Alles wat je als ouder moet weten om het Sinterklaasfeest tot een succes te maken!

Persoonlijk vind ik de Sinterklaasperiode één van de gezelligste én bijzonderste periodes van het jaar. Toch kan deze leuke, gezellige tijd ook wel voor opvoeduitdagingen zorgen. Dan is het fijn voor jou als ouder als je weet wat je wel / niet kunt doen.

In de afgelopen jaren heb ik regelmatig artikelen geschreven en video’s gemaakt over allerlei thema’s, waar je tijdens het Sinterklaasfeest als ouder tegenaan kunt lopen. Denk maar eens aan situaties of dilemma’s als: hoe vaak mag mijn kind de schoen zetten?, wat geef ik mijn kind als schoencadeautje en wat met Pakjesavond?, wat kan ik doen als mijn kind bang is?, hoe zorg ik voor een rustige, ontspannen Sinterklaastijd?, hoe kan ik het snoepen van mijn kind in goede banen leiden?, welke activiteiten kan ik doen rondom het Sinterklaasthema?, hoe regel ik samen met mijn ex-partner een fijne Sinterklaastijd voor mijn kinderen? (en ga zo maar door). Dat zijn allemaal thema’s, die in mijn artikelen en video’s voorbij komen.

Zou je graag mijn antwoord op één van deze vragen willen weten? Kijk dan hieronder. Je vindt er eerst een lijst met allerlei artikelen. Daarna volgen video’s, die ik voor je heb opgenomen. Hopelijk vind je hier het antwoord dat je zoekt.

Ik wens jullie alvast een hele fijne Sinterklaastijd!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

P.s.: Mis jij nog een dringende opvoedvraag, die met het Sinterklaasfeest te maken heeft, maar waar je hier geen informatie over vindt? Laat me dat dan via e-mail weten. Dan geef ik jou alsnog antwoord op je vraag. (Let op: Geef in je mailtje duidelijk aan dat je je vraag stelt n.a.v. dit artikel.)


TIP: Ik heb tussen de twee lijstjes met artikelen en video’s nog een ander lijstje gezet, namelijk een lijstje met leuke Sinterklaasactiviteiten, die je heel makkelijk thuis kunt doen. Veel plezier samen!

Artikelen over het Sinterklaasfeest:

(1) ‘De magie van Sinterklaas – Waarom je kind in Sinterklaas gelooft (of de kerstman, de paashaas, sprookjes…)

(2) ‘Hoe houd je het Sinterklaasfeest leuk, voor je kind én voor jezelf?
(4 handige tips, 4 dringende vragen, 1 vrolijke Sinterklaas Aftelkalender)

(3) ‘Ik zat urenlang te denken, wat ik mijn kind nu weer zou schenken…‘ [ De 4-cadeautjesregel ]

(4) ‘Een surprise maken: Broodnodige inspiratie voor de last-minute knutselaars
(incl. 17 voorbeelden & 2 instructievideo’s).

(5) ‘Pakjesstress in de drukke Decembermaand‘ [ Joyce te gast bij L1mburg Centraal ]

(6) ‘Bang voor Sinterklaas | Hoe je je kind toch van het Sinterklaasfeest laat genieten

(7) ‘Snoep, snoep en nog eens snoep – Hoe je een eind maakt aan het gezeur over snoep.

(8) ‘De mooiste winter- en kerstfilms voor kinderen | Meer dan 25 titels.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-


Leuke Sinterklaas-activiteiten voor het hele gezin:
Sinterklaas Speurtocht
Sinterklaas Bingo
Vrolijke Sinterklaas Aftelkalender

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-


Video’s over het Sinterklaasfeest:

(1) OPVOEDVRAAG: Hoeveel cadeaus kan mijn kind het beste van Sinterklaas krijgen? (Speciaal voor OUDERS)

(2) ‘Cadeaustress in december: Wat geef je een kind dat alles heeft? (Speciaal voor OUDERS)’

(3) ‘Hoe houd je het Sinterklaasfeest leuk en gezellig?‘ (Speciaal voor OUDERS.)

(4) OPVOEDVRAAG: ‘Mijn kind zeurt steeds om snoep.

VRAAG: Wat vind jij de fijnste, handigste tip? Laat het me hieronder weten.

Heb je vragen over deze artikelen of video’s?
Stuur me dan vrijblijvend een mailtje en geef aan dat jouw vraag naar aanleiding van dit artikel komt.


Heb je dit allemaal al geprobeerd en/of heb je er meer hulp bij nodig?
Neem dan contact met me op en dan gaan we samen aan de slag om je kind op een rustige en ontspannen manier van het Sinterklaasfeest te laten genieten. Je leest hier alvast wat ik zoal voor je kan betekenen.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

Ik hoop van harte dat jullie op basis van deze tips samen een fijne, ontspannen Sinterklaastijd hebben dit jaar.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2022. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

De leukste griezelfilms voor het hele gezin. | Meer dan 15 titels.

Als gezin kijken we graag samen naar leuke films. Zeker als het buiten donker en regenachtig weer is. Dan is het heerlijk om binnen op de bank onder een dekentje te kruipen en samen een mooie film te kijken. Gezellig met z’n allen, lekker knus en gezellig.

Houd jij er ook zo van om samen met je kind(eren) films te kijken en vind je het niet erg als ze soms een beetje spannend zijn? Dan heb ik speciaal voor jou een mooie lijst samengesteld met films, waarbij griezelen of Halloween het belangrijkste thema is.

De films staan in volgorde van ‘adviesleeftijd’. Ik heb het leeftijdsadvies voor deze films voor je opgezocht en achter de filmtitel vermeld. Uiteraard mag je altijd zelf de afweging maken of de betreffende film wel of niet geschikt is voor jouw kind. 

Mocht er trouwens nog een mooie Halloween- of griezelfilm aan deze lijstjes ontbreken, zet ze dan vooral onder dit artikel. Laat me hieronder weten welke griezelfilm jouw favoriet is.

Ik wens je alvast heel veel kijkplezier!

Vriendelijke groeten,
Joyce Akse

P.s.: Wil je allerlei leuke activiteiten doen met je kind / gezin, die te maken hebben met griezelen of Halloween? Klik dan hier.

Hier vind je de leukste griezelfilms op een rijtje:
– Poeh’s Lollifanten Halloween – Vanaf alle leeftijden
– Monsters en Co & Monsters University – Vanaf 6 jaar
– Hotel Transsylvanië 1 t/m 3 (2012) – Vanaf 6 jaar
– Scooby-Doo Trick or Treat (2022) – Vanaf 6 jaar
– De Kleine Vampier (2017) – Vanaf 6 jaar
– 100% Wolf – Vanaf 6 jaar
– Dolfje Weerwolfje – Vanaf 6 jaar
– Coco (2017) – Vanaf 6 jaar
– The Addams Family 1 & 2 – Vanaf 6 jaar
– De Heksen (2005) – Officieel vanaf alle leeftijden, maar dat zou ik persoonlijk niet aanbevelen. Vanaf 9 jaar is m.i. passender.
– De Heksen (2020) – Vanaf 9 jaar.
– Harry Potter – Leeftijdssuggestie verschilt per deel.
– Ghostbusters 1 t/m 3 (2016) – Leeftijdssuggestie verschilt per deel.
– Goosebumps 1 & 2 (2015, 2018) – Vanaf 12 en 9 jaar
– The Gremlins 1 & 2 – Vanaf 12 jaar

Natuurlijk kun je via Netflix, Videoland of Ziggo heel veel films kijken en veel ervan zijn ook nog gratis. Maar wist je al dat je via de bibliotheek ook heel veel films kunt lenen? Dat is vooral heel handig voor de wat oudere films.

=> Welke van deze films kijk jij het liefst? Welke is jouw favoriet? Of welke film is de eerstvolgende die je gaat kijken? Laat het me hieronder weten.

Kijk ook eens naar m’n filmlijstjes voor andere thema’s:
De mooiste winter- & kerstfilms voor kinderen. Meer dan 25 titels.
De leukste kinderfilms over de Lente & Pasen. Meer dan 15 titels.


Wil je meer weten over Joyce Akse?
Wil je graag haar OpvoedTips lezen, speciaal voor ouders van kinderen tussen 0-16 jaar?
Misschien wil je zelfs abonnee worden van haar GRATIS E-zine?
Dat kan! Klik op de betreffende links om verder te lezen.

Help, mijn kind wil niet eten!? | 5 tips voor een positieve opvoeding aan tafel.

Gezond eten is belangrijk; dat weten we allemaal. Maar wist je ook dat gezond eten niet alleen belangrijk is voor de lichamelijke groei, ontwikkeling en gezondheid, maar ook voor de cognitieve en sociale vaardigheden van je kind (0-18 jaar)?

Kinderen en tieners, die gezond eten zijn namelijk minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten beter in hun vel. Ze hebben zelfs minder kans op hart- of vaatziektes als ze volwassen zijn.

Helaas is het eetpatroon van jeugdig Nederland niet optimaal. Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat ze gemiddeld te weinig groente, fruit, vis en vezels eten. Als volwassenen weten we dat juist dat de gezonde ingrediënten zijn en we zagen graag dat onze kinderen daar voldoende van aten.

De grote vraag is alleen: hoe zorg je er nou voor dat je kind die gezonde ingrediënten daadwerkelijk gaat eten? Daar wil ik je in dit artikel graag een aantal praktische tips voor geven.
Dit artikel verscheen eerder in aangepaste vorm verschenen op de website van CJG043 met als titel ‘Je kind gezond leren eten – Tips van een opvoedcoach‘. Hieronder lees je de uitgebreidere versie.

(1) Zorg voor gezonde producten in huis.
De meest voor de hand liggende tip is natuurlijk om zelf vooral de gezonde producten in huis te halen. Als je geen ongezonde producten in huis hebt, kan je kind ze thuis ook niet eten. Dat is een heel logische en duidelijke stap, die je als ouder makkelijk kunt zetten. Dat betekent ook dat je als ouder zelf in de hand hebt hoe gezond je kind eet. Je haalt gezonde ingrediënten en producten in huis, waardoor je gezonde maaltijden kunt bereiden. Alleen is dat natuurlijk nog geen garantie dat je kind jouw gezonde maaltijd daadwerkelijk gaat eten. Daar heb je weer andere strategieën voor nodig.

Uiteraard begrijp ik ook wel dat jij of je kind het fijn vindt om een aantal ongezonde producten in huis te hebben. Maak daar dan duidelijke afspraken over. Spreek met je kind af hoe vaak per dag en wanneer je kind een snoepje, koekje of iets anders mag eten. Een duidelijke afspraak is bijvoorbeeld: je mag 1x per dag een ongezond tussendoortje en dat eten we ’s middags als je thuis komt uit school. Zo weet je kind dat het wel af en toe een snoepje of koekje mag eten, maar niet de hele dag door.
Wil je meer tips over hoe je omgaat met het snoepen van je kind? Klik dan hier om mijn artikel ‘Snoep, snoep en nog eens snoep – Hoe je een eind maakt aan het gezeur over snoep.’ te lezen.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(2) Laat weten wat je kind goed doet
Stimuleer je kind op een positieve manier om de maaltijd, die je hebt klaar gemaakt, te proeven. Eén van de belangrijke aspecten van positief stimuleren is dat je je kind laat weten wat het goed doet aan tafel. Benoem wat jíj vindt dat je kind goed doet. Bijv. benoem dat je kind goed aan tafel blijft zitten, dat het netjes met zijn bestek eet, dat het goed is dat het van alles een hapje proeft en ga zo maar door. Hoe klein of onbeduidend het in jouw ogen ook is, voor je kind is het ontzettend belangrijk om te weten wat het goed doet. Dat stimuleert je kind namelijk om dat vaker te gaan doen.
Klik hier om te lezen hoe je je kind waardevolle complimenten geeft.

(3) Proeven, proeven, proeven
Je kind leert alleen gezond te eten door het gezonde eten ook daadwerkelijk in de mond te nemen en te proeven. Stimuleer je kind dan ook om iets nieuws te proeven. Sommige kinderen vinden dat heel spannend en hebben jou nodig om hen over die drempel te helpen. Dat gaat vaak eerst gepaard met weerstand en ongemak, maar zodra ze het eenmaal geproefd hebben, merken ze dat het eigenlijk best wel meeviel. Dat is een belangrijke succeservaring voor je kind. En die ervaring maakt de kans groter dat hij de volgende keer iets makkelijker het volgende nieuwe ingrediënt durft te proeven.

Laat kinderen trouwens ook producten of ingrediënten proeven, die ze nu (nog) niet lekker vinden. We weten dat het soms nodig is om 10-15 keer iets te proeven om het te leren waarderen en om het zonder mopperen te eten (en bij sommige producten nog wel vaker…). Blijf het dus toch aanbieden; de aanhouder wint. Door het te blijven aanbieden en proeven, leert je kind uiteindelijk om het te eten.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-


(4) Geef je kind een passende portie.
Geef je kind een passende portie. In praktijk betekent dat vooral: geef je kind niet te veel. Stel je zelf maar eens voor dat je veel van iets moet eten wat je niet lekker vindt; dan krijg je het idee dat het nooit zal lukken of begin je er niet eens aan. Te grote porties werken dus ontmoedigend en demotiverend. Begin daarom met kleine porties; doe van alles wat je klaar hebt gemaakt een klein schepje op zijn bord. Daardoor is de hoeveelheid te overzien en de kans groter dat je kind het gaat proeven.
Bijkomend voordeel: Zo zorg je er ook nog eens voor dat iedereen aan tafel hetzelfde eet, alleen de hoeveelheid kan per persoon verschillen.

