Joyce Akse maakt een serie artikelen, waarin ze experts interviewt over hun eigen onderzoek of werkveld. Het doel van deze serie is om resultaten van wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar praktische tips voor ouders, waar ze thuis direct mee aan de slag kunnen. Deze thema’s hebben natuurlijk te maken met het ouderschap, opvoeding en/of de ontwikkeling van kinderen (0-16 jaar).
Als ouder wil je niets liever dan dat je kind goed in zijn vel zit. Voor kinderen met overgewicht kan dat best lastig zijn. De kans is groot dat ze dagelijks de lichamelijke én mentale gevolgen van hun overgewicht ervaren. Vandaar dat het ontzettend belangrijk is om je kind te helpen om van zijn overgewicht af te komen. Maar hoe doe je dat…?
Ik praatte erover met gezondheidswetenschapper dr. Jessica Gubbels en legde haar een aantal vragen over dit thema voor. In dit interview lees je dan ook veel informatie en praktische tips waar jij als ouder thuis mee aan de slag kunt.
Na het lezen van dit artikel weet je wat overgewicht precies is, welke gevolgen kinderen er zelf van kunnen ervaren en wat je als ouder wel én niet kunt doen om het overgewicht van je kind aan te pakken. Daarnaast lees je hoe je het thuis op een positieve manier met je kind over zijn overgewicht kunt hebben, welke mythes er rondom dit onderwerp bestaan en voor welke valkuilen je als ouder moet oppassen.
Je bent expert op het gebied van gezondheidsbevordering van jonge kinderen en hun families. Hoe ben je bij dit onderwerp gekomen en wat spreekt jou er persoonlijk zo in aan?
‘Ik ben zelf al sinds mijn jeugd bezig geweest met kinderen en hun ontwikkeling. Ik deed vrijwilligerswerk bij de scouting en kindervakantiewerk bij ons in het dorp. Als promovendus ben ik gestart bij het KOALA geboorte cohort; dat was een onderzoek waarbij we kinderen over de tijd volgden. Bij mijn promotieonderzoek richtte ik me op de invloed die de thuissituatie van kinderen kan hebben op hun overgewicht en dan specifiek op de regels die ouders hanteren op het gebied van voeding en eten. Zo wilde ik o.a. weten welke regels ze precies in huis hadden, welke kinderen vaker of juist minder vaak overgewicht hebben, welke kinderen meer of juist minder bewegen.
Ik ontdekte een aantal patronen; bijvoorbeeld dat kinderen die veel tv kijken vaak ook een ongezond eetpatroon hebben. Deze kinderen lopen dus eigenlijk een dubbel risico om overgewicht te krijgen. Het omgekeerde zagen we ook: kinderen, die meer bewegen, eten gezonder. We zagen dus dat specifieke gedragingen ‘clusteren’, ze hangen met elkaar samen. Naar aanleiding daarvan wisten we dus ook dat je bij de aanpak van overgewicht niet alleen naar het eetpatroon moet kijken maar ook naar andere factoren zoals beweging, tv kijken ed. Dit onderzoek hebben we vervolgens uitgebreid naar andere instellingen waar gezinnen veel mee te maken hebben, zoals de kinderopvang, peuterspeelzalen, scholen; ook onderzoeken we nu naar wat ouders al kunnen doen tijdens de zwangerschap om te zorgen dat hun kinderen gezond en fit worden.
Ik ben me er tijdens mijn studie en eigen onderzoek steeds meer bewust van geworden dat de kinder- en jeugdtijd een heel belangrijke periode is. In die tijd wordt bij uitstek een routekaart uitgestippeld voor de rest van je leven. We weten uit onderzoek dat het op latere leeftijd lastig is om los te weken van ongezonde gewoontes en patronen, die je in de kindertijd opdoet.
We weten ook uit onderzoek dat wanneer kinderen overgewicht hebben ze een grote kans hebben om op latere leeftijd overgewicht te hebben. De leeftijd van 2-6 jaar blijkt daarbij de belangrijkste periode. Het gewicht in de peuter- en kleuterleeftijd is dus een belangrijke voorspeller van het gewicht als volwassene.
