Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Praktische tips (2 van 2)

Alle kinderen doen wel eens een ander kind pijn en maken wel eens iets stuk, van zichzelf of van een ander. Meestal gaat dat gepaard met heftige emoties: bijv. uit boosheid wordt een ander kind geduwd, geslagen of geschopt, uit frustratie wordt er met auto’s, poppen of blokken gegooid, uit kwaadheid wordt gescholden of iets gezegd dat niet door de beugel kan. Dat zijn vaak heel vervelende situaties, zowel voor het slachtoffer, voor jou als ouder als voor je kind. Als ouder wil je gewoon niet dat jouw kind een ander pijn doet, iets van een ander kapot maakt of een ander uitscheldt.

Kortom, je wil niet dat jouw kind agressief reageert wanneer het ergens niet mee eens is, als het kind een ander onaardig vindt ed.

=> Maar hoe doe je dat? Hoe zorg je ervoor dat je kind niet agressief reageert? Wat kun jij dan beter wel of juist niet doen? En wat kan je kind anders doen? Dat leg ik je graag uit in dit artikel.

Dit artikel gaat over agressief gedrag bij kinderen en tieners en hoe je daar als ouder (of leerkracht) het beste mee om kunt gaan, zodat het agressieve gedrag langzaam maar zeker steeds minder wordt.
Wil je weten hoe agressief gedrag ontstaat en welke uitingsvormen het heeft? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken (1 van 2).

Wat was agressief gedrag ook alweer?
Zoals je in mijn eerste artikel over agressief gedrag kon lezen, gebruikte ik de definitie van van der Ploeg (2009): Agressie is gedrag waarbij – al dan niet opzettelijk – een ander fysieke en/of psychische schade wordt toegebracht en waarbij formele en/of informele regels worden geschonden.
Volgens deze definitie zijn alle mensen – kinderen én volwassenen – wel eens agressief, want we doen allemaal wel eens een ander pijn en we maken allemaal wel eens iets stuk dat van een ander is. Het gaat er dan niet om of dat met of zonder opzet gebeurt, het gaat er alleen om dát het gebeurt.

Goed om te weten
In mijn eerste artikel haalde ik het ook al aan: het is belangrijk om te weten dat alle kinderen wel eens agressief gedrag laten zien. Daar hoef je je als ouder of leerkracht dus niet meteen zorgen over te maken. De reden daarvoor is o.a. dat jonge kinderen hun impulsen nog niet zo goed kunnen beheersen; een vaardigheid die ze steeds beter onder de knie krijgen naarmate ze ouder worden. Dus ook het leren beheersen van impulsen is een leerproces en behoort tot de normale ontwikkeling van kinderen.

Daarnaast is het goed om je te realiseren dat het normaal is voor kinderen en tieners om zich af te zetten tegen volwassenen (zoals ouders en leerkrachten) in hun omgeving. Normaalgesproken zie je dat dat gedrag tijdens de adolescentie – dus naarmate ze ouder worden – afneemt, ze groeien er als het ware overheen. Kortom, agressief gedrag kun je – tot op zekere hoogte – dus als normaal en behorend bij de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten zien.

Hoe ga je om met agressief gedrag?
Als je als ouder of leerkracht wel eens te maken hebt met agressief gedrag van je kind of leerling, dan zijn dat nooit prettige situaties. Daar wil je het liefst vanaf; sterker nog, je wil ze het liefst voorkomen. Het is goed om te weten hoe je met agressief gedrag van kinderen en tieners kunt omgaan en in goede banen kunt leiden. Je wilt namelijk graag voorkómen dat het blijft voortduren of zelfs erger wordt. Vandaar dat ik je in dit artikel graag 8 waardevolle tips geef, die er samen voor zorgen dat je het agressieve gedrag van je kind of leerling in goede banen leidt en waardoor het langzaam maar zeker zal verminderen.

(1) Bied je kind duidelijkheid, structuur en maak afspraken.
Kinderen willen graag duidelijkheid, weten waar ze aan toe zijn en weten wat er van hen verwacht wordt. Het is belangrijk dat kinderen dat thuis en op school krijgen. Geef je kind dat ook. Daarbij is het belangrijk om afspraken te maken én om je kind eraan te houden. Wees daar consequent in.