(5) Realistische verwachtingen
Als je pas begint met een nieuwe aanpak op het gebied van leren eten, mag je helaas niet verwachten dat je kind meteen een stuk beter gaat eten. Verwacht dus in het begin geen wonderen. Je moeilijk-etende kind zal echt niet ineens alles gaan eten. Leren eten is echt een leerproces en gaat met vallen en opstaan. Wanneer je vasthoudt aan deze basistips, een duidelijke opvoedaanpak hanteert en die ook nog eens lang genoeg en consequent volhoudt, dan gaat het ook jou lukken om je kind te leren gezond, gevarieerd en genoeg te eten.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

Wil je graag meer tips over leren eten en positief opvoeden?
Kom dan eens naar een lezing of workshop, die ik over dit thema houd. Klik hier om te zien wanneer de volgende thema-avond gepland staat en/of stuur een e-mail naar info@aksecoaching.nl om er een samen met mij te organiseren.

Het is natuurlijk ook mogelijk om ‘op maat’ adviezen te krijgen in een gesprek één-op-één; we plannen dan samen een intakegesprek (dat kan o.a. bij mij op kantoor of via beeldbellen).

Ik hoop van harte dat je op basis van deze tips op een leuke manier aan de slag kunt met jouw manier van opvoeden én dat samen aan tafel eten gezelliger zal verlopen. Ik wens jullie vele mooie maaltijden samen!

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2022. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.

Referenties behorend bij dit artikel:
– Hartstichting (website).
– Richtlijn Voeding en eetgedrag (2017). Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg. (website).

Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Mijn kind kan maar niet aan tafel blijven zitten.’ | In 9 stappen naar meer rust aan tafel.
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

De leukste kinderfilms over de Lente & Pasen | Meer dan 15 titels.

Bij ons thuis kijken we graag films samen. Natuurlijk doen we dat niet iedere dag, maar regelmatig komt er weer een film voorbij die we graag samen willen kijken. En mama en papa kijken de kinderfilms gewoon mee. Gezellig met z’n allen, lekker knus en gezellig, samen op de bank. Zeker als het buiten niet zo’n mooi weer is.

Speciaal voor ouders, die er ook van houden om samen met hun kinderen films te kijken, heb ik nu een mooie lijst voor je samengesteld. Het zijn films waarbij de lente, het voorjaar en Pasen belangrijke thema’s zijn. Ze staan in volgorde van ‘adviesleeftijd’.

EXTRA: Ik heb het leeftijdsadvies voor deze films voor je opgezocht en achter de filmtitel vermeld. Uiteraard mag je altijd zelf de afweging maken of de betreffende film wel of niet geschikt is voor jouw kind. 

Laat me hieronder weten welke lentefilm of Paasfilm jullie favoriet is. Mocht er trouwens nog een mooie film over deze thema’s aan m’n lijstjes ontbreken, zet ze dan vooral onder dit artikel. 

Ik wens jullie alvast veel kijkplezier samen!

Vriendelijke groeten,
Joyce Akse

P.s.: Wil je allerlei leuke activiteiten doen met je kind / gezin die te maken hebben met de lente of het voorjaar? Klik dan hier.

Films met Pasen, de Paashaas en konijnen als hoofdthema:

  1. Plop en de kabouter Paashaas. (Alle leeftijden)
  2. Dora’s paasavontuur. (Alle leeftijden)
  3. Paw Patrol – Paaseieren zoeken (Alle leeftijden)
  4. De Hazenschool – Bewakers van het gouden ei. (Vanaf 6 jaar)
  5. Hop (Vanaf 6 jaar)
  6. Rise of the Guardians / De vijf legendes (Vanaf 6 jaar)
  7. Prince of Egypt (Vanaf 6 jaar)
  8. Ice age: The great eggscapade (Vanaf 6 jaar)


Natuurlijk kun je via Netflix, Videoland of Ziggo heel veel films kijken en veel ervan zijn ook nog gratis. Maar wist je al dat je via de bibliotheek ook heel veel films kunt lenen? Dat is vooral heel handig voor de wat oudere films.

Films over het thema ‘voorjaar / lente’:

  1. Winnie de Poeh: Een vrolijk voorjaar met Roe. (Alle leeftijden)
  2. Berend Botje en het mysterie van het ei (Alle leeftijden)
  3. Maya de Bij – De Honingspelen (Alle leeftijden)
  4. Wind in de Wilgen (Alle leeftijden)
  5. Watershipdown (Alle leeftijden)
  6. Bambi (Vanaf 6 jaar)
  7. Pieter Konijn, deel 1 en 2 (Vanaf 6 jaar)
  8. De prinses en de kikker (Vanaf 6 jaar)
  9. NIEUW Hopper en de hamster der duisternis (Vanaf 6 jaar)
  10. Zootropolis (Vanaf 6 jaar)


=> Welke van deze films kijk jij het liefst? Welke is jouw favoriet? Of welke film is de eerstvolgende die je gaat kijken? Laat het me hieronder weten.

Kijk ook eens naar m’n filmlijstjes voor andere thema’s:
De mooiste winter- & kerstfilms voor kinderen. Meer dan 25 titels.
De leukste griezelfilms over het hele gezin. Meer dan 15 titels.


Wil je meer weten over Joyce Akse?
Wil je graag haar OpvoedTips lezen, speciaal voor ouders van kinderen tussen 0-16 jaar?
Misschien wil je zelfs abonnee worden van haar GRATIS E-zine?
Dat kan! Klik op de betreffende links om verder te lezen.

Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2)

Alle kinderen doen wel eens een ander kind pijn en maken wel eens iets stuk, van zichzelf of van een ander. Meestal gaat dat gepaard met heftige emoties: bijv. uit boosheid wordt een ander kind geduwd, geslagen of geschopt, uit frustratie wordt er met auto’s, poppen of blokken gegooid, uit kwaadheid wordt gescholden of iets gezegd dat niet door de beugel kan. Dat zijn vaak heel vervelende situaties, zowel voor het slachtoffer, voor jou als ouder als voor je kind. Als ouder wil je gewoon niet dat jouw kind een ander pijn doet, iets van een ander kapot maakt of een ander uitscheldt.

Kortom, je wil niet dat jouw kind agressief reageert wanneer het ergens niet mee eens is, als het kind een ander onaardig vindt ed.

=> Maar hoe doe je dat? Hoe zorg je ervoor dat je kind niet agressief reageert? Wat kun jij dan beter wel of juist niet doen? En wat kan je kind anders doen? Dat leg ik je graag uit in dit artikel.

Dit artikel gaat over agressief gedrag bij kinderen en tieners en hoe je daar als ouder (of leerkracht) het beste mee om kunt gaan, zodat het agressieve gedrag langzaam maar zeker steeds minder wordt.
Wil je weten hoe agressief gedrag ontstaat en welke uitingsvormen het heeft? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken (1 van 2).

Wat was agressief gedrag ook alweer?
Zoals je in mijn eerste artikel over agressief gedrag kon lezen, gebruikte ik de definitie van van der Ploeg (2009): Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden.
Volgens deze definitie zijn alle mensen – kinderen én volwassenen – wel eens agressief, want we doen allemaal wel eens een ander pijn en we maken allemaal wel eens iets stuk dat van een ander is. Het gaat er dan niet om of dat met of zonder opzet gebeurt, het gaat er alleen om dát het gebeurt.

Goed om te weten
In mijn eerste artikel haalde ik het ook al aan: het is belangrijk om te weten dat alle kinderen wel eens agressief gedrag laten zien. Daar hoef je je als ouder of leerkracht dus niet meteen zorgen over te maken. De reden daarvoor is o.a. dat jonge kinderen hun impulsen nog niet zo goed kunnen beheersen; een vaardigheid die ze steeds beter onder de knie krijgen naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen.

Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving. Normaalgesproken zie je dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Hoe ga je om met agressief gedrag?
Als je als ouder of leerkracht wel eens te maken hebt met agressief gedrag van je kind of leerling, dan zijn dat nooit prettige situaties. Daar wil je het liefst vanaf; sterker nog, je wil ze het liefst voorkomen. Het is goed om te weten hoe je met agressief gedrag van kinderen en tieners kunt omgaan en in goede banen kunt leiden. Je wilt namelijk graag voorkómen dat het blijft voortduren of zelfs erger wordt. Vandaar dat ik je in dit artikel graag 8 waardevolle tips geef, die er samen voor zorgen dat je het agressieve gedrag van je kind of leerling in goede banen leidt en waardoor het langzaam maar zeker zal verminderen.

(1) Bied je kind duidelijkheid, structuur en maak afspraken.
Kinderen willen graag duidelijkheid, weten waar ze aan toe zijn en weten wat er van hen verwacht wordt. Het is belangrijk dat kinderen dat thuis en op school krijgen. Geef je kind dat ook. Daarbij is het belangrijk om afspraken te maken én om je kind eraan te houden. Wees daar consequent in.

Het is belangrijk om je óók aan die afspraken te houden als je kind als reactie een driftbui krijgt, gaat schreeuwen, schelden of heel erg boos op jou wordt. Ga je na zo’n heftige reactie van je kind namelijk de afspraak aanpassen aan de wens van je kind, dan heeft je kind (onbewust) geleerd dat het uiten van zijn negatieve gedrag of agressieve reactie een positief resultaat oplevert. De driftbui, het schreeuwen, schelden of boos worden heeft voor je kind dus een positief effect: je kind krijgt toch zijn zin ondanks dat jij eigenlijk iets anders wilde. Door de afspraak op zo’n moment toch te veranderen, houd je zijn ongewenste, agressieve reactie in stand. De kans is groot dat je kind de volgende keer, wanneer hij in eerste instantie wéér niet krijgt wat hij wil, opnieuw agressief op je reageert om er opnieuw voor te zorgen dat je jullie afspraak aanpast aan zijn wens. Je kunt hiermee in een vicieuze cirkel terechtkomen, waardoor het agressieve gedrag van kwaad tot erger wordt. Vandaar dat het zo belangrijk is om je aan jullie gemaakte afspraak te houden, juist als je kind dan gaat schreeuwen of boos op je reageert.

(2) Geef je kind voldoende positieve aandacht.
Ook als je kind vaker agressief gedrag vertoont, zal hij dat niet de hele dag door doen. Hij zal naast zijn negatieve gedrag ook positief gedrag laten zien (hoe klein ook). Als je er van doordrongen bent dat je kind alleen nog maar agressief lijkt te doen, dan is dat natuurlijk nog behoorlijk moeilijk te geloven of te zien. Je zult er dan actief naar op zoek moeten. Ga dus actief op zoek naar positief, gewenst gedrag van je kind en laat je kind weten dat je dat gedrag fijn vindt (zonder op dat moment iets te zeggen over zijn negatieve, ongewenste gedrag). Benoem zijn gewenste, positieve gedrag dus. De kans is daarna groter dat je kind dat gedrag vaker zal laten zien. Alle kinderen hebben namelijk behoefte aan positieve aandacht van de belangrijkste volwassenen om hen heen. Dat vinden ze niet alleen fijn; sterker nog, ze hebben het heel hard nodig. Zéker de kinderen die vaker ongewenst, agressief gedrag vertonen.
N.B. Het gaat hierbij dus om het benoemen van het (goede, fijne, gewenste) gedrag van je kind, niet je kind als persoon. Keur nooit je kind als persoon af.

(3) Uitlaatklep voor je kind
Als je merkt dat je kind periodes heeft waarin hij vaker agressief reageert, zorg dan voor een goede uitlaatklep, waarmee je kind zijn energie kwijt kan. Ik zeg met opzet energie en niet agressie. Ik heb het dan ook niet over rammen tegen een boksbal, iets kapot gooien of schreeuwen in een kussen (wat in deze situaties vaak gepropageerd wordt). Dat is juist niet de bedoeling. Je wil juist niet dat je kind zijn (negatieve) energie omzet in agressief gedrag. Dat is nou net het hele punt. Je wilt juist dat je kind leert om zijn (negatieve) energie op een andere manier te uiten. En dat kan op allerlei manieren, bijv. door te voetballen, fietsen, rennen, muziek maken, dansen, klimmen ed. Ga – samen met je kind – op zoek naar een activiteit, waarvan je weet dat je kind er zijn energie in kwijt kan én er achteraf een goed gevoel van krijgt.

(4) Boosheid onder controle krijgen
Het is belangrijk dat je kind zijn boosheid, dat vaak geuit wordt in agressief gedrag, zelf onder controle krijgt. Dat is niet altijd makkelijk. In mijn artikel Hoe je kind zijn emoties de baas wordt lees je meerdere strategieën die je kind dan zelf kan toepassen.

Als je kind weer gekalmeerd is, is het belangrijk om terug te komen op het voorval en om het dan samen te bespreken. Het heeft dus geen zin om dat gesprek te voeren op het moment dat je kind zich nog agressief gedraagt; doe dat pas op het moment waarop iedereen weer rustig is.

En als je kind iets gedaan heeft dat echt niet kon of mocht, dan hoort daar een passende consequentie bij. Het gaat daarbij absoluut niet om lange, harde straffen; dat werkt averechts. Ik denk bij passende consequenties dus niet aan huisarrest of een week zonder iPad / telefoon, want daar leert je kind bar weinig van en die hebben vaak helemaal niks met de situatie te maken.

Maar welke consequenties dan wel?
Het gaat er om dat je consequenties geeft die logisch voortvloeien uit of passen bij de situatie. Als je kind iets kapot gemaakt heeft, dan laat je je kind dat repareren. Indien het niet (meer) gerepareerd kan worden, dan kan je kind bijv. een nieuwe kopen. Heeft je kind daar het geld niet voor, dan kan je kind ervoor sparen of proberen om het op een andere manier goed te maken. Heeft je kind op een andere manier iets vervelends gedaan bij iemand anders, dan kan je kind het ook op een andere manier goedmaken.
Laat je kind ook vooral zelf met ideeën komen over hoe hij het met de ander kan goedmaken en oplossen. Dat zijn juist belangrijke leermomenten voor je kind. Als ouder is het dan alleen nog belangrijk om in de gaten te houden dat er wel een goede verhouding bestaat tussen wat je kind precies gedaan of gezegd heeft én wat je kind kan doen om het op te lossen. Dat moet te allen tijde redelijk blijven (hoe boos je ook op je kind bent over wat er gebeurd is).

