‘Mijn kind vertelt me nooit iets.’ – Hoe je je kind en tiener leert om met jou te praten.

Het lijkt zo makkelijk: praten met kinderen. Kinderen zijn vaak lekker vrolijk, spontaan en kunnen lekker kletsen over van alles en nog wat. Sommige kinderen praten heel gemakkelijk uit zichzelf en zijn echt een open boek. Als ze iets leuks of minder leuks hebben meegemaakt, als ze ergens mee zitten, je hoort het, want ze vertellen het je gewoon.

Andere kinderen zijn echter meer gesloten en kunnen je ook wel dingetjes vertellen, maar ze houden het dan graag wat meer oppervlakkig. Ze laten niet snel het achterste van hun tong zien of praten gewoon niet graag. En dat mag ook. Niet iedereen praat even graag of vertelt even makkelijk over dingen waar hij of zij mee zit. Dat is op zich niet zo erg.

Toch weten we dat het fijn kan zijn om te praten over die dingen waar je je zorgen over maakt. Het geeft je een gevoel van opluchting, je merkt dat je er niet alleen voor staat, je ervaart dat de ander stukjes herkent van wat je vertelt, dat je niet de enige bent die die zorgen heeft, dat er iemand is die jou wil helpen, die met je mee wil denken, bij wie je terecht kunt en – misschien zelfs – dat er toch een oplossing bestaat voor jouw probleem.

Maar wat doe je nou als je het idee hebt dat je kind (of leerling) ergens mee zit? Dat het ergens tegen aanloopt en het zelf niet goed kan oplossen. Dat het ergens mee zit en het aan niemand durft te vertellen. Dat je kind volgens jou met zijn ziel onder de arm rondloopt. Je zou zo graag met hem/haar willen praten, zo graag willen weten wat er in zijn/haar hoofd omgaat, zodat je beter weet hoe je hem/haar kunt helpen. Toch krijg je bij iedere poging, die je waagt om toch een gesprek aan te gaan, nul op request. Zo frustrerend! Wat kun je nou doen als ouder (of leerkracht) om je kind open en vrijuit met jou te laten praten; op een fijne, vertrouwelijke en positieve manier…?

Dat leg ik je graag uit in dit artikel. In dit artikel lees je dan ook een aantal (gespreks)technieken, die je kunt toepassen om je kind op zijn gemak te stellen, om vertrouwen te winnen, om je kind zelf te laten praten en om een fijn gesprek samen te hebben. Uiteraard allemaal met het doel om je kind te helpen.


=> Hieronder vind je maar liefst 9 belangrijke tools, die je voor, tijdens en na jullie gesprek kunt toepassen.

(1) Sluit aan bij je kind
Niet ieder kind is hetzelfde. Het ene kind praat nou eenmaal makkelijker dan het andere. Ook het temperament of de persoonlijkheid van een kind spelen mee; het ene kind is bijvoorbeeld extraverter of juist introverter dan het andere.

Verder spelen het ontwikkelingsniveau en de leeftijd van je kind een rol. Een gesprek met een 6-jarige verloopt anders dan een gesprek met een 12-jarige. Jonge kinderen kunnen zich nog niet zo lang aan één stuk concentreren, waardoor het gesprek minder lang kan duren dan bij oudere kinderen. Stel je er ook op in dat je bij jonge kinderen moeilijke woorden vermijd en dat je het zo concreet mogelijk houdt.

Ook de setting van het gesprek speelt een rol. Het ene kind vindt het fijner om op een plek te zitten waar het vertrouwd is (bijv. thuis of in de klas); het andere kind vertelt liever tijdens het doen van een spelletje. Sommige kinderen vinden het fijner om tegen over je te zitten, andere zitten juist liever naast je. Samen wandelen (of een autoritje op weg naar de training of repetitie) heeft beide componenten in zich: je zit / loopt naast elkaar en je bent met iets anders bezig. Je hoeft elkaar dan niet perse aan te kijken. Zeker bij het bespreken van gevoelige of moeilijke thema’s kan dat laatste prettiger zijn voor je kind.

