ook de manier van opvoeden kan bijdragen aan een grotere kans op depressie. Denk dan aan minder steunende ouders, kritische ouders, minder responsieve ouders, minder sensitieve ouders. Een opvoedstijl, waarin ouders niet consequent op hun kind reageren, veel psychologische controle uitoefenen, minder warm reageren, slecht of onduidelijk met hun kind communiceren, veel conflicten voorkomen (o.a. tussen ouders onderling, tussen ouder en kind) maken de kans op een depressie bij het kind groter.

Er is dus niet één theorie, die het ontstaan van depressie volledig verklaard. Het is dus niet één op één. Onderzoekers zijn het er dan ook wel over eens dat een combinatie van theorieën het ontstaan van een depressie het beste kan verklaren. Alle theorieën bij elkaar vormen dan ook een mooi, multifactorieel verklaringsmodel.’

Wat is een depressie bij kinderen precies? Hoe kunnen ouders het bij hun kind herkennen? Waarin kan een depressie bij kinderen verschillen van een depressie bij volwassenen?
‘Het belangrijkste dat bij een depressie aanwezig is, is de sombere of prikkelbare stemming. Vooral het gegeven dat een prikkelbare stemming bij een depressie kan horen, is nog vrij onbekend. Prikkelbaarheid komt juist bij jongens meer voor als symptoom van depressie. Prikkelbaarheid uit zich vaak in weinig stress kunnen verdragen. Wat er ook bij hoort, is dat kinderen vaak ineens geen plezier meer beleven aan dingen die ze eerst wel leuk vonden. Dat zie je dan niet alleen thuis, maar ook bij hobby’s en vrienden. Uiteraard spelen de duur en ernst van de klachten ook een belangrijke rol.

Verder komen een aantal (lichamelijke) klachten regelmatig voor bij kinderen (of jongeren) met een depressie. Ze ervaren problemen met (te veel / weinig) eten, slapen en/of moe zijn. Op cognitief gebied zie je dat ze zich meer schuldig of waardeloos voelen, dat ze concentratieproblemen ervaren of dat ze suïcidale gedachten hebben. Qua gedrag kunnen je ook veranderingen opvallen: kinderen kunnen traag of apathisch worden óf ze gedragen zich juist heel onrustig en friemelen veel.

Andere uitingsvormen kunnen nog zijn dat ze meer ruzie en meer (heftige) conflicten hebben. Ze kunnen zich meer terugtrekken, ze spijbelen vaker van school (schoolverzuim). Als je zelf gaat opzoeken waar deze symptomen bij kunnen horen, dan zou je misschien eerder uitkomen bij ADHD of een andere gedragsstoornis. Maar als je dan juist rekening gaat houden met de kernsymptomen, dan maakt dat juist dat je ze als depressief zou kenmerken.

Ouders denken vaak dat het wel overgaat en dat het bij de puberteit hoort. Bij normaal ‘tienergedrag’ kun je jongeren wel afleiden en uit hun negatieve stemming trekken, maar als er echt sprake is van een depressie dan lukt dat bijna niet.

Een depressie kan dus behoorlijk veel uitingsvormen hebben, waardoor het vaak niet herkend wordt. Niet alleen ouders en leerkrachten herkennen het heel moeilijk, ook voor jongeren zelf is het moeilijk.’

Kunnen kinderen hun depressieve / negatieve gevoelens verdoezelen, waardoor het voor hun omgeving lastig wordt om het te herkennen?
‘Kinderen en jongeren kunnen inderdaad hun negatieve gevoelens of hun depressie verdoezelen. Het gaat vaak om leerlingen, die geen problemen veroorzaken op school. Je denkt misschien wel dat ze gewoon wat rustiger zijn. Veel jongeren durven niet te vertellen hoe ze zich echt voelen of willen hun ouders er niet meer lastig vallen. Daardoor wordt het vaak niet door ouders of leerkrachten gezien.

In ons preventieonderzoek onder 8600 jongeren (zie hierboven) zagen we dat veel ouders aangeven dat ze niet weten dat hun kind negatieve of depressieve gevoelens heeft. Zelfs als hun kind suïcidaal is, weten ouders het doorgaans niet. Jongeren schamen zich voor hun negatieve gevoelens of suïcidale gedachten.

We zagen ook dat maar liefst 23% van die grote groep jongeren een verhoogde score had op depressie symptomen. De jongeren met een verhoogde score boden we een behandeling met de 4 CGT-modules aan. Slechts 14% werkten hier aan mee, helaas dus niet iedereen. Dit kan te maken hebben met schaamte. Sommige jongeren wisten wel van zichzelf dat ze die negatieve gevoelens hadden, anderen wisten dat niet. De laatste groep gaf aan dat ze dachten dat hun gevoelens normaal waren, dat het zo hoorde en dat iedereen zich zo voelde. Zij gingen vervolgens toch maar op stap, vooral omdat ze het idee hadden dat dat van hen verwacht werd; maar eigenlijk hadden ze totaal geen zin om mee te gaan.