(5) Zet je monitor aan.
Het is belangrijk om als ouder te weten waar je kind is (bijv. thuis / bij iemand anders thuis / buiten in het dorp of de stad), wat je kind doet (bijv. huiswerk maken, gamen, spelen, lezen) en met wie doet je kind dat (bijv. spreekt je kind af met klasgenootjes, leeftijdsgenootjes of met kinderen / jongeren die hij niet goed kent). Het gaat er niet om dat je dit als ouder steeds controleert, er continue bovenop zit of gaat verbieden, maar wel dat je weet waar je kind zich mee bezig houdt. Je blijft je kind dus monitoren. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is dit eigenlijk heel normaal om als ouder te doen. En dat blijft zeker ook relevant als je kind op de middelbare school zit, dus ook voor tieners blijft dit belangrijk. Blijf je kind dus monitoren; doe dat niet vanuit controle, maar veel meer vanuit interesse.

(6) Toon interesse.
En die interesse geldt niet alleen voor waar je kind wanneer is en met wie, maar ook voor wat je kind precies doet, waar je kind zich mee bezig houdt. Vraag eens na bij je kind welke films of tv-programma’s hij het liefst kijkt en welke games hij graag speelt. Of nog beter: ga samen kijken of samen spelen. Niet alleen leuk om één-op-één-tijd met je kind door te brengen en om je kind positieve aandacht te geven, maar ook om te weten wat je kind precies bezig houdt. Op die manier toon je interesse in én houd je toezicht op wat je kind doet.
De volgende stap is natuurlijk dat je erover gaat nadenken of je het fijn vindt waar je kind zijn tijd aan besteed. Ben je het eens met de films of tv-programma’s die hij kijkt, de games die hij speelt? Ga het je kind niet zomaar verbieden, maar blijf er samen het gesprek over voeren.

(7) Kijk eens in de spiegel.
Hoe reageer je zelf als je het ergens niet mee eens bent, als je gefrustreerd of boos bent? Wat doe je dan, wat zeg je dan? Begin je dan bijv. al snel te vloeken, sla je met je vuist op tafel, trap je wel eens ergens tegen aan, praat je met stemverheffing of ga je schreeuwen? Denk hierbij trouwens niet alleen aan de directe of open vormen van agressie; denk ook aan de indirecte en meer covert vormen van agressie. Bijv. zeg jij wel eens vervelende, gemene dingen over anderen (als je boos bent)? Roddel je wel eens over iemand (als je het idee hebt dat die ander vervelend tegen je doet)? Sluit je wel eens mensen (onbewust of ongemerkt) buiten (als je even geen zin hebt om met die persoon om te gaan)? Ook dat zijn allemaal voorbeelden die je je kind geeft. En vaak vinden we het heel vervelend als onze kinderen het doen, maar doen we het zelf ook wel eens. Toch is het goed om ook voor jouw eigen gedragingen en reacties eens goed in de spiegel te kijken. Ga er de komende tijd eens op letten en bekijk dan wat je aan je eigen gedrag kunt verbeteren, zodat je ook op dit vlak een goed voorbeeld voor je kind kunt zijn. Je kind leert namelijk niet alleen van wat jij zegt, maar ook – en misschien wel meer – van wat jij doet.

(8) Zoek zelf hulp.
Ga eerst consequent aan de slag met de punten uit dit artikel. Merk je na 3-4 weken consequent toepassen dat het te weinig vruchten afwerpt, dan is het belangrijk om actie te ondernemen. Er bestaan cursussen voor ouders, waarin je leert om met het agressieve gedrag van je kind om te gaan en om dat gedrag in goede banen te leiden. In een dergelijke cursus kom je o.a. ouders tegen die thuis soortgelijke situaties meemaken, waardoor jij minder het gevoel dat je de enige bent die hier tegen aan loopt (want dat is zeker niet het geval).

Tot zover mijn tips voor wat je kunt doen aan het agressieve gedrag van je kind of tiener. Ik hoop van harte dat mijn tips waardevol vond en dat je er thuis mee aan de slag gaat.

Wil je graag weten welke vormen er van agressief gedrag allemaal zijn en hoe agressief gedrag ontstaat? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken (1 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken. (1 van 2)

Als je denkt aan agressie bij kinderen, dan denk je waarschijnlijk aan slaan en schoppen, aan anderen opzettelijk pijn doen of aan met opzet iets kapot maken. Toch kun je onder agressie nog veel meer verstaan. Je kunt ook denken aan brutaal zijn, een grote mond hebben, vaak ruzie maken met andere kinderen, andere kinderen beledigen, kleineren of pesten.

Het zal je dan ook niet verbazen dat er meerdere uitingsvormen van agressie bestaan. Die zet ik in dit artikel graag voor je uiteen. En misschien kom je er dan achter dat je kind of jijzelf inderdaad ook wel eens agressief is/bent. Sterker nog, de kans is groot dat we allemaal wel eens agressief zijn.

In dit artikel lees je niet alleen welke vormen er van agressief gedrag bestaan, maar ook hoe het kan ontstaan en welke verschillen er bestaan tussen jongens en meisjes.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Goed om te weten
Alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Jonge kinderen kunnen hun impulsen nog niet zo goed beheersen en leren dat steeds beter naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving; ook dat hoort dus bij een normale ontwikkeling.
En nogmaals: alle kinderen laten wel eens agressief gedrag zien. Normaalgesproken zie je ook dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware weer overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Wat is agressief gedrag precies?
Het is nog best lastig om te beschrijven wat agressie precies is. Enerzijds zit er aan agressief gedrag een component van een ander met opzet schade toebrengen, bijv. door de ander fysiek pijn te doen of door over een ander te roddelen. Anderzijds heeft het te maken met het overschrijden van (on)geschreven regels van wat toegestaan is, hoe we met elkaar omgaan en in hoeverre anderen last hebben van het (agressieve) gedrag.

Hier volgt een definitie van agressief gedrag:
Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden. (van der Ploeg, 2009)


Agressief gedrag is een onderdeel van ‘externaliserend probleemgedrag’. Externaliserend probleemgedrag is gedrag dat naar buiten toe / op anderen gericht is.* Ook geweld en criminaliteit valt onder deze noemer.
*: Zo bestaat er ook ‘internaliserend probleemgedrag’; probleemgedrag dat naar binnen toe gericht is, zoals depressie of angst.

Agressie en geweld worden vaak door elkaar gebruikt. Er bestaat veel overlap tussen deze begrippen en ze liggen in elkaars verlengde. Toch is er een duidelijk verschil tussen agressie en geweld. Geweld kun je zien als een uitzonderlijk ernstige en heftige vorm van (fysieke) agressie.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat moeite heeft met luisteren, slapen, eten of zindelijk worden?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord op wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-


Agressief gedrag kan op diverse manieren beschreven, onderscheiden en ingedeeld worden. Tussen deze indelingen bestaat deels ook weer enige overlap. Ze zijn dus niet totaal verschillend, maar kunnen wel helpen bij het maken van een onderscheid in gedrag dat je ziet bij kinderen en helpen bij hoe je het agressieve gedrag van je kind kunt beoordelen. Hier volgen alvast 5 veelvoorkomende indelingen.

(A) Fysieke vs. Psychische agressie:
Bij deze indeling gaat het om het effect van het agressieve gedrag en dan meer specifiek om het toebrengen van letsel bij de ander. Bij fysieke agressie gaat het om het toebrengen van fysiek letsel, dus letsel aan het lichaam van een ander. Bijv. door een klap in het gezicht of het toebrengen van (ernstig / minder ernstig) letsel bij een ander (bijv. lichamelijke mishandeling). Bij psychische agressie gaat het om het toebrengen van psychisch letsel bij een ander (bijv. door bedreiging, onder druk zetten, pesten, beledigen).

(B) Incidentele vs. Structurele agressie:
Als je kind af en toe agressief is, dan spreek je van incidentele agressie. Je kind reageert dan een enkele keer agressief in een specifieke situatie, bijv. omdat een ander kind zijn speelgoed afpakte, bijt je kind het andere kind. Als je kind regelmatig agressief gedrag laat zien, dan lijkt het agressieve gedrag een gewoonte geworden. Dan spreken we van structurele of chronische agressie.

(D) Covert vs. Open agressie:
In het geval van open agressie hebben anderen direct last van het agressieve gedrag van het kind. Het is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. De agressie kan zowel psychisch als fysiek van aard zijn. Bijv. het kind schreeuwt, scheldt, eist, driftig is, pest, slaat, bedreigt en/of vecht. Deze vorm wordt ook wel manifeste agressie genoemd.

In het geval van covert agressie speelt het agressieve gedrag zich stiekem af, dus bedekt voor anderen. Ook dit kan zowel fysiek als psychisch zijn. En hoewel het moeilijk tot niet zich- of hoorbaar is voor anderen, is het wel degelijk bedoeld om anderen schade toe te brengen.
Voorbeelden van covert agressie zijn kinderen, die liegen, die anderen buitensluiten, die kwaadspreken over een ander, die anderen opzetten tegen iemand. Deze vormen van coverte agressie wordt ook wel aangeduid met relationele agressie.
Ook hardnekkig liegen of aanhoudend tegendraads gedrag kan tot covert agressie gerekend worden, net als (latente) agressie tegen ouders en de maatschappij (bijv. diefstal of vernielen).

(E) Verbale vs. Non-verbale agressie:
De uitleg van deze twee agressievormen ligt voor de hand: bij verbale agressie worden woorden gebruikt, bij non-verbale agressie worden geen woorden gebruikt.
Bij verbale agressie kun je denken aan uitschelden, kwetsen, beledigen of intimideren; deze vorm van agressie komt veel voor. Bij non-verbale agressie kun je denken aan negeren, doodgezwegen of (stilzwijgend) dwarsgezeten worden. Deze vaak onopgemerkte variant van agressie kan ernstige vormen
aannemen en zelfs tot psychische mishandeling leiden.



En zeg eens eerlijk: heb jij bij deze omschrijvingen al iets herkend van wat jouw kind ook wel eens doet? Of van wat je misschien zelf wel eens doet?

Waarschijnlijk wel, want we maken ons allemaal wel eens schuldig aan (lichte vormen van) agressief gedrag. Toch willen we dat natuurlijk liever niet en zagen we het liefst dat het zo min mogelijk voorkwam. Vandaar dat ik je in m’n artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2) tips geef over hoe je om kunt gaan met dit agressieve gedrag, zodat het langzaam maar zeker gaat verminderen. In dít artikel leg ik je hieronder nog kort uit wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes op het gebied van agressief gedrag en wat mogelijke oorzaken zijn waardoor agressief gedrag ontstaat.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

Verschillen tussen jongens en meisjes
We zijn geneigd om te zeggen dat jongens agressiever zijn dan meisjes. De verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat jongens meer moeite hebben met zelfbeheersing of het beheersen van hun impulsen.
Toch is het in dit kader goed om te kijken naar welke vormen van agressie voorkomen bij jongens en meisjes. Dan zie je dat jongens vaker open, fysieke agressie (bijv. slaan, schoppen) laten zien en meisjes eerder de covert, relationele agressie (bijv. roddelen, buitensluiten). Hoewel fysieke agressie op het eerste gezicht wellicht erger lijkt, mn. voor de persoon tegen wie het gericht is, kan ook coverte agressie behoorlijk negatieve gevolgen hebben.
=> Het is belangrijk om kinderen en tieners te leren dat beide vormen van agressie onwenselijk zijn.

Oorzaken van agressief gedrag
Voor het ontstaan van agressief gedrag is niet slechts één factor aan te wijzen. Vaak gaat het om een combinatie van en interactie tussen meerdere factoren. Hieronder vind je een aantal mogelijke verklaringen, die doorgaans dus niet geïsoleerd, maar juist in combinatie met (één van de) andere factoren voorkomen.

* Algemeen:
In het algemeen kun je stellen dat agressief gedrag – heel basaal – kan voortkomen uit vermoeidheid, honger of een gevoel van drukte. Ook onderliggende emoties, zoals gevoelens van onmacht, frustratie, boosheid, onzekerheid of angst, maken de kans op agressief gedrag groter.

* Gedrag van anderen:
Kinderen leren van wat ze om hen heen zien (modelling), bijv. van ouders, broers en zussen, leeftijdsgenoten, van wat ze op tv zien en in games meemaken. Ze leren van anderen hoe ze met lastige situaties omgaan. Bijv. als kinderen bij hun ouders zien dat ze (verbaal of lichamelijke) agressief reageren als ze boos, gefrustreerd of teleurgesteld zijn, dan leren ze daarvan. Kinderen zullen die reactie en dat gedrag dan als normaal beschouwen, waardoor de kans groter wordt dat ze zelf ook op die manier gaan reageren. Ook erfelijkheid kan hierbij indirect een rol spelen.

* Opvoeding:
Kinderen, met wie van huis uit te weinig afspraken gemaakt worden, bij wie regels niet consequent nageleefd worden, die hard en inconsequent gestraft worden, bij wie opdrachten commanderend gegeven worden, die weinig direct toezicht hebben, die weinig positieve aandacht krijgen en betrokkenheid ervaren, hebben een grotere kans om agressief gedrag te ontwikkelen. Ook als ouders regels aanpassen naar de wens van hun kind, nádat het kind ongewenst, agressief gedrag vertoonde, werkt dat juist het voortduren van ongewenst, agressief gedrag in de hand.
De onderlinge reacties en gedragingen tussen ouder(s) en kind hangen enerzijds samen met de kenmerken van het kind zelf én met de eigenschappen van de ouders. Ook hier is dus weer sprake van een interactie.