=> Dat zijn in een notendop al enkele factoren waar je rekening mee kunt houden als je een gesprek met je kind wil voeren. Vraag gewoon aan je kind wat het zelf prettig vindt en houd daar zo veel als mogelijk rekening mee.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(2) Het begin: Houd het concreet.
Als je met je kind wilt praten, dan heb je daar hoogstwaarschijnlijk een duidelijke aanleiding voor; het zal dus geen gesprek worden over koetjes en kalfjes. Er is iets gebeurd, je hebt iets gezien of gehoord en daar wil je het graag met je kind over hebben. Het is goed om het gesprek met die aanleiding te openen. Vertel je kind de reden waarom je graag met hem/haar wil praten, namelijk dat er iets gebeurd is of dat je iets gezien of gehoord hebt. Probeer dan zo concreet mogelijk te zijn en benoem zo veel als mogelijk het gedrag waar je iets over gezien of gehoord hebt.

Bijv. ‘Ik kreeg een telefoontje van school. Je bent vandaag niet in de klas geweest. Klopt dat?’, ‘Ik vind je de laatste tijd zo stil in de klas. Het lijkt wel of je ergens mee zit. Klopt dat?’ of ‘Het valt me op dat je de laatste tijd niet meer met vriendinnen afspreekt. Klopt dat?’. Wacht even op een reactie en stel dan een neutrale vervolgvraag, bijv. ‘kun je me vertellen wat er aan de hand is?’ of ‘kun je me vertellen wat er gebeurd is?’.

(3) Tijdens het gesprek: Actief luisteren
Als je het gesprek goed aanpakt, gaat je kind meestal wel vertellen. Probeer vooral goed te luisteren naar wat je kind jou vertelt. Je kunt laten horen dat je luistert door te ‘hummen’ of andere luistergeluiden te maken.
Stel ook korte vragen over wat je kind je vertelt; die vragen gaan dus over de inhoud van wat je kind jou vertelt. Dat is vaak een goede manier om het gesprek gaande te houden.

Laat ook af en toe stiltes vallen. Stiltes zijn helemaal niet erg; die kun je gewoon laten gebeuren en hoef je niet perse meteen op te vullen. Ook kinderen hebben soms nl. even de tijd nodig om na te denken over wat ze willen gaan zeggen en hoe ze dat gaan vertellen. Of ze hebben gewoon even tijd nodig om op adem te komen. Duurt een stilte voor je gevoel toch te lang, dan kun je bijv. vragen: ‘wat kun je er nog meer over vertellen?’, ‘wat wil je er nog meer over kwijt?’ of misschien wel: ‘Vind je het lastig om er over te praten?’.

Je kunt ook af en toe samenvatten van wat het kind verteld heeft om te checken of je de inhoud van wat het kind vertelt nog goed volgt. Je kunt dan bijv. zeggen: ‘Dus als ik het goed begrijp dan zeg je…’. Zo voorkom je dat je aannames gaat doen, die mogelijk onjuist zijn. Daarover hieronder meer.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(4) Laat OMA thuis.
Om een fijn gesprek te hebben met iemand anders, is het belangrijk om goed te luisteren. En om eigenlijk alleen maar naar de ander te luisteren. Dat legde ik je hierboven al uit. Dat betekent ook dat je OMA het beste thuis kunt laten. OMA staat dan voor Oordeel Mening Advies. Zodra je nl. je oordeel geeft over wat een ander tegen je zegt, je jouw eigen mening geeft of de ander een advies geeft, sla je het gesprek eigenhandig dood. Het gevaar hiervan is dat je er totaal de plank mee mis kunt slaan. Jouw oordeel kan al snel voelen als een veroordeling of beoordeling en dat is doorgaans negatief voor je gesprekspartner. Je mening kan een totaal andere zijn dan die het kind heeft, waardoor je kind het gevoel krijgt dat je hem/haar totaal niet begrijpt. En je kind hoeft niks te doen met jouw advies, dat kan het gewoon naast zich neerleggen. OMA kan dus heel snel zorgen voor het einde van jullie gesprek, nog voordat jullie goed en wel begonnen zijn. Vandaar: laat OMA vooral thuis.