Het herkennen en signaleren van deze depressieve gevoelens is wel erg belangrijk. De GGD screent jongeren bijvoorbeeld wel, maar dat gebeurt op dit moment nog niet in alle klassen en/of de metingen zijn nog niet zo sensitief als ze zouden moeten zijn. We weten dat zo’n 70% van de kinderen en adolescenten met angstige of depressieve klachten niet herkend worden en dus ook niet goed behandeld worden.’

Zou je depressieve gevoelens bij kinderen eigenlijk al serieus moeten nemen?
‘Veelal ontstaat een depressie rond de 14 jaar maar ook jongeren kinderen kunnen een depressie krijgen, zelfs kleuters. Als komt dat laatste wel heel weinig voor. Het is bij alle leeftijden belangrijk om de negatieve of depressieve gevoelens van het kind/de jongere serieus te nemen en om er echt iets mee te doen. We weten uit onderzoek dat als je niks met deze gevoelens doet het vaak erger wordt en zelfs uitmondt in een depressieve stoornis.

Allereerst is het belangrijk om preventief te werken, zodat je kunt voorkomen dat jongeren een klinische depressie ontwikkelen. Je probeert dus echt te voorkomen dat het erger wordt.

Als kinderen toch de diagnose ‘depressie’ krijgen en een behandeling ondergaan, dan is daarna de kans op terugval groot. Na 4 jaar zien we een terugval van 30%; na 20 jaar is dat zelfs 75% terugval. Dat kan overigens ook al een terugval zijn van een enkele episode.

We weten ook dat als kinderen een depressie hebben, ze een grote kans hebben op chroniciteit. Vandaar dat het bij jongeren belangrijk is om in te zetten op een betere coping, zodat het geen stoornis gaat worden. Vandaar dat ik ouders en leerkrachten – uiteraard ook de jongeren zelf – met klem wil adviseren dat ze meteen in actie komen als ze het vermoeden hebben dat de klachten iets weghebben van een depressie.’

Waar wordt een depressie bij kinderen wel eens mee verward? Wat is een depressie bij kinderen niet?
‘Negatieve of depressieve gevoelens bij kinderen of jongeren worden regelmatig verward met andere klachten. Bijvoorbeeld met:

Gedragsproblemen: denk maar aan druk gedrag, onrustig gedrag of concentratieproblemen.
Middelengebruik: soms wordt een depressie verhuld door drugs- en alcoholgebruik. De onderliggende depressie schuift dan naar de achtergrond.
Lichamelijke klachten: Sommige lichamelijke klachten of bijwerkingen van medicijnen kunnen ook voorkomen bij een depressie. Denk maar aan migraine, ongesteldheid, prikkelbare darmsyndroom, vitaminetekort, slaapproblemen.

Al deze klachten kunnen ook horen bij een depressie. Vandaar dat het zo belangrijk is om goed te differentiëren wat oorzaak en gevolg is.’

Welke mythes, onjuistheden of vooroordelen bestaan er over depressie bij kinderen? Welke zou je het liefst meteen willen ontkrachten?
‘Er bestaan helaas een aantal mythes of vooroordelen over depressies bij kinderen en jongeren, die gewoon onjuist zijn.

Mythe 1: Verkeerde stereotypen.
Er bestaat een soort stereotype beeld van hoe een depressieve jongere er uit zou zien. Vaak denken ouders of leerkrachten dat het dan om een gothic meisje gaat dat erg op zichzelf is en zich vaak terugtrekt. Dat beeld klopt helemaal niet. Een depressie komt bij jongeren best veel voor: 1 op 5 jongeren heeft depressieve symptomen / klachten en dat is vaker dan over het algemeen gedacht wordt. Het gaat dus gemiddeld genomen om ong. 5-6 leerlingen in een klas (voortgezet onderwijs). Verder kan een depressie zowel bij meisjes als bij jongens voorkomen. En dus niet alle gothics zijn depressief… 😉

Mythe 2: Een depressie kan alleen bij volwassenen voorkomen.
Ook deze mythe is hardnekkig en onjuist. Een depressie kan namelijk op elke leeftijd voorkomen. Zelfs kinderen kunnen het krijgen; we spreken dan wel eens van een ‘infant depression’ of ‘peuter depressie’.
Bij jonge kinderen zie je klachten als ontroostbaar huilen, ‘failure to thrive’ (= het lukt hen niet om de dingen te doen, die ze volgens mijlpalen wel echt zouden moeten kunnen), slaapproblemen, eetproblemen, ze kunnen een groeiachterstand ontwikkelen (of ze groeien niet meer). Ze ervaren geen plezier meer in dingen die ze voorheen heel leuk vonden, ze zijn niet meer speels.

