‘Mijn kind vertelt me nooit iets.’ – Hoe je je kind en tiener leert om met jou te praten.

Het lijkt zo makkelijk: praten met kinderen. Kinderen zijn vaak lekker vrolijk, spontaan en kunnen lekker kletsen over van alles en nog wat. Sommige kinderen praten heel gemakkelijk uit zichzelf en zijn echt een open boek. Als ze iets leuks of minder leuks hebben meegemaakt, als ze ergens mee zitten, je hoort het, want ze vertellen het je gewoon.

Andere kinderen zijn echter meer gesloten en kunnen je ook wel dingetjes vertellen, maar ze houden het dan graag wat meer oppervlakkig. Ze laten niet snel het achterste van hun tong zien of praten gewoon niet graag. En dat mag ook. Niet iedereen praat even graag of vertelt even makkelijk over dingen waar hij of zij mee zit. Dat is op zich niet zo erg.

Toch weten we dat het fijn kan zijn om te praten over die dingen waar je je zorgen over maakt. Het geeft je een gevoel van opluchting, je merkt dat je er niet alleen voor staat, je ervaart dat de ander stukjes herkent van wat je vertelt, dat je niet de enige bent die die zorgen heeft, dat er iemand is die jou wil helpen, die met je mee wil denken, bij wie je terecht kunt en – misschien zelfs – dat er toch een oplossing bestaat voor jouw probleem.

Maar wat doe je nou als je het idee hebt dat je kind (of leerling) ergens mee zit? Dat het ergens tegen aanloopt en het zelf niet goed kan oplossen. Dat het ergens mee zit en het aan niemand durft te vertellen. Dat je kind volgens jou met zijn ziel onder de arm rondloopt. Je zou zo graag met hem/haar willen praten, zo graag willen weten wat er in zijn/haar hoofd omgaat, zodat je beter weet hoe je hem/haar kunt helpen. Toch krijg je bij iedere poging, die je waagt om toch een gesprek aan te gaan, nul op request. Zo frustrerend! Wat kun je nou doen als ouder (of leerkracht) om je kind open en vrijuit met jou te laten praten; op een fijne, vertrouwelijke en positieve manier…?

Dat leg ik je graag uit in dit artikel. In dit artikel lees je dan ook een aantal (gespreks)technieken, die je kunt toepassen om je kind op zijn gemak te stellen, om vertrouwen te winnen, om je kind zelf te laten praten en om een fijn gesprek samen te hebben. Uiteraard allemaal met het doel om je kind te helpen.


=> Hieronder vind je maar liefst 9 belangrijke tools, die je voor, tijdens en na jullie gesprek kunt toepassen.

(1) Sluit aan bij je kind
Niet ieder kind is hetzelfde. Het ene kind praat nou eenmaal makkelijker dan het andere. Ook het temperament of de persoonlijkheid van een kind spelen mee; het ene kind is bijvoorbeeld extraverter of juist introverter dan het andere.

Verder spelen het ontwikkelingsniveau en de leeftijd van je kind een rol. Een gesprek met een 6-jarige verloopt anders dan een gesprek met een 12-jarige. Jonge kinderen kunnen zich nog niet zo lang aan één stuk concentreren, waardoor het gesprek minder lang kan duren dan bij oudere kinderen. Stel je er ook op in dat je bij jonge kinderen moeilijke woorden vermijd en dat je het zo concreet mogelijk houdt.

Ook de setting van het gesprek speelt een rol. Het ene kind vindt het fijner om op een plek te zitten waar het vertrouwd is (bijv. thuis of in de klas); het andere kind vertelt liever tijdens het doen van een spelletje. Sommige kinderen vinden het fijner om tegen over je te zitten, andere zitten juist liever naast je. Samen wandelen (of een autoritje op weg naar de training of repetitie) heeft beide componenten in zich: je zit / loopt naast elkaar en je bent met iets anders bezig. Je hoeft elkaar dan niet perse aan te kijken. Zeker bij het bespreken van gevoelige of moeilijke thema’s kan dat laatste prettiger zijn voor je kind.

=> Dat zijn in een notendop al enkele factoren waar je rekening mee kunt houden als je een gesprek met je kind wil voeren. Vraag gewoon aan je kind wat het zelf prettig vindt en houd daar zo veel als mogelijk rekening mee.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(2) Het begin: Houd het concreet.
Als je met je kind wilt praten, dan heb je daar hoogstwaarschijnlijk een duidelijke aanleiding voor; het zal dus geen gesprek worden over koetjes en kalfjes. Er is iets gebeurd, je hebt iets gezien of gehoord en daar wil je het graag met je kind over hebben. Het is goed om het gesprek met die aanleiding te openen. Vertel je kind de reden waarom je graag met hem/haar wil praten, namelijk dat er iets gebeurd is of dat je iets gezien of gehoord hebt. Probeer dan zo concreet mogelijk te zijn en benoem zo veel als mogelijk het gedrag waar je iets over gezien of gehoord hebt.

Bijv. ‘Ik kreeg een telefoontje van school. Je bent vandaag niet in de klas geweest. Klopt dat?’, ‘Ik vind je de laatste tijd zo stil in de klas. Het lijkt wel of je ergens mee zit. Klopt dat?’ of ‘Het valt me op dat je de laatste tijd niet meer met vriendinnen afspreekt. Klopt dat?’. Wacht even op een reactie en stel dan een neutrale vervolgvraag, bijv. ‘kun je me vertellen wat er aan de hand is?’ of ‘kun je me vertellen wat er gebeurd is?’.

(3) Tijdens het gesprek: Actief luisteren
Als je het gesprek goed aanpakt, gaat je kind meestal wel vertellen. Probeer vooral goed te luisteren naar wat je kind jou vertelt. Je kunt laten horen dat je luistert door te ‘hummen’ of andere luistergeluiden te maken.
Stel ook korte vragen over wat je kind je vertelt; die vragen gaan dus over de inhoud van wat je kind jou vertelt. Dat is vaak een goede manier om het gesprek gaande te houden.

Laat ook af en toe stiltes vallen. Stiltes zijn helemaal niet erg; die kun je gewoon laten gebeuren en hoef je niet perse meteen op te vullen. Ook kinderen hebben soms nl. even de tijd nodig om na te denken over wat ze willen gaan zeggen en hoe ze dat gaan vertellen. Of ze hebben gewoon even tijd nodig om op adem te komen. Duurt een stilte voor je gevoel toch te lang, dan kun je bijv. vragen: ‘wat kun je er nog meer over vertellen?’, ‘wat wil je er nog meer over kwijt?’ of misschien wel: ‘Vind je het lastig om er over te praten?’.

Je kunt ook af en toe samenvatten van wat het kind verteld heeft om te checken of je de inhoud van wat het kind vertelt nog goed volgt. Je kunt dan bijv. zeggen: ‘Dus als ik het goed begrijp dan zeg je…’. Zo voorkom je dat je aannames gaat doen, die mogelijk onjuist zijn. Daarover hieronder meer.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(4) Laat OMA thuis.
Om een fijn gesprek te hebben met iemand anders, is het belangrijk om goed te luisteren. En om eigenlijk alleen maar naar de ander te luisteren. Dat legde ik je hierboven al uit. Dat betekent ook dat je OMA het beste thuis kunt laten. OMA staat dan voor Oordeel Mening Advies. Zodra je nl. je oordeel geeft over wat een ander tegen je zegt, je jouw eigen mening geeft of de ander een advies geeft, sla je het gesprek eigenhandig dood. Het gevaar hiervan is dat je er totaal de plank mee mis kunt slaan. Jouw oordeel kan al snel voelen als een veroordeling of beoordeling en dat is doorgaans negatief voor je gesprekspartner. Je mening kan een totaal andere zijn dan die het kind heeft, waardoor je kind het gevoel krijgt dat je hem/haar totaal niet begrijpt. En je kind hoeft niks te doen met jouw advies, dat kan het gewoon naast zich neerleggen. OMA kan dus heel snel zorgen voor het einde van jullie gesprek, nog voordat jullie goed en wel begonnen zijn. Vandaar: laat OMA vooral thuis.

(5) Neem je NIVEA mee.
Neem vooral wel NIVEA mee. NIVEA staat voor Niet Invullen Voor Een Ander. Het gaat hier om het niet doen van aannames of het trekken van (te) snelle conclusies. Bijv. Je vult voor het kind in dat het taal / spelling (of Nederlands) wel niet leuk zal vinden, omdat het dyslexie heeft (terwijl het kind daar zelf helemaal niet zo’n negatief gevoel bij heeft). Of je vult in voor het kind dat het het wel vervelend zal vinden dat het in de pauze vaker alleen door school loopt (terwijl het kind het juist fijn vindt om dan even te kunnen afschakelen van alle prikkels). Als je deze aannames toch doet, dan voelt een kind zich al snel niet begrepen en/of niet (voldoende) gehoord. Dat geeft een onprettig gevoel en nodigt niet uit tot verder praten. Voor je kind kan het voortzetten van het gesprek voelen als nutteloos of zinloos en klapt vervolgens dicht. Dat wil je graag voorkomen.

=> Om te voorkomen dat je te snel aannames doet of te snel conclusies trekt, kun je aangeven dat je niet zeker weet wat je kind precies bedoelt en vraag na of je je kind goed begrijpt. Dat kun je als volgt doen: ‘Ik weet niet zeker of ik je nu goed begrijp. Bedoel je dat…?’.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

(6) Jouw houding & positie ten opzichte van je kind
Let ook op jouw eigen lichaamshouding tijdens jullie gesprek. Als je een open houding aanneemt, dan is je kind waarschijnlijk eerder geneigd om met jou te praten dan wanneer je een gesloten houding aanneemt. Bij een gesloten houding zit je met je armen en/of benen over elkaar; dat nodigt voor je gesprekspartner niet uit om eens lekker voluit met je te gaan praten. Zorg er dus voor dat je zelf ontspannen zit met een open, luisterende houding.

Ook het aankijken van je jonge gesprekspartner is natuurlijk belangrijk, maar neem dat vooral mee als aandachtspunt voor jezelf. Als een kind jou niet aankijkt, hoeft dat absoluut geen desinteresse te zijn. Het kan voor een kind ook (te) lastig, ongemakkelijk of confronterend zijn om je op dat moment te moeten aankijken. Dwing je kind er dan ook niet toe om jou aan te kijken tijdens jullie gesprek. Hoe meer je kind zich tijdens jullie gesprek op zijn gemak gaat voelen, hoe beter dat – als vanzelf – zal gaan. Wellicht gebeurt dat niet tijdens jullie eerste gesprek, maar komt dat later wel. Geef je kind dus de ruimte om jou niet aan te kijken.
Heb je hier moeite mee? Houd dan voor ogen dat het gesprek over een bepaald onderwerp gaat dat anders is dan het wel / niet aankijken van elkaar. Als je er tijdens zo’n gesprek toch een punt van gaat maken, dan gaat het meteen over een ander thema dan waar je het eigenlijk over wilt hebben. En dat lijkt me nou net niet de bedoeling. Laat het wel / niet aankijken van elkaar dus tijdens dit gesprek even voor wat het is. Dat kun je altijd op een ander moment bespreken. Maar nu dus liever even niet.

(7) Doe geen beloftes, die je niet kunt waarmaken.
Afhankelijk van wat je kind je vertelt, zou je het liefst bepaalde beloftes willen doen, zoals ‘Het komt allemaal wel goed’ of ‘Ik zal het tegen niemand zeggen’. Je weet nl. helemaal niet of het wel echt goed komt en misschien komt er een moment waarop je het echt tegen iemand moet vertellen. Wees daar dus héél voorzichtig mee en ga uiterst zorgvuldig met deze uitspraken om. Om de vertrouwensband, die je tijdens deze gesprekken met een kind opbouwt te handhaven, is het belangrijk om altijd duidelijk én eerlijk te zijn. Blijf altijd eerlijk, ook over wat het kind van jou kan verwachten (en wat niet).
Mocht je het in de toekomst inderdaad aan iemand moeten gaan vertellen, dan is het goed om het kind daarvan op de hoogte te brengen, zodat het kind weet wat je gaat doen en wat het daarna zelf kan verwachten. Zo komt het achteraf niet voor onprettige verrassingen te staan.

————————-
Vind je het leuk om met je kind te kletsen na school, maar vertelt je kind je dan maar héél weinig?
Kijk dan m’n video ‘Lekker kletsen na school: Zo doe je dat’.
————————-

(8) Heb geduld.
Natuurlijk zijn deze gesprekstechnieken geen garantie voor succes. Ze zorgen er niet bij 100% van de kinderen voor dat ze je ineens alles gaan vertellen. Zeker niet. Maar ze maken wel de kans groter dat een kind met jou gaat praten over wat hem bezig houdt, wat er speelt of over wat jij gezien / gehoord hebt. Misschien ook niet bij de eerste keer dat je het er met hem/haar over hebt, maar wel na verloop van tijd. Laat het kind weten dat je beschikbaar bent om met hem/haar te praten en dat je altijd bereid bent om opnieuw te praten.

(9) Afronding: Maak een vervolgafspraak
Als het gesprek voor je gevoel nog niet helemaal is afgelopen of als je graag een vinger aan de pols wilt houden over het vervolg, dan is het goed om een vervolgafspraak te maken. Op school kun je dat daadwerkelijk met je leerling plannen. Thuis kun je tegen je kind zo iets zeggen als: ‘laten we er volgende week weer even op terugkomen’. Het is belangrijk dat je je vervolgens ook aan die afspraak houdt.


Tot zover mijn tips om fijne gesprekken te hebben met je kind (of leerling). Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd. Ik wens jou en je kind dan ook hele fijne gesprekken toe!