Het is belangrijk om je óók aan die afspraken te houden als je kind als reactie een driftbui krijgt, gaat schreeuwen, schelden of heel erg boos op jou wordt. Ga je na zo’n heftige reactie van je kind namelijk de afspraak aanpassen aan de wens van je kind, dan heeft je kind (onbewust) geleerd dat het uiten van zijn negatieve gedrag of agressieve reactie een positief resultaat oplevert. De driftbui, het schreeuwen, schelden of boos worden heeft voor je kind dus een positief effect: je kind krijgt toch zijn zin ondanks dat jij eigenlijk iets anders wilde. Door de afspraak op zo’n moment toch te veranderen, houd je zijn ongewenste, agressieve reactie in stand. De kans is groot dat je kind de volgende keer, wanneer hij in eerste instantie wéér niet krijgt wat hij wil, opnieuw agressief op je reageert om er opnieuw voor te zorgen dat je jullie afspraak aanpast aan zijn wens. Je kunt hiermee in een vicieuze cirkel terechtkomen, waardoor het agressieve gedrag van kwaad tot erger wordt. Vandaar dat het zo belangrijk is om je aan jullie gemaakte afspraak te houden, juist als je kind dan gaat schreeuwen of boos op je reageert.

(2) Geef je kind voldoende positieve aandacht.
Ook als je kind vaker agressief gedrag vertoont, zal hij dat niet de hele dag door doen. Hij zal naast zijn negatieve gedrag ook positief gedrag laten zien (hoe klein ook). Als je er van doordrongen bent dat je kind alleen nog maar agressief lijkt te doen, dan is dat natuurlijk nog behoorlijk moeilijk te geloven of te zien. Je zult er dan actief naar op zoek moeten. Ga dus actief op zoek naar positief, gewenst gedrag van je kind en laat je kind weten dat je dat gedrag fijn vindt (zonder op dat moment iets te zeggen over zijn negatieve, ongewenste gedrag). Benoem zijn gewenste, positieve gedrag dus. De kans is daarna groter dat je kind dat gedrag vaker zal laten zien. Alle kinderen hebben namelijk behoefte aan positieve aandacht van de belangrijkste volwassenen om hen heen. Dat vinden ze niet alleen fijn; sterker nog, ze hebben het heel hard nodig. Zéker de kinderen die vaker ongewenst, agressief gedrag vertonen.
N.B. Het gaat hierbij dus om het benoemen van het (goede, fijne, gewenste) gedrag van je kind, niet je kind als persoon. Keur nooit je kind als persoon af.

(3) Uitlaatklep voor je kind
Als je merkt dat je kind periodes heeft waarin hij vaker agressief reageert, zorg dan voor een goede uitlaatklep, waarmee je kind zijn energie kwijt kan. Ik zeg met opzet energie en niet agressie. Ik heb het dan ook niet over rammen tegen een boksbal, iets kapot gooien of schreeuwen in een kussen (wat in deze situaties vaak gepropageerd wordt). Dat is juist niet de bedoeling. Je wil juist niet dat je kind zijn (negatieve) energie omzet in agressief gedrag. Dat is nou net het hele punt. Je wilt juist dat je kind leert om zijn (negatieve) energie op een andere manier te uiten. En dat kan op allerlei manieren, bijv. door te voetballen, fietsen, rennen, muziek maken, dansen, klimmen ed. Ga – samen met je kind – op zoek naar een activiteit, waarvan je weet dat je kind er zijn energie in kwijt kan én er achteraf een goed gevoel van krijgt.

(4) Boosheid onder controle krijgen
Het is belangrijk dat je kind zijn boosheid, dat vaak geuit wordt in agressief gedrag, zelf onder controle krijgt. Dat is niet altijd makkelijk. In mijn artikel Hoe je kind zijn emoties de baas wordt lees je meerdere strategieën die je kind dan zelf kan toepassen.