Ook voor kinderen geldt dat er veel factoren samen moeten komen om uiteindelijk van een depressie te kunnen spreken. In praktijk wordt een depressie haast nooit op jonge leeftijd of in de basisschoolleeftijd vastgesteld. Doorgaans wordt er namelijk grote terughoudendheid toegepast om de diagnose bij (jonge) kinderen te stellen; depressie is nou eenmaal een heftig label met grote gevolgen. Vandaar dat er juist bij kinderen eerst goed gekeken wordt naar uiteenlopende stressfactoren (denk aan de scheiding van ouders, het functioneren op school, de hechting met ouders of verzorgers) en als blijkt dat dat allemaal stabiel of goed is, dan ga je kijken naar wat er nog over blijft en of er evt. sprake zou kunnen zijn van een depressie.

Mythe 3: ‘Ik voel me down / depressief.’
In de volksmond wordt al snel gezegd dat iemand zich down of depri voelt, maar dat is vaak bij lange niet hetzelfde als je echt depressief voelen. Als je je eens een dagje rot voelt, wat iedereen wel eens heeft, dan is dat zeker niet hetzelfde als depressief zijn. Om van een klinische depressieve episode te kunnen spreken, moet je twee weken forse depressieve klachten hebben.’

Als ouders het vermoeden hebben, dat hun kind depressief is: wat kunnen ze dan doen? En wat kunnen ouders beter achterwege laten?
‘Gelukkig kun je als ouder (of leerkracht) je kind ondersteunen en helpen om op een constructieve manier met zijn depressie om te gaan. Er is ook een aantal dingen, die je beter achterwege kunt laten.

Wat je wel kunt doen:
• Probeer goed aan te voelen wat je kind nodig heeft en wat je kind zelf wil. Probeer vooral steunend te zijn.
• Kijk vooral naar wat je kind nog wel kan. Benoem wat je kind nog wél doet en benader dat op een positieve, constructieve manier.
• Activeer je kind en probeer om je kind toch iets te laten doen. Dat kunnen (schijnbaar) kleine dingen zijn als de hond uitlaten, een wandelingetje maken of met vrienden afspreken. Het is belangrijk voor je kind om toch iets te blijven doen, zelfs kleine dingen kunnen al fijn zijn.
• Zorg ervoor dat je kind met iemand kan gaan praten. Soms is het voor kinderen of jongeren confronterend om met zijn ouders te praten. Praten kan natuurlijk ook met anderen, zoals met een goede vriend(in), de huisarts, een oom of tante. Laat je kind zelf bepalen met wie hij/zij het liefst zou willen praten.
• Laat je kind in eerst instantie starten met laagdrempelige zorg of laagdrempelige interventies. Denk daarbij aan de website ‘Grip op je dip’, waarbij je kind gebruik kan maken van de chatfunctie en kan praten met lotgenoten.
• Als dit onvoldoende helpt, zoek dan hulp. Via de huisarts kan je kind een afspraak maken met een psycholoog.

Wat je beter niet kunt doen:
• Stel je niet kritisch op ten aanzien van de gevoelens van je kind. Voorkom opmerkingen als ‘het komt door jou’ of ‘je doet je dit zelf aan’.
• Stel niet te veel of te hoge eisen aan je kind.
• Probeer te voorkomen dat je je te veel met je kind bemoeit. Soms is het juist goed om je kind wat meer met rust te laten.
• Voorkom dat je het negatieve of depressieve gevoel van je kind bagatelliseert. Opmerkingen als ‘het valt wel mee’ of ‘ik voel me ook wel eens een beetje depri’ zijn niet helpend, omdat de situatie voor de jongere in kwestie juist veel heftiger aanvoelt.
• Vermijd conflicten met je kind.’

Vanaf welke leeftijd kun je depressie bij kinderen laten onderzoeken of vaststellen? Welke stappen kunnen kinderen en jongeren zelf ondernemen?
‘Ook kinderen en jongeren zelf kunnen een aantal dingen doen waardoor ze zich beter kunnen gaan voelen. Het is goed om over hun (negatieve) gevoelens te praten. Ze kunnen bijvoorbeeld hun hart luchten bij een goede vriendin of de huisarts. Ook actief blijven is belangrijk. Probeer ondanks je negatieve gevoelens gewoon naar je hobby te gaan, dus ook als je er eigenlijk helemaal geen zin in hebt. En als je te lang met depressie blijft rondlopen; zoek hulp. Dit kan laagdrempelig zijn bv. online hulp zoals ‘Grip op je dip’ of naar de GGZ.’

Kun je van een depressie afkomen of genezen? Of is het een aandoening waar je de rest van je leven mee blijft zitten?
‘Je kunt inderdaad van een depressie afkomen. 50% van de kinderen en jongeren, die de diagnose depressie kregen, zijn die diagnose na behandeling kwijt. Dat is dus één op de twee kinderen; dat is dus al heel wat.