(5) Neem je NIVEA mee.
Neem vooral wel NIVEA mee. NIVEA staat voor Niet Invullen Voor Een Ander. Het gaat hier om het niet doen van aannames of het trekken van (te) snelle conclusies. Bijv. Je vult voor het kind in dat het taal / spelling (of Nederlands) wel niet leuk zal vinden, omdat het dyslexie heeft (terwijl het kind daar zelf helemaal niet zo’n negatief gevoel bij heeft). Of je vult in voor het kind dat het het wel vervelend zal vinden dat het in de pauze vaker alleen door school loopt (terwijl het kind het juist fijn vindt om dan even te kunnen afschakelen van alle prikkels). Als je deze aannames toch doet, dan voelt een kind zich al snel niet begrepen en/of niet (voldoende) gehoord. Dat geeft een onprettig gevoel en nodigt niet uit tot verder praten. Voor je kind kan het voortzetten van het gesprek voelen als nutteloos of zinloos en klapt vervolgens dicht. Dat wil je graag voorkomen.

=> Om te voorkomen dat je te snel aannames doet of te snel conclusies trekt, kun je aangeven dat je niet zeker weet wat je kind precies bedoelt en vraag na of je je kind goed begrijpt. Dat kun je als volgt doen: ‘Ik weet niet zeker of ik je nu goed begrijp. Bedoel je dat…?’.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

(6) Jouw houding & positie ten opzichte van je kind
Let ook op jouw eigen lichaamshouding tijdens jullie gesprek. Als je een open houding aanneemt, dan is je kind waarschijnlijk eerder geneigd om met jou te praten dan wanneer je een gesloten houding aanneemt. Bij een gesloten houding zit je met je armen en/of benen over elkaar; dat nodigt voor je gesprekspartner niet uit om eens lekker voluit met je te gaan praten. Zorg er dus voor dat je zelf ontspannen zit met een open, luisterende houding.

Ook het aankijken van je jonge gesprekspartner is natuurlijk belangrijk, maar neem dat vooral mee als aandachtspunt voor jezelf. Als een kind jou niet aankijkt, hoeft dat absoluut geen desinteresse te zijn. Het kan voor een kind ook (te) lastig, ongemakkelijk of confronterend zijn om je op dat moment te moeten aankijken. Dwing je kind er dan ook niet toe om jou aan te kijken tijdens jullie gesprek. Hoe meer je kind zich tijdens jullie gesprek op zijn gemak gaat voelen, hoe beter dat – als vanzelf – zal gaan. Wellicht gebeurt dat niet tijdens jullie eerste gesprek, maar komt dat later wel. Geef je kind dus de ruimte om jou niet aan te kijken.
Heb je hier moeite mee? Houd dan voor ogen dat het gesprek over een bepaald onderwerp gaat dat anders is dan het wel / niet aankijken van elkaar. Als je er tijdens zo’n gesprek toch een punt van gaat maken, dan gaat het meteen over een ander thema dan waar je het eigenlijk over wilt hebben. En dat lijkt me nou net niet de bedoeling. Laat het wel / niet aankijken van elkaar dus tijdens dit gesprek even voor wat het is. Dat kun je altijd op een ander moment bespreken. Maar nu dus liever even niet.

(7) Doe geen beloftes, die je niet kunt waarmaken.
Afhankelijk van wat je kind je vertelt, zou je het liefst bepaalde beloftes willen doen, zoals ‘Het komt allemaal wel goed’ of ‘Ik zal het tegen niemand zeggen’. Je weet nl. helemaal niet of het wel echt goed komt en misschien komt er een moment waarop je het echt tegen iemand moet vertellen. Wees daar dus héél voorzichtig mee en ga uiterst zorgvuldig met deze uitspraken om. Om de vertrouwensband, die je tijdens deze gesprekken met een kind opbouwt te handhaven, is het belangrijk om altijd duidelijk én eerlijk te zijn. Blijf altijd eerlijk, ook over wat het kind van jou kan verwachten (en wat niet).
Mocht je het in de toekomst inderdaad aan iemand moeten gaan vertellen, dan is het goed om het kind daarvan op de hoogte te brengen, zodat het kind weet wat je gaat doen en wat het daarna zelf kan verwachten. Zo komt het achteraf niet voor onprettige verrassingen te staan.

