Komt jouw kind ook wel eens thuis met verhalen over andere kinderen, die vervelend deden? Bijv. dat jouw kind niet mee mocht spelen in de pauze op school, dat je kind zo maar werd geduwd, dat iemand iets vervelends tegen hem zei, dat iemand iets van hem had afgepakt of stuk gemaakt? Je kind zal er waarschijnlijk verdrietig, boos, gefrustreerd of teleurgesteld over zijn. Dat kun je je ook goed voorstellen, want dit zijn nou eenmaal geen leuke situaties…
Voor ons als ouders kan het natuurlijk heel vervelend zijn om deze verhalen te horen. Misschien herken je wel dat jou het gevoel bekruipt: ‘het lijkt wel alsof mijn kind geen vriendjes heeft’, ‘mijn kind heeft het helemaal niet leuk op school’ of ‘mijn kind wordt toch niet gepest?’. Waarschijnlijk vraag je je ook wel eens af waar dat toch aan kan liggen: ‘er is toch niks mis met mijn kind?’, ‘waarom zijn die andere kinderen toch zo vervelend?’, ‘waarom doet de leerkracht hier niks aan?’ en ‘wat kan ik doen om m’n kind hier bij te helpen?’.
Welke oorzaak er ook ten grondslag ligt aan deze vervelende situaties, het is altijd goed om je kind te leren hoe hij zélf op een fijne manier met andere kinderen om kan gaan en hoe hij op anderen kan reageren zonder dat dat resulteert in onenigheid, ruzie of andere vervelende situaties. Daar wil ik je in dit artikel graag meer informatie en praktische tips over geven. Als ouder kun je je kind namelijk goed begeleiden om deze ‘sociale problemen’ op te lossen.
=> In dit artikel vind je dan ook 9 waardevolle tips om je kind op een positieve manier met lastige sociale situaties te leren omgaan.
(1) Praat met je kind over zijn (school)dag.
Om te weten waar je kind op school of in zijn omgang met vriend(inn)en tegen aan loopt, is het goed om regelmatig met je kind te praten. Daar kun je het beste een vast moment op de dag voor kiezen, bijv. als je kind uit school komt, tijdens het avondeten of vlak voor het slapengaan. Vraag dan naar hoe zijn dag was, of hij nog iets nieuws geleerd heeft, met wie hij gespeeld heeft enz.
Sommige (vaak de wat oudere) kinderen vinden het niet prettig om samen over lastige onderwerpen praten; dan kan het goed werken om het tijdens een activiteit (zoals de afwas of een autoritje) te bespreken. Uiteraard hoeft dit specifieke thema niet dagelijks aan bod te komen; los daarvan is het goed om regelmatig met je kind over van alles en nog wat te praten.
Uiteraard vertellen niet alle kinderen even gemakkelijk over wat ze op een dag meemaken. Het ene kind is een echte prater en vertelt uit zichzelf al honderduit; het andere kind luistert liever naar anderen en/of vertelt niet graag over zijn eigen belevenissen. Ook kan het voor jou als ouder nog best lastig zijn om de juiste vragen te stellen. In het geval jij het zelf lastig vindt om dit thema aan te snijden of indien je merkt dat je kind het lastig vindt om erover te praten, maak dan gebruik van deze Kletskaartjes. Dan heb je een mooie, luchtige ingang voor jullie gesprek en zul je langzaam maar zeker steeds meer horen over hoe je kind het op school vergaat.
(2) Spreek af wat je kind wel en niet mag doen tijdens het spelen met andere kinderen.
Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze wel en niet mogen; niet alleen in het algemeen, maar ook in de omgang met andere kinderen. Dat lijkt een open deur, maar vaak gaan we er zomaar van uit dat kinderen dat wel zullen weten. En dat is helaas niet altijd waar. Ook ‘samen spelen’ is iets dat kinderen gewoonweg moeten leren.