* Kenmerken van het kind zelf:
Kinderen met specifieke persoonlijkheidskenmerken hebben een grotere kans om agressief gedrag te vertonen. Denk aan emotionele labiliteit, rusteloosheid, een korte aandachtspanne, negativisme en een lage impulscontrole. Ze zijn vaker egoïstischer ingesteld en kunnen zich moeilijker verplaatsen in de ander. Ook kinderen, die specifieke (gedrags)stoornissen hebben, laten vaker agressief gedrag zien; denk aan aandachtsstoornis met hyperactiviteit, een leesstoornis of -achterstand, een taalstoornis, een ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid.

————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————-

Wanneer is agressief gedrag echt een probleem?
Het is belangrijk om je te realiseren dat niet alle agressieve gedrag meteen een probleem is. Dat hangt af van een aantal factoren. Allereerst kijk je naar de aanleiding waarbij het agressieve gedrag voorkomt. Als iemand bij kleine gebeurtenissen al agressief reageert en wanneer dat ook nog regelmatig voorkomt, dan kan dat problematisch zijn.
=> Bij 10-20% van alle jeugdigen is agressie daadwerkelijk een probleem.

Wanneer het agressieve gedrag lang duurt en/of wanneer een kind in meerdere situaties en locaties agressief is, kan dat problematisch zijn. Tenslotte is het belangrijk om de gevolgen van het agressieve gedrag mee te nemen. Wanneer relaties – bijv. thuis of op school – verstoord raken, is ook dat een factor die bijdraagt aan het problematische karakter van de agressie.

Wanneer het agressieve gedrag zich langere tijd (>4 maanden) en herhaaldelijk blijft voordoen én het een ongunstige invloed heeft op het functioneren van het kind of de adolescent, dan kan er sprake zijn van een psychisch probleem of stoornis (bijv. ODD – Oppositional Defiant Disorder of CD – Conduct Disorder). Schakel in dat geval zeker hulp in van professionals en experts op dit gebied.

Tot zover mijn tips voor wat agressief gedrag bij kinderen en tieners is, welke vormen het kan aannemen en welke oorzaken het heeft. Ik hoop van harte dat m’n artikel je nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Wil je graag weten hoe je als ouder of leerkracht met agressief gedrag van je kind of leerling kunt omgaan? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw




Als je kind het lastig vindt om onenigheid op te lossen… [Sociale ontwikkeling]

Komt jouw kind ook wel eens thuis met verhalen over andere kinderen, die vervelend deden? Bijv. dat jouw kind niet mee mocht spelen in de pauze op school, dat je kind zo maar werd geduwd, dat iemand iets vervelends tegen hem zei, dat iemand iets van hem had afgepakt of stuk gemaakt? Je kind zal er waarschijnlijk verdrietig, boos, gefrustreerd of teleurgesteld over zijn. Dat kun je je ook goed voorstellen, want dit zijn nou eenmaal geen leuke situaties…

Voor ons als ouders kan het natuurlijk heel vervelend zijn om deze verhalen te horen. Misschien herken je wel dat jou het gevoel bekruipt: ‘het lijkt wel alsof mijn kind geen vriendjes heeft’, ‘mijn kind heeft het helemaal niet leuk op school’ of ‘mijn kind wordt toch niet gepest?’. Waarschijnlijk vraag je je ook wel eens af waar dat toch aan kan liggen: ‘er is toch niks mis met mijn kind?’, ‘waarom zijn die andere kinderen toch zo vervelend?’, ‘waarom doet de leerkracht hier niks aan?’ en ‘wat kan ik doen om m’n kind hier bij te helpen?’.

Welke oorzaak er ook ten grondslag ligt aan deze vervelende situaties, het is altijd goed om je kind te leren hoe hij zélf op een fijne manier met andere kinderen om kan gaan en hoe hij op anderen kan reageren zonder dat dat resulteert in onenigheid, ruzie of andere vervelende situaties. Daar wil ik je in dit artikel graag meer informatie en praktische tips over geven. Als ouder kun je je kind namelijk goed begeleiden om deze ‘sociale problemen’ op te lossen.

=> In dit artikel vind je dan ook 9 waardevolle tips om je kind op een positieve manier met lastige sociale situaties te leren omgaan.

(1) Praat met je kind over zijn (school)dag.
Om te weten waar je kind op school of in zijn omgang met vriend(inn)en tegen aan loopt, is het goed om regelmatig met je kind te praten. Daar kun je het beste een vast moment op de dag voor kiezen, bijv. als je kind uit school komt, tijdens het avondeten of vlak voor het slapengaan. Vraag dan naar hoe zijn dag was, of hij nog iets nieuws geleerd heeft, met wie hij gespeeld heeft enz.

Sommige (vaak de wat oudere) kinderen vinden het niet prettig om samen over lastige onderwerpen praten; dan kan het goed werken om het tijdens een activiteit (zoals de afwas of een autoritje) te bespreken. Uiteraard hoeft dit specifieke thema niet dagelijks aan bod te komen; los daarvan is het goed om regelmatig met je kind over van alles en nog wat te praten.

Uiteraard vertellen niet alle kinderen even gemakkelijk over wat ze op een dag meemaken. Het ene kind is een echte prater en vertelt uit zichzelf al honderduit; het andere kind luistert liever naar anderen en/of vertelt niet graag over zijn eigen belevenissen. Ook kan het voor jou als ouder nog best lastig zijn om de juiste vragen te stellen. In het geval jij het zelf lastig vindt om dit thema aan te snijden of indien je merkt dat je kind het lastig vindt om erover te praten, maak dan gebruik van deze Kletskaartjes. Dan heb je een mooie, luchtige ingang voor jullie gesprek en zul je langzaam maar zeker steeds meer horen over hoe je kind het op school vergaat.

(2) Spreek af wat je kind wel en niet mag doen tijdens het spelen met andere kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze wel en niet mogen; niet alleen in het algemeen, maar ook in de omgang met andere kinderen. Dat lijkt een open deur, maar vaak gaan we er zomaar van uit dat kinderen dat wel zullen weten. En dat is helaas niet altijd waar. Ook ‘samen spelen’ is iets dat kinderen gewoonweg moeten leren.

Wat je kind wél mag doen, is dat het altijd mag zeggen wat het wil. Dat doe je niet op een boze, bazige of schreeuwende manier, maar wel op een rustige, aardige manier. Zelfs als je het niet eens bent met een ander, kun je dat gewoon rustig tegen de ander zeggen. Je kunt dus altijd met de ander praten, overleggen en proberen om (samen) een oplossing te bedenken, om een compromis te sluiten (lees ook de tips hieronder). Als je kind er samen niet uitkomt, is het goed om een volwassene (bijv. vader, moeder, leerkracht, oppas) erbij te vragen om te helpen.

Wat je kind niet mag doen, is een ander pijn doen (bijv. door te slaan, schoppen, bijten, knijpen of schelden); ook niet als je het niet met elkaar eens wordt, als je boos bent op de ander of als je vindt dat de ander vervelend tegen jou doet. Merk je dat je het lastig vindt om rustig te blijven, vraag er ook dan een volwassene bij.
Wil je meer weten over hoe je je kind leert om om te gaan met zijn boosheid? Klik dan hier.

————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.

Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-

(3) Leer je kind om een ‘ik boodschap’ te geven.
Leer je kind dat het fijn is om zg. ‘ik boodschappen’ te geven. Met behulp van ik boodschappen kun je heel goed je mening geven of laten weten dat je het ergens niet mee eens bent, maar dan zonder dat je jezelf gaat verdedigen of zonder de ander (verbaal) aan te vallen. Kijk maar eens naar de volgende twee voorbeelden.

Voorbeeld 1:
Iemand zegt iets tegen je, dat je niet fijn vindt. Je kunt dan in de verdediging schieten of de aanval inzetten door te vragen ‘waarom zeg je dat nou?’ of ‘wat bedoel je daar precies mee?’, maar een fijnere manier is om te reageren met ‘Ik vind het niet fijn dat je dat tegen me zegt’. Met deze reactie geef je duidelijk een grens aan over wat de ander wel / niet tegen je mag zeggen.

Voorbeeld 2:
Eén van de klasgenoten bepaalt regelmatig wat er gedaan wordt, bijv. bij het buiten spelen. Ze zegt ‘kom, we gaan verstoppertje spelen’. Als jouw kind geen zin heeft om verstoppertje te spelen of het niet fijn vindt dat de ander steeds bepaalt, dan is het beter om niet te reageren met ‘waarom moet ik altijd doen wat jij wil?’ of ‘waarom doe je nou nooit eens wat ik voorstel?’, maar wel met ‘ik wil graag gaan voetballen. Kom je mee?’. (en dat vervolgens ook gaan doen, onafhankelijk van of de ander wel / niet meekomt).

Kortom, door te werken met ‘ik boodschappen’ voorkom je dat je in de verdediging schiet of in de (tegen)aanval gaat. Als je je boodschap bij jezelf houdt door ‘ik’ te zeggen, komt je boodschap fijner over en zal de ander positiever op je reageren.

(4) Leg uit hoe ‘samen spelen’ werkt.
Voor jonge kinderen is het soms nog best lastig om ‘samen te spelen’ en om ‘samen te delen’. Als ouders zeggen we wel vaker ‘samen spelen, samen delen’ op het moment dat het tussen twee kinderen even niet zo lekker loopt (bijv. speelgoed afpakken). Voor (jonge) kinderen is meestal niet helemaal duidelijk wat dat zinnetje precies betekent óf hoe ze dat in praktijk moeten brengen. Vaak weten ze wel wat ‘spelen’ betekent, maar wat is ‘delen’ precies of wat betekent ‘samen’…? Samen spelen is dan ook echt weer een aparte vaardigheid, die je kind kan leren.
Voor meer uitleg hierover verwijs ik je graag naar m’n artikel ‘Samen spelen, samen delen? 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen samen te spelen.‘.

De meeste oudere kinderen hebben vaak al wel geleerd dat ze niet zo maar iets kunnen afpakken waar een ander mee bezig is. Ze weten dat ze het kunnen vragen of dat ze zelf even moeten wachten totdat de ander ermee klaar is. En als iemand anders iets bij hen afpakt, weten ze waarschijnlijk ook al hoe ze duidelijk kunnen maken dat de ander nog niet aan de beurt is en nog even zal moeten wachten.

(5) Leer je kind om zijn grenzen aan te geven.
Bij punt 3 over het geven van ‘ik boodschappen’ gaf ik al aan dat dat een fijne, duidelijke manier is om je eigen grenzen aan te geven. Als je op tijd aangeeft dat je iets niet fijn vindt of dat je het ergens niet mee eens bent, dan ben je ook nog niet zo boos of gefrustreerd. Leer je kind dat het belangrijk is om niet te lang te wachten met zeggen wat je vindt, wil of voelt.

Voor jonge kinderen, die verbaal nog niet zo sterk zijn, is het handig om te leren om dan ‘stop, hou op, ik vind het niet meer leuk.’ te zeggen, evt. aangevuld met het omhoog houden van een hand. Zo maakt je kind niet alleen verbaal, maar ook visueel duidelijk dat een grens bereikt is.

Door te praten en uit te leggen wat je wel / niet wil, kan de ander beter rekening met je houden. En als jij duidelijk zegt wat jij wil, kan de ander ook duidelijk aangeven wat hij/zij wil. Zo komt er makkelijker een overleg tot stand.

Wederom: komen de kinderen er onderling nog niet helemaal (of echt niet) uit, dan is het belangrijk om een volwassene in te schakelen. Liefst dus nádat de kinderen zelf geprobeerd hebben om er samen uit te komen, maar nog vóórdat de gemoederen te hoog zijn opgelopen.

————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-

(6) Probeer een probleem eerst samen op te lossen.
Als je een probleem hebt met iemand anders, dan is het goed om samen een oplossing voor dat probleem te bedenken. Voor kinderen kan dat nog best lastig zijn. Ze houden graag vast aan hun eigen idee en moeten nog leren om rekening te houden met de ander en/of om zich te verplaatsen in het perspectief van de ander (het ene kind kan dat natuurlijk al beter dan het andere).

Ook hierbij kun je je kind thuis helpen: als je van je kind hoort dat er een vervelende situatie op school, bij een training / repetitie of tijdens het spelen was, vraag dan wat er precies gebeurde én hoe je kind erop reageerde. Als je kind dat heeft uitgelegd, vraag je hoe hij het evt. op een andere manier had kunnen reageren. De reactie die hij heeft gegeven of de manier waarop het nu opgelost is, is nl. één reactie of één manier, maar er zijn altijd meerdere reacties / oplossingen mogelijk. Probeer je kind een of meerdere andere oplossingen te laten bedenken.

Denk maar eens aan oplossingen als:
– Om de beurt: Je doet eerst wat de ander voorstelde, daarna wat jij voorstelde (of andersom).
– Compromis: Je bedenkt een compromisvorm van wat jullie allebei leuk vinden. Bijv. als de één verstoppertje wil spelen in de gymzaal, maar de ander wil het liefst buiten spelen, dan kan het compromis zijn dat de kinderen buiten verstoppertje gaan spelen.
– Change of plans: je bedenkt iets heel anders, iets wat jullie wel allebei ook leuk vinden om te doen, maar dat totaal iets anders is dan wat jullie in eerste instantie hadden bedacht.
– Betrek iemand anders erbij: je vraagt een derde persoon (bijv. klasgenoot, broer / zus, ouder, leerkracht) om met jullie mee te denken. Leg het probleem aan de ander voor en vraag hoe die ander het zou oplossen.