In praktijk heeft dat te maken met het gedrag dat op die jonge leeftijd wordt aangeleerd. Je leert op die leeftijd natuurlijk ontzettend veel, niet alleen op het gebied van spraak, taal en motoriek maar ook op het gebied van voeding en eten, zoals het leren kennen van smaken. Wanneer je bepaalde smaken in je kinder- en jeugdtijd niet hebt leren kennen, dan kan het lastig zijn om die later in je te leven te leren waarderen.
Dat lijkt misschien een sombere boodschap, maar het is vooral ook hoopgevend: juist in de kindertijd kun je dus veel invloed uitoefenen op gezonde eet- en leefpatronen, waar kinderen later in hun leven nog veel plezier aan kunnen beleven. In die periode leer je gewoontes en patronen aan, die je vaak je hele leven houdt. Vandaar dat het belangrijk is om de basis voor een gezonde leefstijl al in de kinder- en jeugdtijd te leggen.’
Jessica Gubbels is universitair docent en onderzoeker bij de afdeling Gezondheidsbevordering van de Universiteit Maastricht. Na haar bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, volgde ze de master Health Education and Promotion in Maastricht.
Vervolgens deed ze een promotieonderzoek op basis van het KOALA geboortecohort onderzoek, waarin het gedrag en de gezondheid van kinderen langdurig gevolgd worden. Na haar promotie bleef ze werkzaam aan de Universiteit Maastricht. Ze geeft les in diverse bachelor en master programma’s aan de faculteit Health, Medicine and Life sciences. Haar onderzoek richt zich met name op de leefstijl en gezondheid van kinderen en hun gezin. Ze begeleidt diverse onderzoekers in binnen- en buitenland, waaronder Libanon, Uganda en Sudan. Daarnaast is ze lid van adviescommissies over bewegen bij kinderen en voeding bij zwangere vrouwen binnen de Gezondheidsraad.
Jessica is getrouwd en moeder van vier kinderen: Jasmijn (9), Fenna (8), Emmie (6) en Willem (3).
Wat is overgewicht bij kinderen precies?
‘Strikt genomen bedoelen we met ‘overgewicht’ dat een kind te zwaar is ten opzichte van zijn lengte; het gaat daarbij dus altijd om de verhouding tussen de lengte en het gewicht van een kind (Body Mass Index; BMI). Daar kleven wel een aantal nadelen aan. Kinderen groeien bijvoorbeeld altijd met ‘horten en stoten’, dus soms zijn ze een tijdje wat zwaarder ten opzichte van hun lengte, dan weer wat lichter en dan is de verhouding weer in orde. Het meten van het gewicht is ook gevoelig voor ‘foutjes’: het maakt – zeker bij jonge kinderen – uit of hij pas gegeten heeft of net een volle luier heeft. Daarbij heeft ieder kind een andere lichaamsbouw met meer of minder spier- of vetmassa.
Het is goed om je te realiseren dat er deels een genetische component kan meespelen bij overgewicht. Die genetische component heeft niet alleen effect op de lichaamsbouw, het gewicht en het makkelijk krijgen van overgewicht, maar ook op gedrag. We weten bijvoorbeeld dat het voor sommige mensen moeilijker is om met specifiek gedrag te stoppen dan voor andere en dat het voor sommige mensen fijner is om te bewegen dan voor anderen. Er zit zelfs een erfelijke component in sportief gedrag; voor sommigen gaat sporten veel gemakkelijker dan voor anderen. Zij worden bijvoorbeeld beloond in hun lijf, terwijl anderen het eerder als straf ervaren.
Het is belangrijk om met al deze factoren rekening te houden wanneer je het gewicht van een kind beoordeeld. Je kunt dus niet zo maar alle kinderen met elkaar vergelijken; het gaat echt om individuele kinderen. Het is belangrijk om het gewicht van kinderen over een langere periode in de gaten te houden (bijvoorbeeld een paar maanden), zodat je geen verregaande conclusies trekt op basis van een momentopname. Ook heel snelle stijgingen of dalingen in gewicht zijn belangrijk om in de gaten te houden, dan kan er namelijk iets ernstigers aan de hand zijn dan ‘gewoon’ aankomen of iets lichter worden.’
Wanneer spreek je van overgewicht en wanneer heb je het over obesitas (bij kinderen)?
‘Je hebt verschillende gradaties in overgewicht; we spreken van overgewicht en ernstig overgewicht (oftewel obesitas). Bij volwassenen komt ook ‘morbide obesitas’ voor, maar bij kinderen gelukkig bijna niet.