Wat je kind wél mag doen, is dat het altijd mag zeggen wat het wil. Dat doe je niet op een boze, bazige of schreeuwende manier, maar wel op een rustige, aardige manier. Zelfs als je het niet eens bent met een ander, kun je dat gewoon rustig tegen de ander zeggen. Je kunt dus altijd met de ander praten, overleggen en proberen om (samen) een oplossing te bedenken, om een compromis te sluiten (lees ook de tips hieronder). Als je kind er samen niet uitkomt, is het goed om een volwassene (bijv. vader, moeder, leerkracht, oppas) erbij te vragen om te helpen.
Wat je kind niet mag doen, is een ander pijn doen (bijv. door te slaan, schoppen, bijten, knijpen of schelden); ook niet als je het niet met elkaar eens wordt, als je boos bent op de ander of als je vindt dat de ander vervelend tegen jou doet. Merk je dat je het lastig vindt om rustig te blijven, vraag er ook dan een volwassene bij.
Wil je meer weten over hoe je je kind leert om om te gaan met zijn boosheid? Klik dan hier.
————————————————-
Maak je je zorgen over je kind (0-16 jaar) dat niet goed luistert, slaapt of eet?
Of heb je een andere opvoedvraag, waar je graag een antwoord of oplossing voor wil?
Lees dan hier wat ik voor je kan doen om dat op te lossen.
Wil je eerst meer over mij en m’n bedrijf weten?
Lees dan hier meer over m’n achtergrond.
————————————————-
(3) Leer je kind om een ‘ik boodschap’ te geven.
Leer je kind dat het fijn is om zg. ‘ik boodschappen’ te geven. Met behulp van ik boodschappen kun je heel goed je mening geven of laten weten dat je het ergens niet mee eens bent, maar dan zonder dat je jezelf gaat verdedigen of zonder de ander (verbaal) aan te vallen. Kijk maar eens naar de volgende twee voorbeelden.
Voorbeeld 1:
Iemand zegt iets tegen je, dat je niet fijn vindt. Je kunt dan in de verdediging schieten of de aanval inzetten door te vragen ‘waarom zeg je dat nou?’ of ‘wat bedoel je daar precies mee?’, maar een fijnere manier is om te reageren met ‘Ik vind het niet fijn dat je dat tegen me zegt’. Met deze reactie geef je duidelijk een grens aan over wat de ander wel / niet tegen je mag zeggen.
Voorbeeld 2:
Eén van de klasgenoten bepaalt regelmatig wat er gedaan wordt, bijv. bij het buiten spelen. Ze zegt ‘kom, we gaan verstoppertje spelen’. Als jouw kind geen zin heeft om verstoppertje te spelen of het niet fijn vindt dat de ander steeds bepaalt, dan is het beter om niet te reageren met ‘waarom moet ik altijd doen wat jij wil?’ of ‘waarom doe je nou nooit eens wat ik voorstel?’, maar wel met ‘ik wil graag gaan voetballen. Kom je mee?’. (en dat vervolgens ook gaan doen, onafhankelijk van of de ander wel / niet meekomt).
Kortom, door te werken met ‘ik boodschappen’ voorkom je dat je in de verdediging schiet of in de (tegen)aanval gaat. Als je je boodschap bij jezelf houdt door ‘ik’ te zeggen, komt je boodschap fijner over en zal de ander positiever op je reageren.
(4) Leg uit hoe ‘samen spelen’ werkt.
Voor jonge kinderen is het soms nog best lastig om ‘samen te spelen’ en om ‘samen te delen’. Als ouders zeggen we wel vaker ‘samen spelen, samen delen’ op het moment dat het tussen twee kinderen even niet zo lekker loopt (bijv. speelgoed afpakken). Voor (jonge) kinderen is meestal niet helemaal duidelijk wat dat zinnetje precies betekent óf hoe ze dat in praktijk moeten brengen. Vaak weten ze wel wat ‘spelen’ betekent, maar wat is ‘delen’ precies of wat betekent ‘samen’…? Samen spelen is dan ook echt weer een aparte vaardigheid, die je kind kan leren.