Sommige oplossingen, die je kind bedenkt, zullen handig zijn, andere niet (of werken misschien zelfs averechts). Geef in ieder geval nog geen oordeel over de alternatieven die je kind geeft. Nadat je kind een aantal alternatieven heeft bedacht, kun je vragen hoe je kind de volgende keer zou reageren. Wellicht kiest hij dan een alternatief waardoor de situatie (nóg) beter of positiever uitpakte. Kiest je kind een manier, waardoor de situatie verder zou escaleren, dan is het uiteraard handig om die mogelijke gevolgen met je kind te bespreken (en hem vervolgens een andere optie te laten kiezen).

Met deze aanpak leer je je kind om te reflecteren op lastige situaties en om in oplossingen te denken.

(7) Leer je kind om anders naar het gedrag van anderen te kijken.
De reactie van je kind op het gedrag van een ander is afhankelijk van hoe je kind naar dat gedrag kijkt. Als je namelijk met een negatieve bril naar het gedrag van anderen kijkt, dan ga je sneller in de verdediging en dan zul je ook sneller negatief op de ander reageren, terwijl jouw negatieve interpretatie helemaal niet juist hoeft te zijn.

Bijvoorbeeld: Je kind wordt geduwd.
Laten we eens naar 3 mogelijke interpretaties van dit gedrag kijken. Je kind zou de duw op één van de volgende manieren kunnen interpreteren:
(1) ‘Oei, ik liep in de weg, waardoor de ander tegen me aan liep.’
(2) ‘De ander verloor even zijn evenwicht en kwam daardoor tegen me aan.’
(3) ‘De ander duwde me expres, gewoon om me te klieren.’

Realiseer je dat het gedrag (= de duw) bij alledrie exact hetzelfde is gebleven; daar is dus niks aan veranderd. Het enige dat veranderde, was de manier waarop je het gedrag interpreteerde. Aan de hand van dit voorbeeld kun je je goed voorstellen dat je met interpretatie 1 en 2 rustiger en positiever op de duw van de ander zult reageren dan met interpretatie 3.

Ook op dit gebied kun je je kind thuis goed helpen en ondersteunen. Als je kind jou over een vervelende situatie vertelt, is het belangrijk om samen met je kind alternatieve interpretaties te bedenken. In het voorbeeld van de duw kun je je kind vragen welke redenen de ander nog meer gehad kan hebben om te duwen. (Dit kun je ook toepassen in andere situaties, bijv. wanneer een ander kind een ‘vreemde’ opmerking heeft gemaakt of een ‘vreemd’ gezicht naar je kind heeft getrokken.) Hoe vaker je kind merkt dat zijn eerste (negatieve) reactie niet perse juist hoeft te zijn en dat er ook nog andere verklaringen mogelijk zijn, zal ervoor zorgen dat je kind in het vervolg steeds meer geneigd is om eerst na te denken over mogelijke interpretaties en pas daarna een reactie zal geven.

Kortom, ook bij lastige sociale situaties geldt: ‘Eerst denken, dan doen.’

(8) Laat je kind veel oefenen, zeker als je kind het moeilijk vindt.
Als je merkt dat je kind het lastig vindt om op een fijne manier met andere kinderen om te gaan en om sociale situaties op een positieve, handige manier op te lossen, blijf dan thuis regelmatig oefenen zodat je kind er langzaam maar zeker beter in wordt. Ik ben er nl. van overtuigd dat iedereen dit kan leren. Het is misschien niet voor iedereen even makkelijk, maar uiteindelijk zal het wel gaan lukken. Door deze situaties echter te gaan vermijden, dus om je kind niet meer te laten afspreken of niet meer naar een clubje te laten gaan, krijgt je kind juist minder kansen om te oefenen. En dat komt zijn sociale vaardigheden helaas niet ten goede…

Kortom: geef je kind de kans om vaak te oefenen. Niet alleen op school, maar ook op andere plekken, bijvoorbeeld bij een sportclub, muziekvereniging of met kinderen uit de buurt. Laat je kind dus regelmatig in contact komen met andere kinderen.

Vind je kind het lastig om klasgenootjes te vragen of om bij andere kinderen thuis te gaan spelen? Neem dan eerst zelf contact op met de ouders en probeer – zeker in het begin – de afspraken voor je kind te maken. Als je kind een beetje doorheeft hoe het werkt, dan zal je kind dat ook steeds meer zelf gaan oppakken.

————————-

Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.

————————

(9) Lees samen boeken over sociale situaties, vriendschap en ruzie maken.
Er is niks – nou ja, weinig dan… 😉 – zo fijn als samen met je kind een boek te lezen. Veel ouders lezen hun jonge kind al voor en dat kan ik alleen maar van harte stimuleren. Ook voor oudere kinderen is het belangrijk om te blijven (voor)lezen. Misschien niet op de klassieke ‘voorleesmanier’ (= ik lees en jij luistert), maar je kunt wel om de beurt een regel of alinea lezen. Voor kinderen blijft het een fijn moment om samen met papa of mama één-op-één tijd door te brengen en daar is lezen ideaal voor.

Als je merkt dat je kind op bepaalde gebieden problemen heeft, dan kan het fijn zijn om juist over dat thema boeken te lezen. Ook over vriendschap en uiteenlopende sociale situaties zijn tal van boeken geschreven.

Ik heb er hier een aantal voor je op een rijtje gezet:
– Jip en Janneke (Annie M.G. Schmidt)
– Zullen we vriendjes zijn? (Sam McBratney)
– Kikker is mijn vriendje (Max Velthuijs)
– Niet slaan, Anna! (Kathlen Amant)
– Woezel & Pip: ‘Stop, hou op’ (Dromenjager)
– Serie ‘Superjuffie’ (Janneke Schotveld)
– Schoolseries als ‘Dagboek van een Muts’ (R.R. Russell) of ‘Leven van een Loser’ (Jeff Kinney)
– Vriendschap is alles (Stine Jensen)

Dit rijtje is slechts een héél klein topje van de ijsberg. In de bibliotheek zijn er nog legio andere mogelijkheden, alleen al over het thema vriendschap, sociale situaties of samen spelen. Ga naar de (website van de) bibliotheek en zoek daar het boek uit dat het beste bij jouw kind en zijn leeftijd / ontwikkelingsniveau past. Ik wens jullie alvast veel (samen)leesplezier!
Lees ook m’n artikel ‘Ja, ik wil … voorlezen!’ over waarom (samen) voorlezen de ontwikkeling van je kind stimuleert.

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!


Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende literatuur en websites:
– Matthys & Boersma. (2017). Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Poster: Sociale vaardigheden 6 – 12 jaar. Apetrotse kinderen. Klik hier.
– Sociale vaardigheden aanleren aan je kinderen. Apetrotse kinderen. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe je kind zijn emoties de baas wordt.‘ [ Emotionele ontwikkeling ].
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.
– ‘Ik mag hier ook nooit iets! | Hoe je je kind of tiener steeds wat meer vrijheid geeft.
– ‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Hoe overleef je een kinderfeestje? | 4 onmisbare ingrediënten voor een geweldig feestje (en 10 extra tips)

verjaardagstaart_kaarsjesOnze kinderen zijn alle drie in het voorjaar jarig (1x april, 2x mei). En dat moet natuurlijk gevierd worden. En dan heb ik het naast de verjaardag zelf, niet alleen over het ‘grote mensen-feest’, maar vooral ook over de kinderfeestjes. O ja, en had ik al gezegd dat er tussen de verjaardagen van onze oudste en jongste slechts één dag zit… Je raadt het al: dat is op zeer korte tijd behoorlijk aanpoten.

Misschien is jouw kind binnenkort ook jarig en wil je ook graag een kinderfeestje gaan organiseren. Je kunt wellicht wel wat tips en inspiratie gebruiken. Inmiddels hebben we hier thuis al een aantal leuke kinderfeestjes achter de rug en zet ik m’n belangrijkste tips voor je op een rij in dit artikel. Ik hoop van harte dat je hier mee aan de slag kunt en ook een leuk kinderfeestje kunt organiseren.

Een kinderfeestje organiseren kan soms best een onderneming zijn. Het is heel leuk om te zien hoeveel plezier en voorpret kinderen aan hun kinderfeestje beleven. Maar voordat het zover is, kan het nog best wat voeten in aarde hebben. Ik heb voor jou als ouder een aantal belangrijke punten op een rijtje gezet om zo een makkelijk en overzichtelijk lijstje te hebben met waar je allemaal rekening mee kunt houden en/of op kunt letten. Uiteraard mag je alle tips naar eigen inzicht gebruiken en/of toepassen.

Om het feestje goed te kunnen voorbereiden, is het belangrijk om vooraf antwoord te krijgen op de volgende vragen:

Waar ga je het feestje houden?

– Wat ga je doen tijdens het kinderfeestje?

Hoeveel kinderen komen er op het feestje? Wie nodigt je kind uit?

– Wat ga je tijdens het kinderfeestje eten?

Die vragen probeer ik hieronder alvast voor je te beantwoorden. Daarnaast geef ik nog extra tips tussendoor om je kinderfeestje nog meer in goede banen te leiden. Als je zelf nog aanvullende tips hebt, dan hoor ik die heel graag in de comments onder dit artikel.

(1) Waar ga je het feestje houden?  meisje_blaast_kaarsjes_uit_taart Het is belangrijk om goed na te denken over waar je het feestje gaat houden. Wil je het feestje thuis houden of ga je liever ergens naar toe? Beide opties zijn natuurlijk helemaal prima. Ik zal je een aantal voor- en nadelen van beide opties op een rijtje zetten.

Voordelen van een feestje thuis:  – De kosten zijn doorgaans een stuk lager of in ieder geval beter in de hand te houden dan een feestje op locatie. Je kunt zelf spelletjes bedenken, omdat je veel zelf kunt maken en geen entree hoeft te betalen. – Je hoeft de kinderen nergens naar toe te brengen, je bent geen tijd kwijt aan reizen én je hebt geen benzinekosten. Ook nog eens beter voor het milieu. 😉

Nadelen van een feestje thuis: – Je hebt alle kinderen de hele tijd in huis en (zeker als het jonge kinderen zijn) kan dat een behoorlijke drukte met zich meebrengen. – Je moet zelf zorgen voor alle voorbereidingen, zoals eten, drinken, spelletjes verzinnen en uitvoeren etc.

(En voor feestjes buitenshuis zijn de voor- en nadelen vrijwel tegenovergesteld hieraan.)  TIP 1: Neem voldoende tijd om het kinderfeestje voor te bereiden. Mijn ervaring is dat er meer tijd en werk in gaat zeker – zeker als je het thuis houdt – dan je vooraf inschat. TIP 2: Houd je het feestje buitenshuis of ga je een activiteit buiten doen, plan dan genoeg tijd in voor wc-bezoek en om schoenen / jas aan te trekken. Met een groepje (jonge) kinderen kost dat al gauw 10-15 minuten.

(2) Wat ga je doen tijdens het kinderfeestje? kinderen_spelen_met_de_balNaast cadeautjes uitpakken, kaarsjes uitblazen en samen eten staan er vaak een aantal leuke activiteiten op het programma. En dan zijn de mogelijkheden haast oneindig. Om je alvast een beetje inspiratie te geven, doe ik je alvast een aantal ideeën aan de hand. Je kunt tijdens het feestje allemaal ludieke ‘oud Hollands’ spellen doen als zakdoekje leggen, verstoppertje spelen, eierlopen, zaklopen, koekhappen etc. Ook knutselactiviteiten, een speurtocht lopen, een dance battle of laser gamen zijn vaak erg leuk om te doen. Voor kinderen, die nog niet zo goed kunnen lezen, kun je een ‘bingo speur- / wandeltocht‘ te organiseren (i.p.v. een speurtocht).

Heb je een thema voor het kinderfeestje? Je kunt een thema gebruiken als ‘kapstok’ om de activiteiten aan op te hangen. – Voor jonge kinderen zijn thema’s als prinsessen, K3, knutselen / sieraden maken, Pippi Langkous, heksen, boerderij / dieren, brandweer, politie, ridders, piraten, dinosaurussen, superhelden, Freek Vonk, jungle en sport vaak leuk. – Voor oudere kinderen kun je denken aan thema’s als Harry Potter, Wie is de Mol?, een escape room, Expeditie Robinson of een slaapfeestje.

Als je graag alle benodigdheden voor je themafeestje in één keer in huis wilt hebben, dan kun je online bij diverse organisaties een leuke themakist bestellen. Uiteraard heb je niet perse een thema nodig om een leuk feestje te geven. Je kunt er gebruik van maken, maar het hoeft niet.

O ja, en dan hebben we natuurlijk nog zo iets als het weer. Dat kan soms behoorlijk roet in het eten gooien. Als je een mooi buitenprogramma hebt samengesteld, is het toch raadzaam om ook serieus te kijken naar wat je kunt doen als het toch slechter weer is dan je had gedacht / gehoopt / verwacht.

TIP 3: Als je een activiteit buitenshuis hebt, dan is de kans groot dat je er met de auto naar toe gaat. Wie waar mag zitten, is nog wel eens voer voor discussie. Het liefst willen ze nl. allemaal naast de jarige zitten, allemaal voorin zitten etc. Om die discussie voor te zijn, maak ik vooraf aan het feestje lootjes met daarop de plekken in de auto (bijv. voorin, achterin midden, achterin links). Die lootjes deed ik in een zak of doos en alle kinderen konden om de beurt een lootje trekken. Ze bepaalde het lot wie waar kon zitten. Deze aanpak leverde beduidend minder discussie op. Voor de terugreis zou je opnieuw lootjes kunnen trekken, zodat iedereen weer op een andere plek kan gaan zitten. Oh ja, en denk bij jonge kinderen aan het meenemen van een zitverhoger. Wel zo veilig! 