Je bepaalt het overgewicht op basis van de BMI. Dat is makkelijk te bepalen, maar helaas is dat een vrij onnauwkeurige maat. Bovendien verschilt het bij kinderen en jongeren per leeftijd en ook tussen jongens en meisjes, wat een gezond BMI is. Vandaar dat het belangrijk is om dan vooral verder te gaan kijken: wat is er thuis precies aan de hand en waar komt het overgewicht door. Houd verder ook goed in de gaten hoe het met het kind zelf gaat, of het lekker in zijn vel zit en hoe het zich ontwikkelt.’
Wat merk je of zie je aan een kind met overgewicht?
‘Aan de buitenkant zie je dat kinderen dikker zijn en dat hun kleding niet goed meer past. Kinderen met ernstig overgewicht kunnen soms ook al lichamelijke klachten krijgen, waar soms zelfs al medicatie voor nodig is. Dat betekent dat kinderen echt duidelijk ziek kunnen worden van hun overgewicht. Zelfs ziektes, gerelateerd aan overgewicht, die vroeger aangeduid werden als ‘ouderdomsziekte’ (zoals diabetes type 2) komen nu al voor bij kinderen. Op lange termijn zie je dat kinderen met overgewicht later grotere kans hebben op hart- en vaatziektes, hoge bloeddruk, kanker, verminderd functioneren van allerlei organen (o.a. de lever) en eerder overlijden.
Er zijn trouwens ook andere ziektes, waar kinderen overgewicht door kunnen krijgen. Dat zijn bepaalde erfelijke, aangeboren ziektes, die een hele andere achtergrond hebben. Hun overgewicht hoort dan eigenlijk bij het onderliggende ziektebeeld. Dat komt dan vaak niet door wat ze eten of door te weinig bewegen, maar wel door hun stofwisseling en andere factoren. Vaak hebben kinderen met een dergelijke ziekte ook nog andere lichamelijke of mentale klachten en zitten dan al in een intensief medisch traject. Dat zijn overigens ziektes die veel minder vaak voorkomen.
De uiterlijke en lichamelijke gevolgen zijn eigenlijk maar een deel van de gevolgen van overgewicht voor een kind. Het kind kan ook op andere manieren last hebben van zijn overgewicht. Het merkt bijvoorbeeld dat het minder goed mee kan doen tijdens de gymles of tijdens het spelen met vriendjes. Kinderen met overgewicht zitten vaak niet zo goed in hun vel, worden vaker gepest, trekken zich meer terug en kunnen zelfs een negatieve stemming of depressieachtige klachten ontwikkelen. Ook weten we dat kinderen met overgewicht vaker last hebben van depressieve klachten. Ook op de lange termijn zijn er vaak negatieve gevolgen voor de mentale gezondheid.
Gelukkig kun je veel ongedaan maken. Dat doe je o.a. door de bepaalde gewoontes om te buigen en door meer te bewegen. Dan is er gelukkig nog veel te redden. Al is dat wel makkelijker gezegd dan gedaan, zodra patronen eenmaal ingesleten zijn.’
Hoe vaak komt overgewicht voor bij kinderen?
‘Hoe vaak overgewicht voorkomt, is afhankelijk van de leeftijd, van bepaalde regio’s waar kinderen wonen en van bepaalde landen. Gemiddeld genomen zie je bij ongeveer 10-15% van alle kinderen in Nederland overgewicht en neemt het percentage toe met de leeftijd. Obesitas komt doorgaans voor bij minder dan 5% van alle kinderen; ook dat loopt sterk op met de leeftijd, dus de kans op obesitas wordt groter naarmate je ouder wordt. Tegenwoordig zie je dat overgewicht en obesitas over de algehele populatie toeneemt, dus zelfs bij kinderen.’
Wat zijn volgens jou de meestvoorkomende redenen dat het voor ouders nog best lastig is om hun kind een gezond eetpatroon aan te leren?