Voor meer uitleg hierover verwijs ik je graag naar m’n artikel ‘Samen spelen, samen delen? 5 tips om je kind te leren om met andere kinderen samen te spelen.‘.
De meeste oudere kinderen hebben vaak al wel geleerd dat ze niet zo maar iets kunnen afpakken waar een ander mee bezig is. Ze weten dat ze het kunnen vragen of dat ze zelf even moeten wachten totdat de ander ermee klaar is. En als iemand anders iets bij hen afpakt, weten ze waarschijnlijk ook al hoe ze duidelijk kunnen maken dat de ander nog niet aan de beurt is en nog even zal moeten wachten.
(5) Leer je kind om zijn grenzen aan te geven.
Bij punt 3 over het geven van ‘ik boodschappen’ gaf ik al aan dat dat een fijne, duidelijke manier is om je eigen grenzen aan te geven. Als je op tijd aangeeft dat je iets niet fijn vindt of dat je het ergens niet mee eens bent, dan ben je ook nog niet zo boos of gefrustreerd. Leer je kind dat het belangrijk is om niet te lang te wachten met zeggen wat je vindt, wil of voelt.
Voor jonge kinderen, die verbaal nog niet zo sterk zijn, is het handig om te leren om dan ‘stop, hou op, ik vind het niet meer leuk.’ te zeggen, evt. aangevuld met het omhoog houden van een hand. Zo maakt je kind niet alleen verbaal, maar ook visueel duidelijk dat een grens bereikt is.
Door te praten en uit te leggen wat je wel / niet wil, kan de ander beter rekening met je houden. En als jij duidelijk zegt wat jij wil, kan de ander ook duidelijk aangeven wat hij/zij wil. Zo komt er makkelijker een overleg tot stand.
Wederom: komen de kinderen er onderling nog niet helemaal (of echt niet) uit, dan is het belangrijk om een volwassene in te schakelen. Liefst dus nádat de kinderen zelf geprobeerd hebben om er samen uit te komen, maar nog vóórdat de gemoederen te hoog zijn opgelopen.
————————————————-
Wil je mijn nieuwste, waardevolle OpvoedTips als eerste in je mailbox ontvangen?
Klik dan hier hoe je dat – heel eenvoudig – voor elkaar krijgt.
————————————————-
(6) Probeer een probleem eerst samen op te lossen.
Als je een probleem hebt met iemand anders, dan is het goed om samen een oplossing voor dat probleem te bedenken. Voor kinderen kan dat nog best lastig zijn. Ze houden graag vast aan hun eigen idee en moeten nog leren om rekening te houden met de ander en/of om zich te verplaatsen in het perspectief van de ander (het ene kind kan dat natuurlijk al beter dan het andere).
Ook hierbij kun je je kind thuis helpen: als je van je kind hoort dat er een vervelende situatie op school, bij een training / repetitie of tijdens het spelen was, vraag dan wat er precies gebeurde én hoe je kind erop reageerde. Als je kind dat heeft uitgelegd, vraag je hoe hij het evt. op een andere manier had kunnen reageren. De reactie die hij heeft gegeven of de manier waarop het nu opgelost is, is nl. één reactie of één manier, maar er zijn altijd meerdere reacties / oplossingen mogelijk. Probeer je kind een of meerdere andere oplossingen te laten bedenken.
Denk maar eens aan oplossingen als:
– Om de beurt: Je doet eerst wat de ander voorstelde, daarna wat jij voorstelde (of andersom).
– Compromis: Je bedenkt een compromisvorm van wat jullie allebei leuk vinden. Bijv. als de één verstoppertje wil spelen in de gymzaal, maar de ander wil het liefst buiten spelen, dan kan het compromis zijn dat de kinderen buiten verstoppertje gaan spelen.
– Change of plans: je bedenkt iets heel anders, iets wat jullie wel allebei ook leuk vinden om te doen, maar dat totaal iets anders is dan wat jullie in eerste instantie hadden bedacht.