(3) Wie mag je kind uitnodigen? Hoeveel kinderen komen er op het feestje?  kinderen_rennen_met_ballonnenVoor kinderen kan het soms nog best lastig zijn om te beslissen wie ze wel / niet voor hun kinderfeestje willen uitnodigen. Je kunt je kind helpen om een goede keuze te maken. Maak eerst eens een lijstje van kinderen met wie jouw kind graag speelt; dat kunnen kinderen zijn met wie hij in de klas of tijdens de pauze vaker speelt, met wie hij regelmatig afspreekt, kinderen uit de buurt, neefjes of nichtjes. Laat je kind zo veel mogelijk zélf antwoord geven. Komt je kind er zelf niet zo goed uit of vind je het lastig om te achterhalen met wie je kind veel speelt in de klas, informeer dan eens bij zijn leerkracht. Ik heb zelf een keer de fout gemaakt om alleen kinderen uit te nodigen, die vaker bij ons thuis kwamen spelen. Ik had nl. helemaal niet bedacht dat m’n kind ook heel goed bevriend kon zijn met een klasgenootje, waar ze vooral op school heel vaak én leuk mee speelde. Ze bleken toch echt goed bevriend te zijn, maar dat had ik zelf dus helemaal niet door. Door mijn inschattingsfout kwam het kindje niet op haar kinderfeestje. Zo stom van mij! En hoewel het al een aantal jaar geleden is, kan ik me daar nu nog rot over voelen.   

TIP 4: Wist je dat er in een schoolklas altijd wel enkele kinderen zijn, die nooit uitgenodigd worden voor een kinderfeestje…? Om te voorkomen dat er op die manier (onbedoeld) kinderen buitengesloten worden, kun je in de plaats van een gewoon kinderfeestje ook eens een ‘klassenfeestje‘ organiseren. Hier vind je een gratis draaiboek om het organiseren van een klassenfeestje extra makkelijk te maken.

TIP 5: Ik ging er zelf trouwens altijd van uit dat wanneer je kind een vriendje of klasgenootje uitnodigt voor zijn/haar kinderfeestje, dat hij/zij dan ook wel een uitnodiging terug kon verwachten. Dat blijkt helaas niet (meer) zo te zijn. (Misschien is dat nog iets van vroeger? Ik weet het niet zo goed…) Dus mocht je dat idee ook nog hebben, dan is het wellicht goed om vooraf al je verwachtingen op dit gebied wat bij te stellen. (Laat me weten wat jouw verwachtingen op dit gebied zijn. Ik lees graag je reactie onder dit bericht.)

Uitnodigingen Ik vind het zelf altijd leuk om kinderen uit te nodigen met een heuse uitnodiging. Zeker voor jonge kinderen is dat echt een happening. Ik maak de uitnodiging meestal gewoon zelf, samen met de jarige. Ik probeer om de uitnodiging een week vóór het feestje in de brievenbus te laten vallen. Een tijdje daarvoor heb ik dan wel al de ouders, van wie het kind uitgenodigd werd, laten weten wat de datum van het feestje zou zijn, zodat ze die datum alvast vrij kunnen houden.

Aantal kinderen meisjes_gooien_ballonnen_omhoogKinderen kunnen zelf nog niet goed bepalen hoeveel kinderen ze kunnen uitnodigen. Het is goed om daar als ouder duidelijk in te zijn. Wij hadden zelf het criterium dat er niet meer kinderen uitgenodigd kunnen worden dan dat er in onze auto(‘s) passen (incl. wijzelf én onze eigen kinderen). Meer dan dat lukt gewoon niet, zeker niet als we een activiteit buitenshuis hadden. (Minder kinderen kan natuurlijk wel.) Ook het aantal stoelen dat rond de eettafel past, kan een criterium zijn. Uiteraard ben je helemaal vrij in het bepalen van het maximum aantal kinderen dat er op het feestje komt.

TIP 6: Uitnodigen: Jonge kinderen zijn vaak geneigd om al vrij snel tegen andere kinderen te zeggen ‘jij mag op mijn feestje komen’, terwijl er nog helemaal geen sprake is van een feestje. Dat kan dus al maanden of weken zijn voordat het kind jarig is… Meestal is het ook zo dat niet iedereen, tegen wie je kind dat zegt, daadwerkelijk zal/kan komen (bijv. omdat de groep dan veel te groot zou worden). Leg je kind daarom goed uit dat het dit niet zo maar tegen andere kinderen kan zeggen. Voor sommige kinderen is dat soms nog best een opgave.

Broertjes & Zusjes Wij vinden het zelf altijd gezellig als broer en/of zus van de jarige ook bij het feestje aanwezig is. Zo kunnen we het feestje als gezin meemaken. Ik kan me echter voorstellen dat dat niet altijd even praktisch is. Soms is een kindje nog te jong om deel te nemen of heeft het nog veel verzorging nodig en kom je daardoor handen te kort tijdens het feestje (denk aan luiers verschonen, dutje doen ed.). Ook kan een kind het zelf écht niet leuk vinden om bij het feestje van zijn/haar broer of zus aanwezig te zijn. Dan kun je er natuurlijk voor kiezen om je andere kind(eren) vlak voor het feestje naar opa, oma, een vriendje of vriendinnetje (etc.) te brengen.

TIP 7: Wat ik ook vaker hoor, is dat jonge kinderen onderling tegen elkaar zeggen: ‘als je dat en dat niet voor me doet (of als je niet doet wat ik wil), dan mag je niet op m’n feestje komen’. Het feestje wordt dan ingezet als een soort chantagemiddel. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Leg je kind uit dat ook dat niet leuk is om tegen een ander kindje te zeggen.

(4) Wat ga je eten tijdens het kinderfeestje? frietenEen onderdeel dat je tijdens het feestje vaak terug ziet komen, is natuurlijk het uitblazen van de kaarsjes. Het is leuk om dan een taart, cake of gebakjes te hebben, waar de kaarsjes op kunnen staan. Je kunt de taart, cake of het gebak zelf maken of kopen in de winkel. Ook op dit gebied is alles goed.

Je kunt het gebak dat je maakt / koopt aanpassen in het thema van het kinderfeestje en/of je kunt je kind laten kiezen wat hij/zij graag zou willen eten.

TIP 8: Als je frietjes gaat eten, is het leuk om de frietjes eens niet op borden, maar direct op de tafel te leggen (bijv. op aluminiumfolie). Datzelfde doe je met de sauzen. De kinderen mogen met hun handen én direct van de tafel eten. Dat doen ze niet iedere dag! Mooie bonus: je hoeft na het eten geen bordjes en bestek af te wassen.

TIP 9: Realiseer je dat er tijdens een kinderfeestje altijd wel een kindje is dat iets niet zo lekker vindt of niet wil eten. Het ene kind maakt dat duidelijker kenbaar dan het andere. Tijdens een feestje maak ik daar zelf nooit een probleem van. Kinderen willen soms liever niet eten, omdat ze het allemaal een beetje spannend vinden of omdat ze niet zo goed weten wat ze kunnen verwachten. Als kinderen iets niet mogen eten (bijv. voedselallergie), dan zullen ouders je dat doorgaans vooraf wel duidelijk doorgeven. Uiteraard is dat ook iets dat je vooraf aan de ouders kunt vragen.

TIP 10: Ga tijdens het feestje altijd even lekker naar buiten met de kinderen. Dat kun je in de vorm van een speurtocht of activiteit doen, maar ook verstoppertje, tikkertje of ‘Schipper, mag ik overvaren?’ zijn leuke, eenvoudige activiteiten om even wat energie kwijt te raken. Ben je op zoek naar activiteiten die je binnen kunt doen? Klik dan hier voor een artikel met handige ideeën en leuke inspiratie; onderaan het artikel vind je zelfs een lijst met activiteiten voor binnen.

Tot zover mijn tips. Nu ben ik natuurlijk heel benieuwd welke tips uit dit artikel je gaat gebruiken (of hebt gebruikt). Dat mag je me zeker nog laten weten.

Heb je zelf nog handige, praktische tips voor het organiseren van een kinderfeestje?  Laat me die dan onder dit bericht weten.

Ik wens jullie alvast heel veel voorpret bij het organiseren van jullie kinderfeestje!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen? Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet, Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook. Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips: – ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).‘ – ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren‘ – ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.‘ – ‘Sturing & verbinding: Waarom beide aspecten onmisbaar zijn in de opvoeding van jouw kind.Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie. Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.

Alle kinderen zijn wel eens bang; jouw kind of leerling vast ook. Denk maar eens aan die ene keer dat je zoon schrok van een hond of spin. Of toen het buiten onweerde en je dochter schrok van de harde knallen. Of misschien vindt je zoon het wel heel spannend om in een donkere kamer te slapen. Of vindt één van je leerlingen het superspannend om een spreekbeurt te houden; door al die ogen die op hem gericht zijn, wordt hij steevast ontzettend bibberig. Zelfs baby’s kunnen angstig zijn, bijvoorbeeld omdat jij als ouder even uit het zicht verdwijnt. Allemaal situaties, die je waarschijnlijk wel zult herkennen en die niet meteen heel zorgwekkend hoeven te zijn.

Gevoelens van angst komen bij iedereen voor en zijn dus eigenlijk heel normaal. Toch zijn er kinderen of leerlingen die té angstig zijn. Dan durven ze bijvoorbeeld niet meer op bezoek bij iemand die een hond heeft of durven ze niet meer naar school als ze hun spreekbeurt moeten houden. Als je merkt dat de angst van jouw kind of leerling groter is dan die van anderen, dan is het goed om er iets aan te doen. Maar wanneer is een angst eigenlijk te groot? En wát kun je dan het beste doen?

Dat heb ik allemaal gevraagd aan onderzoeker dr. Ellin Simon. Zij is expert op het gebied van angst bij kinderen. Je leest haar antwoorden op mijn vragen in dit artikel.


Je bent expert op het gebied van angst bij kinderen en jongeren. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?
‘Ik wilde graag promoveren op een onderwerp, waarbij ik kinderen op psychologisch vlak kon helpen. Min of meer toevallig kwam ik uit bij het thema ‘angst’. Dat thema sprak me wel meteen heel erg aan. Ik ben me in het thema ‘angst’ gaan verdiepen en ik vind het nog steeds een fascinerend onderwerp. Het is één van de eerste stoornissen, die zich kan voordoen in de ontwikkeling van kinderen. Maar dat is nog niet alles, want het lijkt vaak ook nog een poort te zijn naar andere stoornissen, zoals depressie en middelenmisbruik. We weten ook dat kinderen, die angstig zijn, op latere leeftijd een grotere kans hebben om depressief te worden of middelen te misbruiken. Het is dus belangrijk om er vroeg bij te zijn.

Mijn fascinatie voor dit thema zit ‘m er vooral in dat de emotie, die bij angst past, voornamelijk naar binnen gericht is. Bij angstige kinderen zie je bijvoorbeeld dat ze geremd kunnen zijn, dat ze zich veel zorgen maken, dat ze veel analyseren en daar dan ook een angstig gevoel bij hebben. Die gevoelens en gedachten zijn nog best lastig op te merken voor buitenstaanders; ook voor ouders kan dit lastig zijn. Het is voor ons als onderzoekers dan ook belangrijk om na te denken over hoe je angstige kinderen vroegtijdig te pakken krijgt. Als je er namelijk op tijd bij bent, kun je ervoor zorgen dat het niet erger of chronisch wordt en dat het zich niet uitbreidt naar andere angsten of problematieken.

Bij ons project ‘Leer te durven’ gaan we met kinderen aan de slag, die zelf aangeven dat ze ergens bang voor zijn. Dat is een evidence-based project. Voorheen zagen we de kinderen dan vooral face-to-face, nu hebben we ook een online variant. We zien op dit moment al sterke effecten van de behandeling. We zien dat het een positief effect heeft op het angstniveau van het kind (het angstniveau wordt lager), we zien dat kinderen minder vermijdingsgedrag vertonen en minder negatieve gedachten hebben. Al met al zijn de eerste resultaten dus heel veelbelovend. (Dit zijn de eerste resultaten van dit onderzoeksproject, maar op het moment van het interview zijn die nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Dat komt nog.).’

dr. Ellin Simon is ontwikkelingspsycholoog en Universitair Docent ‘Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie’ aan de Open Universiteit. Samen met prof. dr. Susan Bögels bracht zij de face-to-face variant van ‘Leer te Durven!’ uit (verkrijgbaar in de boekenwinkel) en onderzoekt momenteel de online variant van dit trainingsprogramma voor angstige kinderen (8 t/m 13 jaar).

Het onderzoek Leer te durven loopt nog tot in 2022.
Kinderen van 8 t/m 13 jaar kunnen zich nog steeds aanmelden om aan het project deel te nemen.
Klik hier om meer over dit project te lezen; je leest dan ook hoe je je kind er evt. voor kunt aanmelden.
…………………………………………..

Wat is ‘angst’ of een angststoornis bij kinderen precies? Hoe kunnen ouders of leerkrachten angst bij kinderen herkennen?
‘Angst is eigenlijk een gezonde emotie. Iedereen heeft angst nodig. Zonder angst kom je namelijk in de problemen, omdat je dan niet goed genoeg op dreigende signalen kunt reageren. Als je te weinig angst ervaart, kun je roekeloos of gewetenloos worden en dat is niet gezond. Je hebt dus echt een bepaalde mate van angst nodig om goed te kunnen functioneren.

In iedere fase van je ontwikkeling heb je een andere ‘soort’ angst, die op de voorgrond staat. Bij baby’s is dat bijvoorbeeld scheidingsangst. Het is heel normaal wanneer baby’s daar een bepaalde periode meer last van hebben. Op die leeftijd zien we dat als een functionele angst. Als je 10 jaar bent, is dat echter niet meer het geval en kan scheidingsangst zorgwekkender zijn.

Daarom is het belangrijk om de angst van een kind te vergelijken met de mate van angst, die je bij leeftijdsgenoten ziet. Je ziet dan goed of de mate van angst bij een kind hoger is dan je op basis van zijn of haar leeftijd mag verwachten.