‘Wat ouders tijdens het eten doen, dus de regels die ze hebben of wat ze tijdens het eten tegen hun kind zeggen, zijn vaak vaste gewoontes of patronen. Daar spelen ook factoren als stress, tijdsdruk en hun eigen opvoeding in mee. Soms weten ouders ook wel dat ze het beter anders kunnen aanpakken, maar dan vervallen ze toch in een patroon van dingen die minder goed zijn. Je ziet ook dat ouders soms in een vicieuze cirkel met hun kind terechtkomen: het kind doet iets dat niet gewenst is (bijv. het kind kijkt veel tv) en ouders gaan dat verbieden of beperken. Dat maakt dat het kind het juist meer wil gaan doen. Dat is lastig om te doorbreken. We weten dat een negatieve aanpak vaak niet goed werkt. Stimuleren van wat wél goed gaat, werkt veel beter, weten we uit onderzoek.
Ouders kunnen ook andere dingen doen om ervoor te zorgen dat hun kind een gezonde leefstijl of gezond eetpatroon ontwikkelt. Denk maar eens aan samen bewegen, samen gezond eten, samen activiteiten ondernemen, het goede voorbeeld geven en een compliment geven als kinderen iets nieuws proeven. Betrek je kind bij het proces van eten: samen boodschappen doen, samen koken, samen de maaltijd voorbereiden.
Het is goed om met je kind te praten over waarom je bepaalde keuzes maakt, waarom je het belangrijk vindt dat er groente gegeten wordt (bijv. je wordt er sterk / fit / gezond van). Als je alleen tegen je kind zegt dat hij het moet eten omdat het gezond is, dan is dat niet voldoende. Dat komt neer op ‘omdat ik het zeg’ en dat is te dwingend. Het is belangrijk om je kind meer uitleg te geven. Sluit bijvoorbeeld aan bij de belevingswereld van je kind: ‘wat zou jouw idool of superheld eten om gezond of fit te blijven?’.
Praat er al van jongs af aan over met je kind; zelfs met peuters is dat al belangrijk. Als je je kind hierbij helpt, over voeding praat, dan heeft dat een positief effect op wat je kind eet. Als je kind ouder is, kun je je kind steeds meer bij het proces van voorbereiden en koken laten helpen. Tieners kunnen bijvoorbeeld zelf een recept uitzoeken of zelfstandig koken. Op die manier maak je er voor je kind iets positiefs van in plaats van iets dat moet.
Ouders kunnen ook bepaalde valkuilen tegenkomen. Als je kind niet goed eet, dan kun je je daar zorgen over maken. Je bent bang dat je kind te weinig eet en te weinig gezonde voeding binnenkrijgt. Als het kind bij het avondeten niet goed gegeten heeft, dan bieden ouders vaak erna nog wat anders aan, bijvoorbeeld een boterham. Het kind is natuurlijk ook niet gek en weet tijdens het avondeten: ‘zo meteen komt er iets beters, dus ik ga het warme eten nu echt niet eten’.
Het is goed om je te realiseren dat het tijd kost om bepaalde dingen te leren eten. Je moet soms wel 10-15 keer iets proeven om het te leren eten. Gezonde gewoontes aanleren kost nou eenmaal tijd.
Vaak zeggen ouders tegen hun kind ‘eet je bordje leeg’, maar ook dat kun je beter achterwege laten. Als ouder bepaal je namelijk wél wat en wanneer er gegeten wordt, maar het kind bepaalt zelf hoeveel het eet. Daarmee luistert je kind naar zijn eigen honger- en verzadigingsgevoel. Als je kind dat namelijk niet doet, leert je kind niet wanneer het genoeg gegeten heeft. Veel mensen houden daar hun hele leven last van, dat ze niet eten omdat ze honger hebben, maar doorgaan tot het op is.
Het is goed om te weten dat je op verschillende manieren controle kunt uitoefenen op het gedrag van je kind. Dat kan o.a. door middel van ‘overt control’ en ‘covert control’. Overt control is de controle die je expliciet uit en die je kind merkt; als ouder verbied of beperk je je kind om iets te doen. Bij covert control is dat veel minder het geval. Uit onderzoek weten we dat covert control beter werkt; overt control werkt soms niet zo goed. Een voorbeeld hiervan is dat je je kind expliciet verbiedt om niet meer te snoepen (overt control) of dat je het snoep niet in huis haalt, zodat je kind thuis niet kán snoepen (covert control). Het effect is hetzelfde (‘je kind krijgt geen snoep’), maar de aanpak is duidelijk anders, en de resultaten op lange termijn vaak ook.