Zoals ik al eerder aangaf, is de kans op terugval helaas heel hoog. Er wordt op dit moment onderzoek gedaan naar methodes, die het beste werken om de kans op terugval zo klein mogelijk te maken (Stay Fine-onderzoek).
Wat hoopgevend is in dit kader is dat ‘geïndiceerde preventie’ goed werkt. Dat betekent dat als we kinderen of jongeren, die een hoge score hebben op screeningsvragenlijsten, hulp bieden, dat hun symptomen en klachten afnemen. Bij het inzetten van deze preventie zien we dat na de interventie bijna niemand meer een depressieve stoornis had. Dat betekent dus dat dit een curatief effect heeft. Dat geeft maar weer aan hoe belangrijk het is om er op tijd bij te zijn.’


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig. Klik hier.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

joyce_rosegrijs_staand_c

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2020. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Wist jij dit al over opvoeding en ouderschap…?‘ Uitgebreide interviews met toonaangevende experts.
– ‘Wat gebeurt er allemaal met je kind tijdens de adolescentie? Van kindertijd naar jong volwassenheid.’ [Overzichtsartikel]
– ‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?‘ (Over: 4 ingrediënten voor een gezonde dosis zelfvertrouwen.)
– ‘Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuw



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.






Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.

moeder_werken_met_kinderenWe hebben allemaal wel eens een gevoel van stress: jijzelf, je partner, je familie, je vrienden. Iedereen herkent dat wel. En dat is helemaal niet erg. Stress hoort nou eenmaal bij het leven.
Dat geldt natuurlijk niet alleen voor volwassenen, maar ook voor kinderen. In dit artikel zal ik me vooral concentreren op de stress bij volwassenen, meer specifiek nog bij ouders.⇒ In dit artikel leg ik je uit wat stress precies is, hoe het ontstaat, hoe je bij jezelf kunt merken of je wel / geen last hebt van stress en geef ik je praktische tips om je stressgevoelens te verminderen. Want dat kan!

Je herkent waarschijnlijk heel goed dat je – net als andere ouders – wel eens stress kunt ervaren. Je hebt een gezin, je wilt je kinderen goed verzorgen en voldoende aandacht geven, er moet van alles voor hen geregeld worden, je wil graag samen leuke dingen doen. Daarnaast heb je misschien een drukke baan en zou je het fijn vinden om een sociaal leven te onderhouden. O ja, en dan zou het ook nog fijn zijn als je tijd hebt voor jezelf, bijvoorbeeld om te sporten, te ontspannen of gewoon om even niks te doen. Dat kan samen een behoorlijke bron van stress zijn. En dan hebben we het nog niet gehad over stress die veroorzaakt kan worden door onzekerheid, bijvoorbeeld omdat je je zorgen maakt over jullie financiële situatie, over behoud van je baan, over de gezondheid van een geliefde of jezelf en ga zo maar door. En dat gevoel van stress is absoluut niet fijn.

⇒ Realiseer je echter dat het normaal is om stress te ervaren. Angst, bezorgdheid en onzekerheid over allerlei zaken zoals hierboven genoemd is normaal en hoort erbij. Je leest er hieronder meer over.

Wat is stress eigenlijk? 
vrouw_handen_voor_ogenEen beetje gestresst zijn of een beetje spanning voelen is trouwens helemaal niet erg. Sterker nog, dat is op bepaalde momenten heel normaal en juist positief. Veel mensen zijn bijv. gespannen als ze een presentatie moeten geven, wanneer ze een examen hebben of voordat ze op vakantie gaan. Je bent dan extra alert, je let goed op en je kunt snel reageren. Zodra de spannende situatie voorbij is, zakt het gespannen gevoel weer.

Soms kan het gestresste gevoel ook te veel worden of te lang duren. Bijvoorbeeld op momenten dat er te veel van je gevraagd wordt, als je problemen hebt (thuis of op je werk), als je je grote zorgen maakt of als je te weinig steun ervaart uit je omgeving. Zulke situaties geven extra spanning of geven gevoelens van stress, die langere tijd duren.


Een stressreactie is een normale reactie op buitengewone omstandigheden, zeker als het om onverwachte gebeurtenissen gaat, die ook nog eens ingrijpend zijn.


Welke factoren kunnen bij jou stress veroorzaken? 
man_zit_op_bed_handen_voor_ogenStress heeft invloed op je manier van denken, je emoties (gevoelens), je lichaam en je gedrag. Het is belangrijk om erop te letten of je stress ervaart, zodat je er iets aan kunt doen.

Er zijn heel wat factoren of situaties, die stress kunnen veroorzaken. Ik geef je er hier een kort overzicht van:

Onzekerheid: Je voelt je onzeker en/of je maakt je zorgen over je huidige situatie (bijv. over je gezondheid, de gezondheid van mensen in je omgeving, je werk, je contract, je financiële situatie).
Nare gebeurtenissen: Je maakt op dit moment iets naars mee of hebt dat in het verleden meegemaakt (zoals relatieproblemen, huiselijk geweld / mishandeling, een scheiding, overlijden, ongeluk, beroving, inbraak, aanranding).
Ziekte: Jij of één van je naasten is ziek.
Gebrek aan steun / hulp: Je ervaart weinig steun van anderen en/of je bent alleenstaande ouder.