————————-
Vind je het leuk om met je kind te kletsen na school, maar vertelt je kind je dan maar héél weinig?
Kijk dan m’n video ‘Lekker kletsen na school: Zo doe je dat’.
————————-

(8) Heb geduld.
Natuurlijk zijn deze gesprekstechnieken geen garantie voor succes. Ze zorgen er niet bij 100% van de kinderen voor dat ze je ineens alles gaan vertellen. Zeker niet. Maar ze maken wel de kans groter dat een kind met jou gaat praten over wat hem bezig houdt, wat er speelt of over wat jij gezien / gehoord hebt. Misschien ook niet bij de eerste keer dat je het er met hem/haar over hebt, maar wel na verloop van tijd. Laat het kind weten dat je beschikbaar bent om met hem/haar te praten en dat je altijd bereid bent om opnieuw te praten.

(9) Afronding: Maak een vervolgafspraak
Als het gesprek voor je gevoel nog niet helemaal is afgelopen of als je graag een vinger aan de pols wilt houden over het vervolg, dan is het goed om een vervolgafspraak te maken. Op school kun je dat daadwerkelijk met je leerling plannen. Thuis kun je tegen je kind zo iets zeggen als: ‘laten we er volgende week weer even op terugkomen’. Het is belangrijk dat je je vervolgens ook aan die afspraak houdt.


Tot zover mijn tips om fijne gesprekken te hebben met je kind (of leerling). Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd. Ik wens jou en je kind dan ook hele fijne gesprekken toe!

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Hoe praat ik met mijn kind over vermoedens van kindermishandeling?. Klik hier.
– Oog voor het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren. Klik hier.
– Van Elskens, Ine. (2017). Praten met een klein kind: gemakkelijker gezegd dan gedaan. Klik hier.
– Waarom “hoe was het op school?” geen goede vraag is. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




De magie van de Paashaas – Waarom je kind in de Paashaas gelooft (of de Kerstman, Sinterklaas, sprookjes…)

pasen_lachende_kinderen_orenKinderen kunnen vaak zo heerlijk op gaan in een verhaal, een sprookje of toneelstuk. Als je hen wat vertelt, geloven ze het. Dat komt omdat het voor kinderen nog heel moeilijk is om werkelijkheid en fantasie uit elkaar te houden. Kinderen tussen (ong.) 3-6 jaar geloven in principe alles wat er om hen heen gebeurt en nemen het voor waar aan. Dit fenomeen noem je ‘magisch denken’.

Dat kan dus betekenen dat je kind niet weet wat nou echt en wat nou nep is als hij tv heeft gekeken of als jullie samen een verhaal hebben gelezen. Magisch denken kan ervoor zorgen dat je kind bepaalde krachten of eigenschappen toeschrijft aan voorwerpen, die het niet heeft. Bijv. je kind heeft zich net gestoten aan een stoel, dus de stoel is stout en verdient straf. Vervolgens zet je kind de stoel in de hoek…

sint_schoen_vullenMaar ook dat je kind zich levendig kan voorstellen dat hij/zij een ridder of een prinses is; sterker nog, je kind leeft zich niet gewoon goed in; nee, hij/zij ís die ridder of prinses! En mocht jij nou gaan meespelen en een draak of eng monster voorstellen, dan kan je kind enorm bang voor je worden, gewoon omdat hij jou echt als die draak of dat monster ziet. Je kind kan er ook van overtuigd zijn dat er ’s nachts heksen of dino’s in z’n kamer komen en daardoor bang worden om in z’n eigen bed te slapen. Hoe zeer jij ook weet dat dat echt niet zo is, voor je kind is het waar.