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Hoe praat ik met mijn kind over vermoedens van kindermishandeling?. Klik hier.
– Oog voor het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren. Klik hier.
– Van Elskens, Ine. (2017). Praten met een klein kind: gemakkelijker gezegd dan gedaan. Klik hier.
– Waarom “hoe was het op school?” geen goede vraag is. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken. (1 van 2)

Als je denkt aan agressie bij kinderen, dan denk je waarschijnlijk aan slaan en schoppen, aan anderen opzettelijk pijn doen of aan met opzet iets kapot maken. Toch kun je onder agressie nog veel meer verstaan. Je kunt ook denken aan brutaal zijn, een grote mond hebben, vaak ruzie maken met andere kinderen, andere kinderen beledigen, kleineren of pesten.

Het zal je dan ook niet verbazen dat er meerdere uitingsvormen van agressie bestaan. Die zet ik in dit artikel graag voor je uiteen. En misschien kom je er dan achter dat je kind of jijzelf inderdaad ook wel eens agressief is/bent. Sterker nog, de kans is groot dat we allemaal wel eens agressief zijn.

In dit artikel lees je niet alleen welke vormen er van agressief gedrag bestaan, maar ook hoe het kan ontstaan en welke verschillen er bestaan tussen jongens en meisjes.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Goed om te weten
Alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Jonge kinderen kunnen hun impulsen nog niet zo goed beheersen en leren dat steeds beter naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving; ook dat hoort dus bij een normale ontwikkeling.
En nogmaals: alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Normaalgesproken zie je ook dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware weer overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Wat is agressief gedrag precies?
Het is nog best lastig om te beschrijven wat agressie precies is. Enerzijds zit er aan agressief gedrag een component van een ander met opzet schade toebrengen, bijv. door de ander fysiek pijn te doen of door over een ander te roddelen. Anderzijds heeft het te maken met het overschrijden van (on)geschreven regels van wat toegestaan is, hoe we met elkaar omgaan en in hoeverre anderen last hebben van het (agressieve) gedrag.

Hier volgt een definitie van agressief gedrag:
Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden. (van der Ploeg, 2009)


Agressief gedrag is een onderdeel van ‘externaliserend probleemgedrag’. Externaliserend probleemgedrag is gedrag dat naar buiten toe / op anderen gericht is.* Ook geweld en criminaliteit valt onder deze noemer.
*: Zo bestaat er ook ‘internaliserend probleemgedrag’; probleemgedrag dat naar binnen toe gericht is, zoals depressie of angst.

Agressie en geweld worden vaak door elkaar gebruikt. Er bestaat veel overlap tussen deze begrippen en ze liggen in elkaars verlengde. Toch is er een duidelijk verschil tussen agressie en geweld. Geweld kun je zien als een uitzonderlijk ernstige en heftige vorm van (fysieke) agressie.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-


Agressief gedrag kan op diverse manieren beschreven, onderscheiden en ingedeeld worden. Tussen deze indelingen bestaat deels ook weer enige overlap. Ze zijn dus niet totaal verschillend, maar kunnen wel helpen bij het maken van een onderscheid in gedrag dat je ziet bij kinderen en helpen bij hoe je het agressieve gedrag van je kind kunt beoordelen. Hier volgen alvast 5 veelvoorkomende indelingen.

(A) Fysieke vs. Psychische agressie:
Bij deze indeling gaat het om het effect van het agressieve gedrag en dan meer specifiek om het toebrengen van letsel bij de ander. Bij fysieke agressie gaat het om het toebrengen van fysiek letsel, dus letsel aan het lichaam van een ander. Bijv. door een klap in het gezicht of het toebrengen van (ernstig / minder ernstig) letsel bij een ander (bijv. lichamelijke mishandeling). Bij psychische agressie gaat het om het toebrengen van psychisch letsel bij een ander (bijv. door bedreiging, onder druk zetten, pesten, beledigen).

(B) Incidentele vs. Structurele agressie:
Als je kind af en toe agressief is, dan spreek je van incidentele agressie. Je kind reageert dan een enkele keer agressief in een specifieke situatie, bijv. omdat een ander kind zijn speelgoed afpakte, bijt je kind het andere kind. Als je kind regelmatig agressief gedrag laat zien, dan lijkt het agressieve gedrag een gewoonte geworden. Dan spreken we van structurele of chronische agressie.

(D) Covert vs. Open agressie:
In het geval van open agressie hebben anderen direct last van het agressieve gedrag van het kind. Het is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. De agressie kan zowel psychisch als fysiek van aard zijn. Bijv. het kind schreeuwt, scheldt, eist, driftig is, pest, slaat, bedreigt en/of vecht. Deze vorm wordt ook wel manifeste agressie genoemd.

In het geval van covert agressie speelt het agressieve gedrag zich stiekem af, dus bedekt voor anderen. Ook dit kan zowel fysiek als psychisch zijn. En hoewel het moeilijk tot niet zich- of hoorbaar is voor anderen, is het wel degelijk bedoeld om anderen schade toe te brengen.
Voorbeelden van covert agressie zijn kinderen, die liegen, die anderen buitensluiten, die kwaadspreken over een ander, die anderen opzetten tegen iemand. Deze vormen van coverte agressie wordt ook wel aangeduid met relationele agressie.
Ook hardnekkig liegen of aanhoudend tegendraads gedrag kan tot covert agressie gerekend worden, net als (latente) agressie tegen ouders en de maatschappij (bijv. diefstal of vernielen).

(E) Verbale vs. Non-verbale agressie:
De uitleg van deze twee agressievormen ligt voor de hand: bij verbale agressie worden woorden gebruikt, bij non-verbale agressie worden geen woorden gebruikt.
Bij verbale agressie kun je denken aan uitschelden, kwetsen, beledigen of intimideren; deze vorm van agressie komt veel voor. Bij non-verbale agressie kun je denken aan negeren, doodgezwegen of (stilzwijgend) dwarsgezeten worden. Deze vaak onopgemerkte variant van agressie kan ernstige vormen
aannemen en zelfs tot psychische mishandeling leiden.



En zeg eens eerlijk: heb jij bij deze omschrijvingen al iets herkend van wat jouw kind ook wel eens doet? Of van wat je misschien zelf wel eens doet?

Waarschijnlijk wel, want we maken ons allemaal wel eens schuldig aan (lichte vormen van) agressief gedrag. Toch willen we dat natuurlijk liever niet en zagen we het liefst dat het zo min mogelijk voorkwam. Vandaar dat ik je in m’n artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2) tips geef over hoe je om kunt gaan met dit agressieve gedrag, zodat het langzaam maar zeker gaat verminderen. In dít artikel leg ik je hieronder nog kort uit wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes op het gebied van agressief gedrag en wat mogelijke oorzaken zijn waardoor agressief gedrag ontstaat.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

Verschillen tussen jongens en meisjes
We zijn geneigd om te zeggen dat jongens agressiever zijn dan meisjes. De verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat jongens meer moeite hebben met zelfbeheersing of het beheersen van hun impulsen.
Toch is het in dit kader goed om te kijken naar welke vormen van agressie voorkomen bij jongens en meisjes. Dan zie je dat jongens vaker open, fysieke agressie (bijv. slaan, schoppen) laten zien en meisjes eerder de covert, relationele agressie (bijv. roddelen, buitensluiten). Hoewel fysieke agressie op het eerste gezicht wellicht erger lijkt, mn. voor de persoon tegen wie het gericht is, kan ook coverte agressie behoorlijk negatieve gevolgen hebben.
=> Het is belangrijk om kinderen en tieners te leren dat beide vormen van agressie onwenselijk zijn.

Oorzaken van agressief gedrag
Voor het ontstaan van agressief gedrag is niet slechts één factor aan te wijzen. Vaak gaat het om een combinatie van en interactie tussen meerdere factoren. Hieronder vind je een aantal mogelijke verklaringen, die doorgaans dus niet geïsoleerd, maar juist in combinatie met (één van de) andere factoren voorkomen.

* Algemeen:
In het algemeen kun je stellen dat agressief gedrag – heel basaal – kan voortkomen uit vermoeidheid, honger of een gevoel van drukte. Ook onderliggende emoties, zoals gevoelens van onmacht, frustratie, boosheid, onzekerheid of angst, maken de kans op agressief gedrag groter.

* Gedrag van anderen:
Kinderen leren van wat ze om hen heen zien (modelling), bijv. van ouders, broers en zussen, leeftijdsgenoten, van wat ze op tv zien en in games meemaken. Ze leren van anderen hoe ze met lastige situaties omgaan. Bijv. als kinderen bij hun ouders zien dat ze (verbaal of lichamelijke) agressief reageren als ze boos, gefrustreerd of teleurgesteld zijn, dan leren ze daarvan. Kinderen zullen die reactie en dat gedrag dan als normaal beschouwen, waardoor de kans groter wordt dat ze zelf ook op die manier gaan reageren. Ook erfelijkheid kan hierbij indirect een rol spelen.

* Opvoeding:
Kinderen, met wie van huis uit te weinig afspraken gemaakt worden, bij wie regels niet consequent nageleefd worden, die hard en inconsequent gestraft worden, bij wie opdrachten commanderend gegeven worden, die weinig direct toezicht hebben, die weinig positieve aandacht krijgen en betrokkenheid ervaren, hebben een grotere kans om agressief gedrag te ontwikkelen. Ook als ouders regels aanpassen naar de wens van hun kind, nádat het kind ongewenst, agressief gedrag vertoonde, werkt dat juist het voortduren van ongewenst, agressief gedrag in de hand.
De onderlinge reacties en gedragingen tussen ouder(s) en kind hangen enerzijds samen met de kenmerken van het kind zelf én met de eigenschappen van de ouders. Ook hier is dus weer sprake van een interactie.

* Kenmerken van het kind zelf:
Kinderen met specifieke persoonlijkheidskenmerken hebben een grotere kans om agressief gedrag te vertonen. Denk aan emotionele labiliteit, rusteloosheid, een korte aandachtspanne, negativisme en een lage impulscontrole. Ze zijn vaker egoïstischer ingesteld en kunnen zich moeilijker verplaatsen in de ander. Ook kinderen, die specifieke (gedrags)stoornissen hebben, laten vaker agressief gedrag zien; denk aan aandachtsstoornis met hyperactiviteit, een leesstoornis of -achterstand, een taalstoornis, een ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wanneer is agressief gedrag echt een probleem?
Het is belangrijk om je te realiseren dat niet alle agressieve gedrag meteen een probleem is. Dat hangt af van een aantal factoren. Allereerst kijk je naar de aanleiding waarbij het agressieve gedrag voorkomt. Als iemand bij kleine gebeurtenissen al agressief reageert en wanneer dat ook nog regelmatig voorkomt, dan kan dat problematisch zijn.
=> Bij 10-20% van alle jeugdigen is agressie daadwerkelijk een probleem.

Wanneer het agressieve gedrag lang duurt en/of wanneer een kind in meerdere situaties en locaties agressief is, kan dat problematisch zijn. Tenslotte is het belangrijk om de gevolgen van het agressieve gedrag mee te nemen. Wanneer relaties – bijv. thuis of op school – verstoord raken, is ook dat een factor die bijdraagt aan het problematische karakter van de agressie.

Wanneer het agressieve gedrag zich langere tijd (>4 maanden) en herhaaldelijk blijft voordoen én het een ongunstige invloed heeft op het functioneren van het kind of de adolescent, dan kan er sprake zijn van een psychisch probleem of stoornis (bijv. ODD – Oppositional Defiant Disorder of CD – Conduct Disorder). Schakel in dat geval zeker hulp in van professionals en experts op dit gebied.

Tot zover mijn tips voor wat agressief gedrag bij kinderen en tieners is, welke vormen het kan aannemen en welke oorzaken het heeft. Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




‘Mijn kind kan maar niet aan tafel blijven zitten.’ | In 9 stappen naar meer rust aan tafel.

‘Elke avond is het weer hetzelfde liedje: we zitten aan tafel voor het avondeten en onze dochter loopt om de haverklap weg. De ene keer wil ze even wat speelgoed pakken, de volgende keer ziet ze een pluisje op de grond liggen, dan wil ze even naar de wc. En zo gaat ze steeds weer met een ander smoesje van tafel. Het lijkt voor haar wel onmogelijk om rustig aan tafel te blijven zitten. Dat zorgt niet alleen voor onrust aan tafel, maar ook dat ze niet dooreet. Ze pakt tussendoor wel af en toe een hapje, maar een goede portie krijgt ze op deze manier niet binnen. We vinden het heel storend dat ze maar niet aan tafel blijft zitten. De onrust aan tafel vinden we ook echt niet fijn. En omdat wij ons er zo aan storen en er steeds wat van moeten zeggen, is het ook niet echt gezellig meer aan tafel. Wat kunnen we doen om de rust aan tafel terug te brengen?’

Deze lastige opvoedsituatie herken je misschien wel: je kind wil tijdens het eten maar niet aan tafel blijven zitten. Daardoor heeft je kind niet de rust om goed te eten en is het voor iedereen aan tafel erg onrustig. De gezelligheid is dan vaak ver te zoeken.

Hoe kun je er nou voor zorgen dat je kind wél aan tafel blijft zitten?
Dat gaat je lukken met de volgende 9 stappen. Ik leg ze je hieronder één voor één uit.

(1) Leg uit wat precies de bedoeling is aan tafel.
Hoewel je al (heel) vaak samen aan tafel gegeten hebt, hoeft niet voor iedereen precies duidelijk te zijn wat nou eigenlijk jouw bedoeling is. Daarom is het belangrijk om dat (nóg een keer) duidelijk aan je kind uit te leggen. Geef dan aan wat je van je kind verwacht. Zeg daarbij wat je kind wél kan doen. Zeg dus liever ‘tijdens het eten blijven we allemaal aan tafel zitten’ in plaats van ‘sta nou niet steeds op’. Je bedoelt hier natuurlijk hetzelfde mee, maar voor je kind is het belangrijk om te weten wat het wél kan doen.
Meer uitleg over het gebruik van de woorden ‘nee’ en ‘niet’ lees je hier.