Als je kind weer gekalmeerd is, is het belangrijk om terug te komen op het voorval en om het dan samen te bespreken. Het heeft dus geen zin om dat gesprek te voeren op het moment dat je kind zich nog agressief gedraagt; doe dat pas op het moment waarop iedereen weer rustig is.

En als je kind iets gedaan heeft dat echt niet kon of mocht, dan hoort daar een passende consequentie bij. Het gaat daarbij absoluut niet om lange, harde straffen; dat werkt averechts. Ik denk bij passende consequenties dus niet aan huisarrest of een week zonder iPad / telefoon, want daar leert je kind bar weinig van en die hebben vaak helemaal niks met de situatie te maken.

Maar welke consequenties dan wel?
Het gaat er om dat je consequenties geeft die logisch voortvloeien uit of passen bij de situatie. Als je kind iets kapot gemaakt heeft, dan laat je je kind dat repareren. Indien het niet (meer) gerepareerd kan worden, dan kan je kind bijv. een nieuwe kopen. Heeft je kind daar het geld niet voor, dan kan je kind ervoor sparen of proberen om het op een andere manier goed te maken. Heeft je kind op een andere manier iets vervelends gedaan bij iemand anders, dan kan je kind het ook op een andere manier goedmaken.
Laat je kind ook vooral zelf met ideeën komen over hoe hij het met de ander kan goedmaken en oplossen. Dat zijn juist belangrijke leermomenten voor je kind. Als ouder is het dan alleen nog belangrijk om in de gaten te houden dat er wel een goede verhouding bestaat tussen wat je kind precies gedaan of gezegd heeft én wat je kind kan doen om het op te lossen. Dat moet te allen tijde redelijk blijven (hoe boos je ook op je kind bent over wat er gebeurd is).

(5) Zet je monitor aan.
Het is belangrijk om als ouder te weten waar je kind is (bijv. thuis / bij iemand anders thuis / buiten in het dorp of de stad), wat je kind doet (bijv. huiswerk maken, gamen, spelen, lezen) en met wie doet je kind dat (bijv. spreekt je kind af met klasgenootjes, leeftijdsgenootjes of met kinderen / jongeren die hij niet goed kent). Het gaat er niet om dat je dit als ouder steeds controleert, er continue bovenop zit of gaat verbieden, maar wel dat je weet waar je kind zich mee bezig houdt. Je blijft je kind dus monitoren. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is dit eigenlijk heel normaal om als ouder te doen. En dat blijft zeker ook relevant als je kind op de middelbare school zit, dus ook voor tieners blijft dit belangrijk. Blijf je kind dus monitoren; doe dat niet vanuit controle, maar veel meer vanuit interesse.

(6) Toon interesse.
En die interesse geldt niet alleen voor waar je kind wanneer is en met wie, maar ook voor wat je kind precies doet, waar je kind zich mee bezig houdt. Vraag eens na bij je kind welke films of tv-programma’s hij het liefst kijkt en welke games hij graag speelt. Of nog beter: ga samen kijken of samen spelen. Niet alleen leuk om één-op-één-tijd met je kind door te brengen en om je kind positieve aandacht te geven, maar ook om te weten wat je kind precies bezig houdt. Op die manier toon je interesse in én houd je toezicht op wat je kind doet.
De volgende stap is natuurlijk dat je erover gaat nadenken of je het fijn vindt waar je kind zijn tijd aan besteed. Ben je het eens met de films of tv-programma’s die hij kijkt, de games die hij speelt? Ga het je kind niet zomaar verbieden, maar blijf er samen het gesprek over voeren.