Het is lastig te voorspellen welke factor of situatie voor jou het meest stressvol zal zijn. Iedereen reageert namelijk anders op deze specifieke factoren en situaties.

⇒ Herken je één of meerdere factoren, die bij jou op dit moment vooral stress opleveren?


Stress in je lichaam

Wat gebeurt er in je lichaam als je gestresst bent?
sympathisch_zeuwstelselAls je gestresst bent, nemen je hartslag, bloeddruk, ademhaling en spierspanning toe, je spijsvertering vertraagt en je pupillen worden wijder: je lichaam komt in een staat van paraatheid. Hierdoor kun je spannende situaties beter aan.

Het sympathisch zenuwstelsel zorgt bijna onmiddellijk voor de ‘vecht- of vluchtreactie’, die ons lichaam klaarstoomt voor actie. Onze spieren spannen zich aan en onze bloeddruk en hartslag gaan omhoog, waardoor je je hart voelt bonzen in je borstkas. De pupillen verwijden zich. Het bloed wordt onttrokken aan onze organen en naar de spieren gestuurd. De spijsvertering gaat op een laag pitje. We beginnen te zweten, zodat het lichaam na explosieve actie weer afkoelt. Het systeem is zo afgesteld dat het liever te vaak afgaat dan één keer te weinig. We schrikken dus liever tien keer van een tuinslang in het gras dan dat we één keer te laks reageren op een echte slang.

Wat gebeurt er in je hersenen als je gestresst bent?
– De HPA-as: 
hpa-asDe Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (Hypothalamic-Pituitary-Adrenal axis’ in het Engels)  speelt een belangrijke rol in de stressrespons. Het geeft een langzame respons op stress: het duurt ongeveer 30 minuten voordat cortisol in het bloed gemeten kan worden.
De HPA-as werkt als volgt: Na een stressvolle gebeurtenis scheidt de hypothalamus een hormoon (CRH) uit, dat er op zijn beurt voor zorgt dat de hypofyse een ander hormoon (ACTH of corticotropine) uitscheidt. Deze stof zorgt er vervolgens voor dat de bijnieren (o.a.) cortisol produceren. 

Hoewel cortisol als stresshormoon een slechte naam heeft, is het wel degelijk nuttig. Het laat de bloedsuikerspiegel stijgen en de stofwisseling een tandje bijzetten. Daardoor komt er meer energie vrij om met de stressvolle situatie om te gaan.

hersenen_limbisch_systeem– De hippocampus: 
De hippocampus is een hersengebied dat belangrijk is voor leren, onthouden en navigeren. Het functioneert normaalgesproken als een ‘uitknop’ voor de stressreactie. Het gebiedje merkt verhoogde cortisolspiegels op en schroeft de aanmaak van dat hormoon vervolgens terug. Chronische stress beschadigt de hippocampus echter, waardoor het cortisolniveau hoog blijft, waardoor de hippocampus nog meer beschadigt; een vicieuze cirkel, waardoor o.a. je geheugen slechter gaat functioneren.

– De amygdala: 
De amygdala is een hersengebied dat continu een oogje in het zeil houdt voor gevaar. Het is verantwoordelijk voor het sturen en verwerken van emoties en staat in verbinding met de hippocampus. Eén van de belangrijkste emoties, die de amygdala reguleert, is angst. De manier waarop we emoties en stress beleven in het dagelijks leven wordt hierin opgeslagen.

De hippocampus en amygdala maken deel uit van een belangrijk systeem dat emoties reguleert; het zg. ‘limbische systeem’. Dit systeem is bijzonder nuttig, omdat het ons in staat stelt om in noodsituaties adequaat te handelen. Het reageert niet alleen op levensbedreigende situaties, maar   ook op bedreigingen van meer psychische aard.


Langdurige stress
Als jouw gevoel van stress langere tijd aanhoudt, dan kan dat behoorlijke gevolgen hebben. Je lichaam geeft je als het ware ‘waarschuwingssignalen’, waardoor je kunt herkennen dt je last hebt van stress.
Deze signalen kunnen erop wijzen dat je last hebt van stress:
vader_piekert_kinderen_op_bankDenken: je bent sneller afgeleid, je hebt moeite om je te concentreren, je bent vergeetachtig(er), je piekert veel.- Emoties: je kunt je moeilijk(er) ontspannen, je reageert sneller emotioneel (sneller prikkelbaar of geïrriteerd, boos of huilen), en/of je hebt gevoelens van somberheid en angst.