Naarmate je peuter of kleuter ouder wordt, begint hij de wereld om zich heen langzaamaan steeds beter te begrijpen. Alleen weet hij nog niet precies hoe alles werkt; daar heeft hij de taal en ervaring nog niet voor. Ook dan kan z’n fantasie op hol slaan door middel van magisch denken. Hij gaat zelf oplossingen en verklaringen bedenken, die niet hoeven te kloppen of die soms zelfs helemaal niet kunnen. Een bekend voorbeeld in dit kader is bijv. het kind dat ineens doodsbang is om in bad te gaan; het is bang dat het – net als het water – wegstroomt door het putje… Voor ons compleet onvoorstelbaar, maar voor je kind weer levensecht.

Je snapt wel dat je kind door dat magisch denken ook met volle overgave in Sinterklaas, de kerstman en de paashaas kan geloven.

kerstman_in_sneeuw_prent.jpgHoe lang je kind in de Paashaas, Sinterklaas of de kerstman gelooft, hangt in eerste instantie van hemzelf en van zijn ontwikkeling af. In tweede instantie kan ook de omgeving een belangrijke rol spelen. Als jij als ouder vindt dat je kind ‘oud genoeg’ is om ingewijd te worden in het Grote Geheim, dan mag je dat natuurlijk gewoon vertellen. Je kind zal misschien ook eerder gaan twijfelen als hij om zich heen vaker hoort dat de Paashaas of Sinterklaas niet bestaat, misschien door vriendjes of klasgenootjes. Hieronder vind je een lijstje met redenen waarom ouders hun kind zoal vertellen dat Sinterklaas niet bestaat.

Redenen, die je vaker van ouders hoort om het hun kind te vertellen:
– ‘Hij is nu … jaar en dus oud genoeg om het te weten.’
– ‘Ik wil liever dat hij het van mij hoort dan van z’n klasgenootjes.’
– ‘Hij is de jongste van het gezin en de rest van de kinderen weet het al. Als hij het ook weet, hoeven we niet meer de schoen te zetten en kunnen we allemaal zonder geheimzinnigheden meedoen met de surprise.’
– ‘M’n kind stelt allemaal vragen over Sinterklaas, dus hij is er wel aan toe.’
– ‘M’n kind is ontzettend bang voor Sinterklaas of voor de Pieten. Ik wil ‘m graag van die angst verlossen.’

pasen_vrolijke_konijntjesWat de reden ook is, simpelweg het geheim verklappen zal echter niet altijd alle geloof in de Paashaas, Sinterklaas of de kerstman wegnemen. Je ziet nl. vaker dat kinderen ook dan nog heel erg onder de indruk kunnen zijn van de Paashaas, Sinterklaas of de kerstman als ze ineens dicht bij hem zijn of jou vragen gaan stellen, waardoor jij gaat twijfelen of hij echt weet hoe het zit. Dan is het net alsof je kind weer gelooft. Dus ook al weet je kind dat Sinterklaas (of één van de anderen) niet bestaat, qua ontwikkeling kan hij het nog niet helemaal plaatsen.

Sterker nog, bij hele jonge kinderen (tot een jaar of 4) werkt het zelfs zo dat als (bijv.) de juffrouw zich zichtbaar verkleed als Sinterklaas – en de kinderen dus weten dat de juffrouw het Sinterklaaspak heeft aangetrokken – ze er daarna echt van overtuigd zijn dat het Sinterklaas is die in de klas staat. De juffrouw is gewoon even weggegaan…


joyce_grijs_aanjou_1
Heb je een kleine of grote opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Neem dan contact met me op.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.