Maak ook een duidelijke afspraak, zodat je kind weet tot wanneer het aan tafel moet blijven zitten. Je kunt bijv. afspreken dat je aan tafel blijft zitten tot dat iedereen klaar is met eten of totdat een bepaalde tijdsduur (bijv. 20 minuten) is verstreken. Pas als iedereen klaar is met eten óf de tijd om is, mag iedereen van tafel.


(2) Geef het goede voorbeeld.
De afspraak, die je bij stap 1 hebt gemaakt, geldt niet alleen voor het kind dat – nu nog – vaker van tafel gaat, maar die geldt voor iedereen die aan tafel zit. Het is belangrijk dat iedereen aan tafel zich aan die afspraak houdt. Dat betekent dus ook dat jij als ouder niet even opstaat om iets te pakken. Als er namelijk toch iemand van tafel opstaat, ontstaat er meteen onrust en is de kans groter dat je kind ook weer van tafel gaat.

Bereid daarom de tafel, voordat jullie aan tafel gaan, goed voor. Dan weet je zeker dat alles op tafel staat (bijv. servies, bestek, bekers, sausjes) van wat je nodig hebt voor deze maaltijd.


Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


(3) Stap voor stap langer aan tafel zitten.
Als het avondeten bij jullie thuis nu ong. 15 – 20 minuten duurt, dan kun je van je kind – zeker als je kind jong is – nog niet verwachten dat het die hele periode aan één stuk rustig op zijn stoel blijft zitten. Zorg er dus voor dat het eetmoment niet onnodig lang duurt.
Vanaf een jaar of 4, wanneer kinderen naar school gaan, merk je dat dat steeds beter gaat.

Je kunt je kind wel leren om langer op zijn stoel te blijven zitten. Begin voorzichtig en makkelijk, zodat het goed te doen is voor je kind. Zet een eierwekkertje (of timer op je telefoon) op één minuut en laat je kind één minuut aan één stuk aan tafel zitten. Als die minuut afgelopen is én je kind rustig is blijven zitten, dan mag je kind daarna even lopen. Je kind kan dan even een rondje om de tafel lopen of geef je kind een opdracht om te doen.

Gaat dat een paar dagen goed, dan maak je de intervallen wat langer, zodat je je kind steeds wat langer op z’n stoel zitten. Gaat je kind toch eerder van zijn stoel af, dan zet je je kind terug op zijn stoel en begint de tijd opnieuw te lopen.
Deze stap werkt het beste in combinatie met stap 6. Lees dus vooral nog even verder.


(4) Laat je kind voldoende bewegen.
Zorg dat je kind ’s middags (in de tijd voor het avondeten) even zijn energie kwijt kan. Laat hem buiten spelen, ga samen naar buiten, loop een blokje om, ga een rondje fietsen, ga naar een speeltuin in de buurt of laat samen de hond uit. Vind je het geen weer om naar buiten te gaan, maak dan een ‘beweegparcours’ in je woonkamer, waar je kind lekker kan springen, klauteren, kruipen ed. Dat hoeft allemaal niet lang te duren; vaak is een half uurtje al genoeg. En dat zou je mooi kunnen doen in het half uurtje voordat je gaat koken.

TIP: Laat je kind(eren) bijvoorbeeld ook eens ‘het Grote BewegingsSpel voor Binnen’ spelen.


(5) Zorg dat je kind genoeg slaapt.
Vaak worden kinderen onrustig als ze te weinig of niet goed slapen. Zeker aan het eind van de dag merk je dat ze dan ‘opgedraaid’, druk of extra onrustig zijn. Die onrust vertaalt zich dan o.a. in dat je kind niet rustig aan tafel kan blijven zitten. Je kind heeft het gevoel dat hij steeds moet bewegen. Dus ook het verbeteren van de nachtrust en ervoor zorgen dat je kind voldoende slaap krijgt, zorgen ervoor dat je kind de rust op kan brengen om lang genoeg aan tafel te blijven zitten.
Lees hier 10 basistips om je baby, kind of tiener beter te laten slapen.

(6) Benoem wat je kind goed doet.
Het is belangrijk om je kind steeds te laten merken én te benoemen wat hij goed doet, ook aan tafel. Uiteraard vind je het niet goed of fijn dat je kind steeds van tafel gaat, maar er zijn vast dingen die hij aan tafel wél goed doet. Hij eet bijvoorbeeld netjes met mes en vork, je ziet dat hij zijn aardappels, groente of pasta met smaak opeet, hij helpt zijn zusje met haar eten etc. Ga op zoek naar wat je kind goed doet en benoem dat. Dat is ontzettend belangrijk. Kinderen vinden het fijn om te horen wat ze goed doen en zijn dan eerder geneigd om dat nóg een keer te doen. Zo wordt de kans niet alleen groter dat je kind dat fijne gedrag nog eens laat zien, maar wordt de sfeer aan tafel ook fijner. Vergeet daarin ook de andere kinderen aan tafel niet. Ook zij moeten van jou horen wat ze goed doen.
Lees ook m’n artikel over waarom het belangrijk is om je kind positieve aandacht te geven.

(7) Maak het gezellig aan tafel.
Het is belangrijk dat het gezellig is aan tafel. Als kinderen merken dat het fijn is aan tafel, dan zullen ze er graag deel van willen uitmaken. Vandaar dat het belangrijk is dat het eetmoment een fijn moment is samen. Je kunt het eetmoment gebruiken om samen bij te praten, de dag door te nemen ed. Je kunt ook samen plannen maken voor jullie eerstvolgende vakantie, weekendje weg, uitstapje of verjaardagsfeestje. Zoek een onderwerp uit waar jullie samen graag over praten en laat iedereen deel uitmaken van het gesprek.

TIP: Gebruik ook eens m’n 100 Kletskaartjes om aan tafel samen de dag door te nemen.


(8) Negeer vervelend gedrag aan tafel.
Als je stappen 1 t/m 7 allemaal consequent en met overtuiging toepast, dan is het het beste om vervelend of negatief gedrag van je tafelgenoten te negeren. En negeren is dus er helemaal niet op te reageren; niet verbaal én niet non-verbaal. Dat doe je dus ook met je kind dat steeds van tafel gaat. Je laat het dus eigenlijk gebeuren. Dat doe je in de overtuiging dat je kind wel aan tafel komt als het daar maar leuk en gezellig genoeg is. Je kind wil er dan graag deel van uitmaken en komt vanzelf terug aan tafel. Negeren werkt overigens alléén als je heel goed oplet wat je kind goed doet én als je het goede gedrag consequent benoemt (zie stap 6).
Klik hier om meer te lezen over het ‘negeren’ van gedrag.

(9) Consequentie voor het opstaan en van tafel gaan.
Ondanks alle afspraken en voorbereidingen kan het natuurlijk toch voorkomen dat je kind de afspraak eens vergeet, zich vergist of gaat uitproberen wat er gebeurt als hij zich niet aan de afspraak houdt. Kortom, je kind zal toch nog wel eens van tafel gaan. Daarbij heb je nu al een tijd (ong. 2-3 weken) zijn vervelende gedrag genegeerd. Maar je merkt dat je kind nu helemaal niet meer uit zichzelf aan tafel komt en daardoor ook te weinig of gevarieerd eet.

Dan zit er niks anders op dan dat je toch een andere strategie gaat toepassen. Stappen 1 t/m 7 blijf je uiteraard toepassen, maar nu laat je stap 8 achterwege. Daarvoor komt stap 9 in de plaats.

Wanneer je kind zich nu niet aan de afspraak (‘we blijven allemaal aan tafel zitten totdat iedereen klaar is met eten’) houdt, dan volgt er een consequentie. Die consequentie geef je je kind, ongeacht de reden dat je kind van tafel gaat. Het is belangrijk dat je kind vooraf weet welke consequentie er volgt wanneer hij toch van tafel gaat.

Consequenties zijn natuurlijk nooit leuk; niet om te geven, niet om te krijgen. Toch is het belangrijk dat je kind leert dat hij zich aan jullie afspraken houdt. Met punten 1 t/m 7 doe je er in principe alles aan om je kind aan tafel te houden én om hem positief te benaderen. Realiseer je dat je kind eigenlijk steeds zelf de keuze maakt om aan tafel te blijven zitten of om toch – tegen beter weten in – van tafel te gaan. Dat gaat niet heel bewust, zeker niet als je kind gewend is om steeds van tafel te kunnen gaan, maar toch heeft hij geleerd dat het kan. Hij moet nu leren dat van tafel gaan echt niet meer kan.

Mogelijke consequenties kunnen in dit geval zijn: zijn stoel een stukje van tafel wegschuiven / omdraaien, in de hoek staan, op een aparte stoel gaan zitten, zijn bord wegzetten etc. Het gaat hierbij natuurlijk niet om de specifieke consequentie, het gaat om de boodschap, die je je kind geeft voordat hij de consequentie krijgt. Voordat je je kind bijv. op die extra stoel zet, leg je nog eens duidelijk (kalm & beheerst) uit waarom je kind daar moet gaan zitten.
Hier lees je meer over het geven van logische consequenties.

Toch nog even dit
Uiteraard is het belangrijk dat het in eerste instantie gewoon gezellig is aan tafel. In het algemeen kun je nl. stellen dat als het gezellig genoeg is aan tafel je kind daar graag deel van willen uitmaken en graag aan tafel blijft zitten. Het liefst wil je daarom ook geen consequenties geven, want zodra er consequenties volgen is het direct niet meer zo gezellig aan tafel. Het heeft in eerste instantie dus niet de voorkeur om consequenties in te zetten, maar soms kan het noodzakelijk zijn om je afspraak op deze manier toch wat ‘kracht’ bij te zetten.


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!



tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende websites:
– ‘De opvoedkwestie: mijn kind blijft niet aan tafel zitten’. RTL Nieuws. Klik hier.
– ‘Van tafel tijdens het eten: ja of nee?’, Ouders van Nu. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘Mijn kind eet zo slecht. Moet ik me zorgen maken?’ [Interview met eetexpert drs. Eline de Haan]
– ‘Vind ik niet lekker!’ (Over jouw rol aan tafel en hoe jij er voor kunt zorgen dat je kind beter eet.)
– ‘Sturing & verbinding: Waarom beide aspecten onmisbaar zijn in de opvoeding van jouw kind.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Samen opvoeden na scheiding: Hoe doe je dat? [Interview met scheidingsexpert dr. Inge van der Valk]

Joyce Akse maakt een serie artikelen, waarin ze experts interviewt over hun eigen onderzoek of werkveld. Het doel van deze serie is om resultaten van wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar praktische tips voor ouders, waar ze thuis direct mee aan de slag kunnen. Deze thema’s hebben natuurlijk te maken met het ouderschap, opvoeding en/of de ontwikkeling van kinderen (0-16 jaar).

 

Opvoeden is niet altijd makkelijk. Het kan al lastig zijn als je een goede relatie hebt met je partner en als je het over het algemeen met elkaar eens bent over de opvoeding van jullie kinderen.

moeder_brengt_kind_naar_vaderMaar wat kun je doen als je het niet meer goed met elkaar kunt vinden en als je merkt dat je relatie steeds slechter wordt? Wellicht denk je op dit moment zelfs al na over de mogelijkheid om te gaan scheiden. Je denkt misschien wel dat je je na een scheiding vast fijner en gelukkiger voelt. En is het niet zo dat als jíj goed in je vel zit dat dat ook beter is voor je kind…? Of werkt dat zo helemaal niet…?

En als je inderdaad zou gaan scheiden, wat heeft dat dan voor effect op je kind(eren)? En hoe blijf je op een goede manier samen opvoeden: je bent dan wel geen partner meer van elkaar maar jullie zullen toch contact met elkaar moeten onderhouden om alles rondom de kinderen goed te kunnen regelen. Hoe gaat dat dan?

⇒ In dit artikel geeft dr. Inge van der Valk – onderzoeker en expert op het gebied van scheiding & opvoeding – alle antwoorden op deze vragen.

 

Je bent expert op het gebied van scheidingen en het effect ervan op kinderen. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?

‘Grappig dat je dat vraagt, want bij sociale wetenschappers zoals ik vraagt men zich vaker af wat het onderwerp dat ze bestuderen te maken heeft met wat ze zelf meegemaakt hebben. Voor mij had de keuze van dit onderwerp eigenlijk twee redenen:

Scheiding en kinderen vond ik – nu nog steeds trouwens – een heel interessant onderwerp, omdat er zoveel aspecten bij komen kijken. Denk maar aan de onderlinge ouderlijke relatie, de opvoeding en de ouder-kind-relatie.

moeder_dochter_buiten_in_gesprekEen andere reden waarom ik dit onderwerp zo interessant vond, had te maken met wat ik in mijn eigen jeugd om me heen zag gebeuren. We woonden vroeger in een leuke straat; het was een jonge buurt, het was er gezellig en de buren werden vaak kennissen van elkaar. Er werden ook regelmatig feestjes gegeven. Die bleken soms iets te gezellig, waardoor onderling nieuwe relaties ontstonden. Dat resulteerde helaas ook in scheidingen en ‘losse’ ouders, die overbleven in onze straat. Dat kreeg ik als kind natuurlijk allemaal niet zo mee, maar wat me toen wél opviel, was dat de kinderen met wie ik speelde zo maar ineens weg waren. Die verhuisden dan uit het niets ergens anders heen, samen met hun moeder. In die tijd begon ik me al af te vragen hoe dat precies zat: waarom gingen sommige ouders uit elkaar en waarom konden ze niet bij elkaar blijven? Waarom lukte dat andere ouders wel? Wat deden zij anders dan de ouders die scheidden?’