Je kunt de mate van angst zien als een continuüm; die varieert van geen angst tot extreme angst. Angst kan grofweg in drie gradaties voorkomen: (1) geen angst, (2) normale angst, (3) hoge niveaus van angst.

Bij kinderen, die een extreme mate van angst hebben, kun je zeggen dat ze een angststoornis hebben. Vaak hebben kinderen met een angststoornis ernstigere en langdurigere symptomen dan andere kinderen. Je ziet dat de kwaliteit van hun dagelijks leven erg wordt gehinderd. Dat kan bijvoorbeeld invloed hebben op hoe het op school gaat, in de contacten met vriendjes of hoe ze zich lichamelijk voelen. Kinderen met een angststoornis vertonen veel vermijdingsgedrag; ze gaan bepaalde situaties uit de weg, die ze eigenlijk niet uit de weg zouden moeten gaan. Vooral als kinderen hoge niveaus van angst hebben, is het belangrijk om in te grijpen om zo grotere problemen te voorkomen.

Ik zal als voorbeeld de angst voor honden uitsplitsen voor de verschillende angstgradaties die er zijn.

Normale angst voor honden: Het is geen probleem om een bepaalde voorzichtigheid te hebben als je bij een hond bent. Iedereen heeft wel een bepaalde mate van alertheid voor honden. Je bekijkt of je de hond kunt vertrouwen. Als je ziet dat het een blije hond is, dan is het goed. Zo niet, dan houd je wat meer afstand.
Overmatige / abnormale angst: als de mate van angst voor honden groter is, dan zie je dat een kind zich verschuilt achter de ouder of dat het stokstijf stil staat als er toevallig een hond langskomt.
Angststoornis / -diagnose: bij de hoogste mate van angst zie je dat de angst grotere gevolgen heeft voor het kind. Het kind gaat bijvoorbeeld niet meer bij een vriendje spelen omdat die een hond heeft. Als je naar school loopt, wil je kind een bepaalde straat niet inlopen, omdat het bang is dat het daar weer een hond tegenkomt; je kind loopt dan liever een paar straten om om maar niet die hond tegen te komen. Dat vermijdingsgedrag hindert je kind in zijn dagelijkse leven. De ernst van de angst en de gevolgen ervan zijn veel heftiger. Je kind besluit bijvoorbeeld om niet alleen niet meer naar een vriendje te gaan, maar het gaat ook niet meer bij oma op bezoek, omdat ze een hond heeft. Je kind houdt steeds rekening met het wel / niet tegen kunnen komen van honden. Het gevoel van het kind is dan een heel intense emotie.
Geen angst: Er zijn ook kinderen, die absoluut geen angst kennen. In het geval van honden zouden ze dan bijv. bij iedere hond hun gezicht dicht in de buurt van de bek houden. Dat zou dan weer erg roekeloos zijn.

Iedere angstreactie – zowel een normale angstreactie als de angststoornis – bestaat uit 4 componenten:
1) Het bevat een gevoel, emotie en angstervaring. Dat zijn componenten, die als het ware in de angst zelf zitten.
2) Er is sprake van vermijdingsgedrag: de angstige situatie wordt vermeden waardoor de angst minder vaak voorkomt (bijv. het kind vermijdt de hond).
3) Er treedt een fysieke reactie op (bijv. er komt adrenaline vrij, de hartslag gaat omhoog).
4) Je gaat erover nadenken (bijv. over de angst of angstige situatie, piekeren).

Bij een angststoornis zijn deze componenten heel sterk aanwezig. En natuurlijk zie je bij verschillende mensen individuele verschillen in de mate, waarin deze 4 componenten aanwezig zijn. Ook zijn er verschillen in de aanwezigheid van deze componenten tussen verschillende soorten angst. Volwassenen hebben daarbij nog eens een uitgebreider, verfijnder repertoire om op een angst te reageren of om ermee om te gaan dan kinderen.’

Hoe ‘ontstaat’ angst eigenlijk?
Er zijn een aantal manieren waarop angsten of angststoornissen kunnen ontstaan. Ik zal er 4 uitleggen:

  1. Genetisch erfelijkheid: Het gaat dan om specifieke aspecten van het temperament van een persoon, zoals geremdheid.
  2. Reactie van ouders: Een geremd temperament van kinderen kan extra versterkt worden als een kind heel erg beschermd wordt door zijn ouders (overbescherming). Wanneer een kind te veel wordt beschermd, dan leert het kind niet om op een goede manier om te gaan met spannende situaties. Door de overbeschermende reactie van de ouders krijgt het kind zelfs juist het idee dat de situatie daadwerkelijk angstwekkend is. Een dergelijke overbeschermende reactie van ouders bevestigt het gevoel van het kind alleen maar: ‘ik ben zelf niet sterk genoeg om met die situatie om te gaan.’ Kortom, dergelijke reacties van ouders kunnen het angstige, geremde temperament van het kind versterken of verergeren.
  3. Een specifieke gebeurtenis: Als een kind iets heeft meegemaakt (bijv. het is gebeten door een hond), dan is die gebeurtenis een trigger om overmatig angstig te worden.
  4. Model-leren: Kinderen leren door te kijken naar hun ouders en hoe ouders met situaties omgaan. Ze zien hun ouders als rolmodel. Als ouders een overmatige angstreactie geven op een bepaalde situatie, dan is de kans groter dat het kind ook sneller die angstreactie geeft.’

Vanaf welke leeftijd kun je een angststoornis bij kinderen laten onderzoeken / vaststellen?
‘Op iedere leeftijd kunnen kinderen bang zijn. Vanaf een jaar of 4 jaar zou je voorzichtig een diagnose kunnen gaan stellen. Voor die tijd is een kind nog zo kneedbaar en beïnvloedbaar, dat je dan meestal nog geen diagnose gaat stellen. Je kunt op jonge leeftijd overigens wel vaststellen dat een baby wel / geen geremd temperament heeft. We weten dat baby’s met een geremd temperament een grotere kans hebben om later (in de kindertijd of op latere leeftijd) een angststoornis te ontwikkelen, mn. sociale angst.’

Waar wordt angst bij kinderen wel eens mee verward?
‘Angst wordt wel eens verward met een depressie. Er bestaat ook best wat overlap in de symptomen, die je ziet bij angst en depressie. Bijv. als een kind een negatieve stemming heeft en het daardoor geen zin heeft om bij een vriendje te gaan spelen, kan het aangeven dat het niet wil gaan omdat ‘het vriendje een hond heeft’. Je denkt dan wellicht eerder dat het kind bang is voor die hond dan dat het een negatieve stemming heeft. Zowel angst als depressie zijn beide internaliserende (naar binnen gerichte) probleemgedragingen of stoornissen; kinderen trekken zich terug in zichzelf. Soms is het dan ook niet noodzakelijk om een te strikt onderscheid te maken tussen angst en depressie.

Sommige angstige kinderen kunnen ook heel driftig worden. Dat is niet typisch gedrag voor angst, maar het komt in enkele gevallen wel voor. Als kinderen met angst driftig gedrag laten zien, dan kan juist dat gedrag het moeilijker maken om de diagnose ‘angst’ te stellen.

Van kinderen met autisme weten we dat zo’n 40% ook een angststoornis heeft. Dat wordt vaak over het hoofd gezien. Deze kinderen reageren dan anders in een bepaalde situatie, wat vervolgens geschaard wordt onder de brede noemer ‘autisme’. Het is echter juist goed om ook bij deze kinderen naar de angstcomponenten te kijken. Als je namelijk weet waar het kind precies bang voor is, kun je het beter en gerichter helpen. Angst is namelijk relatief makkelijk te behandelen. Het kind krijgt door die behandeling een mooie succeservaring en kan zo meer vertrouwen opbouwen voor andere therapieën of behandelingen.’

Alle kinderen zijn wel eens bang. Zou je angstige gevoelens bij kinderen eigenlijk al serieus moeten nemen?
‘Als de angst van een kind niet past bij zijn leeftijd of ontwikkelingsfase, dan is het goed om die angst serieus te nemen. Meestal gaat het vanzelf wel over, omdat een kind zelf een manier vindt om ermee om te gaan. Alleen, als het te lang duurt of als het echt erger is dan bij andere kinderen, dan is het goed om er wel iets aan doen. Doe je dat niet, dan wordt de angst namelijk alleen maar erger en dan versterkt de angst zichzelf. Uit onderzoek blijkt ook dat het niet behandelen van angst de chroniciteit van angst versterkt.’

Kunnen kinderen hun angstige gevoelens verdoezelen, waardoor het lastig wordt om het te herkennen voor ouders of leerkrachten?
‘Aangezien angst een emotie is, die vooral naar binnen gericht is (internaliseren), kan het lastig zijn om de angst te herkennen. Angstige kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor de mening van anderen, ze zijn eerder geremd, wat kan betekenen dat ze hun ouders niet met hun angst willen belasten of dat ze het idee hebben dat het toch geen zin heeft om het te vertellen. Als kinderen moedeloos worden of zich hulpeloos voelen door hun angst, dan kan dat effect hebben op hun stemming. Voor het kind kan het lastig zijn om zijn angst te uiten of onder woorden te brengen. Vandaar dat het voor ons als onderzoekers belangrijk is om goed na te denken over hoe je angst goed kunt opsporen en het kind er vervolgens mee kunt helpen. Als een kind er niet over praat, is de kans natuurlijk groter dat er niks aan gedaan wordt en dat de angst vervolgens alleen maar erger wordt. Het kind kan dan ander gedrag gaan vertonen om de angstgevoelens toch onder de aandacht te brengen. Het kind uit dan niet de angst, maar geeft met ander gedrag aan ‘ik ben in nood, ik kom er niet alleen uit’.

Het is goed om de angst, die je ervaart, aan te pakken en om ermee bezig te zijn. Het is goed om erover na te denken en om je omgeving te laten weten dat je ermee bezig bent. Het is het allerbelangrijkste dat de omgeving weet dat het kind ermee worstelt.’

Welke mythe bestaan er over angsten bij kinderen en welke zou je het liefst meteen willen ontkrachten?
‘De belangrijkste mythe, die er over angst bestaat, is het idee ‘Het gaat wel weer over.’ Als je namelijk wél aandacht voor de angst hebt, dan kun je het leven van een kind heel positief beïnvloeden. Je haalt de angst en de bijbehorende problemen weg. Wat je aangeleerd hebt tijdens een behandeling is iets dat iedereen kan gebruiken. Je kunt die informatie en vaardigheden ook gebruiken om om te gaan met andersoortige problemen. Daardoor geef je je kind juist een mooie bagage mee.’

Als ouders of leerkrachten het vermoeden hebben, dat hun kind of leerling (te) angstig is: wat kunnen ze dan doen? Welke stappen kunnen ze dan ondernemen?
‘Het belangrijkste voor het kind is dat de angst naar buiten komt. Laat je kind of leerling merken dat het erover kan praten. Dan kun je vervolgens beter inschatten of de angst tijdelijk is of juist heel ernstig. Daarna kun je inschatten of je er iets aan moet doen of dat het niet nodig is.

Als er inderdaad sprake blijkt te zijn van grotere angst, dan zijn er best wat leuke, laagdrempelige trainingen voorhanden (o.a. Leer te durven; voor kinderen van 8 jaar t/m 13 jaar), die je kind kan volgen. Door zo’n training leert je kind om beter op zichzelf te reflecteren. Het is ook goed als een kind zelf meedoet aan een training. De leeftijdscategorie 8 t/m 13 jaar is de leeftijd waarop angststoornissen zich het vaakst ontwikkelen.

Verder bestaan er online preventieve trainingen. Op de website van de Angst/dwang/fobie stichting staan leuke spelletjes voor kinderen met angst. Kijk maar eens op Angst of Fobie of Bibbers.nl. Indien je kind echt een ernstige angststoornis heeft, dan is het belangrijk om een specialistische angsttherapeut te raadplegen.’

Er bestaan ook veel leuke (prenten)boeken om samen met je kind te lezen over het thema ‘angst’ of ‘bang zijn’. Hier volgen enkele voorbeelden:
• ‘Suus en het grauwe stadje’ (Wendy van Groeninge)
• ‘Bang mannetje’ (Mathilde Stein?)
• ‘Gevoelens – Bang: Waar ben je bang voor en wat kun je eraan doen? (Jane Bingham)
• ‘Kikker is bang’ (Max Velthuijs)

Boekentips voor ouders om over ‘angsten bij kinderen’ te lezen:
– ‘Monsters onder het bed’ (P. Muris)’
– Werkboek ‘Leer te durven’ (E. Simon & S. Bögels)


Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig. Klik hier.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.




Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

joyce_rosegrijs_staand_c

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.



Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Wist jij dit al over opvoeding en ouderschap…?‘ Uitgebreide interviews met toonaangevende experts.
– ‘Mijn kind voelt zich vaak zo somber en neerslachtig. Dat zal toch geen depressie zijn?
[ Interview met depressie-expert dr. Denise Bodden ]
– ‘Heeft mijn kind autisme of niet? Wat je er als ouder en leerkracht over moet weten.
[ Interview met orthopedagoge drs. Stephanie Voncken – Spierts ]
– ‘Hoe verbeter je het zelfvertrouwen van je kind?‘ (Over: 4 ingrediënten voor een gezonde dosis zelfvertrouwen.)
– ‘Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Hoe zorg je ervoor dat je kind zich thuis goed concentreert tijdens zijn huiswerk?