Hieronder ga ik verder over dit thema, maar spreek ik alleen nog van Sinterklaas. Uiteraard geldt dit nagenoeg hetzelfde voor de Paashaas en de kerstman. 

sint_zie_de_maan_schijnt_door_de_bomen

Ik kan me persoonlijk goed voorstellen dat het uitmaakt of je kind er uit zichzelf achter komt of dat je als ouder de beslissing neemt om je kind te vertellen dat Sinterklaas niet bestaat. Je mag natuurlijk altijd vinden dat je kind er – om wat voor reden dan ook – aan toe is om te weten hoe de vork in de steel zit, maar – zoals we hierboven al zagen – wil dat nog niet zeggen dat je kind er qua ontwikkeling klaar voor is.

Zelf zou ik ouders adviseren om te wachten met het geheim te vertellen tot het moment waarop je kind regelmatig lastige vragen gaat stellen. En dan bedoel ik niet de vragen over hoe oud is Sinterklaas eigenlijk of hoeveel Pieten zijn er in totaal, maar vragen waaruit je echt het idee krijgt dat je kind nagenoeg weet hoe het zit. Je kind gaat op een gegeven moment zelf een stapje verder denken en realiseert zich dan bijv. dat pakjes niet door de schoorsteen passen, dat de roetveegpieten meestal wel een vies gezicht hebben maar nooit vieze kleren, dat een paard en een oude man niet over de daken kunnen lopen, dat je helemaal niet 100-en jaren oud kunt worden en ga zo maar door. Hij gaat hier dus om vragen waar je kind zelf een beetje twijfelachtig aan toevoegt: ‘dat kan toch helemaal niet…?’. Als je kind bij dit soort vragen is aanbeland, weet je dat hij er langzaamaan aan toe is om het geheim te kennen.

Als je het op dát moment gaat vertellen, dan is je kind er ook nagenoeg uit zichzelf achter gekomen; hij had jou alleen nog nodig voor de ontknoping, voor het laatste puzzelstukje. Sommige kinderen komen er sneller uit zichzelf achter dan anderen; misschien omdat ze wel eens wat opvangen van een oudere broer of zus of omdat ze het vreemd vinden dat papa & mama nu ineens wel heel vaak Engels met elkaar praten… Andere kinderen doen er langer over en komen er uit zichzelf misschien pas achter als ze 8 of 9 zijn. (Vroeger was dat overigens vrij normaal; tegenwoordig worden kinderen vaak al op jongere leeftijd ingewijd.) Je hoeft je in ieder geval geen zorgen te maken over de ontwikkeling van je kind als het op 8-9 jarige leeftijd nog in Sinterklaas gelooft; dat is eigenlijk heel normaal en het besef van hoe het echt zit, komt heus wel.

sint_ophetdak_metpietHet is ook nog belangrijk om stil te staan bij hoe je het je kind vertelt. Je kunt je kind heel goed vertellen dat Sinterklaas of St. Nicolaas vroeger wel echt bestaan heeft en dat hij ’s nachts stiekem allemaal cadeautjes gaf aan arme mensen. Dat gebruik hebben we lang geleden van hem overgenomen en vieren we nu als kinderfeest op Sinterklaas’ verjaardag.
Kijk ook dit filmpje met meer uitleg over de herkomst van allerlei Sinterklaastradities, zoals de gouden muntjes, vrouwelijke taaitaaipoppen en de speculaaspoppen.

Vertel je kind verder dat het Grote Geheim alleen voor jonge kinderen bedoeld is, dat alle grote mensen weten hoe het zit en gewoon met het hele verhaal meedoen. Hij hoort daar nu ook bij! Hij mag er nu dus ook voor zorgen dat andere kinderen nog steeds in Sinterklaas geloven. Dat zal je kind nog best een speciaal gevoel geven.
Je kind zal zich nu waarschijnlijk ook snel realiseren dat de Kerstman en paashaas niet bestaan.