 


inge_van_der_valkDr. Inge van der Valk werkt bij de onderzoeksgroep Jeugd & Gezin van de Universiteit Utrecht en heeft als expertise kinderen & scheiding. Zij studeerde psychologie en promoveerde op een langlopend onderzoek naar de samenhang tussen ouderlijke conflicten, echtscheiding en het functioneren van jongeren.

Zij werkt samen met andere onderzoekers binnen de sociale wetenschappen, met onderzoekers familierecht en met professionals uit de praktijk. Daarnaast heeft zij meegewerkt aan de Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen en aan de Wegwijzer ondersteuning scheidingskinderen (NJi). Momenteel is zij bezig met een groot onderzoek naar het thuisgevoel van kinderen na scheiding.
Kijk voor meer informatie over dit onderzoek op http://www.uu.nl/waarhoorikthuis. 


 


Wat zijn volgens jou de meestvoorkomende redenen dat ouders gaan scheiden? Zitten daar ook wel eens redenen tussen, die met de opvoeding van de kinderen te maken hebben? En is een scheiding ook wel eens te voorkómen?

gezin_kijkt_verveeld

‘De meest voorkomende redenen, die ouders zelf noemen om te gaan scheiden, zijn dat ze op elkaar uitgekeken waren (vooral als ze eerst hadden samengewoond), dat ze geen vertrouwen meer in elkaar hadden (vaak na overspel; ook dat kwam vaker voor als ze eerst hadden samengewoond) en dat hun karakters te veel botsten.
Deze redenen komen op nagenoeg dezelfde manier voor bij mannen als bij vrouwen. Uiteraard kunnen deze redenen in sommige gezinnen overlappen en samen voorkomen.

In het kader van partnerkeuzen en relaties wordt vaak gezegd dat ‘opposites attract’ (= tegenpolen trekken elkaar aan), maar dat blijkt in het dagelijks leven toch niet zo handig te zijn. Vooral als je samen een huishouden runt of een kind gaat opvoeden, blijkt het beter te gaan als je meer op elkaar lijkt. Dan heb je minder onenigheid over deze zaken en loopt het binnen het gezin gewoon soepeler.

De opvoeding van kinderen wordt door ouders dus zelf niet expliciet als reden voor hun scheiding genoemd. Ook op basis van onderzoek kan ik niet zeggen dat alleen ‘de opvoeding’ een oorzaak is voor een scheiding. Je kunt je echter wel voorstellen dat de manier van opvoeden te maken heeft met een grotere, onderliggende factor, zoals de botsende karakters, die ik al eerder noemde, of zoals de sociaalculturele verschillen tussen ouders. De oorzaak van de scheiding is dan vaak een optelsom van meerdere oorzaken.

Ouderschap kan ook een bijkomende stressfactor zijn en op die manier drukken op de relatie. Dat zie je vaker gebeuren bij gezinnen, waarin er iets met een kind aan de hand is, zoals een autismespectrumstoornis (ASS) of als een kind ernstig ziek is. Dan wordt er ontzettend veel gevraagd van het gezamenlijke ouderschap. Als je dan als ouder – om wat voor reden dan ook – niet kunt voldoen aan die vraag dan wordt de kans op een scheiding groter.

man_vrouw_relatietherapieJe vraagt ook of een scheiding wel eens te voorkómen is: dat is zeker zo. Je wordt namelijk niet op een ochtend wakker met een slecht huwelijk. Relatie-ondersteuning kan heel zinvol zijn, zeker wanneer je dat in een vroeg stadium inzet. Ook wanneer partners uiteindelijk toch beslissen om te scheiden, is het goed om samen met een onafhankelijke derde stil te staan bij de relatiegeschiedenis, bij onderlinge patronen en bij communicatiestijlen.

Uit onderzoek weten we ook dat ouders meestal niet gelukkiger worden door een scheiding. Het geluksniveau blijft na een scheiding eigenlijk redelijk stabiel. Dat heeft ermee te maken dat je na een scheiding wel minder contact hebt met je partner, maar je neemt nog steeds jezelf mee.

Daarbij wordt het gezamenlijk opvoeden van de kinderen na een scheiding gewoon complexer. Daar vergissen ouders zich vaak enorm in. Een scheiding blijkt dan ook meestal geen oplossing te zijn voor de onderlinge conflicten; die gaan erna nog gewoon door. Soms verergeren de conflicten dan zelfs. De onderlinge tegenstellingen tussen de (ex-)partners worden na een scheiding nog meer aangezet.

Dat zijn dan ook allemaal redenen om relatieondersteuning te zoeken op het moment dat je relatie niet lekker loopt, ook als je later toch besluit om te gaan scheiden. Dan leer je namelijk hoe je beter met elkaar kunt communiceren. Dat is erg belangrijk voor gezamenlijk ouderschap na jullie scheiding. Hoe beter je met elkaar kunt blijven communiceren, hoe minder conflicten je hebt.’


Wat is over het algemeen het effect op kinderen als hun ouders gaan scheiden? Wat merk je dan bij kinderen? En het lijkt vaak alsof een scheiding alleen maar negatief kan uitpakken voor kinderen, maar is dat eigenlijk wel zo? Zijn er situaties waarin een scheiding ook positieve aspecten kent voor kinderen?

gezin_pratend_op_bank‘Als ouders relatieproblemen hebben, dan zien we dat jonge kinderen vaker slaapproblemen hebben, (weer) in bed gaan plassen of op hun duim gaan zuigen of dat ze zelfs opstandig / oppositioneel gedrag vertonen. Oudere kinderen zijn in een dergelijke situatie vaker opstandig of boos (externaliserend probleemgedrag) of zijn verdrietig of trekken zich meer terug (internaliserend probleemgedrag). Het externaliserende gedrag zien we vaker bij jongens, het internaliserende juist meer bij meisjes.

In onderzoek zien we dat op korte termijn een scheiding vaak een effect heeft op kinderen, maar dat is dan wel afhankelijk van een aantal factoren. De leeftijd van de kinderen speelt o.a. mee, net als de mate waarin de kinderen het zelf zagen aankomen en de manier waarop het hen verteld wordt.

Over het algemeen zie je (op korte termijn) vooral veel emoties, zoals stress, boosheid en verdriet. Sommige kinderen richten die emoties vooral naar binnen (internaliserend), andere juist naar buiten (externaliserend); soms zijn ze vooral boos op één van de twee ouders en soms op beide. Ze ervaren vaak ook meer onrust, die te maken kan hebben met alle veranderingen die door de scheiding op stapel staan.

Meestal gaat het na ongeveer 2 jaar weer ‘goed’ met kinderen van wie de ouders gescheiden zijn (bij ong. 87% van de kinderen met gescheiden ouders). Ze doen het dan weer net zo goed als kinderen uit intacte gezinnen.

Een kleiner deel van de kinderen (ong. 15 a 20%) vertoont echter ook nog op langere termijn problemen. Deze kinderen gaan dan bijv. externaliserend of juist internaliserend probleemgedrag vertonen, ze hebben een lager zelfbeeld, lagere schoolprestaties en/of een lager schoolniveau en hebben minder goede relaties met anderen (vrienden of romantische relaties).

Vaak hebben dit soort gevolgen te maken met het oudersysteem. Ouders blijven dan conflicten met elkaar hebben, juridische procedures blijven doorgaan en ouders betrekken hun kind(eren) veel bij hun onderlinge conflicten. Juist dat soort gedragingen van ouders zorgt voor een groter risico op problemen bij de kinderen, zoals loyaliteitsproblemen (= kinderen voelen zich dan tussen de ouders instaan), parentificatie (= kinderen nemen een deel van de ouderrol op zich) en ouder-kind-allianties (= kinderen hebben dan met de ene ouder een veel sterkere band dan met de andere, wat soms de vorm van een ‘verbond’ aanneemt).

Het effect van een scheiding is voor kinderen haast nooit positief. De meeste kinderen willen gewoon het liefst dat hun ouders bij elkaar blijven of – zelfs jaren later nog – weer bij elkaar komen. Realiseer je ook dat we uit onderzoek weten dat kinderen al tevreden zijn als hun ouders een ‘middelmatig’ huwelijk hebben (‘good enough marriage’); kinderen houden nou eenmaal van stabiliteit en veiligheid.

ouders_vechten_kind_oren_dichtDe enige uitzondering op deze regel is een klein percentage kinderen, bij wie er echt sprake was van grote problematiek binnen het gezin en een groot gevoel van onveiligheid. In zulke gezinnen was dan vaak sprake van langdurig hevige conflicten, geweld, verslaving of misbruik. Dan kan scheiding een opluchting zijn en kan het kind zelfs meer rust geven. Maar dit zijn echt de uitzonderingen en komen waarschijnlijk bij minder dan 5% van de gezinnen / kinderen voor.

Daarbij komt nog dat conflicten tussen ouders meestal niet ophouden na een scheiding, ze verergeren vaak nog en ook dat kan langdurig het geval zijn. Bij complexe scheidingen, waarbij sprake is van veel conflicten en vaak ook juridische procedures, zie je vaak dat de ene ouder de ander gaat diskwalificeren om zelf als ‘betere’ ouder over te komen. Ze proberen zichzelf min of meer goed te praten door hun eigen kant positief te benoemen, maar dan wel ten koste van hun ex-partner. Dat komt vaak voort uit onverwerkte emoties rondom de scheiding.

Kinderen en jongeren noemen zelf wel eens wat oppervlakkige voordelen van de scheiding, bijv. dat ze twee slaapkamers hebben, dat ze 2x cadeaus krijgen voor hun verjaardag en kerst, dat ze 2x op vakantie gaan etc. Maar je kunt je voorstellen dat dit alleen een voordeel is bij ‘harmonieuze’ scheidingen, dus wanneer ouders nog goed met elkaar kunnen communiceren. Deze ‘voordelen’ hebben ook weer behoorlijk sterke keerzijdes en ook deze kinderen geven vaak aan dat ze nog steeds het liefst zagen dat hun ouders weer bij elkaar waren. Vandaar dat er niet echt voordelen van een scheiding te noemen zijn.

Neemt niet weg dat ouders er wel zoveel mogelijk voor kunnen zorgen dat de situatie voor hun kind(eren) in elk geval niet negatief is. En dit hebben ze voor een groot deel zelf in de hand, mn. door samen goed ouders te blijven en weinig conflicten te hebben.’

 


In de media wordt vrij veel aandacht geschonken aan scheidingen, co-ouderschap, mediatie ed. Je kunt er dus best veel over opzoeken en lezen. Zit daar ook wel eens verkeerde informatie tussen? Bestaan er zg. ‘mythes’ over scheidingen, co-ouderschap, mediatie ed., die je graag zou willen ontkrachten / doorbreken?

ouders_ruzie_dochters_ongelukkig‘Wat het verhaal over scheidingen lastig maakt, is dat er niet maar één soort scheiding is; het zijn allemaal verschillende situaties. En dat geldt vooral voor complexe scheidingen. Dat betekent ook meteen dat het moeilijk is om algemeen geldende informatie te geven. Met name bij veel ouderlijke conflicten is het maatwerk. Er is helaas nog veel handelingsverlegenheid bij professionals rondom de meest complexe scheidingen. Daarbij komt nog eens dat er een gebrek is aan multidisciplinaire samenwerking. Soms bestaat er wederzijds wantrouwen vanuit disciplines. De transitie en transformatie in de jeugdzorg hebben voor onrust gezorgd en dat heeft weer versnippering in de hand gewerkt. En er is minder aandacht voor preventie.’

 

Er is een aantal mythes dat ik regelmatig voorbij zie komen:

 

(1) ‘Als ik als ouder gelukkiger ben door een scheiding, dan is dat ook beter voor mijn kind(eren)’.
Mother and daughter in forest together‘Deze gedachte klopt helaas niet. Vergeet niet dat een scheiding een rigoureuze beslissing is. Als een huwelijk middelmatig is, dan is dat voor de kinderen prima. Dat wil zeggen: in onderzoek zien we dat het welbevinden* van deze kinderen net zo hoog is als de kinderen van wie de ouders een gelukkig huwelijk hebben.
* Concreet betekent dat deze kinderen net zo weinig internaliserend en externaliserend probleemgedrag laten zien, dat hun zelfbeeld, schoolprestaties en schoolniveau even hoog zijn en hun relaties met anderen net zo goed zijn als kinderen uit gelukkige gezinnen.’

 

(2) ‘Scheiden is een oplossing’.
ex_ouders_bestaan_niet‘Ook dat is een mythe. Scheiden lijkt een eindpunt, maar je kunt het eerder zien als een nieuwe manier van samen verder gaan. Ouders vergissen zich nl. vaak in hoe lastig het is om na scheiding nog samen goed ouders te zijn. Als je geen partners meer bent maar nog wel ouders dan is het samen opvoeden juist lastig, omdat je eerder tegenstellingen tegenkomt; die worden juist na een scheiding vaak uitvergroot. En je moet na een scheiding nog veel meer dingen met elkaar gaan overleggen, die eerst min of meer vanzelfsprekend waren: wanneer ga je met de kinderen op vakantie, wanneer zie je de kinderen met feestdagen, wat doe je bij belangrijke beslissingen of bij problemen van je kind, wat doen jullie als er een nieuwe partner bij komt, hoe hou je elkaar op de hoogte van de dagelijkse beslommeringen of belangrijke ontwikkelingen. Dat blijft ook na een scheiding doorgaan. Ouders denken er vaak te makkelijk over.’