– Betrek iemand anders erbij: je vraagt een derde persoon (bijv. klasgenoot, broer / zus, ouder, leerkracht) om met jullie mee te denken. Leg het probleem aan de ander voor en vraag hoe die ander het zou oplossen.
Sommige oplossingen, die je kind bedenkt, zullen handig zijn, andere niet (of werken misschien zelfs averechts). Geef in ieder geval nog geen oordeel over de alternatieven die je kind geeft. Nadat je kind een aantal alternatieven heeft bedacht, kun je vragen hoe je kind de volgende keer zou reageren. Wellicht kiest hij dan een alternatief waardoor de situatie (nóg) beter of positiever uitpakte. Kiest je kind een manier, waardoor de situatie verder zou escaleren, dan is het uiteraard handig om die mogelijke gevolgen met je kind te bespreken (en hem vervolgens een andere optie te laten kiezen).
Met deze aanpak leer je je kind om te reflecteren op lastige situaties en om in oplossingen te denken.
(7) Leer je kind om anders naar het gedrag van anderen te kijken.
De reactie van je kind op het gedrag van een ander is afhankelijk van hoe je kind naar dat gedrag kijkt. Als je namelijk met een negatieve bril naar het gedrag van anderen kijkt, dan ga je sneller in de verdediging en dan zul je ook sneller negatief op de ander reageren, terwijl jouw negatieve interpretatie helemaal niet juist hoeft te zijn.
Bijvoorbeeld: Je kind wordt geduwd.
Laten we eens naar 3 mogelijke interpretaties van dit gedrag kijken. Je kind zou de duw op één van de volgende manieren kunnen interpreteren:
(1) ‘Oei, ik liep in de weg, waardoor de ander tegen me aan liep.’
(2) ‘De ander verloor even zijn evenwicht en kwam daardoor tegen me aan.’
(3) ‘De ander duwde me expres, gewoon om me te klieren.’
Realiseer je dat het gedrag (= de duw) bij alledrie exact hetzelfde is gebleven; daar is dus niks aan veranderd. Het enige dat veranderde, was de manier waarop je het gedrag interpreteerde. Aan de hand van dit voorbeeld kun je je goed voorstellen dat je met interpretatie 1 en 2 rustiger en positiever op de duw van de ander zult reageren dan met interpretatie 3.
Ook op dit gebied kun je je kind thuis goed helpen en ondersteunen. Als je kind jou over een vervelende situatie vertelt, is het belangrijk om samen met je kind alternatieve interpretaties te bedenken. In het voorbeeld van de duw kun je je kind vragen welke redenen de ander nog meer gehad kan hebben om te duwen. (Dit kun je ook toepassen in andere situaties, bijv. wanneer een ander kind een ‘vreemde’ opmerking heeft gemaakt of een ‘vreemd’ gezicht naar je kind heeft getrokken.) Hoe vaker je kind merkt dat zijn eerste (negatieve) reactie niet perse juist hoeft te zijn en dat er ook nog andere verklaringen mogelijk zijn, zal ervoor zorgen dat je kind in het vervolg steeds meer geneigd is om eerst na te denken over mogelijke interpretaties en pas daarna een reactie zal geven.
Kortom, ook bij lastige sociale situaties geldt: ‘Eerst denken, dan doen.’
(8) Laat je kind veel oefenen, zeker als je kind het moeilijk vindt.
Als je merkt dat je kind het lastig vindt om op een fijne manier met andere kinderen om te gaan en om sociale situaties op een positieve, handige manier op te lossen, blijf dan thuis regelmatig oefenen zodat je kind er langzaam maar zeker beter in wordt. Ik ben er nl. van overtuigd dat iedereen dit kan leren. Het is misschien niet voor iedereen even makkelijk, maar uiteindelijk zal het wel gaan lukken. Door deze situaties echter te gaan vermijden, dus om je kind niet meer te laten afspreken of niet meer naar een clubje te laten gaan, krijgt je kind juist minder kansen om te oefenen. En dat komt zijn sociale vaardigheden helaas niet ten goede…
Kortom: geef je kind de kans om vaak te oefenen. Niet alleen op school, maar ook op andere plekken, bijvoorbeeld bij een sportclub, muziekvereniging of met kinderen uit de buurt. Laat je kind dus regelmatig in contact komen met andere kinderen.