Het is ook af te raden om eten als straf of beloning te gebruiken. Bijvoorbeeld: ‘als je nu niet naar me luistert, krijg je straks geen toetje’ of ‘als je niet zeurt in de winkel, geef ik je thuis een snoepje’. Met een dergelijke aanpak leg je onbedoeld een relatie tussen emotie en eten en koppel je het eten los van het honger- en verzadigingsgevoel. Hierdoor gaan kinderen toch eten wanneer ze slecht in hun vel zitten, terwijl ze eigenlijk geen honger hebben. Op latere leeftijd zijn dit vaak de stress-eters: zodra mensen stress hebben grijpen ze naar de chips of andere ongezonde dingen.’
Wat kunnen ouders concreet doen om hun kind een gezonde leefstijl te bieden?
‘We weten uit onderzoek dat een vaste structuur aanhouden het makkelijker maakt om nieuwe gewoontes aan te leren. Zo kun je dus het beste een vast moment op de dag aanhouden om fruit te eten en om samen te bewegen. Kinderen varen wel bij structuur; die duidelijkheid vinden ze fijn. Dat maakt het makkelijker om te doen en vol te houden.
Zorg dat je gezond gedrag van je kind stimuleert. Geef je kind bijvoorbeeld een compliment wanneer het iets nieuws proeft. Dan zie je je kind als het ware ‘groeien’.
Je kind eet natuurlijk niet alleen thuis, maar ook op andere plekken, zoals school, opvang, bij opa en oma tijdens het oppassen. Vaak zie je dat in elke context andere afspraken of eetgewoontes gelden. Als de verschillen in aanpak ongunstig voor het kind uitpakken, dan zal het er op de plek waar iets niet mag er tegenin gaan. Voor het kind is het gewoon moeilijker te begrijpen dat het op de ene plek wel en op de andere plek niet mag. Ook voor ouders onderling is het belangrijk om zo veel mogelijk op één lijn te zitten: als het kind van de ene ouder zijn bord moet leeg eten en van de andere ouder hoeft dat niet, dan ondermijn je elkaars gezag en is het voor je kind erg onduidelijk wat nu precies de bedoeling is. Dat werkt niet.
We weten ook uit onderzoek dat wanneer de opvang en ouders qua eetgewoontes niet op een lijn zitten, het kind over het algemeen ongezonder eet. Probeer daarom de gezonde eetgewoontes ook af te stemmen op de andere plekken waar je kind regelmatig is. Dat is in praktijk natuurlijk best lastig, maar wel belangrijk voor je kind. Ga erover in gesprek en probeer op één lijn te komen.
Verder is het natuurlijk belangrijk om het goede voorbeeld te geven. Eet als ouder zelf gezond en zorg dat je voldoende beweegt.
Blijf deze tips volhouden. Het is echt een weg van de lange adem. En wees mild voor jezelf. Niemand maakt altijd alleen maar verantwoorde keuzes, dat hoeft ook niet. Het is als ouder echt niet altijd makkelijk, en het laatste wat je wilt is dat het een obsessie voor jou of je kind wordt.’
In de media wordt tegenwoordig regelmatig aandacht geschonken aan gezondheid, leefstijl, overgewicht en je kunt op internet veel tips over dit onderwerp vinden. Zit daar ook wel eens verkeerde informatie tussen?
‘De eerste mythe, die ik vaak tegenkom, heeft te maken met wat een gezond voedingspatroon precies is. Vooral in de social media komt verkeerde informatie veel voor. Daar is ineens iedereen expert. Er zijn bijvoorbeeld verschillende meningen over hoe je gezond kunt blijven; die worden op social media ineens gepresenteerd als dé waarheid, terwijl dat niet op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd is. Dat geldt o.a. voor allerlei diëten en diverse aanpakken. Er is nou eenmaal niet één makkelijke oplossing die voor iedereen werkt. Als dat wel zo was, dan bestond er geen probleem meer op het gebied van overgewicht. Het is goed om kritisch te kijken naar wat er precies gezegd wordt.
Voor professionals is het belangrijk om te blijven kijken naar wat werkt bij dit kind en dit gezin. Er is geen magische of simpele oplossing.