Lichaam: je voelt je vermoeid(er) of juist heel energiek; je hebt een gespannen gevoel; je voelt rusteloos; je zweet meer; je schrikt sneller; je hebt meer last van hoofdpijn, maagklachten, nek- of rugklachten; je eetlust is veranderd; je hebt moeite met slapen; je hebt minder weerstand (je bent sneller verkouden of grieperig); je hebt verhoogde spierspanning; en/of je hebt pijn op de borst en/of hartkloppingen.

Gedrag: je zondert je meer af, je hebt meer moeite om taken af te maken, je raakt vaker / sneller betrokken in ruzies of discussies, je kunt minder (of niet meer) genieten van de mooie dingen in je leven.

Stress is ongezond als het lang aanhoudt of hevig is en het je niet lukt om ervan te herstellen. Van chronische en hevige stress kun je psychisch en lichamelijk ziek worden.
Door stress gaan mensen ook vaak ongezonder leven: meer (of opnieuw starten met) roken, ongezonder eten, meer alcohol drinken of minder bewegen. Langdurige stress kan leiden tot een burn-out en verhoogt de kans op hart- en vaatziekten.
Stress & Opvoeden: Geen goede combinatie.

moeder_druk_in_huis_kinderenJe kunt je voorstellen dat ook opvoeden en gevoelens van stress niet goed samengaan. Als jij als ouder niet goed in vel zit, omdat je je langere tijd gestresst voelt, dan werkt dat door in jouw manier van opvoeden.

Een aantal voorbeelden: 
– Je bent sneller geïrriteerd, je kunt minder van je kind(eren) hebben en je reageert sneller boos, kwaad of gefrustreerd op je kind.
– Je hebt minder energie, waardoor je minder zin hebt om leuke activiteiten met je kind te ondernemen.
– Je piekert meer, waardoor het je minder goed lukt om met je volledige aandacht bij je kind te zijn.

Vandaar dat het niet alleen voor jezelf, maar ook voor je kind(eren) belangrijk is om je stressniveau te verbeteren.

Opvoeden zelf kan ook stress opleveren. Bijvoorbeeld als je het idee hebt dat je kind zich steeds maar vervelend of lastig gedraagt en je dat zelf niet kunt veranderen, als je het idee hebt dat je kind niet naar je luistert of jou niet serieus neemt, als je kind brutaal tegen je is of jou pijn doet (door te slaan of door kwetsende opmerkingen te maken), als je kind al langere tijd slecht eet en jij je zorgen maakt over zijn groei en ontwikkeling, als je kind al een tijdje slecht slaapt en dat niet alleen een wissel trekt op je kind zelf, maar ook op jou of andere leden van het gezin. En ga zo maar door.
Dit zijn overigens allemaal onderwerpen, die je goed met opvoedcoaching aan kunt pakken en die je binnen relatief korte tijd op kunt lossen. Deze ‘opvoedstress’ kun je gelukkig snel en makkelijk aanpakken. Je leest er hier meer over.

Vandaar dat het – zeker voor ouders – zo belangrijk is om goed om te gaan met jouw eigen stressgevoelens.

⇒ In dit artikel geef ik je 5 tips om beter om jouw huidige stressgevoelens aan te pakken en om ze te verminderen. Onderaan dit artikel vind je ook nog een mooie BONUSTIP. Hier komen ze.

(1) Zorg goed voor jezelf.
man_ligt_op_grond_ontspannenAls je veel gevoelens van stress ervaart, dan is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen. Zeker als ouder is dat erg belangrijk, want je weet: ‘als je goed voor jezelf zorgt, kun je ook beter voor anderen, voor je kinderen, zorgen’.

Om goed voor jezelf te zorgen is het belangrijk dat je voldoende slaapt, voldoende rust neemt, (extra) gezond eet, voldoende beweegt (dagelijks 30 min. actief bewegen) en voldoende momenten van ontspanning creëert.

Zoek een manier op die er voor zorgt dat jij ontspant. Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Enkele mogelijkheden zijn: naar (rustige, ontspannende) muziek luisteren, een boek lezen, je hobby beoefenen, wandelen, sporten, douchen of rustig in bad liggen, puzzelen, de tijd nemen om rustig te koken etc.

Val je moeilijk in slaap (omdat je meer piekert of door je stressgevoelens) of slaap je zeer onrustig, lees dan voordat je gaat slapen een ontspannend boek of doe een rustige activiteit. Schakel ook voor het slapen op tijd af: lees vlak voordat je gaat slapen geen nieuwsberichten meer en drink dan het liefst geen alcohol en koffie. Juist op het gebied van slapen is regelmaat erg belangrijk: sta op vaste tijden op en ga op vaste tijden naar bed.

Voordelen voor je kind
Je kind heeft er daadwerkelijk baat bij als jij goed voor jezelf zorgt. Jij kunt daardoor namelijk met meer rust op je kind reageren, je kind meer onverdeelde aandacht geven en consequenter op je kind reageren. Neem dus ook jouw rust- en ontspanningsmomenten serieus en plan ze in. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor het welbevinden van je kind.


joyce_grijs_aanjou_1

Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.