Uiteraard is het niet gek als je kind teleurgesteld of zelfs boos op je is als hij ineens te horen krijgt hoe het zit. Hij kan zich zorgen maken over of hij nu nog wel cadeautjes krijgt of dat hij nu niet meer mee mag als je (bijv. met jongere broertjes of zusjes) op bezoek gaat bij Sinterklaas. Ga serieus in op zijn zorgen en vragen en probeer hem zo veel mogelijk gerust te stellen. Hij zal tijd nodig hebben om te wennen aan het nieuwe idee en zal ook alle mogelijke gevolgen voor zichzelf op een rijtje moeten zetten.

sint_zak_speelgoedMisschien wordt hij wel echt boos op je, omdat je hem zo’n lange tijd hebt ‘voorgelogen’. Vooral dat laatste kan een lastig punt zijn. Zorg ervoor dat je je kind een luisterend oor biedt en wuif zijn teleurstelling of boosheid niet zomaar weg. Vat die boosheid ook niet te persoonlijk op. Als je in alle eerlijkheid uitlegt hoe de vork in de steel zit (zoals hierboven), dan is de kans groot dat je kind daar vrij snel vrede mee heeft. Na een tijdje zal je kind ook weer de leuke dingen gaan inzien van de nieuwe situatie.

Soms zijn ouders bang dat ze ongeloofwaardig worden gezien door hun kind door te liegen over Sinterklaas, de kerstman of de paashaas. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet zo is, mits je er wel op een fijne en oprechte manier mee omgaat. Je kind zal er doorgaans ook geen trauma aan overhouden. Denk maar eens aan je eigen situatie terug: als jouw ouders het op zo’n manier hadden aangepakt en het je zo hadden verteld, wat waren de gevolgen ervan dan voor jou?

Als puntje bij paaltje komt, maakt het dus eigenlijk weinig uit op welke leeftijd je kind er achter komt dat Sinterklaas niet bestaat. Probeer wel rekening te houden met de ontwikkeling van je kind en besteed – als het even kan – wat aandacht aan de manier waarop je kind erachter komt.

En zeg nou zelf, het Sinterklaasfeest is eigenlijk op z’n leukst als je echt in Sinterklaas en zijn Pieten gelooft, dus gun je kind die pret. Maar ook als je het feest op een andere manier viert, bijv. met surprises, gedichten of een dobbelspel, kun je er ontzettend veel plezier aan beleven.

Trouwens, misschien is het nog wel het állerleukst als je zelf kinderen hebt, die in Sinterklaas geloven en om het feest door hun ogen te kunnen vieren. Dat vind ik persoonlijk dan weer erg bijzonder en dat maakt dit feest ook voor mij als mama weer erg speciaal.


tip_gezinWil je als EERSTE m’n NIEUWSTE e-zine, boordevol waardevolle OpvoedTips lezen?
Gratis én vrijblijvend.

Klik hier  om je ervoor aan te melden.  

CADEAU: Kort na je aanmelding ontvang je ook nog een mooi cadeau met extra opvoedtips. Je leest er hier meer over.


Ik hoop van harte dat je deze tips op een goede manier thuis kunt toepassen.

Heb je hier vragen over, wil je meer weten over dit thema of heb je een opvoedvraag? Neem dan contact met me op.

joyce_lichtblauw_staandIk wens je in ieder geval een heel mooi en gezellig Paas-, Sinterklaas- of Kerstfeest!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2017-2019. Joyce Akse/Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Geschreven door Joyce Akse van Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Lees verder over gerelateerde thema’s:
– ‘Hoe houd je het Sinterklaasfeest leuk, voor je kind én voor jezelf? – 4 handige tips, 3 dringende vragen en 1 aftelkalender.’. Naar artikel.
– ‘Snoep, snoep en nog eens snoep’ – Hoe je een eind maakt aan het gezeur over snoep.’ Naar artikel.
– ‘De decembermaand: Gezellig met het hele gezin en toch niet duur?!’. Naar artikel. 
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed. 

Joyce gebruikte de volgende artikelen voor het schrijven van het bovenstaande artikel: 
– Ouders van Nu. Magisch denken. Naar artikel.
– Marx, Westpalm van Hoorn, & Molenaar. (2009). Je peuter. Uitgeverij het Spectrum: Houten.
– Ouders van Nu. Wanneer vertel je dat Sinterklaas niet bestaat. Naar artikel.

logo_akse_coaching_groot_nieuwGa (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.