Voor ouders is het belangrijk dat ze zich realiseren dat het gevaarlijk kan zijn om op basis van bepaalde diëten specifieke voedingswaarden weg te laten. Zeker kinderen in de groei hebben nou eenmaal een uitgebreid palet aan voedingsstoffen nodig. Als ze die niet of onvoldoende binnenkrijgen, kunnen ze bepaalde tekorten oplopen waar ze ziek van worden. Alle dieet-hypes, die voorbijkomen, kunnen dan gevaarlijk zijn.
Bijvoorbeeld: als je een specifiek dieet volgt, dan ga je bepaalde voedingsstoffen weglaten. Bij een veganistisch eetpatroon zijn dat bijvoorbeeld zuivelproducten en bij het paleo-dieet eet je zo min mogelijk koolhydraten. Kinderen, die veganistisch of vegetarisch eten kunnen bijvoorbeeld een tekort aan vitamine B12 krijgen; deze vitamine is essentieel voor de aanleg van het zenuwstelsel.
Voor kinderen zul je dus goed moet kijken waar je de ontbrekende voedingsstof mee gaat vervangen. Kijk daar heel goed naar, want alle voedingsstoffen zijn nodig voor kinderen in de groei. Als je iets weglaat, moet je ze vervangen door een ander voedingsmiddel of heb je soms zelfs supplementen nodig om hun voeding op een goede, verantwoorde manier aan te vullen.
Ongeacht het dieet waar je je kind aan wilt houden, zul je dagelijks heel bewust moeten kijken of je kind wel voldoende van alle voedingsstoffen binnenkrijgt. Als je kind geen vlees eet, kun je dat bijvoorbeeld aanvullen met peulvruchten en noten. Een diëtist kan helpen met kijken hoe je kind toch alles binnen krijgt.
Maar vergis je niet: we hebben het nu vooral over de bekende ‘specifieke’ diëten, die veel in de media terechtkomen en waar over het algemeen veel aandacht aan wordt besteed. Daarbij mogen we echter één groep niet vergeten, namelijk de groep mensen die weinig groente en/of veel ongezonde voedingsmiddelen eet. Ook zij missen namelijk een deel van de gezonde voeding. En dat is op dit moment een behoorlijk grote groep. Deze groep haalt de aanbevolen dagelijks hoeveelheid vezels, groente fruit ook niet en missen dus ook belangrijke voedingsstoffen. Het Voedingscentrum adviseert o.a. 250 gram groente per dag, maar dat haalt bijna niemand. Slechts 16% van alle volwassenen eet voldoende groenten en maar 13% procent eet voldoende fruit. Dat advies komt trouwens niet zo maar uit de lucht vallen; dat is gebaseerd op advies van de Gezondheidsraad én wetenschappelijk onderzoek.
Wat je ook vaak tegen komt, is dat mensen een verkeerd beeld hebben van wat overgewicht precies is en of hun eigen kind overgewicht heeft. Ouders weten soms niet wat een realistisch beeld is van wat het gewicht van een kind zou moeten zijn. Zelfs als hun kind te zwaar is, ziet de meerderheid van de ouders dat niet en ondernemen ze geen actie, met alle gevolgen van dien. Dat zie je vooral bij ouders van jongere kinderen. Bij oudere kinderen zie je soms het omgekeerde: ouders denken dat het kind te zwaar is terwijl dit niet het geval is. Beiden situaties zijn uiteraard zorgelijk.
In het verlengde daarvan zie je ook dat kinderen zelf niet goed weten wat een gezond gewicht is. Zowel jongens als meisjes denken bijvoorbeeld dat ze te dik zijn; dat zie je vooral bij tieners, maar ook al bij leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool. Kinderen en tieners zijn al bezig met hun gewicht, met dik zijn en met diëten. De media spelen daar wel een rol in: op basis van filmpjes in de social media of beelden op tv krijgen ze een idee van hoe ze eruit zouden moeten zien. Ze kunnen niet goed inschatten of dat realistisch of zelfs gezond is (of niet).’
Wat kun je ouders, die twijfelen over het gewicht van hun kind, adviseren? Welke concrete stappen kunnen zij ondernemen om hun kind te helpen om evt. overgewicht te verminderen?
‘Als ouders het vermoeden hebben dat hun kind overgewicht heeft, dan kunnen ze een aantal stappen zetten, afhankelijk van de leeftijd van hun kind en de situatie:
Ouders kunnen natuurlijk starten met het toepassen van de tips uit dit artikel. Ze kunnen een begin maken met ‘niet meer verbieden’. Je moet als ouder zeker grenzen stellen, maar het is belangrijk om dat op een positieve manier in te steken. Maar vaak zijn gezinnen als er sprake van overgewicht is dit punt al gepasseerd, en zitten ze in die negatieve spiraal. Het kan dan goed zijn om hulp te zoeken.