 

(3) ‘Co-ouderschap is beter voor kinderen’ (d.w.z. 50-50% verdeling over ouders)
vader_loopt_met_kinderen_op_stoep‘Dat is een lastige mythe. Het lijkt er namelijk op dat we dat inderdaad zo terugvinden in onderzoek. Maar, het onderzoek waarin dat naar voren komt, is een onderzoek waarbij ouders dat zélf aangaven. Je kunt je voorstellen dat je juist bij ouders, die goed met elkaar communiceren, hoort dat het co-ouderschap goed gaat. Als je goed met elkaar kunt communiceren, kun je ook beter alles op elkaar afstemmen en is de kans van slagen van co-ouderschap veel groter. Dus co-ouderschap zou wel eens alleen goed kunnen werken als ouders goed met elkaar communiceren. We weten echter niet hoe het zit bij ouders die niet of moeizaam met elkaar communiceren.

Als je het aan de kinderen zelf vraagt, dan zou je zelfs op andere conclusies uitkomen. Zij zijn namelijk degenen die wekelijks van het ene naar het andere huis gaan. Zij zitten juist met vragen als ‘waar hoor ik thuis?’. Het is belangrijk om uit te zoeken hoe kinderen zelf het co-ouderschap van hun ouders ervaren en – als dat toch niet ideaal zou zijn – wat zij zelf fijner vinden of wat zij zelf denken dat beter voor hen zou werken. Er zijn ook wel gezinnen bekend waarbij de kinderen steeds in hetzelfde huis blijven wonen en waar de ouders wisselen, maar daarvan is niet bekend wat dat voor effect heeft op de kinderen of de ouders.

Om te weten op welke manier co-ouderschap positief is voor de kinderen, maar ook bij ouders die moeizaam met elkaar communiceren, hebben we dus echt nog meer onderzoek nodig.’

 

(4) ‘Je moet niet gaan scheiden, want dat is slecht voor de kinderen.’
jongen_tussen_vader_moeder‘Dat is vaak een maatschappelijke opvatting, die niet perse klopt. In ong. 80% van de kinderen gaat het na verloop van tijd weer net zo goed als kinderen van intacte gezinnen. Slechts bij 15-20% van de kinderen gaat het langere tijd niet goed.

In dit kader is er wel nog een ding dat me dwarszit en dat zit ‘m in de term ‘vechtscheiding’. Dat is een term die in de media veelvuldig voorkomt. Ik begrijp wel dat de media graag de excessen benoemen en de grootste probleemgevallen eruit pikken. Dat is voor hen uiteraard het interessantst!

Maar, deze negatieve berichtgeving heeft vaak een negatieve uitwerking op de ouders. Het lijkt daardoor alsof we als maatschappij zeggen dat een scheiding zo negatief is voor de betrokken kinderen, dat straalt af op de ouders, zij gaan zich schuldig voelen, dat heeft een negatief effect op hun manier van opvoeden en dus een negatief effect op de ontwikkeling van het kind. Zelfs de ouders, die het relatief goed doen, hebben hierdoor last van schuldgevoelens. Die eenzijdige informatie in de media kan dus behoorlijk polariserend werken.

Ik vind het dan ook belangrijk om te benadrukken dat de overgrote meerderheid van de ouders heel goed met de scheiding omgaat en redelijk in staat is tot constructieve, respectvolle co-parenting.’

 


Stel er zijn ouders, die dit interview lezen, die al een tijdje overwegen om te gaan scheiden. Wat zou je deze ouders willen adviseren? Welke stappen kunnen ze zetten om tot een gedegen beslissing te komen? En als ze dan inderdaad beslissen om te gaan scheiden: wat is dan belangrijk om tegen de kinderen te zeggen (en wat juist niet)? Welke boodschap werkt in zo’n situatie het beste voor de kinderen?

man_vrouw_relatietherapie2‘Voor ouders is het vooral belangrijk dat ze gaan praten: met elkaar, met vrienden, familie, noem maar op. Ga samen met je partner naar een relatietherapeut, een mediator of een andere deskundige. Probeer dit via de huisarts te doen, zodat je het misschien vergoed kunt krijgen. Zoek informatie op, o.a. van de Rijksoverheid en het juridisch loket, zodat je weet wat er allemaal bij een scheiding komt kijken.
Onder aan dit artikel vind je een lijst met aanvullende mogelijkheden om gedegen informatie te verzamelen.

Als je het je kinderen gaat vertellen, dan is het belangrijk om het gesprek in een bekende en veilige omgeving te houden. Zoek een rustig moment uit en voer het gesprek bij voorkeur samen met je partner. Geef een korte uitleg over de situatie en zorg dat het een eenduidig verhaal is. Houd daarbij natuurlijk rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van je kind. Benadruk tijdens het gesprek dat je kind geen enkele schuld heeft aan de scheiding, dat de liefde voor je kind blijft bestaan en dat jullie ervoor gaan zorgen dat jullie beiden de kinderen blijven zien.

ouders_praten_met_kinderenGeef je kind daarna zeker twee dagen de tijd om de boodschap aan te laten komen. Het ene kind heeft daar meer tijd voor nodig dan het andere. Zorg dat je in de tijd erna aanwezig en beschikbaar bent voor je kind, zodat hij zijn vragen kan stellen en evt. zorgen kan uiten. Luister naar je kind, hoe is het voor hem / haar, erken zijn emoties, zorg dat hij ruimte krijgt om zijn mening te geven of zijn gevoel te uiten. Geef je kind ook een stem in de nieuwe situatie. Je kind hoeft niet over zaken mee te beslissen, maar je kunt wel rekening houden met wat voor je kind het prettigst of minst vervelend is. Geef je kind de tijd en ruimte voor elke verandering, die staat te gebeuren.

Verder is het voor je kind fijn om een steunfiguur te hebben bij wie hij – naast zijn ouders – terecht kan. Bespreek samen met je kind wie dat kan zijn, daar kun je als ouder vooraf al over nadenken, het liefst natuurlijk iemand die je kind goed kent.

Licht ook de school in (en belangrijke anderen). Ga samen in gesprek over hoe je kind het aan de klas wil gaan vertellen. Stem het goed af met de leerkracht, zodat hij/zij ook weet hoe je kind het graag zou willen, bijv. samen met de leerkracht. Door zo’n gesprek in de klas weten ook de klasgenoten wat er met je kind aan de hand is; zeker in de oudere groepen realiseren kinderen zich dat dit lastig is.’

 


Ook als je van elkaar gescheiden bent, blijf je samen ‘ouder’ van je kinderen. Hoe kun je ervoor zorgen dat je dat op een goede manier samen blijft doen? Zijn er dan onderwerpen die je met elkaar moet bespreken en waar je het eens over moet worden? Op welke manier betrek je de kinderen er bij? En wat kun je doen als het ‘co-ouderschap’ niet prettig verloopt?

vader_kinderen_gesprek• ‘De beste voorspeller voor goede co-ouderschap na de scheiding is hoe goed je samen opvoedde voor de scheiding. Maar realiseer je ook dat je kunt leren om op een positieve manier met elkaar te communiceren. Ga daar het liefst voor de scheiding al mee aan de slag.

• Ga op een respectvolle manier met elkaar om. Net als bij een goede relatie geldt: wees coulant en ruimhartig, slik onbelangrijke ergernissen in. Prent jezelf in dat je dan weliswaar geen partners meer bent, maar dat je samen wel nog altijd goede ouders kunt zijn. En daar zijn niet alleen de kinderen maar ook jij en je ex-partner bij gebaat.

• Gun je kind een goede band met de andere ouder. Betrek je kind niet in de eventuele onderlinge problemen. Probeer ten allen tijde te voorkomen dat er kampen ontstaan; daar is vooral je kind niet bij gebaat.

• Zolang er nog veel emoties spelen, is het belangrijk om er ruimte aan te geven; geef jezelf die ruimte en werk eraan. Laat de onderlinge problemen niet de boventoon voeren, maar ga er juist mee aan de slag. Voorkom dat de kinderen betrokken worden bij jullie onderlinge problemen.

• Zorg goed voor jezelf.

• Vergeet niet dat je ook na een scheiding een rouwproces moet doorlopen. Neem daar voldoende tijd voor, anders kan het je nog jarenlang blijven achtervolgen. Door dit proces goed te doorlopen kun je na verloop van tijd goed afscheid nemen van de periode met je partner.’

 


Tot slot: wat is jouws inziens het belangrijkste dat ouders op het gebied van scheiding moeten weten?

ouders_kind_coparenting‘Er is bijna geen kind dat blij is wanneer de ouders uit elkaar gaan. Voor jouzelf maar zeker ook voor je kind is een scheiding lastig: de personen, die geacht worden om zijn/haar leven lang voor een fijn, liefdevol en veilig klimaat te zorgen, lijken nu ineens alles overhoop te gooien.

De meeste ouders kunnen na een scheiding nog prima samen opvoeders zijn en afzonderlijk van elkaar een goed en veilig thuis bieden voor hun kinderen. Het is belangrijk om ‘schuldenvrij’ te denken. Dus: een ‘goede’ scheiding is absoluut mogelijk. Je kinderen verdienen dit; jij en je ex-partner trouwens ook. Er valt op dit gebied wel nog veel te winnen. Voorkom dat het kind tussen jullie als ouders in komt te staan.

Mocht een ‘goede’ scheiding onverhoopt toch niet vanzelf gaan, dan kun je daar ondersteuning bij zoeken. Dat is bijzonder zinvol; doe het op tijd, dus liefst voordat het een conflictueuze scheiding wordt.’

 

Aanvullende informatie over dit onderwerp:
– Neem een kijkje op de site van Villa Pinedo; daar vind je vragen van ouders met antwoorden van jongeren en de verhalen van jongeren zelf. Dan zie je waar jongeren en andere ouders tegen aan lopen. Dat kan jou als ouder helpen om onnodige valkuilen en problemen te voorkomen.
– Wat betreft de hulp kun je o.a. denken aan buurtteams, aan Wegwijzer ‘Kind en Scheiding of aan ‘Ouderschap blijft’. Op http://www.nji.nl vind je een overzicht van allerlei programma’s ter ondersteuning van kinderen en ouders.
– Het Platform ‘Scheiding zonder schade’ (o.l. André Rouvoet) besteedt veel aandacht aan het ondersteunen van gescheiden ouders in hun ouderschap en in hun relatie.
– Een ander initiatief, dat momenteel wordt opgezet, is het ‘Besluit met Muisjes’; dat gaat zich vooral bezig houden met ouderschap en stress na een scheiding.
– Vraag ook je huisarts om raad; hij/zij kent het lokale aanbod en kan je daarin goed adviseren.’

 

Wil je graag reageren op dit artikel? Dat mag!
Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!

 


tip_gezinWil jij als eerste Joyce’ waardevolle OpvoedTips ontvangen? 
Helemaal gratis en vrijblijvend. Klik dan hier.

Cadeau: Kort na je aanmelding van het e-zine ontvang je Joyce’ E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’ als cadeau. Dat is dus ook helemaal gratis en vrijblijvend. Je leest er hier meer over.


 

joyce_rosegrijs_staand_c
Heb je vragen over dit thema, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag? Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

 

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2019. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Geschreven door Joyce Akse van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.


K
lik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘3 Goede Voornemens voor Ouders (of: Hoe houd je het ouderschap goed vol?)’. Klik hier.
– ‘Als je de balans kwijt raakt…’ | Hoe houd je alle ballen in de lucht zonder stress. [Gastbijdrage van drs. Agathe Hania-Akse]. Klik hier.
– ‘Doorbreek het taboe: Opvoeden is niet altijd leuk en makkelijk.’ Klik hier.
– ‘Positief opvoeden: Start je opvoeding goed met deze 5 stappen.’ Klik hier.
Klik hier voor meer waardevolle opvoedtips van Joyce, bijv. over (niet) willen luisteren, slapen of eten ed.

logo_akse_coaching_klein_nieuw
Ga (terug) naar de website van Akse Coaching: http://www.aksecoaching.nl.

Waarom krijgt zij altijd meer dan ik…? (over: 5 tips om je kind te helpen om met zijn jaloezie om te gaan.)

jongen_alleen_bij_gezinIedereen is wel eens jaloers. Op zo’n moment heb je het idee of het gevoel dat je zelf op de een of andere manier achtergesteld wordt ten opzichte van iemand anders. Die onprettige gevoelens komen net zo goed voor bij volwassenen als bij (de wat oudere) kinderen.

Jonge kinderen kennen nog geen jaloezie: ze zijn nog heel egocentrisch en daardoor heel erg op zichzelf gericht. Vanaf de basisschoolleeftijd worden kinderen zich steeds meer bewust van anderen om zich heen, waardoor ze merken dat anderen ook iets hebben, willen of kunnen. Naarmate kinderen ouder worden, gaan ze zichzelf ook steeds meer vergelijken met anderen. Ze zien dat anderen iets leuks of moois hebben dat ze zelf niet hebben, maar wel graag zouden willen.

Vaak ligt er aan gevoelens van jaloezie een negatief zelfbeeld ten grondslag. Bij kinderen met een goed gevoel van eigenwaarde zie je over het algemeen minder jaloezie. Natuurlijk zijn deze kinderen ook wel eens jaloers, maar ze zijn er niet zo erg door uit het veld geslagen. Ze kunnen de gevoelens van jaloezie weer gemakkelijker loslaten. Een kind met een goed gevoel van eigenwaarde voelt zich minder snel achtergesteld dan kinderen met een lage eigenwaarde of met minder zelfvertrouwen.