(2) Bedenk wat de oorzaak is van jouw stressgevoel én denk na over oplossingen.

vrouw_zit_rustig_op_bankUiteraard is het niet genoeg om de oorzaak van je stressgevoel te weten. De problemen lossen zich nou eenmaal niet vanzelf op. Vandaar dat het ook belangrijk is om na te denken over oplossingen en om daarmee aan de slag te gaan. Bedenk wat je allemaal zélf kunt doen om de stressvolle situatie op te lossen of op een andere manier aan te pakken.

Vraag jezelf gedurende de dag vaker af wat je op dat moment kunt doen om je leven op dat moment – hoe klein ook – voor jezelf te verbeteren en fijner te maken.

Verder is het belangrijk om de emoties of gevoelens van stress, die je voelt te benoemen en te erkennen. Je hebt er niks aan om ze weg te wuiven; sta er juist bij stil. Je kunt jezelf helpen door een troostende gedachte toe te voegen, zoals:
Het is okay om deze gevoelens te ervaren. Ik ben niet de enige. Veel mensen ervaren deze gevoelens op dit moment.
En vervolgens: ‘Ik doe wat ik kan in mijn leven, ik heb geen invloed op zaken waar ik geen controle op heb.
Bedenk dat ook heel nare emoties te verdragen zijn en weer over zullen gaan.

Uiteraard is (meer) roken en/of alcohol- / drugsgebruik géén goede manier om met je stressgevoelens om te gaan. Merk je dat je de neiging hebt om toch naar deze middelen te grijpen? Neem dan direct contact op met je huisarts of met een andere, vertrouwde professional.

EXTRA TIP: Schrijf aan het einde van de dag 3 dingen, situaties of momenten op waar je (oprecht) dankbaar voor bent, waar je blij van werd, wat lekker liep, waar je tevreden over was. Door op die manier naar je dag te kijken, merk je dat alle dagen – hoe moeilijk ze ook kunnen zijn – ook mooie, fijne en positieve momenten in zich hebben. Dat zal jou al na enkele dagen een beter gevoel over je leven van dit moment geven.

(3) Houd vast aan je dagelijkse routines, je regelmaat en je structuur. 
vrouw_man_gezond_eten

Er is op dit moment misschien best veel waar je voor je gevoel minder of geen grip op hebt. Kijk dan waar je nog wél grip op hebt; dat geldt o.a. voor je eigen structuur en je eigen handelingen. Dat kan vertrouwen geven in je huidige manier van leven en het geeft je hoop.

Vandaar dat het vasthouden aan je dagelijkse routines en gewoontes belangrijk voor je kunnen zijn. Denk dan aan opstaan op vaste tijden, eten op vaste momenten op de dag, je werktijden plannen, op een vast tijdstip naar bed gaan ed.

Maak een planning van hoe je dag er uit ziet en zorg voor afwisseling in je planning. Wissel je actieve momenten af met momenten van ontspanning.


Zorg dat er ook momenten tussen zitten, waarop je positieve aandacht kunt geven aan je kind(eren). Je kinderen hebben jou ook nodig en ze vinden het doorgaans geweldig om met jou samen te spelen of om samen iets te doen.
Wil je graag weten hoe je je kind meer positieve aandacht kunt geven? Lees dan m’n artikel ‘Voorkom ongewenst gedrag: Geef je kind positieve aandacht..

vrouw_man_kijken_op_telefoon_verschriktLet trouwens op dat je die afwisseling niet te veel zoekt in de social media. Het is heel verleidelijk om even je telefoon erbij te pakken op de momenten dat je rust neemt, maar juist dan zul je berichten over het coronavirus of andere (negatieve) nieuwsberichten tegenkomen. Als je merkt dat die berichten een negatief effect hebben op jouw stemming of je stressgevoel verhogen, dan is het beter om het lezen van die berichten te beperken. Uiteraard mag je zeker nog het nieuws volgen, maar beperk dat tot max. 1x per dag.

TIP. Bekijk ook m’n video ‘Ouderschap & Opvoeden zonder Stress: Kan dat wel?’.

(4) Praat erover.
vriendinnen__hartje_zonnebloemenPraat over je situatie met iemand die je vertrouwt en met wie je goed kunt praten. Dat helpt jou om alles goed op een rijtje te zetten, om je zorgen te bespreken of om bepaalde gebeurtenissen beter te verwerken.

Heb je op dit moment niemand in je omgeving met wie je jouw gevoelens wilt/kunt delen?
Schrijf dan op waar je mee zit en waar je tegen aanloopt. Ook dat helpt je om je gedachtes op een rijtje te zetten. Je kunt dat in een dagboek doen en iedere dag op een vast moment de gevoelens van dat moment of die dag noteren.