(7) Kijk eens in de spiegel.
Hoe reageer je zelf als je het ergens niet mee eens bent, als je gefrustreerd of boos bent? Wat doe je dan, wat zeg je dan? Begin je dan bijv. al snel te vloeken, sla je met je vuist op tafel, trap je wel eens ergens tegen aan, praat je met stemverheffing of ga je schreeuwen? Denk hierbij trouwens niet alleen aan de directe of open vormen van agressie; denk ook aan de indirecte en meer covert vormen van agressie. Bijv. zeg jij wel eens vervelende, gemene dingen over anderen (als je boos bent)? Roddel je wel eens over iemand (als je het idee hebt dat die ander vervelend tegen je doet)? Sluit je wel eens mensen (onbewust of ongemerkt) buiten (als je even geen zin hebt om met die persoon om te gaan)? Ook dat zijn allemaal voorbeelden die je je kind geeft. En vaak vinden we het heel vervelend als onze kinderen het doen, maar doen we het zelf ook wel eens. Toch is het goed om ook voor jouw eigen gedragingen en reacties eens goed in de spiegel te kijken. Ga er de komende tijd eens op letten en bekijk dan wat je aan je eigen gedrag kunt verbeteren, zodat je ook op dit vlak een goed voorbeeld voor je kind kunt zijn. Je kind leert namelijk niet alleen van wat jij zegt, maar ook – en misschien wel meer – van wat jij doet.

(8) Zoek zelf hulp.
Ga eerst consequent aan de slag met de punten uit dit artikel. Merk je na 3-4 weken consequent toepassen dat het te weinig vruchten afwerpt, dan is het belangrijk om actie te ondernemen. Er bestaan cursussen voor ouders, waarin je leert om met het agressieve gedrag van je kind om te gaan en om dat gedrag in goede banen te leiden. In een dergelijke cursus kom je o.a. ouders tegen die thuis soortgelijke situaties meemaken, waardoor jij minder het gevoel dat je de enige bent die hier tegen aan loopt (want dat is zeker niet het geval).

Tot zover mijn tips voor wat je kunt doen aan het agressieve gedrag van je kind of tiener. Ik hoop van harte dat mijn tips waardevol vond en dat je er thuis mee aan de slag gaat.

Wil je graag weten welke vormen er van agressief gedrag allemaal zijn en hoe agressief gedrag ontstaat? Lees dan mijn artikel Agressief gedrag bij kinderen en tieners: Uitingsvormen en oorzaken (1 van 2).

Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Houd het dan wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Dankjewel alvast voor je reactie!

————————-
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend. Aanmelden is heel eenvoudig.

Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’. Je leest er hier meer over.
————————-

joyce_rosegrijs_staand_c

Heb je vragen over één van deze thema’s, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?

Neem dan contact met me op.

Met vriendelijke groet,
Joyce Akse

Opvoedcoach & Psycholoog | http://www.aksecoaching.nl | info@aksecoaching.nl

© 2021. Joyce Akse / Akse Coaching, alle rechten voorbehouden.

Klik hier voor jouw dagelijkse portie OpvoedInspiratie op Facebook.


Literatuur & websites, gebruikt voor dit artikel:
– Akse, J. (2002). The development of personality and problem behaviour in adolescence. Utrecht University: Utrecht. Klik hier.
– Matthys & Boersma. (2016) Gedragsproblemen bij kinderen: Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos of agressief gedrag’. Uitgeverij Hogrefe: Amsterdam.
– Verhulst & Verheij. (2000). Kinder- en Jeugdpsychiatrie: Onderzoek en diagnostiek. Van Gorcum: Assen.
– van der Ploeg, J.D. (2009). Agressie: Ontstaan, ontwikkelingen en oplossingen. Klik hier.
– Ouders van Nu. (2020). Gedragsproblemen: Waar komt agressie bij kinderen vandaan en hoe ga je er mee om?. Klik hier.
– Centrum voor Jeugd en Gezin Leiden. Agressief gedrag. Klik hier.


Lees ook andere artikelen van Joyce met waardevolle OpvoedTips:
Waarom worden kinderen en tieners toch zo boos?
Hoe je kind zijn emoties de baas wordt. [ Emotionele ontwikkeling ]
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter naar je te laten luisteren
– ‘10 basistips om je kind of tiener beter te laten eten (incl. praktische tips).
– ‘10 basistips om je baby, kind of tiener lekker te laten slapen.
Wat doet een opvoedcoach eigenlijk? | Joyce Akse vertelt.
Klik hier voor andere opvoedtips, bijv. over voeding, media, beweging ed.



© De foto van Joyce Akse is gemaakt door Ilona Tychon Fotografie.



Ga (terug) naar de website van ‘Akse Coaching – Opvoedcoaching & Opvoedadvies’.

logo_akse_coaching_groot_nieuw