Voor kinderen is jaloezie trouwens nog best een moeilijk te begrijpen emotie. Verdriet, boosheid, blijdschap en angst zijn duidelijke gevoelens, die een kind goed kan begrijpen. Bij jaloezie komen echter meerdere emoties samen: verdriet over wat het kind niet heeft, boosheid over wat een ander wel heeft en angst dat een ander liever gevonden wordt. Dit maakt het een complexe emotie waar kinderen niet altijd goed raad mee weten en niet altijd goed van weten hoe ze die kunnen uiten.

jongens_vechten_met_elkaar_bankKinderen kunnen hun jaloezie op verschillende manieren uiten. Hieronder lees je op welke manieren ze dat kunnen doen:
– Ze laten agressief gedrag zien (fysiek of verbaal): ze gaan gillen, slaan, schelden of schreeuwen.
– Ze maken ruzie.
– Ze pakken spullen van hun broertje of zusje af (of gaan zelfs stelen).
– Ze gaan huilen als een ander kind aan hun spullen komt.
– Ze trekken zich zwijgend terug.
– Ze eisen (extra) aandacht op op andere (lastige) momenten.
– Ze vallen terug in een vroeger ontwikkelingsstadium.


joyce_grijs_aanjou_1
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet? Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?

Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


Positieve kanten aan jaloezie
Door op een goede manier om te gaan met jaloezie leert je kind om voor zichzelf op te komen. Soms zijn gevoelens van onrecht misschien wel terecht en is er inderdaad iets oneerlijk verdeeld. Op zo’n moment is het dan ook goed dat je kind voor zichzelf opkomt en om zijn gevoelens of gedachtes kenbaar te maken. Anderzijds leert je kind juist om rekening te houden met een ander en te begrijpen waarom een ander soms iets wel heeft of mag, wat je kind op dat moment zelf niet heeft of niet mag.

Hieronder lees je maar liefst 5 dingen, die je kunt doen als je kind jaloers is. 

moeder_geeft_dochter_een_kus1. Praat met je kind over jaloezie, over wat het is en hoe je je er door kunt voelen.
Toon begrip voor de jaloerse gevoelens van je kind en leg uit dat iedereen wel eens jaloers is. Het is dus heel normaal om die gevoelens wel eens te hebben.

Leg je kind ook uit dat als jij iets positiefs tegen je ene kind zegt je dan niet automatisch iets negatiefs over je andere kind bedoelt. Dus: als je tegen je ene kind zegt ‘ik vind jou lief’, dan betekent dat niet dat je je andere kind niet lief vindt.

Het is belangrijk om tijdens zo’n gesprek een duidelijk verschil te maken tussen het hebben van jaloerse gevoelens en het omgaan met of het uiten van de jaloezie. Sommige reacties of gedragingen, zoals schelden of agressief reageren, zijn natuurlijk niet toegestaan.

2. Leer je kind om over zijn gevoelens te praten en dus om onder woorden te brengen wat hij voelt. Het is belangrijk om te kunnen zeggen waar je mee zit, zodat je je gevoelens niet opkropt of op een andere manier gaat uiten. Leg je kind uit dat het beter is om te vertellen waar je mee zit dan om er zelf mee te blijven rondlopen. Anderen kunnen nou eenmaal niet in je hoofd kijken of aanvoelen wat er met je aan de hand is. Als je kind jou als ouder vertelt waar hij mee zit, kunnen jullie met hem meedenken en kunnen jullie samen nadenken over een oplossing. Soms is alleen het er over praten zelfs al genoeg…

TIP. Bekijk ook m’n video ‘Mijn dochter is jaloers op haar kleine broertje’

3. Probeer er op het moment dat je merkt dat je kind jaloers gaat reageren niet te emotioneel of te heftig te reageren. Houd de sfeer luchtig, probeer in zulke situaties ook eens humor te gebruiken.

Bijv. Als je kind er op toeziet dat iedereen exact evenveel krijgt, dan zou je de M&M’s of chips uit een zak allemaal een voor een kunnen gaan verdelen; waarschijnlijk geeft je kind dan wel aan dat dat nou ook weer niet de bedoeling is. Je kind realiseert zich dan dat ongeveer evenveel ook ok is.


joyce_rosegrijs_staand_c

Wil je graag een thema-avond over opvoeden bijwonen?
Kijk dan in Joyce’ online Agenda voor een workshop, lezing of OpvoedParty bij jouw in de buurt.

Wil je Joyce graag uitnodigen om een thema-avond over opvoeden te geven?
Kijk dan hier voor mogelijke thema’s en/of neem contact met haar op.


moeder_geeft_dochter_een_high_five4. Reageer positief als je kind zijn broertje of zusje wèl iets geeft of gunt. 
Op het moment dat je kind zijn broer of zus wel iets gunt of zo maar een keer iets geeft, geef dan meteen aan dat je het fijn vindt dat je kind dat deelt, geeft of dat hij een ander ergens mee laat spelen. Het is belangrijk dat je kind hoort wanneer hij iets goed doet, vooral als hij daar vaker moeite mee heeft. Dit zal er namelijk voor zorgen dat hij dat fijne gedrag vaker zal laten zien.

Probeer er dus ook op te letten dat je kind iets met een ander deelt en benoem dat dus. Dat zorgt er o.a. voor dat je zelf minder focust op het jaloerse gedrag van je kind en juist meer ziet dat hij ook niet-jaloers gedrag vertoont.

jongens_spelen_samen_kapla.jpg5. Laat beide kinderen regelmatig samen spelen of samen iets ondernemen.
Laat ze iets doen waarbij ze echt moeten samenwerken en waarbij ze een gemeenschappelijk doel hebben. Ze leren dan dat ze elkaar nodig hebben en samen meer kunnen bereiken dan alleen. Op zo’n momenten ervaren ze even geen concurrentie en merken ze dat ze op een fijne manier tijd met elkaar kunnen doorbrengen.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezinWil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen? 
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_cHeb je vragen over dit thema, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag? Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2019. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Geschreven door Joyce Akse van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Lees verder over gerelateerde thema’s:
– ‘4 manieren om je kind te helpen met lastige emoties (+ 3 BONUSTIPS)’. Lees het artikel hier.
– ‘Help, mijn kind liegt. Wat nu? (Over: Hoe je je kind leert om eerlijk tegen je te zijn.). Lees het artikel hier.
– ‘Voorkom ongewenst gedrag: Geef je kind positieve aandacht.’ Lees het artikel hier.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

Joyce gebruikte o.a. onderstaande referenties voor dit artikel:
– de Vos – van der Hoeven, T. Jaloezie. Lees het artikel.
– Jaloers. J/M Ouders. Lees het artikel.
– Jaloezie bij kinderen. Mamaplaats. Lees het artikel.
– Keus. Geef jaloers kind positieve aandacht. Reformatorisch Dagblad.  Lees het artikel.

logo_akse_coaching_klein_nieuw

Ga (terug) naar de website van Akse Coaching: http://www.aksecoaching.nl. 

 

‘Super. Goed gedaan, zeg!’ | Hoe je waardevolle complimenten geeft aan je kind.

kinderen_groep_duim_omhoogComplimentjes geven is fijn, complimentjes ontvangen ook. Als jij je kind een complimentje geeft, krijgt je kind daar een positief gevoel van. Het voelt zich fijn en misschien wel trots op zichzelf.

Een belangrijke reden om je kind een compliment te geven is om te laten weten dat je het fijn vindt wat je kind doet of heeft gedaan. Als je kind weet wat jij fijn vindt, dan is de kans groter dat hij dat nog eens zal doen. Je mag er namelijk van uit gaan dat je kind jou graag wil helpen en jou blij wil maken (ook al voelt dat misschien niet altijd zo…). Door het geven van complimentjes kun je je kind dus stimuleren om iets (vaker) te doen van wat jij fijn vindt.

Het ene compliment is echter het andere niet. Een goed compliment is duidelijk, specifiek en oprecht. Je kind moet begrijpen waar het compliment over gaat en wat hij precies goed heeft gedaan. Je kind voelt vaak heel goed aan of je het compliment wel/niet meent.

Je hoort vaak ouders tegen hun kind zeggen ‘goed gedaan’ of ‘super’. En dat is natuurlijk altijd wel fijn om te horen, maar daar leert je kind niet veel van. Het nadeel van dergelijke algemene uitspraken is dat je kind dan nog steeds niet weet wat hij precies goed gedaan heeft of wat jij precies super vindt. Vandaar dat een goed compliment ook altijd een korte uitleg of beschrijving bevat.

Hieronder volgt een aantal voorbeelden van complimenten, die specifiek, duidelijk  en concreet zijn:
moeder_geeft_meisje_dikke_duim– ‘Wat eet je netjes met mes en vork.’
– ‘Wat heb je die zon mooi rond getekend.’ of ‘Ik zie dat je goed je best gedaan hebt om binnen de lijntjes te kleuren. Dat ziet er heel netjes uit zo.’
– ‘Wat knap dat je je sok al aangetrokken hebt.’
– ‘Wat fijn dat je de tafel al hebt gedekt. Nu kunnen we allemaal nog sneller aan tafel.’
– ‘Wat goed van je om al te beginnen met het opruimen van je speelgoed. Dan vallen we er tenminste niet over.’
De oprechtheid van het compliment zit ‘m natuurlijk in de manier waarop je het tegen je kind zegt. Het is – ook bij een compliment geven – de toon die de muziek maakt!

Ik realiseer me heel goed dat de kans groot is dat dit niet de manier is waarop jij gewend bent om je kind een compliment te geven. Misschien heb jij er sowieso wel eens moeite mee om complimenten te geven, laat staan dat je het ook nog eens op zo’n ‘gekunstelde’ manier zou moeten doen (als je complimenten geven inderdaad nog best lastig vindt, dan vind je onderaan dit artikel extra tips). Je vindt het misschien niet nodig of overdreven of misschien voel je je er zelf gewoon onprettig bij en dan lijkt dit een grote omweg om te laten merken dat je iets fijn vindt. Het voelt voor jou dan onnatuurlijk aan. Wellicht helpt het je om deze complimenten anders te zien: wat je met deze manier van complimenten geven eigenlijk doet, is het fijne gedrag dat je kind laat zien expliciet benoemen. Je wijst hem expliciet op dat prettige gedrag, zodat hij weet wat hij goed doet. Daardoor stimuleer je hem om ermee door te gaan en maak je de kans groter dat hij het in de nabije toekomst nóg een keer zal doen.

moeder_piekert_kind_met_knuffelAls je voor je gevoel (te) vaak met je kind in de clinch ligt, discussies hebt of ruzie maakt, dan is het soms nog knap lastig om iets positiefs of goeds aan je kind te ontdekken. Toch doet iedereen altijd wel iets goed, dus jouw kind ook. Zorg er daarom voor dat jou dat fijne gedrag opvalt en zeg het meteen tegen je kind. Daardoor vergroot je de kans dat jouw kind dat fijne, positieve en gewenste gedrag vaker laat zien.

TIP: Heb je er moeite mee om de positieve kanten van je kind te zien? Ga er dan eens een week lang extra goed op letten en schrijf iedere dag min. één positieve eigenschap, vaardigheid of handeling op. Dat kan in het begin iets heel kleins zijn, zoals ‘je hebt meteen toen ik het vroeg de tafel gedekt’, ‘je hebt maar liefst een half uur zelf met de Knex gespeeld’ of ‘je had de slappe lach samen met je zusje’.

Uit onderzoek blijkt dat complimenten effectief kunnen zijn om er o.a. voor te zorgen dat je kind beter naar je luistert. Toch zijn niet alle complimenten alleen maar positief; sommige complimenten kunnen zelfs een negatief effect hebben op de interne motivatie van je kind. Als je te grote of opgeblazen complimenten geeft aan je kind, dan is de kans groot dat je kind uitdagingen juist eerder uit de weg gaat of eerder opgeeft (‘het lukt me nu toch niet meer om m’n ouders zo trots op me te maken als toen…’).

Er komen dan ook steeds meer aanwijzingen waaruit blijkt dat het echt uitmaakt wat voor soort compliment je precies aan je kind geeft. Hieronder lees je op welke manier je juist wel complimenten kunt geven.

Goede complimenten voldoen aan een aantal specifieke kenmerken:

(1) Wees oprecht.
kinderen_duim_omhoogGeef alleen een compliment als je het echt meent. Je kind merkt dat aan je; waarschijnlijk niet bewust, maar hij kan er wel een fijn of juist vervelend gevoel van krijgen.
Als je namelijk niet oprecht bent bij het geven van een compliment, kan je kind het gevoel krijgen dat je hem zielig vindt, hem probeert te manipuleren of dat je hem niet begrijpt. Ook dat zijn juist weer punten waardoor het geven van een compliment averechts kan werken.

(2) Wees specifiek en beschrijf op een realistische manier wat je kind (goed) gedaan heeft.
Zeg dus liever ‘Wat knap dat jij je veters helemaal zelf hebt gestrikt!’, ‘Wat goed dat je alvast uit jezelf naar boven bent gegaan om je om te kleden.’ en niet ‘Goed gedaan!’ of ‘Ik heb nog nooit iemand zo mooi piano horen spelen als jij!’.