Ouders kunnen bij diverse hulpverleners aan de bel trekken. Dat is absoluut geen teken van zwakte; het is juist sterk als je hulp inschakelt wanneer je merkt dat het je zelf niet lukt om de situatie te veranderen. Het consultatiebureau en jeugdgezondheidsarts houden bijvoorbeeld de groei van je kind in de gaten en kan je op dit gebied verder helpen. Ook kun je terecht bij je huisarts, een leefstijlcoach of het CJG.Er zijn dus meerdere mogelijkheden, afhankelijk van de specifieke vraag die je als ouder hebt over je kind.
Realiseer je dat je kind er zélf weinig aan kan doen dat het overgewicht heeft. Op dit moment is het hebben van overgewicht eigenlijk een normale reactie op de omgeving waar we met zijn allen in zitten. Er wordt veel reclame gemaakt voor ongezond eten en we bewegen met z’n allen te weinig. De hele omgeving stuurt dus als het ware in de richting van overgewicht. Dat maakt het ook moeilijk voor een kind om uit zichzelf gezond te eten en genoeg te bewegen. Daar kun je het kind dus niet de schuld van geven, maar je kunt hem wel hulp bieden.’
En hoe kunnen ouders dat het beste met hun kind bespreken?
‘Als je hulp gaat zoeken voor je kind, dan is het goed om dat op een positieve manier met je kind te bespreken. Het is vooral belangrijk om de nadruk te leggen op hoe belangrijk het is om lekker in je vel zitten, om je fijn te voelen in je eigen lijf en om sterk en fit te zijn. Bespreek met je kind hoe jullie er samen voor kunnen zorgen dat je kind weer lekker in zijn vel zit. Dan heb je een heel ander gesprek dan wanneer je aangeeft dat je kind te dik is en daar wat aan moet doen, of dat je kind niet mag gamen of juist moet gaan sporten omdat hij te dik is. Kritiek van je ouders op je gewicht en daardoor een verstoorde relatie heeft op de langere termijn misschien veel negatievere gevolgen dan die paar kilo te veel.
Voorkom dus dat je ingaat op het uiterlijk van je kind. Voor kinderen is dat namelijk absoluut niet fijn. Ze zijn zich er vaak al bewust van omdat ze bijvoorbeeld gepest worden of er opmerkingen van vriendjes over krijgen. Als je er als ouder dan ook nog eens over begint, dan is dat extra vervelend.
Ga er dus wel over in gesprek, ga het onderwerp niet uit de weg, laat het geen taboe zijn, maar let op de formulering die je in de gesprekken met je kind hierover gebruikt. Het is enerzijds belangrijk om het samen te bespreken en anderzijds dat je kind zich niet bekritiseerd voelt. Ga vervolgens samen kijken hoe het weer de goede kant op gaat. Blijf in gesprek met je kind, zonder je kind verwijten te maken en zonder dat je kind het gevoel heeft zich te moeten verdedigen.’
Wil je graag reageren op dit artikel?
Dat mag! Zet jouw reactie dan onder dit bericht. Houd het wel constructief, liefst in de vorm van ‘Tips & Tops’. Dankjewel voor je medewerking!
Wil jij meer OpvoedTips van Joyce lezen én ze als eerste in je mailbox ontvangen?
Dat kan! Helemaal gratis en vrijblijvend.
⇒ Aanmelden is heel eenvoudig.
Cadeau: Als welkomstcadeau ontvang je meteen na je aanmelding het E-book ‘Nóg meer genieten van je kind – 5 x 5 OpvoedTips’.
Je leest er hier meer over.
Heb je vragen over dit thema, wil je meer weten over het onderwerp of heb je een andere opvoedvraag?
Neem dan contact met me op.
Met vriendelijke groet,
Joyce Akse
![logo_akse_coaching_klein_nieuw](https://aksecoaching.wordpress.com/wp-content/uploads/2014/12/logo_akse_coaching_klein_nieuw.png?w=300)
Ga (terug) naar de website van Akse Coaching: http://www.aksecoaching.nl.