Hij is er weer: de lockdown! En dat betekent dat we weer met frisse moed gaan proberen om ons eigen werk te doen op het moment dat onze kinderen hun schoolwerk moeten maken. Nou, ga er maar aanstaan. We hebben tijdens de eerste lockdown gemerkt dat dat nog niet zo makkelijk was… Want hoe doe je dat eigenlijk: hoe zorg je ervoor dat je kind zich goed kan concentreren op zijn eigen schoolwerk, dat hij zich langere tijd aan één stuk met hetzelfde kan bezighouden, zonder dat jij steeds in je eigen werk wordt onderbroken…? Als het namelijk lukt om je kind(eren) zich goed te laten concentreren en dat hij jou niet steeds onderbreekt, dan is dat niet alleen fijn voor je kind(eren), maar dat verhoogt ook meteen jouw productiviteit. En beide aspecten willen we de komende tijd natuurlijk dolgraag bereiken.

Ik kreeg in de afgelopen tijd al vaker vragen van ouders over dit specifieke thema, dus een uitgelezen kans om er een artikel over te schrijven. In dit artikel geef ik je handige, praktische tips om de komende lockdown – samen met je kind(eren) – productief te werken.

1. Maak duidelijke afspraken & een planning
Leg duidelijk aan je kind(eren) uit dat het de bedoeling is dat ze hun schoolwerk gaan maken én dat jij gaat werken. Maak een duidelijke dagindeling, zodat je kind(eren) nog beter weten waar ze aan toe zijn. Die indeling kan iedere dag hetzelfde zijn. Wel zo duidelijk voor je kind(eren), en daar houden ze van!
Klik hier om een duidelijke dagindeling (voor je kinderen) te downloaden.

Dat betekent dat je kind(eren)op sommige momenten echt even alleen gaan werken; leg dat duidelijk uit. Hoe ouder je kind is, hoe beter je kind dat ook daadwerkelijk (alleen) kan. Voor jongere kinderen is dat een stuk lastiger; zij hebben jou echt nodig om op te starten, om te lezen wat de opdrachten precies zijn enz. Ondersteun je kind(eren)daar in. Hoe beter je je kind(eren)op weg helpt, hoe langer jij daarna zelf kunt werken. Dus: eerst investeren in je kind(eren), dan pluk jij er daarna de vruchten van.
Uiteraard zullen je kind(eren) ook wel eens vragen hebben wanneer ze met hun werk bezig zijn. Dat is helemaal niet erg; dat gebeurt in de klas natuurlijk ook en dan heeft de leerkracht daar in principe tijd voor (maar ook niet altijd). Hoe je met vragen en onderbrekingen van je kind(eren) omgaat, lees je verderop in dit artikel.

Het is praktisch gezien handig om je eigen werkplek in de buurt van die van je kind(eren) te hebben. Dat scheelt o.a. dat je steeds naar je kind(eren) toe moet lopen, waardoor de onderbrekingen extra groot worden en jouw frustratie steeds verder oploopt. Dus pak je laptop en ga gezellig naast je kind(eren) aan de keukentafel zitten. Op die manier krijg je meer het idee van ‘samen werken’ / ‘samen aan de slag zijn’, wat jouw kind(eren) nog meer kan stimuleren om lekker door te werken.
Wil je meer weten over hoe je je kind(eren) zo goed mogelijk aan jullie nieuwe dagindeling / schema houdt? Lees dan ook m’n artikel ‘Zo wordt schoolwerk kinderspel!‘.

2. Afwisseling van taken.
Zorg dat je kind(eren) naast het serieuze schoolwerk ook andere activiteiten heeft. Op school wordt nl. ook niet alleen maar stil op een stoel gezeten en serieus nagedacht. 😉 Dat werk wordt o.a. afgewisseld met een pauze, buiten spelen, een tussendoortje of lunch eten, gymmen en ga zo maar door. Dat kun je thuis ook doen. Laat jonge kinderen na een half uurtje serieus werken even iets anders doen; oudere kinderen kunnen na 45-60 minuten even een pauze inlassen. Kijk goed waar jouw kind(eren) behoefte aan hebben en waar het het beste door werkt. Dat kan uiteraard per dag wat verschillen. Dit is dus echt maatwerk…

Vooral naar buiten gaan om te wandelen of buiten te spelen of gewoon even een klusje doen, is een handige onderbreking. Je kind(eren) gaan dan echt even iets anders doen en kan zich daarna weer beter concentreren op zijn schoolwerk. Een kwartiertje pauze is doorgaans voldoende.

Tijdens de 1e lockdown zaten we regelmatig samen aan de keukentafel te werken.

3. Je kind onderbreekt je (alweer…).
Het zal tijdens het ‘samen werken’ vaker voorkomen dat je kind je even onderbreekt. Hij kan namelijk even niet verder, het lukt hem niet, hij heeft een vraag of hij is klaar met zijn werk. Dat kan voor jou best vervelend zijn; misschien zit je net een belangrijke tekst of mail te lezen (of te schrijven) of heb je een opdracht die je echt het liefst aan één stuk af wil maken en moet je – voor je gevoel – na die onderbreking weer helemaal opnieuw beginnen. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om duidelijk met je kind(eren) af te spreken wat ze kunnen doen als ze jou nodig hebben. Je kunt gaan werken met een ‘stoplicht’; daar werken ze op scholen vaak ook mee. De kleuren rood, oranje en groen van het stoplicht staan voor een code, waardoor kinderen weten wat ze dan wel / niet mogen doen. Dit stoplicht zou je thuis natuurlijk ook kunnen invoeren.
Schrik niet, want je hoeft nu echt niet meteen een stoplicht te gaan knutselen. Als je een vel papier, duploblokje of een ander voorwerp in de kleuren van het stoplicht bij jouw werkplek neerlegt, dan begrijpt je kind ook wel in welke ‘fase’ van het stoplicht je zit.

Dit betekenen de kleuren van het stoplicht (op school):
Rood: Je kind(eren) werken stil en alleen. Ze mogen niemand storen of helpen. Jij bent nu niet beschikbaar. Zorg dat deze fase steeds maar van korte duur is (max. 15 min. per keer) en dat het slechts enkele keren (max. 2x per dag) voorkomt.
Geel / oranje: Je kind(eren) werken rustig en stellen vragen aan iemand in zijn buurt (bijv. aan een oudere broer of zus). Ze fluisteren of praten zachtjes als ze een vraag stellen of als ze een ander helpen. Jij bent bij oranje dus ook nog niet beschikbaar. Ook fase oranje is uiteraard maar van korte duur (max. 15 min. per keer) en kan maar enkele keren (max. 2x per dag) ingezet worden; zeker bij jonge kinderen.
Groen: Je kind(eren) werken rustig en stellen vragen aan iemand in zijn buurt of aan jou als ouder. Ze praten zachtjes of fluisteren als ze een vraag stellen of als ze een ander helpen. Jij bent als ouder nu wél gewoon beschikbaar. Zorg dat het stoplicht tijdens jullie werkzaamheden de langste / meeste tijd ‘op groen staat’.

Leg deze indeling heel duidelijk uit aan je kind(eren). Alleen als je kind(eren) weten wat precies de bedoeling is, dan kunnen ze zich er ook goed aan houden.

Heb je meer dan één kind, die nu thuis aan zijn schoolwerk moet werken? Spreek dan voor deze situaties duidelijk af dat degene, die het eerst een vraag heeft of het eerst bij jou is, het eerst zijn vraag mag stellen. De ander moet dan gewoon even wachten. Ook dat komt in de klas op school namelijk gewoon voor (en is een héél belangrijke vaardigheid om te leren).

Extra tips bij oranje / geel:
(1) Laat je kind(eren) per dag 1x een ‘hulplijn’ bellen. Denk maar eens aan opa of oma (of iemand anders), die je kind(eren) waarschijnlijk best graag wil helpen. Bijkomend voordeel: zo hebben opa of oma en je kind(eren) tijdens de lockdown weer even elkaars stem gehoord of elkaars gezicht gezien.
(2) Mocht het nou toch eens voorkomen dat je één van je kinderen echt een heel dringende vraag heeft en jou – ondanks alle afspraken – echt even moet onderbreken? Spreek dan met je kind af dat hij in zo’n geval niet meteen tegen je begint te praten, maar dat hij rustig naar je toekomt en rustig zijn hand op jouw arm legt. Dan weet jij dat je kind iets aan je wil vragen, maar je kunt wel nog heel even afmaken waar je mee bezig bent. Zodra je dat (binnen heel korte tijd) af hebt, kun je je tot je kind wenden. Spreek af dat dit echt alleen voor noodgevallen is en alleen als het stoplicht op oranje / geel staat (bij rood mag dit dus nog steeds niet).
Ook deze aanpak zul je vooraf duidelijk aan je kind moeten uitleggen en misschien even samen moeten oefenen, zodat je zeker weet dat je kind het begrijpt en tijdens jullie werk kan toepassen.

Om deze indeling thuis goed toe te passen, is het belangrijk dat je goed kijkt naar de aard van je eigen werkzaamheden. (Daarover hieronder meer.) Zorg dat je na elke (korte) periode van rood of oranje altijd een langere groene periode inlast, waarin je beschikbaar bent voor je kind(eren).

Wat ook belangrijk is, is dat je kind(eren) van jou hoort dat hij goed bezig is. Laat je kind(eren) weten dat ze zich goed aan het nieuwe systeem / schema houden, dat je ziet dat ze moeite doen om zich eraan te houden, dat ze goed gewacht hebben en/of dat ze zo goed zelfstandig gewerkt hebben. Het is belangrijk dat je kind(eren) van jou horen wat ze goed doen (liefst zo snel mogelijk nadat ze iets goed gedaan hebben). Dat maakt de kans namelijk veel groter dat ze het erna opnieuw of zelfs vaker zullen gaan doen. En wie ontvangt er nou niet graag een complimentje…? 😉 Zeker doen dus!

MAAR: deze aanpak staat of valt bij hoe goed jíj je er zelf aan kunt houden. Als je je bijv. toch laat storen of onderbreken tijdens de rode fase, dan heeft de indeling weinig tot geen effect. Hoe beter jij je aan deze indeling houdt (met daarbij realistisch ingeschat wat jouw kind(eren) aankunnen), hoe beter het zal werken.

4. Verdeel de taken met je partner.
Wanneer je partner en jij allebei thuis moeten werken, is het goed om samen duidelijke afspraken te maken over jullie eigen werk, de begeleiding van de kinderen, het huishouden ed. Je kinderen hebben supervisie nodig van één van jullie en jullie zullen beide momenten hebben waarop je echt even ongestoord wilt werken, omdat je bijv. een (telefonische / online) afspraak of overleg hebt. Dat kun je mooi met elkaar afwisselen. Spreek daarom samen duidelijk af wie er ’s ochtends bij de kinderen is en dan ’s middags ongestoord kan werken; de ander heeft dan de omgekeerde ‘supervisie / dienst’. Dat kan natuurlijk per dag verschillen. Voor de kinderen is het met deze indeling belangrijk om te weten bij wie ze op welk moment terecht kunnen om hun vragen te stellen. Dat kan natuurlijk gewoon de ouder zijn, die op dat moment het dichtst bij is. Maak het voor iedereen zo makkelijk en duidelijk mogelijk.

5. Pas je eigen werkzaamheden aan
Wat er ook gebeurt op een dag, je zult aan het einde van de dag toch een aantal dingen bereikt moeten / willen hebben. Kijk daarom aan het begin van iedere dag wat je die dag écht gedaan wilt hebben. Doe dat met een zeer kritische blik. Wat moet er die dag echt gedaan worden, wat kan later gedaan worden, wat kan door iemand anders uitgevoerd worden etc.

Gebruik je voor de duidelijkheid naar je kind(eren) toe het stoplicht (zoals hierboven beschreven), dan kun je je werkzaamheden ook indelen aan de hand van die kleuren. Zodra het stoplicht op rood staat, kun jij een kwartiertje ongestoord werken. Staat het stoplicht op groen, dan kun je ieder moment gestoord worden en doe je werkzaamheden, waarbij onderbrekingen niet zo erg zijn.

Kijk ook eens kritisch naar de indeling van je eigen werkdag en wat je daar de komende tijd evt. aan kunt aanpassen. Wellicht is het mogelijk om je werkdag vroeger te beginnen (nog voordat iedereen wakker is) of kun je ’s avonds – wanneer je kinderen in bed liggen – nog een aantal belangrijke dingen, waar je je echt voor moet concentreren, doen. Probeer je eigen werkdag dus flexibel in te delen.

6. Realistische verwachtingen
Jonge kinderen hebben nou eenmaal nog niet zo’n lange aandachtspanne en kunnen zich dus ook nog niet zo lang – aan één stuk – concentreren of zich met één ding bezighouden. Uiteraard verschilt dat van kind tot kind. Verder is dit een geheel nieuwe manier van werken voor jullie thuis. Niemand is echt gewend om op deze manier tegelijkertijd aan iets te werken. Dit is dan ook niet een aanpak die je je zomaar in één dag eigen maakt. En het betekent ook niet dat – wanneer de aanpak na 1-2 dagen bij jou thuis nog niet goed genoeg werkt – je het weer over een andere boeg moet gooien. Geef het daarom een langere tijd de kans om te kunnen slagen. Geef jou én je kinderen de kans om hier aan te wennen en dan zul je zien dat het steeds beter gaat.

Tot zover mijn tips voor jou en je gezin. Ik wens jullie samen een productieve lockdown toe!

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!


tip_gezin

Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.


joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse


Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl


© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.


Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Zo wordt schoolwerk kinderspel! [incl. GRATIS downloads]’
– ‘Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.
– ‘Hoe kom je deze Corona-tijd op een positieve manier door…? Speciaal voor ouders en opvoeders.’
– ‘Je kind en het coronavirus: Hoe praat je samen over alle veranderingen?
– ‘Leuke, eenvoudige activiteiten voor in huis: Inspiratie voor jou en je kind
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.

Gebruikte literatuur / artikelen voor dit artikel:
– ‘Zelfstandig werken met een stappenplan en stoplicht‘ (Juffrouw Femke).


© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.

logo_akse_coaching_groot_nieuw

Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.