(3) Geef liever een compliment over het gedrag van je kind dan over z’n persoon.
Als je een compliment geeft over het gedrag van je kind, dan zeg je iets over datgene wat je kind doet (bijv. tekenen, spelen, fietsen, rennen). Geef je een compliment over de persoon van je kind, dan zeg je iets over eigenschappen van je kind, bijv. over zijn karakter, persoonlijkheid, intelligentie (bijv. ‘wat ben je toch mooi’, ‘wat ben je toch slim’). Als je te vaak complimenten geeft over je kind als persoon, dan kan je kind daar juist erg onzeker van worden en daardoor juist gaan onderpresteren. Probeer dus te voorkomen dat je te vaak iets zegt over eigenschappen van je kind en geef liever een compliment over zijn gedrag.
En natuurlijk mag je af en toe toch nog wel eens tegen je kind zeggen dat je hem mooi, lief of slim vindt, maar (gezien de mogelijke negatieve effecten) voorkom dat je dat te vaak doet of overdrijft…

vader_zoon_high_fiveHet gaat er hierbij juist om dat je je kind (stimu)leert om zich op een positieve manier te gedragen en dus dat je laat weten wat jij positief gedrag vindt. Wat dat betreft werkt het ook nog eens goed om gedrag te benoemen dat nog kan veranderen of wat je kind nog kan ontwikkelen (bijv. de moeite die hij ergens voor gedaan heeft of de strategieën die je kind gebruikt).

Er zijn veel onderzoeken gedaan naar het effect van het geven van complimenten. Als je hier verder over wilt lezen, dan vind je onderaan dit artikel een aantal links en referenties, die ik voor dit artikel heb gebruikt en waar je verder in kunt lezen.


M’n vaste e-zine-abonnees lazen in dit artikel ook nog wanneer je juist beter géén complimenten kunt geven, wat je kunt doen als je het zelf lastig vindt om complimenten te geven en als je merkt dat je kind het lastig vindt om complimentjes te ontvangen.

tip_gezinWil jij ook graag alle opvoedtips van Joyce lezen?
Meld je dan aan voor het GRATIS e-zine, dat ze 1x per maand naar haar abonnees stuurt. Haar e-zine (digitaal magazine) staat boordevol praktische en waardevolle opvoedtips, steeds over een ander belangrijk opvoedthema.
Kort na je aanmelding ontvang je alvast haar GRATIS E-boek ‘5×5 OpvoedTips – Nóg meer genieten van je kind’ in je mailbox, zodat je meteen met de eerste praktische tips kunt beginnen.
Het e-zine verstuurt ze op de 1e dag van de maand. Zowel het e-zine als het e-boek ontvang je helemaal GRATIS, vrijblijvend  én zonder verdere verplichtingen.
Klik hier om meer te lezen over Joyce’ e-zine, bijv. welke thema’s je zoal mag verwachten.


joyce_rosegrijs_staand_cIk hoop van harte dat je met één (of meerdere) van deze tips aan de slag gaat. Het zal er aan bijdragen dat je je kind (nòg) meer stimuleert om ‘gewenst’ gedrag te laten zien en jullie relatie (nog) fijner wordt. Laat je me weten hoe het gegaan is?

Heb je vragen of opmerkingen over dit thema?
Mail die dan vrijblijvend naar info@aksecoaching.nl of plaats je reactie onder dit bericht.

Veel succes!
Mvg, Joyce Akse 

Geschreven door Joyce Akse van Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies.
© 2016. Joyce Akse/Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.
http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

Lees verder over gerelateerde thema’s: 
– ‘Ik zeg het nou nog één keer…! (of: Hoe voorkom je dat je kind niet naar je luistert.)’. Klik hier.
– ‘Voorkom ongewenst gedrag: Geef je kind positieve aandacht.’ Klik hier.
– ‘In 5 stappen naar minder stress én positiever opvoeden.’ Klik hier.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

Joyce gebruikte o.a. onderstaande referenties voor dit artikel:
– Brummelman, E. (2013). Sommige complimenten kunnen averechts werken bij kinderen met lage zelfwaardering. Lees het artikel.
– Dewar, G. (2008). The effects of praise: What scientific studies reveal about the right way to praise kids. Parenting Science. Lees het artikel.
– Nationale Zorggids. (2014). Kind niet altijd gebaat bij veel complimenten. Lees het artikel.
– Sanders, M.R., Markie-Dadds, C., & Turner, K.M.T. (2007). Tafeldraaiboek. The University of Queensland: Australia.

cropped-logo_akse_coaching_klein_nieuw.pngGa (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Voorkom ongewenst gedrag: Geef je kind positieve aandacht.

Om te voorkómen dat je kind ongewenst gedrag laat zien, is het belangrijk om je kind (meer) positieve aandacht te geven. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want juist in situaties, waarin je kind voor je gevoel vaker lastig of vervelend is, is het ontzettend moeilijk om de energie op te brengen om je kind op een leuke en positieve manier te benaderen.

meisje_duwt_broertje_weg_loopfietsDaarnaast heeft de uitdrukking ‘aandacht geven’ vaak een negatieve bijsmaak. Er wordt vaak tegen een kind gezegd ‘krijg je weer niet genoeg aandacht…?’ of ‘heb je weer aandacht nodig?’ en dat terwijl alle kinderen inderdaad aandacht nodig hebben en in het bijzonder van hun ouder(s)! Kinderen hebben – net als volwassenen – het gevoel nodig dat ze gezien en gehoord worden en dat bereik je o.a. door je kind regelmatig jouw onverdeelde aandacht te geven (hieronder lees je wat ik precies bedoel met ‘onverdeelde aandacht’).

Sterker nog, kinderen kunnen eigenlijk helemaal niet te veel (positieve) aandacht krijgen, als je het maar op een goede manier geeft. Je kunt je kind nl. ook – onbewust – op een verkeerde manier aandacht geven, waardoor je kind juist wél lastig of vervelend gedrag laat zien. Als je bijv. alleen maar op je kind reageert als hij lastig of vervelend is (door boos te worden, te schreeuwen of straf te geven) en daarnaast vrijwel niet op je kind reageert als hij lekker bezig is, leuk speelt ed., dan zal je kind – juist om jouw aandacht te krijgen – eerder dat ongewenste gedrag laten zien. Je kind heeft dan nl. het idee dat ‘als ik lastig doe, dan ziet mama me; als ik lekker bezig ben, ziet mama me niet.’. Natuurlijk denkt en doet je kind dat niet bewust… Maar om dit patroon te doorbreken, is het belangrijk om juist op je kind te reageren als hij bijv. lief kleurt, rustig een boek leest of lekker met z’n blokken speelt.

moeder_dochter_samen_koken

Kortom, je kind heeft aandacht nodig. Als je kind echter te weinig positieve aandacht krijgt, gaat hij op een negatieve manier om aandacht vragen. Maar je kind krijgt natuurlijk veel liever positieve aandacht, net zoals jij het veel fijner vindt om positieve aandacht te geven. Gééf je kind dan ook die positieve aandacht!

Maar hoe doe je dat eigenlijk: positieve aandacht geven? En hoe zorgt dat er voor dat je kind minder lastig of vervelend gedrag laat zien? Dat lees je hieronder.


logo_groot_paars


Heb je een kleine of grote opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Neem dan contact met me op.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


Een belangrijk aspect van positieve aandacht geven is: ‘tijd vrij maken voor je kind’. En dan bedoel ik dat je je kind een paar keer per dag heel gericht aandacht geeft. Het gaat er dan vooral om dat je een paar keer per dag kort iets met je kind doet. Aangezien je door de dag heen ook je eigen activiteiten hebt, die nou eenmaal moeten gebeuren, is het belangrijk om bewust tijd vrij te maken voor je kind. Als je het niet gewend bent om dat te doen, is het zelfs goed om in het begin tijd in te plannen, die je dan echt blokkeert om aan je kind te besteden.

Het is natuurlijk niet bedoeling dat je vanaf nu de hele dag bij je kind gaat zitten en de hele tijd met hem mee gaat doen. Als je per keer dat je bij je kind gaat zitten enkele minuten (dus echt maar 1-2 min. per keer) daarvoor uittrekt, dan is dat al voldoende.


Geef je kind liever een aantal keren KORT per dag jouw aandacht dan één keer lang.


moeder_helpt_zoonPraktisch gezien kun je ‘aandacht geven’ heel eenvoudig aanpakken: je gaat naast je kind zitten als hij kleurt, met de blokken speelt, een spelletje op de computer doet etc. Uiteraard toon je op zo’n moment je belangstelling voor wat je kind doet en probeer je met hem mee te doen. Vraag maar eens wat jij op dat moment zou kunnen doen om hem te helpen: wat mag jij kleuren, met welk bouwwerk kun jij je kind helpen om het nóg hoger, langer of sterker te maken of laat je kind jou uitleggen wat er allemaal gebeurt in het computerspelletje wat hij doet, wat het doel is, waar hij voor moet opletten, wat hij lastig vindt (en of jij het ook eens mag proberen…?). Laat de leiding over het spelen dan grotendeels bij je kind.

Het is belangrijk om je te realiseren dat jij op zo’n moment aansluit bij wat je kind doet. Je hoeft dus niet zelf te bedenken wat je met je kind kunt doen of welk uitstapje jullie gaan maken; je kind is vaak al ergens mee bezig en daar kun je gemakkelijk bij aansluiten.


joyce_rosegrijs_staand_c

Wil je graag een thema-avond over opvoeden bijwonen?
Kijk dan in Joyce’ online Agenda voor een workshop, lezing of OpvoedParty bij jouw in de buurt.

Wil je Joyce graag uitnodigen om een thema-avond over opvoeden te geven?
Kijk dan hier voor mogelijke thema’s en/of neem contact met haar op.


meisje_toont_tekening

Tijd vrij maken voor je kind geldt in principe ook voor momenten, waarop je kind uit zichzelf naar je toekomt. Bijv. als hij je het nieuwe liedje dat hij pas op school heeft geleerd wil laten horen, als hij jou de tekening wil laten zien die hij net gemaakt heeft of als hij iets gezien heeft op tv of van zijn vrienden dat hij jou graag wil vertellen. Probeer op dat soort momenten – die vaak maar een minuutje duren – te stoppen met waar je mee bezig bent en om je kind dan je volle aandacht te geven. Op zo’n moment heeft je kind namelijk echt jouw aandacht nodig. En aangezien je kind die aandacht dan vaak maar heel kort nodig heeft, is het handiger om er – als het even kan – meteen aan te voldoen.

TIP. Bekijk ook m’n video ‘Moet ik echt met m’n kind samen spelen?’.

Het voordeel van deze manier van aandacht geven, is dat je kind merkt dat hij op een positieve manier aandacht van jou krijgt. Hij krijgt de aandacht niet als hij vervelend of lastig is, maar gewoon als hij lekker bezig is. Daardoor is je kind eerder geneigd om juist met dat gewenste gedrag door te gaan of om het weer te doen. Je kind zal na een tijdje dan ook vaker op een fijne manier spelen en dus ook minder lastig gedrag gaan vertonen.


Kinderen, die lekker bezig zijn, hebben geen tijd om vervelend te doen.


too_much_attention_spoiled_children

Een aantal aspecten van ‘positieve aandacht’ lijken misschien wel een open deur voor je. Toch schieten ze er gemakkelijk bij in als je het idee hebt dat je kind vaak lastig of vervelend is. Over het algemeen zijn dit ook vooral de aspecten waardoor je een paar jaar geleden graag vader of moeder wilde worden. We merken nl. allemaal dat het veel fijner is om een positieve band met je kind op te bouwen en om op een prettige manier met je kind om te gaan dan dat je je kind steeds moet wijzen op consequenties van zijn gedrag of zelfs straf moet geven.

Het geven van positieve aandacht aan je kind is één van de belangrijke aspecten om ongewenst gedrag van je kind te voorkómen. Daarnaast zijn er natuurlijk nog andere aspecten, die ik in toekomstige artikelen zal toelichten.

Wil je reageren op dit artikel?
Ga dan naar m’n Facebook-pagina en laat daar een bericht achter.


tip_gezin
Wil jij ook Joyce’ waardevolle opvoedtips ontvangen?
Helemaal gratis en vrijblijvend. Klik dan hier.

Cadeau: Kort na je aanmelding van het e-zine ontvang je Joyce’ E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’ als cadeau. Dat is dus ook helemaal gratis en vrijblijvend. Je leest er hier meer over.


Ik hoop van harte dat je met deze informatie op een goede manier thuis aan de slag kunt.

Heb je hier vragen over, wil je meer weten over dit thema of heb je een andere opvoedvraag? Neem dan contact met me op. Je vindt m’n contactgegevens hieronder.
joyce_rosegrijs_staand_c

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

Geschreven door Joyce Akse van Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies.

© 2016-2018. Joyce Akse/Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.logo_akse_coaching_groot_nieuw

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

Joyce gebruikte o.a. onderstaande referenties voor dit artikel:
– Sanders, M.R., Markie-Dadds, C., & Turner, K.M.T. (2007). Tafeldraaiboek. The University of Queensland: Australia.

Lees verder over gerelateerde thema’s:
– ‘De pedagogische tik: Doen of niet? (over: Waarom een tik helemaal niet nodig is.)’. Lees hier verder.
– ‘De time out: Hoe werkt die eigenlijk?’ (over: De time out in 5 stappen)’. Lees hier verder.
– ‘In 5 stappen naar minder stress én positiever opvoeden’. Lees hier verder.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?’ (Over: 4 ingrediënten voor een gezonde dosis zelfvertrouwen.)

meisje_bang_handenvoormondOuders vragen me wel eens hoe ze hun kind meer zelfvertrouwen kunnen geven.

Hun dochter (6) is dan bijvoorbeeld erg verlegen en zodra een onbekende haar aanspreekt, kruipt ze het liefst achter papa of mama weg.
Of hun zoon (8) is bang voor van alles en nog wat: hij vindt het niet fijn om samen met andere jongens te voetballen omdat hij bang is voor de bal, die hard op ‘m afkomt of voor de anderen die tegen hem aan botsen.
Of hun dochter (10) kan zich behoorlijk druk maken als ze een spreekbeurt moet houden voor de klas of als ze samen met een groepje een opdracht moet maken waar ze voor beoordeeld wordt; ze durft dan bijna niks te zeggen in het groepje en doet maar gewoon wat anderen zeggen.
Of hun zoon (12) durft zijn eigen mening niet te zeggen in het bijzijn van zijn vrienden; bang dat ze hem uitlachen of helemaal afwijzen; hij loopt gewoon mee met de anderen en doet daardoor wel eens dingen waar hij later spijt van heeft.