Pieker je veel over jouw lastige situatie?
Geef jezelf dan 1x per dag de mogelijkheid om bijv. 15 minuten over de situatie na te denken. Stop er daarna mee en ga iets doen dat je fijn vindt.

Daarnaast is het goed om juist nu het contact met je vrienden te onderhouden en om gewoon even bij te kletsen. Je kunt daarvoor al heel makkelijk samen een afspraak maken om bijvoorbeeld even bij te kletsen tijdens beeldbellen. Stuur ook af en toe gewoon eens een appje met een kort berichtje of vraag hoe het met de ander gaat.


fb_opvoedcursus_stop_met_schreeuwenCursus ‘Stop met Schreeuwen’
In deze cursus voor ouders leer je hoe je binnen korte tijd minder gaat schreeuwen tegen je kind.

Je krijgt o.a. inzicht in / je leert:
– waarom je tegen je kind schreeuwt
– hoe je dat kunt verminderen
– hoe je kunt voorkómen dat je gaat schreeuwen
– hoe je op een andere manier met je kind kunt communiceren
– én nog veel meer…

Lees hier meer over m’n cursus ‘Stop met Schreeuwen’.


(5) Leer je kind hoe het met stress om kan gaan door het goede voorbeeld te geven.
vader_zoon_gesprek_op_bankJe kind merkt aan jou dat er iets anders is. Het zal alleen vaak niet begrijpen wat dat dan precies is. Probeer het je kind zo goed mogelijk uit te leggen, natuurlijk op een manier die past bij zijn leeftijd of ontwikkelingsniveau. Maak het probleem niet groter dan het is (maar voorkom dat je het bagatelliseert). Wees eerlijk en realistisch in je uitleg, die je je kind geeft. Je wil namelijk graag voorkomen dat je kind onnodig bang wordt en zich ook grote zorgen gaat maken.

Het helpt kinderen als je als ouder het goede voorbeeld geeft in moeilijke situaties. Laat zien dat je de lastige, spannende of stressvolle situatie met zelfvertrouwen en op een verstandige manier aangaat. Ook dat is belangrijk om aan je kind uit te leggen: zeg tegen je kind wat je allemaal doet om de stressvolle situatie zo goed mogelijk aan te pakken.

Maakt je kind zich ook wel eens zorgen, bijvoorbeeld over het coronavirus, of heeft het er regelmatig vragen over? Dan lees je in m’n artikel ‘Je kind en het coronavirus: Hoe praat je samen over alle veranderingen?‘ hoe je e.e.a. samen bespreekt.


BONUSTIP:

Heb je het idee dat iemand anders het op dit moment moeilijk heeft of veel stress ervaart?
vrouwen_praten_serieus_gesprekVraag er dan naar en geef aan dat je je zorgen over hem/haar maakt. Luister goed als de ander vertelt waar hij mee zit. Vraag wat hij nodig heeft of waar je mee kunt helpen. Vaak is luisteren al genoeg; soms is concrete hulp bijzonder welkom. Denk dan aan hulp bij een taak of klusje in huis, boodschappen halen, de kinderen een middagje opvangen, een maaltijd koken ed.

⇒ Heb jij op dit moment – in meer of mindere mate – last van stressgevoelens? Waar zou jij zelf het meest mee geholpen zijn?

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2020. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Gebruikte literatuur, websites ed. voor het schrijven van dit artikel:
– ‘Ik wil beter omgaan met stress’. Thuisdokter. Klik hier.
– ‘Wat doet stress met je lichaam en brein?’.  Psychologie Magazine. Klik hier.
– ‘Stress’. Psychologie Magazine. Klik hier.
– ‘Stress’. CJG Zuidplas. Klik hier.
– ‘Omgaan met stress door het Coronavirus (Covid-19)’. MUMC+. (Dit betreft een pdf-document. Selecteer en kopieer de titel naar uw browser om het document op te zoeken.)
– ‘Tips omgaan met stress door het coronavirus’. Gezond Idee. Gezond leven. MUMC+. Klik hier.
– ‘It is normal to feel sad, stressed, confused, scared or angry during a crisis.
Talking to people you trust can help. Contact your friends and family.’ Klik hier.
– ‘Piekeren: hippocampus, amygdala en prefrontale cortex’.  Mens en Samenleving. Klik hier.
– ‘Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as’. Wikipedia. Klik hier.

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe kom je deze Corona-tijd op een positieve manier door…? Speciaal voor ouders en opvoeders.
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.
– ‘Als je de balans kwijt raakt…’ | Hoe houd je alle ballen in de lucht zonder stress. [Interview met burn-outexpert drs. Agathe Hania-Akse]
– ‘Stop met schreeuwen! (Over: Hoe je in 5 stappen minder schreeuwt tegen je kind)‘.
– ‘Heb je het druk? Zet jezelf op je to do-lijstje.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuwGa (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.