Vind je kind het lastig om klasgenootjes te vragen of om bij andere kinderen thuis te gaan spelen? Neem dan eerst zelf contact op met de ouders en probeer – zeker in het begin – de afspraken voor je kind te maken. Als je kind een beetje doorheeft hoe het werkt, dan zal je kind dat ook steeds meer zelf gaan oppakken.
————————-
Volg me nu ook op Facebook en/of Instagram voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie.
————————
(9) Lees samen boeken over sociale situaties, vriendschap en ruzie maken.
Er is niks – nou ja, weinig dan… 😉 – zo fijn als samen met je kind een boek te lezen. Veel ouders lezen hun jonge kind al voor en dat kan ik alleen maar van harte stimuleren. Ook voor oudere kinderen is het belangrijk om te blijven (voor)lezen. Misschien niet op de klassieke ‘voorleesmanier’ (= ik lees en jij luistert), maar je kunt wel om de beurt een regel of alinea lezen. Voor kinderen blijft het een fijn moment om samen met papa of mama één-op-één tijd door te brengen en daar is lezen ideaal voor.
Als je merkt dat je kind op bepaalde gebieden problemen heeft, dan kan het fijn zijn om juist over dat thema boeken te lezen. Ook over vriendschap en uiteenlopende sociale situaties zijn tal van boeken geschreven.
Ik heb er hier een aantal voor je op een rijtje gezet:
– Jip en Janneke (Annie M.G. Schmidt)
– Zullen we vriendjes zijn? (Sam McBratney)
– Kikker is mijn vriendje (Max Velthuijs)
– Niet slaan, Anna! (Kathlen Amant)
– Woezel & Pip: ‘Stop, hou op’ (Dromenjager)
– Serie ‘Superjuffie’ (Janneke Schotveld)
– Schoolseries als ‘Dagboek van een Muts’ (R.R. Russell) of ‘Leven van een Loser’ (Jeff Kinney)
– Vriendschap is alles (Stine Jensen)
Dit rijtje is slechts een héél klein topje van de ijsberg. In de bibliotheek zijn er nog legio andere mogelijkheden, alleen al over het thema vriendschap, sociale situaties of samen spelen. Ga naar de (website van de) bibliotheek en zoek daar het boek uit dat het beste bij jouw kind en zijn leeftijd / ontwikkelingsniveau past. Ik wens jullie alvast veel (samen)leesplezier!
Lees ook m’n artikel ‘Ja, ik wil … voorlezen!’ over waarom (samen) voorlezen de ontwikkeling van je kind stimuleert.
Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.
Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?
Neem dan contact met me op.
Met vriendelijke groet,
Joyce Akse
Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl
© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.
Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.
Voor dit artikel gebruikte Joyce de volgende literatuur en websites:
– Matthys & Boersma. (2017). Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Poster: Sociale vaardigheden 6 – 12 jaar. Apetrotse kinderen. Klik hier.
– Sociale vaardigheden aanleren aan je kinderen. Apetrotse kinderen. Klik hier.
Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
– ‘Hoe je kind zijn emoties de baas wordt.‘ [ Emotionele ontwikkeling ].
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren‘
– ‘Omgaan met stress | 5 praktische tips om je stressgevoel aan te pakken.‘
– ‘Als je kind teleurgesteld is… | 5 stappen om je kind te leren met teleurstellingen om te gaan.‘
– ‘Ik mag hier ook nooit iets! | Hoe je je kind of tiener steeds wat meer vrijheid geeft.‘
– ‘Mijn kind is vaker bang. Heeft het nu een angststoornis?’ Interview met angstexpert dr. Ellin Simon.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.
© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.
Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.