In dit artikel lees je hoe je er als ouder voor kunt zorgen dat je kind meer zelfvertrouwen krijgt. Dat lijkt misschien een onmogelijke opgave en dat lukt zeker niet van vandaag op morgen, maar het kan wel! Jij kunt er als ouder dan ook een belangrijke bijdrage aan leveren om het zelfvertrouwen van je kind te vergroten. Je leest in dit artikel met welke (basis)stappen je kunt beginnen.

ARTIKEL ‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?’
Allereerst wil ik graag uitleggen wat ik precies bedoel met ‘zelfvertrouwen’. Zelfvertrouwen is het vertrouwen dat je in jezelf hebt, dat je in jezelf gelooft, dat je jezelf de moeite waard vindt, dat je positief in het leven staat en dat je de toekomst positief tegemoet ziet. Daarnaast geeft de mate van zelfvertrouwen weer in welke mate je (on)afhankelijk bent van wat anderen over je denken, dat je bij tegenslagen niet de schuld bij anderen neerlegt en dat anderen in je omgeving vertrouwen in je hebben.
kinderen_springen_omhoogAls je een gezonde basis zelfvertrouwen bezit, kun je niet alleen goed omgaan met successen, maar ook met tegenvallers. Het bepaalt (mede) de manier waarop je naar jezelf kijkt en hoe je jezelf behandelt. Als je voldoende zelfvertrouwen hebt, dan blijf je jezelf ontwikkelen en weet je waar je mogelijkheden liggen (en je benut die ook). Het zorgt er ook voor dat je rustig en kalm kunt handelen, ook als je tegenwerking ervaart. De moeilijkheden die je in je leven tegenkomt, ervaar je als een uitdaging, als iets om van te leren; niet als een groot probleem.
Zelfvertrouwen kan je als persoon een aantal dingen opleveren:
– Het geeft je veel positiviteit, het vergroot de waardering die je voor jezelf hebt, je blijft eerder trouw aan jezelf en aan je eigen normen en waarden.
– Je kunt er betere prestaties door leveren, je bereikt meer realistische doelen, je leidt een meer succesvol leven en je gaat uitdagingen aan in je leven.
– Het zorgt voor meer voldoening en het geeft je meer tevredenheid.
– Kinderen met een positief zelfbeeld zijn meestal vrolijk, kunnen goed samenwerken, zijn vaak goed op school en maken gemakkelijk vrienden.
Nuchter blijven
Een gezonde basis van zelfvertrouwen is nodig om de opdrachten, moeilijkheden en problemen in je leven durven aan te pakken. Als je voldoende zelfvertrouwen bezit, ga je problemen, die je in je leven tegenkomt, niet uit de weg. Maar je kunt natuurlijk niet overal goed in zijn. Het is goed om dat van jezelf te accepteren.
meisje_hoofd_tegen_muurEr zijn ook factoren, die voor een negatief zelfbeeld bij je kind kunnen zorgen:
– Als er vaak negatieve vergelijkingen gemaakt worden tussen broertjes en zusjes.
– Gebrek aan goede lichaamsverzorging en hygiëne.
– Onvoldoende lichaamsbeweging en conditie.
– Overgewicht.
– Negatief en pessimistisch denken.
– Veel ruzies en conflicten tussen ouders.
– Lichamelijke of emotionele verwaarlozing of mishandeling.

Zelfvertrouwen kun je ontwikkelen

Niemand wordt echt geboren met zelfvertrouwen, maar iedereen kan wel zelfvertrouwen ontwikkelen. Dat doen we door te ervaren dat iets lukt of juist niet. Zelfvertrouwen ontwikkelen we door levenservaring op te doen, door te beseffen waar onze valkuilen liggen en door te weten waar we goed in zijn.
Kortom, er zijn heel veel voordelen aan het hebben van een gezonde dosis zelfvertrouwen. Maar, als je kind dat nu niet heeft, hoe zorg je er dan voor dat hij dat wel krijgt…?

 

Als ouder kun je veel dingen doen om je kind meer zelfvertrouwen te geven. Hieronder lees je 5 manieren, waarmee je kunt starten:

(1) Accepteer je kind zoals hij is.
Iedereen is anders. Je kind heeft een eigen karakter, persoonlijkheid, specifieke eigenaardigheden, leuke en minder leuke eigenschappen en daar is helemaal niks mis mee. Misschien lijkt hij in sommige dingen op jou en in andere dingen juist meer op je partner. Dat is vaak leuk om te zien, maar als puntje bij paaltje komt, maakt het eigenlijk niet zo veel uit. Waardeer je kind vooral om wie hij zèlf is en om wat hij zèlf kan en doet. Dat kun je o.a. doen door hem complimentjes te geven, door je genegenheid te tonen, door te zeggen dat je van hem houdt en door hem te laten merken dat je het fijn vindt dat hij er is.
moeder_dochter_lachend_knuffelen

=> Kinderen met een positief zelfbeeld denken en geloven vooral goede dingen over zichzelf.
Dat gebeurt eerder als ze dikwijls worden geprezen, veel affectie en veel (positieve) aandacht van jou als ouder ontvangen.
Je hoeft je kind natuurlijk niet de hele tijd de hemel in te prijzen – liever niet zelfs – maar als je kind ergens blij mee is of trots over is, deel dan die blijdschap of trots met hem.

(2) Neem je kind serieus.

Neem je kind serieus, bijv. als hij je iets wil vertellen. Denk niet te snel ‘wat een gek verhaal’,  ‘dat klopt toch niet’ of ‘stel je niet zo aan’. Soms is het al genoeg om bij je kind te gaan zitten, hem aan te kijken en aandachtig naar hem te luisteren; soms zelfs zonder een echte woordelijke reactie. Laat je kind maar eens vertellen zonder dat jij hem in de rede valt en zonder dat jij vertelt wat je ervan vindt of wat jij zou doen. Je kunt uiteraard wel doorvragen om meer te weten te komen, maar sla daar niet in door. Verbaas je over wat je kind je allemaal kan vertellen, zodra hij de smaak te pakken heeft. Door dit soort gesprekken, waarin jij aandachtig naar je kind luistert, krijgt je kind een positieve bevestiging (‘ik mag er zijn’), wat weer bijdraagt aan meer zelfvertrouwen.

Sommige kinderen zijn er heel goed in om bepaalde verwachtingen over zichzelf te hebben,
die absoluut niet realistisch zijn. Ze verwachten heel veel van zichzelf, ze denken dat ze al van alles moeten kunnen en zien dan vooral wat ze (nog) allemaal niet kunnen. Praat over die verwachtingen met je kind en geef vooral aan wat je kind al wel kan.
 jongen_bij_bord_spierballen

Leer je kind ook dat hij door veel oefenen of door iets vaak te herhalen ergens beter in kan worden
, maar dat het best een tijd kan duren voordat hij iets goed onder de knie heeft. Op die manier leert je kind dat hij niet in één keer helemaal goed moet doen.

 


Je kunt je kind hierbij nog extra ondersteunen door samen realistische doelen te formuleren
; vooral het woord ‘realistisch’ is hierbij belangrijk. Vraag je kind bijv. hoe hij iets wil aanpakken zodat hij zijn doel kan bereiken. Formuleer samen kleine stappen, die hij – één voor één – zelf kan zetten om uiteindelijk zijn einddoel te bereiken. Juist als je kind merkt dat hij de doelen die hij stelt ook kan bereiken, draagt dat bij aan een gevoel van meer zelfvertrouwen.


(3) Geef je kind (gepaste) vrijheid.

jongens_plakken_fietsband_opaAlle kinderen hebben een bepaalde mate van vrijheid nodig. Ze leren bepaalde vaardigheden vooral door ze zelf te oefenen en zelf te doen. Als de tijd het toelaat en als je de mogelijkheid hebt, laat je kind dan eens zelf proberen om zijn naam te schrijven, om zijn veters te strikken, om een DVD op te zetten, om zijn tanden te poetsen, om zijn band te plakken etc. Kinderen vinden het vaak heerlijk om te merken dat ze iets helemaal zelf mogen doen.
Houd hierbij natuurlijk wel rekening met de leeftijd van je kind en zijn ontwikkelingsniveau. Niet alle kinderen hebben op dezelfde leeftijd dezelfde vaardigheden onder de knie.

Stimuleer je kind ook om nieuwe stappen te (durven) zetten en om iets nieuws uit te proberen.
Geef je kind de ruimte om zijn eigen fouten te maken. Uiteraard is het dan wel goed als jij als ouder in de buurt bent om samen een fout of probleem op te lossen. Maar ook hiervoor geldt: je kunt het dan helemaal voor je kind oplossen òf je kunt er samen met je kind over nadenken hoe hij het zelf kan oplossen. In het laatste geval zal het meer opleveren voor zijn positieve zelfbeeld en zal het hem meer zelfvertrouwen geven.

Datzelfde geldt natuurlijk ook voor keuzes maken.
Het is belangrijk voor je kind om te leren om zelf keuzes te maken. Let ook hier weer op de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van je kind. Een kind van 12 kan over het algemeen heel goed zijn eigen kleren uitzoeken, terwijl dat voor een kind van 2 nog te veel gevraagd is. Jonge kinderen kun je bijv. wel de keuze uit 2 sets kleding voorleggen en hen op die manier een keuze geven. Als je kind merkt dat jij hem bepaalde keuzes toevertrouwt, dan is dat ook goed voor het zelfvertrouwen van je kind.

(4) Bied grenzen, maak afspraken en spreek consequenties af.

vader_praat_liggend_met_zoonAan vrijheid geven zit natuurlijk ook een keerzijde. Te veel vrijheid en keuzes (of juist te weinig / overbescherming) zijn niet goed voor het zelfvertrouwen van je kind. Het is ontzettend belangrijk voor kinderen om te weten waar de grenzen liggen en daar kun je duidelijke afspraken over maken. Juist door deze grenzen leert je kind wat er wel/niet mag en welk gedrag toelaatbaar of gewenst is. Bied je kind duidelijkheid, maak afspraken over wat je van je kind verwacht en biedt structuur. Een positief zelfbeeld hangt samen met een opvoedsituatie, waarin sprake is van duidelijke grenzen en duidelijke afspraken. Op die manier zorg je voor een veilige, voorspelbare omgeving en help je je kind om de wereld om hem heen beter te begrijpen.

 


Als je kind zich niet aan jullie afspraken houdt, is het belangrijk om er consequenties aan te verbinden. Hoe je dat op een positieve, fijne en constructieve manier aanpakt, leer je o.a. in m’n opvoedcursus ‘Leren luisteren’.

 


Dit waren slechts 4 manieren om het zelfvertrouwen van je kind te vergroten.
Er zijn uiteraard ook nog andere manieren, waarop je dat – samen met je kind – kunt bewerkstelligen.


M’n vaste e-zine-abonnees lazen ook nog hoe je zelf het goede voorbeeld kunt geven, waardoor je kind ook meer zelfvertrouwen kan ontwikkelen.

Wil jij ook graag alle NIEUWSTE opvoedtips van Joyce lezen?
ezineJoyce stuurt maandelijks waardevolle, praktische opvoedtips naar haar e-zineabonnees. Het e-zine gaat steeds over een ander belangrijk opvoedthema, waar ouders vaker mee worstelen.
Het e-zine verstuurt ze 1x per maand. Kort na je aanmelding ontvang je alvast haar E-boek ‘5×5 OpvoedTips – Nóg meer genieten van opvoeden’ in je mailbox, zodat je meteen met de eerste praktische tips kunt beginnen. Zowel het e-zine als het e-boek ontvang je helemaal GRATIS én zonder verdere verplichtingen.
Klik dan hier en lees meer over Joyce’ e-zine en evt. hoe je je er GRATIS voor kunt aanmelden.


 


Heb je nog vragen of opmerkingen over dit thema?

Ik hoop van harte dat je met één (of meerdere) van deze tips aan de slag gaat.
Het zal er aan bijdragen dat je kind op een positieve manier naar zichzelf kijkt en meer zelfvertrouwen krijgt. Laat je me weten hoe het gegaan is?
Mail die dan vrijblijvend naar info@aksecoaching.nl of plaats je reactie onder dit bericht. Veel succes!
Met hartelijke groet,
Joyce Akse
http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

 

© 2016. Joyce Akse/Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.
Geschreven door Joyce Akse van Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.


Lees verder over gerelateerde thema’s: 

– Samen spelen, samen delen? – 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen te spelen. Klik hier.
– ‘Mijn kind kan niet zonder zijn smart phone.’ – Hoe je het smart phone-gebruik van je kind in goede banen leidt. Klik hier.
– ‘4 manieren om je kind te helpen met lastige emoties (+ 3 BONUSTIPS)’; klik hier.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

Joyce gebruikte o.a. onderstaande referenties voor dit artikel:

– J/M Ouders. Zelfvertrouwen. Klik hier.
– Mens en Samenleving. Wat is zelfvertrouwen? Klik hier.
– Ouders van Nu. 8x Zo boost je het zelfvertrouwen van je dochter. Klik hier.
– Roelofs, J. (2011). Zelfvertrouwen bij kinderen. Klik hier.
– Sanders, M.R., Markie-Dadds, C., & Turner, K.M.T. (2007). Zelfvertrouwen en sociale vaardigheden bij kinderen stimuleren (tipsheet). The University of Queensland: Australia.